NELLY'S SNOEPREISJE lllllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllllllilllllilllillllllllllillflllllllillllllllllllllflllll lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHlllinilHIIIIIIIIIIIHIIIIIIII iililllllilllllllllllllilllliiiiiiliiiilillllllil- door Willemien Jans IIIHlllllHlllllllllllllllllHlllllllllHlllllllllllllllllllllUlllllllllHIIlllHIIIIHIIIIIIII lillllllllllllHIIIIHHIIllllHIIIIIIIIHllllllllllllHHlllllllllllllHIHIIlHIllllHllllHHI De ziekc was de laatste dagen onrustiger, dacht over de 'toekomst na met het oog op Gerard1 en Nelly, tevens hccpte zij, dat ze Bertha's kindje nog zou mogen om helzen. Haar gedachten en wenschen schreef zij op een lei, welke zij Nelly liet lezen en die haar dan troostte en moed insprak. De lente hing in de lucht. Voor het epen venster kwin keleerden de vogels in de bottende boomen en geur van bloesem steeg op. Nelly keek den tuin in, eveneens peinzend aan de toe komst, wanneer schattemoedertje er niet meer zou zijn. Ze schrok terug voor een leven met Gerard... Als ze dan eens verpleegster werd Dit was een verheven roe ping. Maar daarvoor moest ze twintig jaar zijn en ze was pas twee weken achttien. En mocht zij haar vader verlaten Die bleef dan zoo alleen, vond niemand als hij 's avonds moe en afgemat van die fabriek kwam. Ze zag tegen het verschiet op als tegen een hoogen berg, welke ze wel graag wilde beklimmen, doch die haar af schrok door het moeilijke om zijn spits te "bereiken. Haar karakter was door de plotselinge ziekte van haar moeder veranderd. Ze was stiller, meer verdraag zaam geworden en zag het leven anders in. Ook over woog ze telkens of zij haar moeder die reis naar Brussel zou bekennen en haar vergiffenis vragen. Moeder zou niet herstellen, had Henk gezegd. Ze kon nog maanden leven, maar een nieuwe aanval was niet uitgesloten. Wat had ze geschreid en zich in de armen van Henk geworpen Hij had haar gesust als een klein kind haar moed in gesproken en gezegd, dat zij dan maar bij hen moest komen wonen. Doch ze wist, dat ging niet om vader, om Gerard. Na de poeiers, die hij haar voorschreef, was ze kal mer geworden de zenuwen, die haar dikwijls plaagden, hadden haar wat meer met rust gelaten. Weer dacht ze aan haar verboden reis, doch bang haar moeder te zullen opwinden, bleef ze besluiteloos. De zieke kreunde. Nelly sprong op Wat is er schattemoedertje Zal ik uw kussen eens opschudden? Moet u wat drinken? De zieke nam de lei en schreef Is er nog geen nieuws van Bertha Mij dunkt, dat de tijd daar moet zijn. Of verzwijgen jullie me iets Angst lag in haar oogen toen ze Nelly de lei gaf. Neen. moedertjeHeusch, alles is goed. Wees maar gerust. Een dezer dagen komt goed nieuws en over een paar weken ligt er een Gerard of Gerardientje in uw armen. De zieke knipte met de oogen, glimlachte. Gevoelt u zich heel goed, moedertje vroeg Nelly i een korte aarzeling. Zou u liets..., iets ergs kunnen hooren en u niet te veel opwinden Neen, maak u niet bezorgd het betreft Bertha niet, maar... mij. De moeder nam Nelly's hand, welke op het dek lag en in haar oogen stond Jij kunt niet iets heel ergs gedaan hebben. Nelly knielde bij het bed neer en zacht sprak zij haar biecht, telkens bang opkijkend, of moeder rustig bleef. Ze besloot Ik heb u allen bedrogen. Plotseling kreeg ik een im puls cm naar Brussel te gaan. Het was sterker dan mijn wil, schattemoedertje. Maar ik zweer u, dat ik ginder niets slechts heb uitgevoerd. Moedertje, kunt u mij ver geven bad ze, weenend het gelaat in het dek verborgen. Zacht streelde de zieke de bruine lokken van haar kind en legde de hand zegenend op het hoofd. Toen hief ze bij de kin het betraand gezichtje tot haar op en drukte eeen innigen kus op haar voorhoofd. Hebt u mij vergeven, moeder De ziekc knikte geruststellend. - Moet ik het aan vader zeggen De moeder schudde heftig neen en schreef op de lei Vader, noch Gerard, noch Bertha mogen, het ooit weten het zou hun en jouw leven veronaangenamen. Beloof me, Nelly, dat je je geheim zult bewaren. Ik beloof het u, moeder. De zieke knikte ten teeken dat zij het antwoord goed keurde. Nelly weifelde. Moeder... er is nog iemand die het weet, behalve Nora... Mijnheer Riethuis. Ik wist niet, dat hij de ver tegenwoordiger van onze fabriek was, later is hij mij door vader aLs dusdanig voorgesteld. Hij heeft mij te kennen gegeven te zullen zwijgen. De griffel kraste Vader zegt, dat mijnheer Riethuis een gentleman is. En als hij je dat beloofd heeft, dan zal hij er met niemand over spreken. Nelly was gerust gesteld. Ze gevoelde zich nu een geheel ander mensch. Als nu moedertje maar mocht ge nezen, dan zou alles weer goed zijn ze zou de oude Nel weer worden en kunnen zingen, fluiten, piano spelen en dansen. En toen 's avonds Henk opbelde, dat een jonge wereld- burgeresse gearriveerd was en moeder en kind het opper best maakten, juichte Nelly en zoende herhaaldelijk haar moeder, die voorzichtig cp het goede nieuws was voorbereid. Een meisje, schattemoedertje, 't is een meisje Nu ben ik tante, tante Nelly Klinkt dat niet lief De zieke zond een stil gebed naar den hemel: Haar wensch zou vervuld worden zij zou haar kleinkind nog zien en irogen omhelzen. Een maand later zei Piet, de chauffeur, wijsgeerdg tot Ida, de keukenmeid Zoo gaat het in het leven de eene komt, de an dere gaat Mevrouw is overleden, een kind is geboren en zoo blijft hier de familie nu op gewoon peil. r- Maar zoo n goed mensch als onze mevrouw, vin den wij niet meer. Piet. Nou, juffrouw Nelly is toch ook van dè kwaad sten niet. Ida zette haar handen op haar breedte heupen. Zie, Pietvoor onze juffrouw zou ik door het vuur gaan Ze heeft het goede hart van haar moeder, maar die akelige pestkop van een Gerard, haalt haar het bloed onder de nagels uit. Ik heb dikwijls meelij met haar Als kind kwam ze al troost bij me zoeken ze kon neg niet eens mijn naam zeggen en zei altijd Jida Die lieverd En de tranen, welke in haar oogen kwamen met tip van haar voorschoot afdrogend, ging ze weer aan haar werk. Nou. ik ga, zei Piet. want ik moet mijnheer Ber- kendaal aan het station gaan afhalen. Wat 'n drukte En dan die begrafenis morgen In de tuinkamer, door de Meizen opgefleurd, zat de bedroefde familie bijeen en vond' gelukkig wat afwis seling in de kleine Gerardine, die door de moeder niet thuis gelaten kon worden. van Haver veegde telkens tersluiks zijn oogen af, of als het verdriet hem te machtig werd, verwijderde hij zich even. Hij verloor veel aan zijn vrouw. Zij was een trouwe gade en zorgzame echtgnoote en moeder geweest. Ook Nelly zat met betraande cogen en als zij alleen was met haar vader, sloeg ze haar arm om zijn hals, als zocht ze steun bij hem en vroeg Zult u altijd veel van me houden, vader Ik heb uu niemand meer dan u. Bertha heeft haar man, kind en haar huishouden... Sprakeloos drukte hij dan een kus op haar voorhoofd en trok haar vast tegen zich aan. Bertha hac. h< t druk met de kleine. Gerard deelde bevelen uit en regelde alles voor de be grafenis. Toen Henk kwam, gingen allen een laatste maal naar de overledene, die omringd van bloemen, een slapende geleek. Weëe tranen werden bij de dierbare afgestorvene ge stort, die zij voor eeuwig vaarwel zegden. Gerard stond met droge, brandende oogen, bleek als de. docde, bij de kist. Was het de wroeging, om hetgeen hij zijn moeder had aangedaan, dat hij langer dan de anderen zijn lippen drukte op het voorhoofd van de docde Was het, omdat hij schuld droeg, dat de moeder door zijn heftigheid, zijn drift, of uit angst om wat ging gebeuren, een toeval kreeg Aan de andere zijde der kist, snikte Nelly Moeder, schattemoedertje... Als in tweestrijd keek Gerard zijn jongste zuster aan en aarzelend stak hij over het lijk zijn hand naar haar uit. Doch aanstonds trok hij ze weer terug. Toe, kerel, bemoedigde Henk. Maar Gerard verliet de kamer. Hij kon niet zijn hoofd vcor haar, die zooveel jonger was dan hij, buigen. De kist werd gesloten. De docde bleef alleen in de rouwkamer met het licht der brandende kaarsen om haar heen. In de tuinkamer werd' over den gang van het huis houden beraadslaagd. Henk en Bertha stelden voor een bekwame huishoud ster te nemen, daar Nelly onmogelijk alleen kon blijven. Allen stemden met hun voorstel in en aanstonds werd een advertentie geplaatst. Bertha., die nog een week bleef, ken dan misschien ONS LAND IN WOORD EN BEELD ö()3 ONZE BUITENLAND-SERIE. Venetië, de stad van het water, met zijn talrijke sierlijke gondels, die, jammer genoeg, ook al door motorbooten dreigen verdrongen te worden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1927 | | pagina 3