- Blond Elsje - HI Hl HET IDEAAL ONS LAND IN WOORD EN BEELD (Slot.) - Gelooft ge me nietMaar ge zult uw zin hebben. Ziet morgen avond een paar uurtjes vrijaf te krijgen. Ge zijt nog nooit uit geweest. En kom dan in 't plant- De ccgen van den ambtenaar begonnen te schitteren. Ah, eindelijk misschien iets, dat cns verder brengt 1 Gaat u zitten. Wie zijt gij Ik heet Elisabeth Vlamink, uit Locihuizen, en ben de verloofde van Bernard. Het voorhoofd van den rechter betrok. Die den ring stal Die van den diefstal verdacht wordt. Gij zult waarschijnlijk tot zijn verdediging willen soen. Ge zult mij bij den ingang treffen; dan zal ik u spreken Ik verzoek u mij alleen dingen van belang naar mijn schatkamer brengen. Ik zal zorgen, dat ik er om negen uur ben. Eduard naderde met zijn lippen haar wang. En nu krijg ik toch ten minste mijn verlovings- kus Zwijgend duldde Anna, dat hij haar kuste, maar een tot spreken. mede te deelen en mij niet op te houden met onwaar schijnlijkheden. Als ik uitspreken mag, zult ge tnij gauw genoeg gelooven, gaf het meisje op kalmen toon ten antwoord. Pool noodigde haar door een zwijgend gebaar uil lichte huivering ging door haar slanke gestalte. Zoo, nu is mijn hoofdpijn over! lachte Eduard. meer gesproken. Van 't begin af was het mij niet Nu ga ik naar de anderen... Morgen avond zult gc mogelijk aan zijn schuld te gelooven. Mijn vader is behouden, want hij dacht niet, dat hij veel waard was en hij had toch 't broodje gekocht. Het Verblijf in ons dorp werd mij, nadat Bernard was weggebracht, onmogelijk gemaakt. De menschen praatten en wezen mij na en om het geklets uit den weg te gaan, besloot ik, mijn geboorteplaats te verlaten. Voortdurend peinsde ik, hoe ik mijn verloofde zou kunnen helpen. Eindelijk kwam ik op het denkbeeld in het huis van bakker Voerman, bij wien Bernard het broodje gekocht had. te spionneeren. Ik verhuurde mij bij"zijn vrouw onder een valschen naam als dienstbode, en nu ben ik er eindelijk in geslaagd, den werkelijken dief te ontdekken. - Wacht een oogenblik, meisje-lief, viel de rechter haar in de rede, de geschiedenis begint mij toch belang stelling in te boezemen, ik wensch van uw getuigenis zien, hoe rijk ge wordt, allerliefst spitsboefje Sedert zijn gevangenneming heb ik Bernard niet proces-verbaal te doen opmaken. Hij belde. Verzoek den griffier proces-verbaal te komen op- veel armer dan boer Rodiger van de Roode Hoeve, die maken Hij gaf haar een tikje op de wang en verliet fluitend de grootste boerderij in de gemeente bezit, en toch dc keuken. Het meisje bleef diep-ademhalend staan, koos hij mij uit tot zijn aanstaande vrouw, hoewel zijn haar gelaat straalde van tevredenheid en triomf. Zoo, nu zal ik mijn doel bereikt hebben Prompt wachtte Eduard zijn beminde op het afgesproken uur aan den ingangvan het uitgestrekte stadspark. Zij nam zijn arm en hij voer de haar al maar dieper het park in, waar de wandelaars allengs schaarscher weiden. Zij waren eindelijk in een kunstmatige wildernis gekomen, waar oude eiken en beuken, doorwoekerd door allerlei struikgewas, het maanlicht onderschepten. Eduard bleef luisterend staan. Hoordet gij geen geritsel, Anna Ja, wel iets..., zeker een diertje, dat door de bladeren drong; wie zou er hier nog zoo laat ronddwalen =- Wacht hfer een oogen blik, ik ben direct terug. Maar blijf niet Jang weg, ik ben zoo bang. Bang..., er is hier nooit iemand Met deze woorden snelde Eduard het kreupelhout in. Na verloop van nog geen twee mi nuten keerde hij terug met een gebeeldhouwd kistje in den arm. Hij trok Anna naar een plaats, waar de maan tusschen de boomen doorscheen en deed het deksel open Oriep het meisje, alle corzichtigheid vergetend, wat vader er erg tegen was. Dat ziet er toch niet naar heb- In een Amerikaanschen dierentuin worden, zooals bij ons de olifanten, ook de reuzen schil padden als rijdieren gebruikt tot vermaak van de kinderen die den tuin bezoeken. een goud..., allemaal goud! Is dat niet de schat die aan zucht uit. Waarom zou hij dan stelen? Ook zou hij de weduwe Van Zanten is ontstolen mij den rjng njet gegeven hebben ,als hij schuld had. £ïna'°°r d.en drommel', toFÏ n[et zo°Dat zou hem immers kunnen verraden Hij heeft zeker riep Eduard angstig, maar plotseling voelde hij zich van achter gegrepen en vlug als de bliksem werd hij 9edacht 9een 9roote misdaad te begaan door hem te geboeid. Twee politieagenten waren, als uit den grond cpgeschoten, ter plaatse verschenen. Verraad knarsetandde de overrompelde. Valsch creatuur, wat hebt ge gedaan Slechts haar plicht, zij heeft een misdadiger ont maskerd, door wien een ander in 't ongeluk zou gestort werdenantwoordde een der agenten, in plaats van het meisje, dat zwijgend en met strak gezicht het too- neel gadesloeg. Goed, neem dan haar ook mee, riep Eduard schamper lachend. Wij passen bij elkaar. Ik snapte haar gisteren terwijl zij bezig was de secretaire van haar baas open te breken. Dat weten we al. Zij heeft dat vanmorgen zelf angegeven, kwam het antwoord. Zoo Dan is ze rijp voor 't gekkenhuis Nu geen praatjes meer. Voorwaarts marsch IV Op den morgen van den dag, waarop de aanhouding van den langen Eduard plaats had, zat rechter Pool, wien het voorloopig onderzoek inzake den diefstal bij mevrouw weduwe Van Zanten was opgedragen, mis moedig in zijn bureel. Er waren absoluut geen bewij zen vcor de schuld of de onschuld van den boeren- zeen uit Looihuizen te vinden, en zoo iets is voor een ijverigen rechter van onderzoek altijd verdrietig. Daar trad de bode van de rechtbank binnen en meldde, dat er in de wachtkamer een jong meisje was. dat 'den onderzoeksrechter verlangde te spreken. Laat haar binnen komen Met klaarblijkelijke verlegenheid trad een jong, knap meisje met blauwe ccgen en dik goudblond haar het ver trek binnen. En waarmee kan ik u dienen vroeg de rechter. Ik heb in de zaak tegen Bernard Rodiger uit Looi huizen een belangrijke verklaring af te leggen. oo90®0o*o Gehakt, gehouwen. Als door 't staal gebeiteld. Forsch en breed is het figuur, dat hart en ziel Tot een ruim samensmeedt. Het is het beeld, dat schoon en fier Tot heldendaden dringt. liet is debron. waaruit de straal Van levenskracht ontspringt Het is de vlam van 't heilig vuur. Door hooger macht gevoed. Het is de geest, die gloeiend ivekt Tot blijder morgengroet. Het is het eeuwig doorgaand lied Van 't scheppings prachtverhaal. Het is de Schepper zelf, die spreekt Tot ons door 't Ideaal. Willem Steiner. De geroepene verscheen weldra, en nadat de gebrul- kelijke formaliteiten waren af gedaan en Elsje in 't kort haar verslag had herhaald, keerde de rechter zich nogmaals tot haar Voordat ge met uw ver haal voort gaat, verzoek ik u mij mede te deelen, hoe ge het hebet aangelegd u onder een valschen naam bij bakker Voer man te verhuren. Ge moest toch een verhuisbiljet afleveren. Dat heb ik gedaan. Te genover den baas en zijn vrouw gaf ik mijn waren naam en ge boorteplaats op. Omdat ik ech ter uit hetzelfde dorp ben als Bernard en de diefstal in ver band gebracht was met de bak kerij van meneer Voerman, zei ik, was ik bang dat de knechts mij ermee zodden plagep en verzocht daarom mij Anna te noemen en voor 'te geven, dat ik uit Dennendorp kwam. O, juist. En hoe ging het verder Elsje vertelde hoe zij ge tracht had het vertrouwen van de huisgenooten te verwerven, maakte glimlachend gewag van haar veroveringen en hoe een ocgenschijnlijk onschuldig ge zegde van den langen Eduard haar verdenking op kiezen had gevestigd. Met doodsbleeke wangen vertelde ,zij, dat zij zelfs de verdenking van in braak op zich geladen had, na te hebben vernomen, dat Eduard, zoogenaamd wegens hoofdpijn, van het uitstapje thuis gebleven was. Ten slotte gaf zij tijd en plaats aan van de ontmoeting op dien avond. Met groeiende aan. Ge hebt ons een gewichtigen dienst bewezen, zei hij, en niet alleen ons, maar ook uw beminde. Kom nu morgen om dezen tijd terug. Ik zal uw patroon vragen ook tegenwoordig te zijn... Toen Elsje, nadat Eduard naar de gevangenis ge bracht was, thuis kwam, werd zij eerst zeer onvrien delijk ontvangen. Vrouw Voerman beknorde haar, dat zij zoo lang rondgeslenterd had, en ook de baas was uit zijn humeur. Hij had een dagvaarding gekregen om den volgenden ochtend voor rechter Pool te verschij nen en wist niet waarom. Hij had niet graag met het gerecht te doen. Groot echter was de verwondering van het bakkers echtpaar, toen het meisje met haastige woorden haar nieuwtje vertelde. Snel als de bliksem werd het in de bakkerij bekend, en een gedeelte der klanten pruttelde den volgenden morgen over aangebrande kadetjes. Op het afgesproken uur was in de kamer van rechte- Pcol een heel gezelschap bijeen. Behalve den rechte- en den griffier waren er nog Elisabeth Vlamink en bakker Voerman; mevrouw de weduwe Van Zanten, die met fonkelende blikken een op de tafel staand gebeeldhouwd kistje dreigde te verslinden, benevens hare dienstbode. Ook de voorzitter van het gerechts hof was aanwezig. Later verscheen, begeleid door een cipier, Bernard Rodiger. De rechter begreep den smee kenden blik van Elsje en zei meesmuilend Ge moogt hem wel goeden morgen wenschen Weer werden voetstappen in de gang hoorbaar. Aller oogen richtten zich naar de deur. Deze ging open en er wankelde een portret van het kwade geweten, de lange Eduard naar binnen, gevolgd door de twee po- litie-agenten, die hem den vorigen avond aangehouden hadden. erbazing hoorde Pool haar verslag

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 12