De Erfenis van den M
Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE
500
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
ONZE BUITENLAND-SERIE. Een kiek in het mooie Genua. Het Japansche gezantachapsgebouw. prachtig gelegen en direct herkenbaar aan den bijzonderen stijl.
HET VERHAAL TOT NU TOE.
De heer B. Cbalfoiit is een der rijkste en geëerdste zakenmanntvn van
Londen. Op zekeren dag noodigt hij een zekeren Jack Chalfonte. een
bijna-naamgenoot van hem. uit. bij hem in dienst te komen als secretaris,
waarvoor hij hem een rijke positie aanbiedt. Hij behandelt hem geheel
als zijn zoon. Na een feestmaal wordt Chalfonte gezien door een zekeren
Norton, die met zijn dochter naar Londen is gekomen. Norton blijkt
een vroegere goudgraver uit Australië te zijn. die met een ander, Bradshaw.
samen de goudvelden heeft bezocht. Toen zij een rijken voorraad goud
verzameld hadden was Bradshaw. die, naar later bleek, een gevluchte
misdadiger was. er met den buit vandoor gegaan en bleef Norton
arm achter. Norton herkent nu in den rijken Chalfont z'n vroegeren
deelgenoot Bradshaw. bezoekt hem en cischt van hem dat hij zijn heele
vermogen aan zijn dochter zal vermaken, wat Chalfont, die niet kan
ontkennen, belooft, niettegenstaande hij juist den vorigen dag Jack
Chalfonte gezegd heeft, hem tot zijn eenigen erfgenaam benoemd te hebben.
Hij maakt dus een testament ten gunste van Norton's dochter en geeft
dat ook aan Norton. Als deze het huis van den milhonnair verlaat, ontmoet
hij buiten zijn dochter, die angstig haar vader gevolgd is en ook Chalfonte.
die tevoren het meisje had ontmoet. Norton doet zeer opgewonden, en
zegt dat hij onmiddellijk naar een advocaat moet voor een gewichtige
zaak. waarop Chalfonte zegt. dat dat goed treft, daar hij zelf ïdvocaat is en
zich voorstelt. Norton, wiens verstand op dat oogenblik met al te best werkt,
geeft hem de zooeven ontvangen enveloppe met het testament, om die voor
hem te bewaren, reist met zijn dochter af. uitgeleide gedaan door Chalfonte.
Jack gaat naar huis terug, steeds denkend aan Nora Norton, die een
diepen indruk op hem heeft gemaakt: zonder ze in te zien sloot vhij de
enveloppe in zijn bureau, er bij denkend, dat het ko.'tbare van den inhoud
wel alleen zou bestaan in de gekrenkte verbeelding van den ongeluk-
kigen vader van het meisje. Naar de kamer van Chalfont gaande, vond
Het was heerlijk weer, en Jack hoopte, dat
Nora misschien een wandeling of een ritje
te paard met hem zou willen maken. Toen
hij langs het huisje der Delmans kwam,
dacht hij plotseling weer aan Maud, en hij meende,
dat hij even naar binnen moest gaan om haar moe
der te vertellen, dat het meisje geslaagd was. Hij
aarzelde een oogenblik en klopte toen.
„Neen, dank u, ik kom niet binnen," zeide hij,
toen juffrouw Delman een oogenblik later de deur
had geopend. „Ik kwam hier juist voorbij en wilde
u even komen zeggen, dat Maud miss Delman
bedoel ik gisteravond haar eerste succes heeft
geoogst."
Haar moeder knikte zonder een spoor van ge
noegen op haar gelaat.
„Ik heb vanmorgen een telegram van haar ont
vangen," zeide zij. „Het heeft mij zeer verbaasd,
en ik kan niet zeggen dat ik er blij om ben, want ik
hoopte dat zij er niets van terecht zou brengen en
en dan weer kalmpjes bij mij zou terugkomen."
„Dat zou zij stellig niet gedaan hebben, ook al
had zij de eerste maal geen succes gehad," verze
kerde Jack haar. „Zij is van het soort, dat tot het
laatste toe volhoudt, al heeft ze ook nóg zooveel
tegenslag. Nu haar eerste optreden reeds een succes
is geworden, gaat zij natuurlijk op den ingeslagen
weg voort."
„Ja, dat denk ik ook," zeide juffrouw Delman.
„Nog eens ik kan niet zeggen dat ik er blij om ben.
Het zou mij veel liever zijn geweest, als zij getrouwd
was met een netten, degelijken man en een geregeld
leven had geleid, inplaats van de ongezonde opwin
ding en de verleiding van het tooneelleven."
hij daar zijn weldoener dood in zijn stoel zitten. Toen de notaris kwam.
vond deze het testament dat hij een paar dagen te voren ten gunste
van Jack bad moeten opmaken, niet. Het bleek dat twee bedienden
als getuigen twee documenten geteekend hadden, eerst een testament en
een kwartier later een tweede, daar in het eerste, zooals de heer Chalfont
hen had gezegd „een fout geslopen was". Later werd een verscheurde
brief gevonden, waarin Chalfont Jack meedeelde, dat het hem niet mo
gelijk was zijn belofte gestand te doen om hem tot zijn erfgenaam te
maken; een schuld, ontstaan door een gebeurtenis uit zijn vroeger leven,
eischte plotseling afdoening en zou hem na zijn dood van al zijn geld
berooven. De notaris zou voorloopig voor alles zorgen en hij raadde
Jack, die geheel in de war was. aan maar naar Londen te gaan, wat
deze deed. temeer daar hij Nora beloofd had haar dezen dag te bezoeken.
Hij stak de enveloppe van Nortr^i bij zich en ging op weg: toen hij de
woning van Norton betrad was het eerste wat hij hoorde, dat haar
vader dood was. Hij overhandigt, na Nora eerst zijn hulp te hebben
aangeboden, haar de enveloppe en als zij in zijn bijzijn den inhoud leest,
komt Jack er achter, dat zij de eenige erfgename van Chalfont is. Nora
installeert zich op het landgoed, dat door Jack wordt verlaten. Bij het af
scheid nemen vraagt Nora hem .haar reqjmeester te worden, wat hij aanvaardt.
In een der huisjes op het landgoed woont Maud Delman met haar
moeder. Jack ontmoet het meisje en die vraagt hem of hij haar wil helpen
om aan het tooneel te komen, wat Jack belooft. Als zij afscheid neemt
van Jack komt juist Nora in haar rijtuig voorbij en ziet hen vertrouwelijk
met elkaar spreken. Onderweg breekt er iets aan haar rijtuig en Lord
Ferndale. die met z'n gebrekkige zuster, lady Blanche, hen opden weg ziet
staan, neemt haar en haar chaperone mevr. Feitham mee naar zijn kasteel
Bentham Abbey, waar zij vriendelijk worden ontvangen en Nora een
uitstekenden indruk maakt, vooral op de zuster, die als zij vertrokken
zijn. haar broer, die wel edelman, maar zeer arm is. suggereert Nora ten
huwelijk te vragen om met haar geld zijn naam meer luister te kunnen
„Tooneelspeelsters moeten er nu eenmaal óók
zijn," meende Jack. „En wat de verleiding betreft
och, die is er ten slotte in èlk menschenleven. Ik
geloof bovendien, dat u zich wat dat betreft over
Maud niet ongerust behoeft te maken zij is flink
genoeg om op zichzelf te passen."
Zij wierp hem een in 't geheel niet vriendelijken,
zelfs wantrouwenden blik toe.
„Ik hoop het," zeide zij toen kort „Maudisgoed
opgevoed en heeft zich tot dusver overeenkomstig
die opvoeding gedragen."
„Maakt u zich maar niet ongerust, het zal best
losloopen," zeide Jack opgewekt. „Nu, goeden mid
dag, juffrouw Delman
Dat korte onderhoud was niet bepaald aangenaam
geweest, en Jack had sterk het gevoel, dat juffrouw
Delman hem in niet geringe mate verantwoordelijk
stelde voor het welzijn van haar dochter.
Op weg naar de Hall moest hij voorbij een plaats
komen, waar eenige boomen moesten worden omge
hakt, en de houtvester had Jack gevraagd, of hij ze
wilde aanwijzen. Juist toen de jonge man de bewuste
plek genaderd was, hoorde hij voetstappen, en den
kend dat het de houtvester was, riep hij hem aan.
Het was echter Stephen Fleming, die langzaam naar
hem toe kwam.
„Hallo, Fleming!" groette Jack. „Neem me niet
kwalijk, ik dacht dat het een van de menschen van
Chertson was. Mooi weer vandaag, vind je niet
Stephen Fleming gaf geen antwoord op die vraag;
hij had zijn handen in de zakken gestoken en hield
het hoofd een weinig gebogen, terwijl hij Jack van
onder zijn borstelige wenkbrauwen met gluiperigen
blik aankeek.
bijzetten. Lord Ferndale antwoordt echter met een; „Ik trouw nooit!"
Bij zijn terugkeer uit Londen brengt Jack eenige tooneelstukken mee voor
Maud Delman en zegt haar dat ze eenige rollen daaruit mag voordragen
voor den directeur van een Londenschen schouwburg. Zij verzoekt hem.
haar over eenige dagen te willen overhooren. maar haar moeder mag het
niet weten, dus in het bosch - - waar Jack, hoewel eerst tegenstrevend,
in toestemt.
Bij het tegenbezoek van Lady Blanche en lord Ferndale maakt Jack
met beiden kennis en merkt tot zijn ergernis, dat Nora door Lord Fern-
dale's fijtae manieren nogal met hem ingenomen is. Den volgenden dag
ontmoet hij volgens afspraak Maud Delman in het bosch. waar ze de
ingestudeerde rollen zoo goed weet weer te geven, dat hij haar in be
wondering gadeslaat en zij. om haar dankbaarheid te toonen. hem op zijn
hand kust. Als hij weg is. ontmoet Maud een ouden vriend Stephen
Fleming, die haar en Jack bespionneerd heeft, en haar zijn liefde voor
haar bekent. Zij wijst hem echter botweg af. Hij werpt haar dan voor
de voeten, dat ze Jack probeert het hof te maken, waarna hij zich ver
wijdert. Jack ontmoet Nora in de hall. Ze gaan samen naar de
stallen, want Nora zal gaan paardrijden. Hij laat dan zijn groote be
zorgdheid voor haar blijken en wanneer hij haar bij haar terugkomst
als zij uit het zadel springt, in zijn armen opvangt, snelt zij naar haar
kamer en begrijpt wat Jack voor haar beteekent. ze wil hem echter
vooral niets laten blijken. Ook Jack besluit zich in te houden en zijn
liefde niet te verraden. Op een ritje met lord' Ferndale en diens zuster
ontmoet Nora Jack met Maud Delman. die een engagement aan een
Londenschen schouwburg heeft gekregen. Nora denkt dat Jack op Maud
verliefd is. Jack denkt hetzelfde van Nora ten opzichte van Lord Fern
dale, waardoor tusschen het tweetal een koele houding ontstaat. Jack
woont het eerste optreden van Maud, die den tooneelnaam Grace Lawles
heeft aangenomen, bij en gaat na afloop der voorstelling met haar
soupeeren. In het restaurant ziet ook Lord Ferndale hen.
„Het is heel goed, dat wij elkaar Tk y <f *9
ontmoeten, mijnheer Chalfonte," J[_
bromde hij. „Ik heb al een heelen
tijd een paar woorden met u willen wisselen."
Jack meende op te merken, dat de man teveel had
gedronken, en daarom liet hij den onbeschaamden
half-dreigenden toon,die Fleming aansloeg,langs zich
heen gaan.
„Met mij vroeg hij. „Wat is er aan de hand
Kijk eens hier, Fleming, nu wij elkaar tóch ontmoe
ten, zou ik jou óók wel iets willen zeggen, en daar
over moet je je niet beleedigd gevoelen. Ik ben zelf
wel geen heilige, maar ik vind het toch dwaas van je,
dat je den laatsten tijd zooveel drinkt. Nu is het pas
middag, en ik geloof dat je al teveel hebt gehad."
„Wou je mij soms vertellen, dat ik dronken ben
vroeg Fleming nijdig, terwijl hij zijn dikke lippen af
likte en Jack woedend aanstaarde. „Welnu, als ik
het ben, dan gaat het jou nog niets aan, begrepen
Ik ben je ondergeschikte niet, en evenmin die van je
meesteres," ging hij spottend voort. „Maar toevallig
ben ik op het oogenblik niet dronken. In elk geval
ben ik nuchter genoeg om je te zeggen wat ik zeggen
wil, en. je zult naar mij luisteren
„Wel beste kerel, als ik je daarmee een genoegen
doe, dan graag," antwoordde lack gemoedelijk.
„Vooruit maar
Hij ging zitten op den omgevallen boomstam, de
zelfde, waaróp hij had gezeten toen hij Maud haar
rol overhoorde, en in zijn rustige en gemakkelijke
houding scheen iets te liggen, dat Fleming nog aan
wakkerde. Hij zweeg nog eenige seconden, terwijl hij
Jack met vijandigen blik aankeek. Toen barstte hij
plotseling uit