De Erfenis van den Millionnair Vrij naar het Engeisch van CHARLES GARVICE b?8 ONS LAND IN WOORD EN BEELD ONZE BUITENLAND-SERIE Gezicht op den Tiber in Rome. Deze snelstroomende rivier is voor de scheepvaart onbelangrijk en uit schoonheidsoogpunt door het modderige water ook al van heel weinig beteekenis. Engelenburg en St. Pieter leveren evenwel een keurige garneering langs de rivier. T? - Op dat oogenblik kwam mevrouw Feitham haastig de kamer binnen, opgewonden en angstig. „Het is al in orde, lieve," stelde Nora haar dadelijk gerust. „Wij hadden hier een begin van brand, maar het vuur is al gebluscht, en er is zeer weinig schade aangericht." „O lieve, wat vreeselijk riep mevrouw Feitham uit. „Gelukkig, dat het bijtijds is bemerkt het huis had anders wel heelemaal kunnen afbranden Wat zult ge angstig geweest zijn Wil je niet 'n poosje gaan rusten, nu alles gelukkig voorbij is „Waarom?" vroeg Nora lachend. „Ik was in het geheel niet bang, want het had werkelijk niets te beteekenen. Dan had u, zooals mij meermalen is overkomen, eens 'n prairiebrand moeten zien, dat is heel iets anders Het schijnt dat een steen van den oven in de distilleerkamer heeft losgelaten en het hout daardoor vlam gevat heeft." „O juist," zeide mevrouw Feitham. „Ik herinner mij nu, dat Jack gezegd heeft, dat er een nieuwe oven moest worden gemaakt. Hij is er eens wezen kijken en zal zeker het gevaar wel gezien hebben. Overal dacht hij ook aan die arme Jack Altijd en altijd weer Jack Zelfs een onbeteeke- nend brandje kon niet plaats hebben zonder dat zijn naam werd genoemd Nora fronste de wenk brauwen. „Waarom „arme Jack?" vroeg zij met een glim lach die haar ontstemming moest verbergen. „Baf Wat ruikt die rook vies f Ik zal dit vertrek laten ver anderen, denk ik." Met peinzenden blik keek zij rond. „Een van de prettigste kamers van het heele huis," meende zij. „Die zal ik zelf maar in gebruik nemen." Eenige oogenblikken zweeg zij misschien dacht zij wel aan de vele uren, die Jack en zijn vriend in dit vertrek hadden doorgebracht. „Neen, ik laat het toch niet veranderen, het is zoo beter O kijk eens, wat mijn handen vuil zijn, ik ga ze even wasschen." Zij begaf ziclf naar haar kamer en sloeg intusschen de mouwen van haar blouse op, waarbij haar hand het papier aanraakte, dat zij tusschen haar blouse had gestoken. „Wat zou dat wezen dacht zij bij zichzelf.„Dat papier moet achter de brandkast gevallen zijn." Zij haalde het papier uit haar blouse en maakte het open. De eerste regels las zij met niet meer dan eenige nieuwsgierigheid plotseling echter schoot het bloed haar in een heete golf naar het hoofd terwijl twee seconden later haar gelaat weer doods bleek was. Met wijd-geopende oogen staarde zij op het pa pier, dan liet zij zich in een stoel vallen en als een wezenlooze, met gefronste wenkbrauwen en vast opeengeklemde lippen: met oogen die niets zagen, keek zij voor zich uit. En geen wonder Want het papier, dat zij achter 0e brandkast had gevonden, was het testament van den heer Chalfont, waarnaar zoo lang en tevergeefs was gezocht, het testament, waarin de millionnair alles wat hij bezat naliet aan den heer John Chalfonte aan ,,Jack" XXV Ofschoon Nora in Jack's oogen een engel was, had zij toch stellig ook veel menschelijks zij kende in elk geval de waarde van het geld, en besefte ten volle het verschil tusschen armoede en rijkdom. En om eerlijk te zijn, moet bekend worden, dat zij gedurende de eerste oogenblikken een zeer ernstige teleurstelling ondervond door het verlies van een vermogen, dat haar zoo ploteling werd ontnomen. Het kwam niet in haar op, zich af te vragen, of het testament dat zij in de hand had, jonger was dan dat, waarin Chalfont zijn ontzaglijk vermogen aan hèèr had nagelaten. Het eenige waarvan zij zich bewust was, bestond in de weten schap, dat zij het testament in de hand hield, het geschreven verlangen van den heer Chalfont, dat zijn vermogen ten deel moest vallen aan Jack Chalfonte. Slechts enkele seconden duurde die teleurstelling, toen maakte zij voor verlichting plaats want zij bedacht, dat terugkeer tot haar vroeger leven ook beteekende.de vrijheid! Thans kon zij lord Ferndale zeggen, dat zij hem niet liefhad en dus niet met hem kon trouwen.. want nu ontnam zij hem door het verbreken van het engagement het geld niet, hetwelk Bentham Abbey had. moeten herstellen in zijn vroegere pracht. Een lichte blos kleurde haar gelaat en zij loosde een zucht van werkelijke verlichting, toen zij opstond en zich vlug naar de kamer van mevrouw Feitham begaf. „Kijk eens wat ik gevonden heb," zeide zij op kalmen toon, zich tevoren reeds verheugend in de verbazing, die haar moederlijke vriendin ongetwijfeld zou toonen. „Dat lag achter de brandkast en ik zag het, toen wij dat zware ding weghaalden." „Iets dat achter de brandkast lag? Wat is het, lieve?" vroeg mevrouw Feitham. „O, een testament van den heer Chalfont, waarin hij zijn vermogen nalaat aan Jack mijnheer Chal fonte bedoel ik," antwoordde Nora met een glim lach. Mevrouw Feitham staarde haar aan alsof zij een geestverschijning zag, nam het document werk tuigelijk aan en las het met gefronste wenkbrauwen. „Lieve tijd riep zij uit. „.Ik geloof dat je werke lijk gelijk hebt. Het is zoo duidelijk als het maar zijn kan zelfs ik begrijp hetJack Toen werd zij bleek en haar arm om Nora's middel slaande, zeide zij op medelijdenden toon „Arme Nora I" Een oogenblik liet Nora het hoofdje op mevrouw Feltham's schouder rusten, toen hief zij het op en lachte zacht, terwijl haar oogen TL T A schitterden. J\| O JLjl „Het lijkt wel een roman, vindt u niet Werkelijk, zulk een gebeurteni% zou in een boek geen slecht figuur maken Ik heb altijd gedacht, dat zulke dingen alleen bestonden in de fantasie van romanschrijvers „Wacht eens even," zeide mevrouw Feitman, die intusschen het document nog eens had herlezen. „Misschien is dit niet het laatste testamenthet uwe kan van lateren datum zijn. Als dat zoo. is, dan O lieve, ik ben geheel in de war. Op dat oogenblik zag Nora, die naar het venster was gegaan, dat de heer Horton de oprijlaan langs kwam. „Daar komt mijnheer Holton," zeide zij. „Wij zullen zijn raad maar vragen." Zij nam mevrouw Feitham het testament uit de hand en ging ermee naar beneden. „Wat heb ik gehoord, is er brand geweest vroeg Horton belangstellend. Nora antwoordde, niet, maar ging hem voor naar het bewuste vertrek. „Hier is het of beter gezegd, hier was hét," zeide zij toen op kalmen toon. „Het heeft niets te beteekenen gehad, en er is slechts zeer geringe schade aangericht. „Er is echter iets anders, dat mij belangrijker toeschijnt. Kijk hier eens, wat ik ge vonden heb Horton herkende het document op hetzelfde oogen blik dat hij het zag; snel opende hij het, wierp een blik op de onderteekening en de handteekeningen der getuigen, en na een diepen zucht te hebben ge loosd, keek hij Nora met ernstigen blik aan. „Wie heeft dit gevonden, en waar vroeg hij, op den scherpen, officieele toon van 'n echten notaris. „Ik.... achter de brandkast, toen wij die weg gehaald hadden om bij het vuur te kunnen komen," antwoordde Nora. „Het is immers het testament van den heer Chalfont En is het in orde „Het is het testament van den heer Chalfont," herhaalde Horton, „en het is in orde. Tenminste," voegde hij er snel bij, „als het onderteekend is n& het andere." „Dat, waarin hij zijn vermogen aan mij naliet?" vroeg Nora. „Precies. Als het testament te uwen gunste het laatst geteekend is, dan zijt ge nog steeds in het rechtmatig, bezit van het landgoed en al de andere bezittingen van wijlen den heer Chalfont. Dat begrijpt u zeker wel Er heerschte eenige oogenblikken stilte. Nora zat op „de tafel, hield haar handen saamgevouwen in den schoot en haar oogen gericht op den grond. „De heer Chalfont was een groot vriend van den heer Chalfonte," zeide zij. „Dat weet u u zult eveneens wei weten, dat het de bedoeling van den overledene was, zijn vermogen aan Jack Chalfonte na te laten.... eenigen tijd voor zijn dood was hij dat althans van plan."

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 4