HET EINDEXAMEN -
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
695
Verbeeldt u maar eens. Zoo vier jaar lang, sommigen
wel vijf jaar op de pijn..., ik wil zeggen op de studie-
bank gezeten in de normaalschool We waren met zestig
man begonnen en nu dat de groote slag ging geleverd
worden het eindexamen schoten er nog maar vieren
twintig slachtoffers over...
De laatste dag op die bank Ik ga afscheid van
u nemen, mijn schatjubelde Julien, mijn maat. En. ik
heb hem duidelijk dat lomp stuk hout zien omhelzen.
Och, er was zooveel van ons zweet ingedrongen, vooral
na die avonden waarop we tot tien a elf uur hadden zit
ten cijferen en de fabels van La Fontaine, de stellingen
van meetkunde of de verzen van Vondel er overgescho
ten waren. Dan vonkelden de oogen van den zich mis
kend voelenden leeraar die soms dreigde met toekomst
breken lijk een stok
Drie uur Begin van het laatste half uur les Natuur
kunde. Stilte, mijnheeren We zaten onder, boven
of neven de bank. Sommigen deden een frissche wande
ling rond het lokaal. De professor zag door de vingeren
en ging zelfs hier en daar de stille Dezekens wakker
schudden. Dat was het sein tot een algemeene ronde
dans met wild gezang dat heel het dood-ernstig gesticht
ineens levend-plezierig maakte. Er was geen houden
aan
Naar de koer De koer
En daar aan 't huilen van
Terwijl die arm schachten
Aan 't petatten jassen zijn
Vergeten wij den troep
En zijn droevige dagen
En roepen w' allen gelijk
Vivat de liberteit
Al de vensters vlogen open We werden bestookt met
stukken karton, doozen, krijtbakjes, vaagvodden, latten
en al de rommel die de studenten van de lagere jaren,
vooral onze onmiddellijke opvolgers, in ons bestormd
lokaal gevonden hadden. Ze gunden ons gaarne de
vreugd, die jongens, en wij hen ook
Mannen, bijeen En onder klaroengeschal werd
de aftocht uit t gesticht geblazen. In de poort stonden
ze ons nog lachend na te zien.
Om vijf uur in de Kalkoenschen Haan Of we
er waren Allemaal. Geen die zijn studenpet nog had
durven opzetten. We waren immers student-af! 't Heeft
er gespannen in dat bekend Vlaamsch lokaal Er was
een zaaltje ook aan. Op de lustige tonen van een Fox
trot waren we seffens aan den dans. Onze pianist had
werk, de bereidwillige sukkelaar
Machinist, en avantla machine In de dans
kunst waren er kenners en... kuilers. Zoo zaagt er er
afwisseling Van de meest moderne tot de wildst In-
diaansche dansen De éénige dochter van den lokaal-
houden had natuurlijk aanvraag te veel. Sommigen dans
ten dan heel profijtelijk met een stoel en een beetje ver
beelding. Bock. munick, campina, demi, porto of ma
deira werden wel wat te duchtig aangesproken. Toen
beklom de Staf, onder eindeloos gejubel, het verhoog
om zijn satyrieke redevoeringen af te trekken
Mijnheeren!... Wees gezeten... De dag van Aus-
terlitz is aangebroken Hoelang nog Heeren Professors
zult ge ons tarten? (Och, ze waren ver, nu!) Maar we
zijn dat moe, verstaat ge Vooruit, mannen Ten strijde
A bas les tyrans Allons, enfants de la Campina Le
jour de gloire est arrivé Mijnheeren onthoudt van nu
Allemaal een ezelsvel. Geen buizen En waar kun
nen we nog beter zijn Mannen, ik geef er een
Och armeAan die dolle vreugde moest toch een
einde komen. Laat in den avond gingen we er vol wee
moed van weg. We brachten elkaar nog naar de statie.
En daar werd als voor eeuwig van elkaar afscheid geno
men met het stellige woord Blokt u niet dood,
zulle
De eigenste avond werd er nog niets gedaan. Want
we durfden er niet aan beginnen een berg boeken, pa
pieren, nota's, schrijfboeken uit te blokken op een bestek
van negen dagen voorbereiding (twee Kermis-Zondagen
inbegrepen, lieve deugd!) Elk had den daver op 't lijf.
zoowel goede studenten als slechten Niet om dat blok
ken, maar wel om die afzondering, waarin men zich
angstig-zweetend afvroeg Zal ik er door komen
Nu, angst, ziet u, en die negen dagen alleen zijn...
Maar daarop hadden we met vieren iets gevonden.
Mijn grootmoeder lag ziek in 't gasthuis. Haar kamertjes
nam ik stil in beslag en de Staf. de Frans en de Jos zou
den ook van de partij zijn. (Grootmoe' is nu al haast een
jaar dood. t Goede mensch heeft het nooit geweten. Ze
draaide zich nog om in haar graf. Want ze was buiten-
sporig zindelijk. En dan zoo 'n vier groote soldaten
De eerste dag Een zon om van te smullen. En wij
Lijk lijkbidders... We wachten elkaar af op de straat
en als er niemand geen uitvlucht meer had om nog wat
langer buiten te blijven, klommen we maar naar boven...
Seffens waren de lieve kamertjes in een scheerzolder
veranderd overal boeken, papieren, potloden, penne-
stokken, krijt, stekjesdoozen. inktpotten, knapzakken,
vesten, hoofddeksels, schoenen, sloefen..., tot een viool
kas, een mandoline en een klarinet toe.
Pas op, nog wat plaats voor 't bord, de tafel en de
stoelen. Alle vensters open
We hadden haast een halve dag noodig gehad om
ons kot klaar te maken.
We begonnen In den naam des Vaders en des
Zoons en...
Mannen eerst nu ons programme opstellen, 't Werk
moet over de negen dagen verdeeld worden. Met wat
beginnen we eerst? Woorden van den zakelijken
Frans. Och, de Staf begon al maar met een sigaar aan
te steken en de Jos stond nog altijd door 't venster te
kijken naar een meisje in een tuin. 't Scheelde geen
haar of 't moeilijkste Wiskunde stond voor de negende
dag. Zeven-en-twintig vakken
Als Staf eindelijk zijn boeken van godsdienst had
gevonden, begonnen we maar.
Oef, oeizuchtte hij, alsof 't al gedaan was.
Zoo hebben we daar gezeten, in cms hemdsmouwen,
drie uur 's voormiddags en zeven 's namiddags, met rus
ten voor 't eten dat we met den dag al langer en langer
maakten Echte martelaren onder de heete Julizon en
't noodzakelijke volharden.
De Staf. Zeg, Rob, leg dat hier eens uit.
M. Hendrik Van den Abeele, oud-bestierder der mu
ziekschool te Yper, thans na veel- wisselvalligheid
orgelist der groote dekenijkerk te Moll, onlangs
door den H. Stoel vereerd met de dekoratie Pro
Ecclesia et Pontifice.
De Jos. Robbeke, teeken die stelling eens, man
De Frans. Waarom is dat zoo, Rob
Discuties knetterden soms los lijk vuurwerk. Ik moest
de pap maken, zij haar sdikken. Dat was niet aange
naam voor mij. Maar ik deed het toch gaarne voor hen.
Nu, s avonds gingen wij ons laten uitwaaien in 't veld
en we deden dan aan gymnastiek en zang. Ja, dit laatste
vooral op ons kamertje, de laatste dagen. We gaven
elkaar maar als reden Repetitie van onze zangstuk
ken Op een namiddag ging 't studeeren niet, onmo
gelijk. Toen hebben we gezongen, gesprongen, gedanst
en muziek gemaakt, hjk, ja, de mier uit de fabel, maar
niet met een erg ongelukkig gevolg, na 't examen.
Frans, jongen, pas op Want ge geraakt schro
melijk verliefd, kreet de Staf.
Frans stond maar gedurig over de gordijn naar de
werkzaamheden in een bleekerij uit de buurt te zien en...
is gevallen onder de pijlen van Amor maar niet onder de
vragen op 't examen.
Maar dat was geen Kennis, die tiende dag en het
paar volgende dagen van de schriftelijke proef
Ze steken u vooreerst al in een speciaal ingericht
lokaal, en elk moet afzonderlijk op een bankske vier-
en-twintig specimens onder de gitzwarte oogen van den
kolossalen inspecteur-afgevaardigde, die zijn gebruike
lijke speech aftrekt met o. a.
Mijnheeren, ik sta hier niet als uw strenge rechter
maar wel als... Ik hoop dat we in de beste verstand
houding met elkaar zullen léven...
Woorden als ijzer, die niemand gevraagd heeft, want
iedereen zit al gereed om te beginnen.
Is er soms een heer die de vragen wil trekken
Niemand wil natuurlijk voor zondebok gaan dienen.
Dan maar een aangeduid De Staf. Die heeft leven en
dood in handen en trekt voör 't eerste vak al... een
moeilijke serie. Daar staan de letters als brandend op
't bord. De Staf gaat potsierlijk bleek naar zijn plaats.
De niet-strenge rechter lacht eens venijnig in zijn
Judasbaardje en is al op jacht langs de banken. Men
beziet elkaar stom, verpaft. Pijnlijk. De Jos ziet nog de
kans om te mompelen Als ik een buis haal, spring
ik in t Scheld maar...
Alsublieft, mijnheeren en de rechter veroordeelt
tot de eerste bank. Gewichtig stilzwijgen onder het korps
der toeziende leeraren, haast een voor elke kandidaat.
Ik ben eens benieuwd wat het voor Rekenen zal
zijn.
Rekenen Het algemeen schrikbeeldEn 't is daarom
zeker voor de laatste dag gesteld
Jef Sneyer beweert bij hoog en laag
Ik zou niet gaarne 't nachtje door doen.
Maar als een voortgejaagde snelt hij op zijn fiets
heen. Men zegt elkaar een vluchtig woord op straat of
tram en...
's Morgens heeft alleman dikke oogschelen.
Om 10 uur al gaan slapen liegt Jef Sneyer en
ter slachtbank gaande valt hij van zijn zelf. De
bereidwillige professors ('t zijn immers oude kennissen
voor ons!) zijn er seffens bij om de doodblokker
weg te 'dragen, door eenigen van ons toch gaarne ge
holpen, om de Jef bij te krijgen. Intusschen is de rechter
koud-streng gebleven.
De Eerste Martelaar declameert de Vlim.
Met de mondelinge proef gaat de strengheid in cres
cendo. Vier keeren per dag. Nu moeten we zeker
ons plan trekken. Elk moet nu afzonderlijk voor de
groene tafel, omzet met een half dozijn juryleden, voor
zijn eigen zorgen.
We komen met ons vieren binnen en voor we zitten
zijn we reeds gewikt, gewogen en... licht of zwaar be
vonden.
Mijnheer, de eerste daar, wilt ge eens het krijt
nemen
Die daad heeft voor mij nog nooit zoo gewichtig
geweest.
Schrijf eens..., en men beeft al voor 't komende.
De leeraar van 't vak ondervraagt, kent dus 't ge
wicht van elkeen op een haar en sleurt iedereen door
zijn examen. Welk rechtgeaard man wilt er nu iemand
na vier jaar werk buizen, als 't niet hoogst noodig is
De ondervraagde durft de afgevaardigde niet bezien.
Wanneer die nu eens iets vroeg
Was 't mijn beurt al maar! fluistert de Staf tegen
mij.
Als de dag voorbij is, komt onze geachte titularis
met tranen in de oogen melden
Proficiat, mannen En nu recht naar huis hoor
Deze laatste priesterlijke vermaning is noodig. want
de vier mannen gaan op den goeden uitslag klinken
Maar we zijn nog ongerust
Zou de Jos er door zijn Wanneer moet de Echel
komen
Dan dagen van bezorgdheid om anderen, tot men per
fiets alles heeft gaan onderhooren Alleman er door
De dag der afkondiging was, volgens het woord uit
den weer gebruikelijken speech van den rechter...
een stap die nog lang in ons leven zou weerklinken
Ja, op geklonken zou er wel worden Van adht uur
's avonds tot wel vijf uur in den morgen 't Was te
doen boven een restaurant, een zaal voor ons alleen met
eigen tafeldieners Gesloten gezelschap
Wat De Frans mag niet komen van thuis Die
gaan we met een auto afhalen
Sommigen kwamen om te eten, anderen om te drin
ken. Rond 10 uur wandelden er al velen in den wijn
gaard des Heeren... onder tafel.
Naar de logéekamers met die heeren
Dat was een hoek van de zaal waar ze schoon nevens
een te slapen gelegd werden. Hun vereend gesnork
mengde zich weldra met de Jazz-bandmuziek. De Staf
en de Frans, muzikanten, hadden hun gezicht gene
gerd En 't algemeen bevel was geweest
Alleman redingote en chapeau buse wat stipt
nageleefd werd.
Om vijf uur 's morgens
Naar huis Neen, naar Ste-Anneke Roeien En
mosselen eten
Met de eerste boot zetten we over 't Scheld. Maar
de wijngaardeniers werden per tram naar hun hei
mat geloodst.
De neger Frans hebben ze in een kcets gekregen,
correspondentie naar die dochter van Amor, die
hem goed ontvangen heeft, alhoewel Franske zijn di-
plomeke op Ste-Anneka had laten liggen nevens een
schotel mosselen
Nu is dat alles voorbij. We zijn over de provincie elk
naar zijn dorp verzaaid geraakt, om ons ambt ernstig
waar te nemen. Wanneer zien we elkaar nog eens alle
maal terug In weemoed denk ik aan die iedeale tijd,
toen wij een groot hart hadden bv. voor cnze goede
Vlaamsche Studentenbeweging. Denkt ge daar nog aan,
jongens die Rob kent De mensch leeft niet van brood
alleen... maar zeker al van zijn schoone idealen, van
zijne heeriijke herinneringen. Rob. LODECK.
OPRECHT
Rechter. Ge hebt dezen getuige een ezel genoemd.
Wat kunt ge te uwer verontschuldiging aanvoeren
Beschuldigde. Dat ik het altijd eerlijk met hem heb
gemeend.