EMIEL
VERHAEREN
HULDE
SNEEUWVLOKJES
Algemeen
Foto links Gezicht op de zaal van het Conservatorium te Brussel tijdens de herdenkingsplechtigheid van Em. Verhaeren, die de bedevaart naar het
graf voorafging en waarop H. H. M. M. de Koning en de Koningin tegenwoordig waren evenals tal van andere aanzienlijke personaliteiten, schrijvers
en kunstenaars.
Foto rechts Maurice Gilbert, het gedicht van Verhaeren voordragend.
Portret van Hm. VERHAEREN naar de zeer kun
stige gedenkpenning, uitgevoerd door H. Petit.
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
Familieleden van den grooten dichter wonen de
plechtigheden bij.
eene rede uit en, zeer ontroerd, legde eene garve bloe
men op het graf. M. Maurice Gilbert droeg eene gedicht
voor van Verhaeren Aan u die me een avond in de
toekomende eeuwen lezen zult Eene onvermoeibare
lyrische kracht gaat van deze strofen uit, kracht die nog
toeneemt door de atmosfeer van het nederige kerkhof.
Nu is de stilte weer ingetreden, de gansche omgeving is
in rouw gedompeld en ingetogen keeren de bedevaarders
naa.' Veume terug.
Bloemen worden neergelegd op het graf door
den heer Pierard en andere overheidspersonen.
Kunstenaars, schrijvers, de vertegenwoordiger van den Koning
en minister Heymans omringen het graf van Verhaeren.
soldaten van den Ijzer geloofd en geprezen, rustte nu
in de aarde van Vlaanderens bodem, dien hij zoo schoon
bezongen had.
Het is om deze gebeurtenis te herdenken en om eene
eerbiedige hulde te hrengen aan Verhaeren, dat kunste
naars eene bedevaart naar zijn graf te Wulveringhem
ondernamen en er bloemen kwamen neerleggen. De heer
Louis Pierard sprak, in naam der Belgische schrijvers,
Ze wirrelwarrelen scheemrend dooreen
Als stofjes in zonnesching weemlen.
Die wricmlende vlokjes van sneeuwe zoo blank.
Die wieglen uit 't grauwe der keenden.
Ze vlinderen grimmelend dartel in 't rond.
Als pepels bij 'n zonnedag dansen
In doelloos gefladder omhoog en omlaag
In"t zinderend zonnetij glansen...
Ze reizen en dalen en vallen ten eind
Geruischeloos~zacht naar beneden.
Om al wat ge ziet in het nevelig rond
In mollige blankheid te kleeden...
Duffel. E. FIERENS.
gezicht op het kerkhof van Wulveringen, alwaar de
groote dichter Verhaeren in vrede rust.
Tien jaren geleden toog een lijkstoet door Normandië
en de Sommestreek; de lijkwagen, bedolven onder bloe
men en linten, ging in den nacht frontwaarts. Het was
laat wanneer de autos met hunne helle lichten die den
zwaren heerschenden mist doorboorden, Vlaanderen na
derden. Te middernacht werd het stoffelijk overblijfsel
van Verhaeren in het krijgshospitaal L'Océan neer
gezet.
's Anderdaags, om 9 uur, had de lichting van het lijk
plaats, in tegenwoordigheid van een generaal die den
Koning vertegenwoordigde. Heer Poullet, minister van
Kunsten en Wetenschappen, vertegenwoordiger van de
Regeering, eenige officieren maakten heel het gevolg
uit. Geen toespraak werd er gehouden, geen woord ge
sproken. Buiten had het militair eerebewijs plaats.
Traag gaat de rouwstoet naar Adinkerke, langs alle
zijden hoort men kanongebulder. Op de baan ontmoet
men enkele soldaten die de wapens bieden; het zijn mi
trailleurs gansch met modder beslijkt, wat verder zijn
het cavaleristen 'die front maken, de hoornen schallen
over de verlaten velden, het was droef en te zelfder
tijd grootsch, indrukwekkend. Op het kerkhof volbrach
ten in stilte de doodgravers hun werk. De dichter, door de