PEGGY EN PEGGY
540
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
Door YOLANDE VREEBURG
Marfin Fordham was even over de dertig en had
rijkelijk zijn deel gehad van des levens verdrietelijk
heden waarvan de reeds grijzende haren bij zijn sla
pen getuigden. Hij was niet licht bewogen en toch.
ondanks al zijn ondervindingen van mannen en vrou-
went hun strijd in 't levens-drama van liefde en dood,
als ze sentimenteele gedachten voelen opkomen aan het Ze aarzelde even en stelde toen den volgenden Zon-
meisje, thuis en visioenen hebben van een klein wit dag voor.
huisje, midden in de bloemen, in een van de mooiste
voorsteden.
't Was juist zoo een huisje, waar hij nu voor stond
met een tuinpoortje, en een grintpaadje tusschen delphi- ven voor 't zachte licht in die lieve, grijze ooien,
niums en lelie s, dat naar een belachelijk kleine huis
deur leidde.
Hij dankte kortaf; hij was niet zeker van zichzelf en
vroeg zich af, wat 't einde hiervan zijn meest.
Hij zou sterkte noodig hebben om onbewogen te blij
had hij weinig gezien, dat hem zoo diep ontroerde, als h*er 'ee^ te popperig en zonnig en vroolijk om in ver-
de doodstrijd van den knappen jongen, die daar wild band te kunnen staan met de tragedie in Zuid-China.
Toen hij dien nacht eindelijk in een onrustigen slaap
viel, droomde hij, dat een groote menschenmenigte hem
Wel vijf minuten bleef Fordham daar staan en liep uitlachte, zooals zij zijn vriend. Derrick Passingham,
toen verder, zich verbazend over zijn overleden vriend hadden uitgelachen,
en 't meisje, dat hij had lief gehad Margaret Flower t
of Peggy zooals Derrick haar genoemd had. Alles
Martin Fordham ging dien Zondag naar de witte villa
en hij ging er die week nog eens heen en later nog vele
Hij zag zichzelf weer met de geheimzinnige, zwarte malen. Hij was voorgesteld aan mevrouw Flower, die
sinds den dood van haar man ziekelijk was. En iederen
hoestend voor hem op 't bed
Ze waren beiden ver van huis eigenlijk zoo ver, doos voor zich, met bevende vingers t deksel oplich
als ze maar met mogelijkheid konden zijn twee van tend, half nieuwsgierig, half bedeesd. Hij had op goed keer voelde hij tot zijn groote schaamte, dat hij meer van
de weinige blanke mannen, die een afgelegen Engelsche geluk een brief getrokken uit het bundeltje, dat met een Margaret Flower ging houden. En hoewel hij wist, dat
handelspost in Zuid-China beheerden. wit lintje was saamgebonden. Hij durfde eerst niet te hij de belofte aan zijn overleden vriend al heel slecht
De eenzaamheid, de doodelijke eentonigheid van de lezen, vreezend, dat de woorden zijn eigen ziel zouden hield en dat zijn liefde een bitter einde zou hebben, had
streek en de onafgebroken rij van strakke, ondoorgron- kunnen raken, de wond van zijn liefde voor den jongen hij niet den moed zijn bezoeken te staken. Zij bleef voor
delijke, gele gezichten, waren te v§el geweest voor den zouden doen bloeden. Maar 't was een heel gewoon hem een onoplosbaar raadsel; hij kon haar schuchter-
blanken jongen; hij was verslapt naar geest en lichaam briefje geweest,
en kende slechts één brandend verlangen terug naar
huis, naar Engeland, wat 't ook mocht kosten.
Maar daar dit onmogelijk was, zonder een
contract voor vijf jaar te verbreken met
werkgevers, harder van gemoed dan steenen
pilaren was de met zooveel moed aan
vaarde reis op deze tragedie uiifcgeloopen.
En nu was 't einde gekomen. Den geheelen
nacht door hacf de oudere man bij 't bed ge
waakt, hij had den jongen man verzorgd, alsof
't zijn eigen zoon was, hij had medicijnen toe
gediend, ijscompressen vernieuwd en kussens
opgeschud.
Den geheelen nacht had hij, ziek van el
lende, geluisterd naar de wartaal van dien
jongen, tevergeefs trachtend den samenhang
te begrijpen en grimmig vorschend, wie zijn
geest zoo geheel kon vervullen.
Peggy, Peggy smeekte hij voor de hon
derdste maal, 't is niet redelijk >van uIk heb
u toch liefGe hadt me toch gezegd, dat geld1
geen rol speelde. En ik zal t waarschijnlijk
allemaal terugverdienen ik zweer 't u Ate
ge maar mijn vrouwtje wilt worden als ge
dat maar beloven - wilt
De man legde zijn harde, koele hand op het
vochtige bruine haar. Hij was diep bedroefd.
Hij was veel van den jongen gaan houdlen in;
de drie jaren, dat ze samen gewerkt hadden
en alle genegenheid van zijn warme hart, dat
hij van iedere andere liefde had weten vrij te
houden, had 'hij op den knaap overgebracht.
En deze had zich dié vriendschap niet on-
heid niet overwinnen en ze bleef weigeren hem haar
Mijn lieve Derrick, stond er boven, en ze schreef vertrouwen te geven.
Achter haar vriendschap school iets vreemds
DE GEBROEDERS VAN ZELE DE OUDSTE TWEELING VAN ONS LAND
Deze tweeling in 80 jaar oud. Beide mannen zijn nog frisch en gezond alsook
hunne twee andere broeders zijnde de eene 85 en de tweede 75 jaar oud. Deze
vier kloeke oudjes wonen te Lokeren en tellen samen 320 jaar, hebben 66 kin
deren gehad, vele kleinkinderen en achterkleinkinderen. De familie Van Zele is
er eene die mag tellen en zeker noemenswaarde is.
iets waarover Fordham, die niet gewend
was met vrouwen om te gaan, hopeloos in
't duister bleef. Bijvoorbeeld haar verschrikte
blik als hij over Passing ham sprakhaar
spottende glimlach, als er over huwelijk in
't algemeen gesproken werd. Soms sprak hij
over deze onderwerpen, alleen om zichzelf te
kwellen of uit zucht het raadsel op te lossen.
Maar 't gelukte hem nooit.
Margaret had in die dagen 't gevoel of ze
in een doolhof van gangen liep. Ergens was
er een uitgang, maar ze vond hem niet. Als
ze haar terughoudendheid een oogenblik liet
varen en zich aan Fordham toonde, zooals ze
werkelijk was jong en vroolijk en hartelijk,
veranderde hij geheel, werd stug en streef,
zoodat zij uit puren trots maar weer bevroor.
En wat wist ze eigenlijk van dezen man,
dezen gevaarlijk-aantrekkelijken man met zijn
bruine oogen, die keken of ze veel gezien 2
hadden. Hij was Derricks vriend en verte
genwoordigde dus een deel van haar leven
dat ze had gehoopt te vergeten. En inplaat's
dat die periode door zijn dood onherroepelijk
was afgesloten, was er weer nieuwe pijn ge
komen.
Ook voor Martin Fordham waren 't geen
vroolijke dagen hij ondervond alle emoties
van diepe, groote passie van een man over
dc dértig, vermengd met de lieflijke hoop en
trots van een eerste liefde, waarover echter
waara'ig getoond. Hij was edelmoedig en mannelijk, over 't weer, een tennismatch, een nieuwe japon, een een schaduw werd geworpen door den geest van zijn
Alleen misschien een beetje ondoordacht en zwak. mooi boek, en 't kwam van Uw altijd liefhebbende vriend en zijn vriendschapsplicht.
Nu voor t eerst sloeg hij een blik in een klein hoekje Margaret. Hij droeg de kroon van menschelijke ondervinding,
van het hart van zijn beschermeling, een hoekje, dat deze De tweede brief, dien de man lezen wilde, klonk een maar 't was een kroon van doornen,
tot nu toe zelfs voor hem, zijn besten vriend, had weten beetje inniger en hij had hem haastig weer dichtgevou-
verborgen te houden, t Verklaarde veel, waarover hij wen. Hij had een vast besluit genomen; hij zou die
had nagedacht en wat hem duister was gebleven. vrouw leeren, wat lijden is; ze zou weten, wat ze zijn Op zekeren dag waren ze den kleinen tuin met zijn
In den geest zag hij de levensgeschiedenis van den vriend had aangedaan. En hij vreesde, dat zijn voome- rozenboompjes en lelies uitgeloopen naar Richmond
jongen voor zich. mens zouden wankelen, als hij de lieve woorden las, Park. De zon scheen, de vogels zongen 't leek den
n Welgesteld vader, die zichzelf had opgewerkt, en geschreven voor dc duivel hebzucht macht over man maar een flauw zonnetje, hem, die gewend was
wilde, dat zijn zoon zich zijner waardig zou toonen haar had. aan de felle zonnestralen van de tropen. Maar zijn hart
een dure opvoeding voor den jongen, een betrekking bij Want eens was ze jong en niet berekend geweest. Hij zong en zijn polsen klopten, zoodat hij zijn hand op
een wereldfirma voor export en een plotselinge ver- wist 't van het lieve gezicht op een foto, die hij in Margarets arm legde, toen ze naast elkaar op een boom
plaatsing naar een depot in Zuid-Gh'ina. dezelfde doos had gevonden die wijdopen kinder- stronk zaten.
Maar de rustelooze geest van den jongen had niet oogen met hun reine uitdrukking... Margaret, ik... En hij hield op.
kunnen berusten in een leven zoo tegen zijn natuur, en Hij zou er misschien nog niet toe gekomen zijn haar 'f Meisie glimlachte hem toe van onder haar grooten
zijn vaders plotselinge dood en t nieuws, dat zijn de harde dingen te schrijven, die Passingham in zijn zonnehoed
ge eee ortum stond uit waardelooze papieren, had ijlen had verteld, als hij niet een flauwe herinnering had Wat, Martin....
hem nog meer. m opstand doen komen tegen zijn lot. bewaard aan het portret een herinnering aan den tijd, "f1? had zi*n nPP^ stukgebeten in zijn poging
Meer had de jongen hem niet verteld, maar Fordham tc4n hij den jongen pas kcnde m hij hem met r. om de bekentenis van zijn liefde terug te houden. Hij
had achter de buien van moedeloosheid, van wanhoop tret in handen zag. Bij zijn vragenden blik had hij besloot hoe dan °°k- cen emdc aan den twi»feI te
bijna, meer vermoed dan verdriet alleen over 't verlies gezegd
VZTZadZ eyen 'ortT - Ja,'lief, vindt ge niet? Ze is-ze is..., och,-,t doet
Juist, toen <Je man t geijl van den jongen begon te er niets toe{
Maar Martin Fordham zette met geweld al die gedach-
begrijpen en daarmede zijn eigen vermoedens bevestigd
^Fnrih^in^-2^^ °°9en °P- ten van zich af. Hij keerde op zijn schreden terug en
Fordham ging op den rand van t bed zitten en boog in naar -t witte h'uis
znch om t gefluister op te vangen.
Wat zegt ge? vroeg hij. Moet ik boodschappen
voor u overbrengen, als alles voorbij is? Ge moet de
toekomst niet zoo donker inzien! We zullen weer samen
werken en samen naar Engeland gaan, als ge beter zijt.
maken. Hij sprak rustiger.
Margaret, ik vermoed, dat ge eens verloofd waart
met Derrick, is dat zoo?
Ze knikte en de uitdrukking van schrik, die hij zoo
goed kende, kwam weer in haar oogen.
En gij maakte er een einde aan, veronderstel ik?
Vergeef me, misschien was t ruw van mij? voegde hij
er haastig bij, toen ze zich van hem afwendde, zoodat
Binnen twee minuten stond hij tegenover 't origineel
van 't portret een beetje ernstiger, zonder de vroo- hij aïke^haar èenë, brimdend"r'i>odV 'wrnrMg
j tm,eIin9 in de oogen van t jongere gezicht, maar j3i ze in de ruimte Ik makte e. Kn eindc
zonaer twijfel t zelfde meisje. aan
Zijn stem begaf hem, toen hij den blik van oneindiq 'uisterdf ernstig naar zijn verhaal, verteld op de 2e voegde er verder niets bij, geen enkelen uitleg en
weten en stil verdriet van den jongen zaq. ruu. e' Preciese manier, die hem eigen was geworden man voekk hoorde niets dan de bevestiging van
Ik beloof 't u, mijn beste kerel! zei hij haastig. m Z,,n ^aren van eenzaama^id- wat hij gevreesd had. Wat hij had geloofd, vermoed
Alles wat ge wilt. Ik moet Peggy zeggen ja ik Arme Derrick! zei ze. 't Spijt me zoo! en weer verworpen, moest waar zijn. Er konden ver-
zal 't doen, haar adres vind ik in de zwarte doos onder man zocht naar tranen in haar oogen, maar ze ontschuldigingen voor zijn of ook niet. Slechts één ding
't bed? Ja, Peggy, zegdet ge. bleven droog. Hij was verbaasd. Hij had een soort was hem helder, hij mocht niet langer blijven.
Peggy! fluisterde de jongen en met den geliefden sc^ne verwacht, tranen gemakkelijk vergoten en even We moeten gaan, zei Fordham moeilijk en sprong
naam op de lippen gaf hij den geest. gemakkelijk weer gedroogd. In plaats daarvan vond hij op, terwijl zijn hart 't eeuwige refrein klopte Ga, ga,
t een vastberaden terughouding, die hem teleurstelde. Hij ga!
werd nieuwsgierig.
Dat was Engeland Engeland op zijn mooist! De Wanneer mag ik terugkomen, juffrouw Flower? Margaret opende Fordhams brief den volgenden mor-
wandelaar, in zijn conventioneel zwart pak, bleef een vroeg hij onomwonden. Er zijn een paar foto's, die ge gen met een gevoel alsof haar iets vreeselijks te wachten
oogenblik staan en nam zijn omgeving op. Zijn gezicht, misschien wilt zien. Hij maakte zichzelf wijs, dat het stond. Ze las
gebruind door de tropische zon, stond vroolijk. Hij glim- nieuwsgierigheid was om meer van den ongewonen toe- Mijn lieve Margaret. Misschien vermoeddet ge gis-
lachte alles zag er uit, zooals Engelands zonen in stand te begrijpen, en niet de charme van dit zonderlinge teren, wat ik bedoelde, toen ik u vroeg of gij de verlo
den vreemde t zich voorstellen na een goed diner meisje, die hem de vraag had doen stellen. ving met Derrick Passingham hadt verbroken. Ge ant-