De Erfenis van den Millionnair
Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
565
ONZE BUITENLANDSCHE SERIE. Een blik op Conslantinopel en ,.de Gouden Hoorn", den zeetong die de stad ten Noordoosten begrenst.
Zie voor korten inhoud van 't verhaal tot nu toe vorig en volgend nummer.
Ik ben blij, dat het ook u genoegen doet," zeide
Nora, even kalm als tevoren. „U sympa
thiseert metEdward, dat weet ik. Ja, ook
ik ben er zeker van, dat ik gelukkig zal worden."
„En Blanche is natuurlijk in de wolken," veron
derstelde mevrouw Feitham, terwijl zij dapper de ge
dachte aan Jack op den achtergrond drong. „Het is
een prachtige partij, Nora. Och, dat klinkt wel wat
hard, maar ik bedoel het niet zoo, dat zijn rang en
uw rijkdom, maar dat gij beiden persoonlijk zoo
goed bij elkaar past. O, het is heerlijk Maar je
ziet er vermoeid uit, Nora geen wonder De emotie
mist stellig op niemand haar invloed. Neem den
goeden raad van een oude vrouw aan, en ga wat
rusten. Ik zal je zoo aanstonds een kop thee brengen,
lieve."
Nora ging naar haar kamer en kleedde zich in een
eenvoudig huisjaponnetje. Toen zij daarmede gereed
was en een oogenblik voor het venster stond, zag
zij Jack Chalfonte langs de oprijlaan naar het huis
komen. Een enkel oogenblik rustte haar blik op zijn
gestalte, toen wendde zij zich van het venster af
hij was immers voor haar verloren
Jack ging door de groote hall én riep met luider
stem „MabelMevrouw Feitham had zich, toen
Nora naar haar kamer ging, in een stoel laten vallen
en was bewegingloos blijven zitten. Nu sprong zij
snel op en haastte zich naar beneden. Van haar lip
pen moest Jack het nieuws vernemen.zij moest
het hem zoo voorzichtig mogelijk mededeelen.
„Hallo, Mabelgroette hij haar. „Waarom ter
wereld zit ge met dit heerlijke weer in huis Ge
moest buiten zijn Ik moet nog naar de Moor Farm.
laten we met z'n drieën gaan Zullen we loopen of
rijden Waar is miss Norton vroeg hij, op kwasi-
luchtigen toon.
„Nora is naar boven gegaan om zich te vérklee-
den," antwoordde mevrouw Feitham, inwendig
bevend.
„O, is zij uit rijden geweest Dat is verstandig,"
zeide Jack met gedwongen opgewektheid, terwijl hij
de bibliotheek binnenging. „Waar is zij heen
geweest
„Op bezoek bij de Ferndales," antwoordde me
vrouw Feltham. Jack zocht naar eenige papieren
die op tafel moesten liggen, en hield dus zijn oogen
daarop gericht.
„Zij is blijven lunchen." Jack knikte zonder op te
zien. „Zij.... zij...." ging mevrouw Feltham
voort, terwijl zij steeds heviger begon te beven.
„Zij.ik heb nieuws voor je, Jack. Maar misschien
is het dat voor jou al niet meer, wellicht heb je het
al geraden
Bij deze laatste woorden keek hij snel op, en zijn
blik ontmoette den haren met een uitdrukking, die
haar hart deed overvloeien van medelijden met hem.
„Zij heeft zich met lord Ferndale verloofd," zeide
mevrouw Feltham, het hoofd afwendend.
Gedurende eenige seconden stond Jack zoo 'stil
als een standbeeld. Alle kleur was van zijn gebruind
gezicht geweken, zijn oogen waren half gesloten
onder de zwaar gefronste wenkbrauwen, en mevrouw
Feltham had den moed niet, hem aan te zien. Toen
ging hij langzaam naar het venster, stak beide han
den in zijn zakken en staarde naar buiten, zonder
iets te zien. Het prachtige landschap, de goed onder
houden tuin met kleurige bloembedden waren nu
bijna een bespotting voor hem.
„Ja, dat had ik wel verwacht," zeide hij eindelijk.
„Een prachtige partij"." Precies dezelfde woorden,
die rpevrouw Feltham eenige minuten tevoren
had gesproken „Ferndale is een geluksvogel. Ik
wensch hun veel geluk. Ja, hij is werkelijk een geluk
kige kerel."
Geen echte vrouw kan zulk een leed zien in een
man, zonder een poging te doen om hem te troosten.
Mevrouw Feltham ging naar hem toe en legde haar
hand op zijn arm de tranen stonden haar in de
oogen, maar zij kon geen woorden vinden om hem
troost te verschaffen.
Jack wendde het hoofd om en legde haar de hand
op den schouder.
„Ik weet,dat je het goed met mij meent, Mabel,"
zeide hij met een mislukte poging om te glimlachen.
„Maak je over mij maar niet ongerust hoor Waarom
zou zij niet'met hem trouwen Het is het beste wat
zij doen kan. Waar is Jim Ik ga maar dadelijk naar
de farm."
Hij riep den hond en ging naar buiten. In de vesti
bule zag hij Nora de trap afkomen. Zij bleef staan
toen zij hem zag, en haar hand greep de leuning
alsof zij steun noodig had. Maar dat duurde slechts
een heel kort oogenblik en toen kwam zij dichterbij,
met bleek en vertrokken gelaat. Haar oogen ont
moetten de zijne evenwel met een koele, trotsche
uitdrukking.
„Goed dat ik u zie," zeide dë arme Jack verlegen,
terwijl hij er nog in slaagde, te gliml^phen. „Ik
hoorde zooeven het nieuws van Mabel, en wilde u
gaarne even gelukwenschen. Ik hoop, dat u zeer ge
lukkig zult worden."
Hij stak haar de hand toe, die zij heel even aan
raakte.
„Dank u zeer, mijnheer Chalfonte." Haar toon
was zoo ijskoud en in haar oogen, in de uitdrukking
op haar gelaat lag zooveel hardheid, dat Jack ineen
kromp alsof hij een zweepslag had ontvangen.
„Geen dank. Ik ga nog even naar de Bentham
Abbey, om ook lord Ferndale te feliciteeren. Op
mijn woord, dat is een gelukkige kerel
Hij greep zijn hoed van den "jyy
kleerenstandaard en ging naar 4mt\J
buiten, met Jim op zijn hielen.
XXI.
Diep ongelukkig en in een allerellendigste stem
ming liep Jack de oprijlaan af. Het scheen hem
toe, dat hij plotseling voor een zeer hoogen
muur was komen te staan, waar hij onmogelijk over
heen kon komen. Op dat oogenblik had hij een afkeer
van de plek,'die hij langzamerhand had liefgekregen.
Hij wendde zich nog eens om, gn alleen het gezichtvan
het huis deed hem zooveel pijn, dat hij verlangde,
weg te komen en het nooit meer terug te zien. Bij
het hek viel zijn blik op Jim, en hij beval hem, terug
te gaan. Het trouwe beest aarzelde een oogenblik en
wierp een smeekenden blik op«het bleeke, vertrok
ken gelaat van zijn meester, alsof hij diens leed,
besefte. Toen, blijkbaar verwachtend, dat Jack
naar de stad ging en wel spoedig zou terugkeeren
zooals dat reeds dikwijls was gebeurd, likte hij de
hand van den jongen man en liep toen langzaam,
met zijn staart tusschen de pooten weg. Jack had
een gevoel, alsof hij nu alles had achtergelaten, wat
voor hem eenige waarde had, want hij had het vaste
besluit genomen, om, voor zoover het van hèm af
hing, Chertson Hall nimmer terug te zien.
Zijn bezoek aan Bentham Abbey, om den lord ge
luk te wenschen, werd hem bespaard. Op eenigen
afstand van de hekken kwam bij Ferndale tegen.
„Natuurlijk gaat hij een bezoek aan zijn verloofde
brengen," dacht Jack bitter bij zichzelf. Hij bleef
staan en stak Ferndale de hand toe.
„Ik ben blij dat ik u zie, lord Ferndale," zeide
hij, een poging doende om te glimlachen. „Ik was
op weg naar Bentham Abbey om u mijn geluk
wenschen aan te bieden. Zooeven heb ik het nieuws
van uw verloving gehoord, en ik was zoo vrijihoedig,
aan miss Norton als mijn meening te kennen te
geven, dat u een zeer gelukkig man zijt. Ik wensch
u veel geluk," voegde hij er op hartelijken toon
bij.
„Dank u, dank u," zeide lord Ferndale, terwijl
een lichte blos zijn wangen kleurde. „Ja, ik ben
inderdaad een gelukkig mensch, gelukkiger dan
ik verdien. Miss Nora's geluk evenwel is het belang
rijkste. Ik kan haar in elk géval een oprechte ge
negenheid aanbieden."
Waarachtig geluk maakt de menschen zacht
moedig en vrijgevig. Lord Ferndale voegde er nog
bij, en zijn toon bewees dat het hem ernst was
„Ik hoop dat wij elkaar dikwijls zullen zien, Chal
fonte."
„Dank u zeer," zeide de arme Jack, „ik vrees
echter dat daarop weinig kans zal zijn." Alsof hij