ONS LAND IN WOORD EN BEELD Nelly durfde geen woord spreken, bang zich te zullen verraden. Ze was zenuwachtig, beschaamd. Wat zou R ie thuis wel van haar oenken Ze had zich met Nora zoo mal aangesteld Mijnheer Riethuis heeft me toch eenige onrustige uren bezorgd, hernam de fabrikant. Nelly bekeek, om zich een houding te geven, een staalböekjc van stoffen, dat cp de schrijftafel van haar vader lag en hoerde Riethuis antwoorden Het spijt me wel, mijnheer. Ook wist ik niet, dat mejuffrouw, uw dochter, cp reis was. Ik vertelde het u alleen maar. omdat ik het een groote onvoorzichtigheid vond van een jong meisje en daarbij in het geheel niet netjes, haar ouders zoo te misleiden. Even keek Nel'ly hem weer smeekend aan. Dat zal mijn kind nooit deen, zei de vader op be slisten toon. Nelly acht haar ouders te hoog om hen te bedriegen. En moest dat toch ooit gebeuren, dan zou ik nooit meer vertrouwen in haar stellen en ik beschouwde haar niet meer als mijn kind. Nelly was een bezwijming nabij, toch had ze de kracht even te glimlachen toen haar vader een ernstigen blik op haar wierp. Riethuis begreep haar gemoedstemming, zag haar bleekheid en zei Mejuffrouw ziet er vermoeid uit, zeker van de reis Ja. ze heeft weinig kleur, stemde van Haver in. Ga maar gauw naar moeder, kind. want die wacht je na tuurlijk met ongeduld. Hij kuste haar hartelijk. Met ge bogen hoofd reikte Nelly Riethuis de hand. Hoffelijk bracht hij haar tot aan den auto. Ze nam in een wilden greep .zijn hand en prevelde Ik dank u, ik dank u. Uw goed heid zal ik nooit vergeten. Even rustten hun blikken op elkaar. Hij sloot het portier en groette met een hoofdbuiging. Zuchtend, steunde Nelly het hoofd tegen de kussens. Wat had ze spijt haar goeden vader misleid te heb ben Doch mocht ze het hem wel vertellen Ze zou hem groot ver driet berokkenen en zijn leven zou voor altijd verbitterd zijn. Zijn ver trouwen had ze geschonden; zijn va derlijke liefde verbeurd... En als Riethuis toch eens wat verklapte Waren zijn oogen niet gluiperig En niettegenstaande hij haar te kennen had gegeven, niets te zullen verra den, was ze nu bang, dat hij toch zou spreken... Zou zij nu nog ooit haar ouders vrij in de oogen durven zien En Gerard!... hemelGerard Die haar minste gedachte scheen te ra den. Zou ze voor hem' He waarheid kunnen verbloemen Als ze zich maar niet meer versprak, zooals bij Henk en Bertha! Gerard zocht achter haar woorden steeds iets te vinden en ploos elke gezegde van haar op advo- catenmanier uit. Hij wist er altijd iets onaangenaams over aan te merken... Gunst! Daar was ze al in hun straat. Daar woonde Mies en daar was de slagerij van Henri's vader. Neen, ze hoefde niet te kijken Henri was immers op een kantoor hij had geen slager willen worden, had een afschuw van lillend vleesch, scherpe messen en bloed. Van kindsaf had hij het vak van zijn vader al griezelig gevonden, en die open lijven en afge sneden koppen met hun groote doode oogen, op een bord in de uitstalkast. Zie moeder, die lieve moeder stond voor het venster naar haar uit te kijken. Haar fijn neusje zat als een mopje stopverf tegen de ruit. .Moeder, klein figuurtje, zonder energie, te vroeg oud voor haar leeftijd door het langdurig getof met Gerard. Haar jeugd had ze voor haar zoen opgeofferd. Nelly snelde naar binnen, omhelsde haar moeder on stuimig en brak plotseling in snikken uit. Het zelfver wijt werd haar te machtig en ze moest zich met kracht bedwingen, het gebeurde niet aan haar moeder te biechten. Wat is er kindje? vroeg de moeder bezorgd. Ben je niet goed Of Bertha misschien schrok ze. Nelly glimlachte droef, droogde haar tranen. Och Ik ben altijd zoo 'n wonder schepsel, moe dertje. dat weet u toch wel -- 't Is zeker omdat je weer thuis bent? Gerard had je al voor de lunch verwacht. Nelly fronste het voorhoofd. Mij dunkt, dat ik zijn bevel anders nogal goed heb opgevolgd, moeder. Hij spreekt en ik kom thuis... Of hij beveelt en u gehoorzaamt, brengt zijn bevel aan mij over, zoo ben ik toch de dupe. Och Hij was bang dat je ginder te veel alleen zou uitgaan en dat past niet voor een meisje uit onzen stand. Ik ging niet zonder Bertha. Wandelt Bertha veel Eet ze goed Over twee maanden zal het kindje er zijn. Heeft zij, zij... Ontsteld keek de moeder Nelly aan, die slecht geluimd over de baasachtigheid' van Gerard nijdig antwoordde Ik heb mijn cogen niet in den zak, moeder. Nelly Wie heeft jou... met wie spreek jij over zulke zaken 7 Met Jan en alleman Zeg dat maar aan hem. En nu ga ik.mij verkleeden. Droef-verbaasd keek de moeder haar dochter na. Doch Nelly wendde zich om, nam het tenger vrouwtje in haar armen en smeekte Vergeef me, schattemoedertje. Ik was wat bits, ik zal voortaan vriendelijker zijn. En tegen Gerard ook Nelly aarzelde. De mceder vouwde haar handen. Om den lieven vrede, Nelly... En zie, Gerard is niet sterk, je weet vroeger... En ik heb al zooveel gele den, kind. Schattemoedertje, mijn schattemoedertje, troostte Nelly ontroerd). Ik... ik zal mijn best doen..., maar als hij onaardig tegen me is, of tegen u, dan kan ik me niet bedwingen, dan kan ik niet!... Als je wilt kun je... dan kun je, Nel... Ga je nu gauw verkleeden, want aanstonds komt Gerard. Even kwam Nelly weer in opstand. Gerard, altijd hij, hij Gelaten ging ze naar boven. En toen ze haar gezel lige kamer terugzag, kreeg haar vreugde weer de boven hand. Het was alsof ze met vacantie van kostschool kwam. Knus, die witte meubels met rose biesjes haar eigen boekenkastje en mooie toilettafel met glas, waar ze rose zijde had ondergelegd. Ze keek in den spiegel. Ja, ze zag er betrokken uit! Hoe kon het anders! Toen ze dien Riethuis zag, had ze een gevoel gehad, alsof ze stuipen kreeg, of een zenuwtoeval. Ze <vas toch al altijd zco verbazend nerveus!... En wat had die man een oogen Ze keken gewoon als x-stralen door je lichaam heen... Als vader hem maar nooit te dineeren vroeg Dat was zijn gewoonte als bij een goed vertegenwoor diger had daar ging hij mee om als met een familielid, bewerend, dat een goed reiziger de fabriek in stancf houdt. En Riethuis scheen zijn vertrouwen al gewonnen te hebben. Het zouden gezellige maaltijden voor haar zijn altijd een donderwolk boven je hoofd te zien en te moeten denken, nu zal ze barsten, nu... Ze zuchte dtep - Wat heb ik mij in een wespennest gestoken Hoe raak ik er ooit uit Waarom heeft mij mijn geweten ock niet gewaarschuwd, zooals dat van Jean-Paul in Looping the Loop Ze keek uit het venster, lachte luid. Wat 'n idiootheeft een regenjas aan en een parapluie boven zijn hoofd. Wat 'n mal gezicht! Haar gelaat betrok eensklaps. Ze mopperde Hé 't Is Gerard. Het verhoor zal beginnen. Gauw de jnuziek achter slotMisschien komt hij naar mijn kamer... Neen, hij gaat de eetzaal in, gelukkig Wat 'n angst had ze vroeger al niet-voor hem toen ze nog een peuk was Ze kroop altijd achter een groo- ten stoel, soms onder de sofa, als hij binnen kwam. En wat kofl hij in haar arm knijpen met zijn fijne spitse vingers... Even bladerde ze de muziek nog eens door, neurde Marquitta, Marquitta. Heerlijk toch die dansen Allen zongen dan mee Marquitta... 't Ging er zoo echt fami liaar tee in den Moulin Rouge Nelly! Ze moffelde de bladen vlug achter een stapeltje on dergoed, trok den sleutel van de kast en ging naar be neden. Dag, Gerard ZooBen je daar Zooals je ziet. In levende lijve. De groeten van Bert en Henk. De moeder legde haar vinger op heur lippen om Nelly te beduiden niets van Bertha's toestand te zeggen, doch ze vergat den spiegel op den schoorsteen, waarin Gerard haar beweging zag. Hij wendde zich om, vrccg brutaal, streng Wat moet er geheim gehouden worden, mceder Mevrouw ontstelde. Niets, niets... jongen. Waarom gaf u Nelly een wenk om haar tot zwij gen aan te manen Nelly beefde van opgewondenheid en verontwaardi ging. Ze wilde zich beheerschen om haar moeder genoe gen te doen, doch toen zij zijn blik zag en de houding van haar moeder, alsof zij schuldig was, viel ze uit Moeder heeft me gevraagd, om niet meer tegen je in te gaan, als jij me wat te vertellen hebt. En weet je waarom Omdat moeder door jou toch al genoeg gele den heeft. Nelly, klaagde de moeder. Zóo had ik het niet bedoeld. Hij moet het weten en zijn leven er maar naar inrichten om u.wat meer genoegen te verschaffen! Hij Is een bullebak, een... een egoïst! Mevrouw weende Nelly, bedaar, wees kalm, kindje. Je maakt het maar erger..., veel erger... Ik heb dat zoo niet ge meend... Ik heb geleden door je ziekte, Gerard, ik heb mijn eerste huwelijksjaren enkel voor jou geleefd... Weet je nog, dat ik je altijd op mijn schoot had, dat ik steeds met je speelde en de meeste nachten bij je bedje door bracht In al die jaren ben ik .nooit van huis geweest ik durfde je geen dag aan een ander toevertrouwen... Nooit heb ik daarover geklaagd. Ik heb altijd je wen- schen ingewilligd al waren zij ook soms bijna niet te volbrengen. Ik heb voor je behoud gebeden en nog dank ik eiken dag den Heer, dat Hij je mij niet ontnomen heeft. Het schijnt dat de moeders een bizondere liefde heb ben voor hun kinderen, die ziek en hulpeloos zijn... Nu is het genoeg, modder. leg de hij haar met een handgebaar het zwijgen op. Die biecht had u mij kunnen besparen, of onder vier oogen met mij kunnen spreken. Ieits derge- lijkt verzwijgt men in tegenwoordig heid van ,zoo 'n bakvisch. Nelly weende, sloeg haar arm om den hals van haar moeder. Schattemoedertje, ik hou zoo veel van u. Hij wendde zich tot zijn zuster. En hoe heb jij het op reis ge maakt Een dames-coupé genomen, zooals ik je gezegd heb Nelly's gemoed was in opstand over zijn egoïsme. Ze ging voor hem staan, keek hem vlak in het gelaat en hijgde Een heeren-coupé en ik heb zit ten rocken als een Turk, evenals zij. -Jij!? Ja. ik En het waren galante heeren zij hielpen mij met mijn valies en gaven me vuur. De mceder sperde haar oogen. Zou dat waar zijn, oi zei ze dat maar om hem te plagen Nelly vervolgde, vlug, driftig In Nijmegen ben ik er alleen op uit geweest, toen ontmoette ik Henri Dijkraans, die daar ook gelogeerd was én ben met hem naar een bioscoop gegaan, tergde ze. Haar pols zat in een schroef Gerard had hem om klemd en siste Je liegtZeg dat het niet waar is. Ze kreeg de tranen in de oogen van pijn en beet zich cp de lip. Ze zou het niet zeggen, nooit!- Je bent de schande van de familie Sidderend', met de handen voor het gelaat, stond de moeder te midden in de kamer. Ze kende zijn drift buien. Dan was hij zichzelve niet meer. Ze had mede lijden met beiden omdat zij elkaar niet verdragen kon den. Gerard was dikwijls onredelijk en Nelly plaagziek, maar het arme meisje moest afrijd het onderspit delven. Hij schuimbekte en hief zijn hand op om Nelly een slag toe te brengen. De moeder sprong toe en weerhield. Toen viel ze be wusteloos naast hem op den vloer. Schattemoedertje schrok Nelly bij haar neerknicT lend. Ze wendde zich tot Gerard Dat is jouw schuld, jouw schuld! En als moeders-stérft, heb jij het op je geweten Ontroerd schelde hij, liep naar de keuken, terwijl Nelly haar moeder de liefste namen toeriep. Het huis was in rep en roer. Mevrouw had een toeval gekregen. Nelly bracht maanden in de ziekenkamer door, haar moeder, die aan den linkerkant lam was en de spraak verloren had, gezelschap houdend. Broeder en zuster spraken enkel dan tot elkaar wan neer het hoog noodig was. Men had Henk over het gebeurde ingelicht, doch Ber tha, van /wege haar tóestand, onkundig gelaten. (Wordt voortgezet.) EEN UITSTERVEND GESLACHT is dat der aapjeskoetsiers; nog maar weinigen maken van hun diensten gebruik, zoodat er best tijd voor 'n dutje op overschiet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 5