t'üifUL
Brandwonden
III
De Zakkenroller
UI
wTjgrr J© Daar - venten benrTbem nit.
werkzaam, trouw en eerlijk geweest, bemind door zijn
meesters.
- getrv"
Bij de Beek.
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
543
Door MARIE VAN CHERT
afnemen van zijn hoed pardon als hij onverhoeds
iemand tegen het lijf liep, wien hij in een ommezien den
gcuden chronometer cf de goed gevulde portefeuille
entstal, welke hij aanstonds een medehelper in de hand
moffelde.
In het huishouden der weduwe Soerens had, sinds de Kalm stak hij dan een sigaret op en verliet een eind
vader, de broodwinner, overleden was, de zorg haar verder de tram, om de helft van den buit. die reeds in
intrek genomen. veiligheid was, te gaan opvorderen.
De weduwe had haar bovenkwartier verlaten en in 't Was kinderspel voor hen. Ze waren in gauwdie-
cen andere buurt twee zolderkamers betrokken. Ze verij en behendigheid bedreven als een goochelaar in
trachtte als werkvrouw den kost voor haar en heur drie zijn knepen.
kinderen te verdienen, met behulp van Piet, haar oudsten Zondags bezochten ze de markten,
zcon, die achttien jaren telde. t Is er druk. De huisvrouwen hebben het loon van
Van s morgens tot 's avonds was zij in de weer, hun kostwinners in de beurs, legden die soms onver-
ploeterde en zwoegde na haar werkuren om haar kin- zichtig op een vleesch- of groenteuitstal ling
deren proper voor den dag te kunnen laten komen-. Eén greep en de portemonnaie is verdwenen. Gezoek,
Een glans van vreugde kwam over haar gelaat, wan- gerumoer, geschreeuw
neer Piet haar Zaterdags zijn loon bracht. Die goede n? A->Aor
I i i t i a Lfe aaaer zoekt, rumoert en schreeuwt mee om de
jongenGeen cent hieild hij voor zich zeLven. u t T TVT.
ir i- - jj l j, t aandacht en argwaan van zich af te wenden. Hu is ver-
En met een knipoogje duwde ze hem dan twee fran- j „"r. V.
ken in de hahd, beduid, da, 'die voo, 2ij„ Zondag
iren. goedkeurende knikken en blikken in ontvangst en ver-
Ze was trotsch op haar zoon, haar steun en voor- -,-u c
a| wijdert zich met een afwerend gebaar tusschen- het
ïu il_- k* j tv Pub-Eek want een witte helm verschijnt in de mexppe-
Met voldoening keek ze hem s Maandags na, als hi j- jJ,"«we
- zijn helder g Jasschen en netjes versteld blauw werk- fem8te f? flewaarschuwde politieagent komt
als de brand gebhischt is.
pak, met zijn kruikje en pakje boterhammen onder den rw, -7 t n.
1 c 1 - i t een zonnigen zomer Zondag slenterde Piet de
arm, naar de fabriek ging, waar hij werkte. markt over
Gewoonlijk liep ze een eindje met hem op tot bij 7 a- L
haar werkhuis, hem vermanend steeds braaf te blijven, .jpn l HrJvr^f L-ZW^r a e ersen 111 man"
zich niet te veel met de anderen te bemoeien en viorai -t
„ooit geen ruzie te naken -Dikwijls sprak ze met hem weken jn de 2ak^siecht. He t «efuk Itiiep hem*
Lang had haar goede raad Piet beïnvloed, maar sinds
hij kennis gemaakt had" met Rosalie Bonte, een fabrieks
meisje» was hij geheel veranderd.
Met zijn Zondagsgeld was hij niet meer tevreden. Op
zijn kleeren maakte hij aanmerkingen en dwong zijn
moeder om nieuwe. Hij vitte op het huishouden, benijdde
zijn zusjes een nieuwen voorschoot of haarlint en speelde
cp over die verkwisting, zeggend, dat hij er maar voor
kon werken.
De weduwe, begrijpend wat hem aldus veranderde
en bang hem als kostwinner te zullen ve-liezen, gaf hem
zooveel mogelijk zijn zin en kwam daardoor weldra
onder de plak van haar zoon, die brutaal, van haar
ondergeschikt optreden, partij trok.
Rosalie was pronkziek en Piet, om haar genegenheid
te behouden, voorzag haar van geld om schitterende
kammen, halskettingen en oorringen te kunnen koopen.
Ook hield ze van pret en troonde hem mee naar dans
zalen en kermissen, puttend uit zijn beurs of er geen
bodem in' was.
En er scheen geen bodem in te zijn, want Piet, die in
een lampenfabriek werkte-, kon zich meester maken van
stukjes koper en brons, kleine garnituren en meer andere
voorwerpen, die hij op een behendige manier gannef de
en waarvoor hij steeds een ver heler wist te vinden.
Lang kon dk niet verborgen blijven en op een dag bij
het sluitingsuur werden alle werklieden onderzocht.
De dief was weldra gevonden. Piet droeg onder de
pet op zijn hoofd eenige koperen ornamentjes en werd
aanstonds ontslagen.
Terwille van zijn moeder, omdat deze weduwe was,
zou men er geen politiezaak van maken.
Piet vertelde thuis niet wat er wals voorgevallen. Hij
ging en kwam als naar gewoonte en gaf 's Zaterdags
geld aan zijn moeder, alsof hij zijn loon gebeurd had.
Wel kwam hij later dan gewoonlijk thuis, bleef ook
wel eens een nacht uit, maar de moedei, vreezend voor
zijn woede, durfde hem hiefover niet onderhouden en Ze leek magneetDe eigenares zocht in de kropjes
ook vermoedde ze, dat Rosea be hier schuld aan droeg. sa-lade.
Doch Piet had zich bij een dievenbende aangesloten Vlug onder haar arm door...
Het 25 jarig jubelfeest van Mr Albert Snoeck als
Hoofdagent eener Verzekeringsmaatschappij, werd
onlangs te Gent met grooten luister gevierd. De
jubilaris werd veel eer aangedaan.
mijn ouders verdriet aandoen? En nu... wait was hij
geworden
Een dief, een ellendeling De goede lessen en het ver
blijf in het Verbeterhuis hadden zelfs geen vat op hem
gehad.
Vast besloten zijn leven te beteren, ging hij naar
huis, klom 'de trap op tot de zolderkamers, hopend dat
zijn moeder daar nog zou verblijven. Aan de deur bleef
hij staan. Hij hoorde gesnik en herkende de stem van
zijn moeder, die vertelde
En teen ik geld wilde nemen, was mijn beurs weg.
De menschen keken mij aan, of ik een truc verzonnen
had, om zonder te betalen de sla te kunnen krijgen. En...
en de portretjes van vader en... van hem ben ik nu ook
kwijt.
Piet had een gevoel of hij zou stikken.
Hij opende de deur en was niet in staat een woord te
spreken.
De weduwe sprong op. Een glans van blijdschap
straalde in haar betraande oogen.
Piet! Piet! juichte ze.
Haar leed was een oogenblik vergeten.
Hij gaf haar de beurs terug, die zij, met een begrij
penden, thans smartelijken blik, aannam en die hem
zegde Gij, gij hebt inij bestolen, mij, uw moeder
Hij viel op een stoel neer, bedekte zijn gelaat met
zijn handen en stamelde
Moeder, vergeef me Ik wil' alles goedmaken,
alles...
Welke moeder is tegen berouwvolle tranen en goede
belofte van haar kind bestand Ze drukte weenend zijn
hoofd tegen haar aan en beduidde haar dochters hen
even alleen te laten...
Ze zocht nog, had niets bemerkt.
Hij gtimg heen, fluitend, en alsof hij doelloos langs
de kramen wandelde.
Toen hij eenige uitstallingen verder was, hoorde hij,
het hem bekende, rumoer.
De beurs zat veilig in zijn zak. Hij groette den dienst
en hield zich -meestal bezig met op drukke markten en
in stampvolle magazijnen de zakken- der koopers te pei
len.
Zijn. in het oogvallend, groot verteer trok de aan
dacht der politie.
Hij werd op heeterdaad betrapt, toen hij in een druk - - -
bezochten winkel een boeren juffrouw haar bandtaschje beenden agent als een oud -bekende, want Piet bevond
ontfutselde. zich -cp de markt in de buurt, waar hij jaren gewoond
Het Verbeterhuis werd zijn kosteloos hotel. had.
De weduwe, ingelicht over het gedrag van haar zoon, Toen de agent geroepen werd, maakte Piet zich haas-
beleefde treurige dagen. Meer erf meer gebogen door ^9 voc^€n*
verdriet en haar zorgvol leven, ging ze naar haar werk- In een parkje op een bank ging hij zijn buit bezichti-
buizen. gen. Hij uitte een vloek en trok misprijzend den neus
Haar twee dochtertjes, die als beginnelingen in een op
chocoladefabriek werkzaam waren, brachten nog weinig Enkele franken De moeite nietZijn gelaat ver
helderde In het zijzakje bevond zich nog iets, wellicht
Heur eertijds donker haar was wit geworden. Zij leek een briefje van honderd. Ontsteld keek hij naar twee,
een oude vrouw. bijna vergane, portretjes.
Eenige jaren gingen in zwaar getob voorbij. Dat, dat was zijn vader en het andere was hij, hijzelf,
Piet, die ontslagen was, had zijn moeder niet willen toen hij zijn eerste communie gedaan had.
Hij had zijn moeder bestolen, zijn eigen moeder Die
Rosalie vond nij qeuw""' T°ch bleef hij in portretjes droeg ze altijd mee. Hij had niet eens hqar
Lir nabijheid, at aan haar tafel, terenJ 72"
van haar ontving, of haar, na een goeden sla
zijn zakkenrollersbaantje weer opgenomen
Ik zat aan 'd oever van een beek
Waarin ik stil en droomrig keek.
Verborgen door hoog struikgewas
Dat welig groeide bij den plas
Kleurige bloempjes allerlei
Keken vriendelijk op naar mij.
Van tusschen 't lange jeudig gras
Dat vochtig, mals en mollig was.
En zachtjes woei een windje teer
Het bladertakje op en neer.
En dreef de geur, van gras en grond.
Van bloem en kruid naar neus en mond.
Vogelen zongen luid en hoog
Of stil en zacht, de hemelboog
Weerspiegelt in het helder nat
Was diep en blauw, de zonne mat
En stoofde waar ze kans toe had,
Terwijl ik daar zoo koeltjes zat
Bij 'd oever van de klare beek,
Waarin ik zoo genietend keek.
Theresia
ezicht gezien, zag enkel een vrouw met witte haren
-hij g^;r Was <fenjoo
over- veranderd, dat hij men uv»~keiia --'L
ladend met geschenken en onthalend op alles waar ze de liefde van zijn ouders, zijn communiedag ging zijn
Justin had. geest voorbij.
p de trams vond hij meestal iets naar zijn gading. Hoe had hij toen gebeden, zooals hem geleerd was
n»J deed zich voor
een heer, zei beleefd, onder het Heer laat mij altijd vrij van zonden blijven en nooit Doos 2l/2 en 5 frs.
Verzat V'J*-"""1'"® irenezlnn- ^„0>