ONS LAND IN WOORD EN BEELD
821
Toen stak het de armpjes naar moeder uit en met een
kus werd het door Bertha in ontvangst genomen.
Henk nam Nelly bij de schouders, keek haar in de
oogen.
Ze zag er vermoeid uit, had in haar eenzaamheid veel
ever Henri gemijmerd en getreurd.
Je moet voor minstens drie maanden naar de bos-
schen. Je bent overspannen. Je zenuwen moeten tot rust
komen.
van Haver onstelde de bcschiucht had ze noodig
Hij keek zijn schoonzoon bang vragend aan.
Ziek is Nel niet, stelde. Henk gerust. Maar wij
moeten voorzorgsmaatregelen nemen.
-r- Ik voor drie maanden En vader en Gerard
vroeg Nelly verbaasd.
Morgen komt er een huishoudster uit Nijmegen,
zei Bertha. Ik geloof, dat zij wel zal voldoen. Zij is een
ongehuwde juffrouw van bijna veertig, die al haar geld
heeft verloren, door het springen van een bank, en nu
een betrekking moet zoeken om in haar levensonderhoud
te voorzien.
Hoe zielig, zei Nel'ly meewarig. Arm mensch
Ze heeft zelf twee dienstboden
gehad, dus kan ze met personeel om
gaan... Als Gerard... nu een beetje
door de vingers wil zien, want goe
de huishoudsters zijn niet gemakke
lijk te vinden... Ze heeft niet zulk
knap uiterlijk als mevrouw Schoofs,
maar wel heeft ze verheven ideeën.
Als ze niet schrikwekkend lee-
lijk is, zal het best schikken, vond
van Haver.
Met zoo iemand moet je meelij
hebben, bracht Nelly in. Ik zal ten
minste haar het leven niet zuur ma
ken... Dus ik moet naar de bosschen?
Minstens voor drie maanden,
antwoordde Henk. Ik zou zeggen ga
naar Berg en Dal, maar dan zit je
elk oogenblik in Nijmegen. Niet dat
onze stad niet gezond is, maar je
moet volslagen rust hebben. Ik zou
je aanraden naar Gineken te gaan,
een dorpje bij Breda, maar geheel
aan de stad bijgebouwd. Ik ken daar
een rustig damespensioen, zeer mo
dern en gehouden door een officiers
weduwe met twee dochters. De tuin
geeft op het bosch uit en is zeer
lief aangelegd. Het heet De Bosch
bes
Nelly knikte, keek even naar haar
vader, die met gebogen hoofd luis-i
terde en weer dacht
Nelly ziek; ze moest boschlucht
hebben... Maar Henk moest hem de
waarheid vertellen als er gevaar was.
Dan moest ze naar Zwitserland, aan
stonds. En wat zou het huis leeg
zijnNiemand zou hij vinden als
Gerard en die... vreemde vrouw... Hoe in korten tijd
toch veel kon veranderen
Hij hoorde Henk zeggen
Over een week ben je ginder Ik zal mevrouw Mal-
ten schrijven, dat ze jou de mooiste kamer voorbehoudt.
En dan... na drie maanden ben je zoo sterk als een
reus en zijn je wangen weer zoo rood als die begonia's
daar. En je vermoeidheid zal verdwenen zijn.
En vadertje krijgt weer een gezonde Nelly, zei ze,
haar wang tegen de zijne vlijend.
Hij legde zijn arm om haar middel, drukte haar vast
tegen zich aan. Wat zou hij haar missen
Gerard stond bij het kleintje gebogen, dat in een geïm
proviseerd bedje op de sofa lag en kittelde, spelend, de
voetjes van het wicht.
Met een ruk trok Henk hem bij den arm weg.
Zeg, als ze jou zoo eens amuseerden Plaag dat
arme wurm niet zoo
Henk kon Gerard niet lijden, vond hem gewoon en
mispunt. Heerlijk voor Nelly, dat ze nu eens in een
andere omgeving komt, dacht hij. Ze staat onder Gerards
bevel als een necruut voor zijn meerderen... Vreemd,
dlat hij niet tegen die vacantie opkwam Het was steeds
zijn grootste genoegen Nelly in het vaarwater te zitten.
Hij had er geen woord op gezegd, dat moest zijn reden
hebben Hij zocht op een middel om er achter te komen,
toen van Haver hem voorstelde wat in den tuin te wan
delen, tot de tafel gereed zou zijn.
Toen zij ver genoeg van de tuinkamer verwijderd!
waren om niet door de anderen gehoord te worden, stelde
van Haver hem aanstonds eenige vragen betreffende de
ziekte van Nelly.
De dokter antwoordde, dat er niet het minste gevaar
bestond, dat hij Nelly evengoed naar een badplaats kon
zenden, maar dat rust hoogst noodig voor haar was.
De vader herademde. Hij stelde vertrouwen in d!e be
kwaamheid van zijn schoonzoon.
Henk vorschte
Maar wat is er met Gerard gebeurd Hij heeft nog
geen woord ter afkeuring gezegd. Ik sta er verbaasd van.
van Haver vertelde, wat er die week was voorgeval
len en wat Nelly hem later had medegedeeld over het
verwijt, dat zij hem in haar zenuwachtigheid had toe
geroepen.
Wie weet, vervolgde hij met hoop, is hierdoor zijn
karakter verbeterd Spreek er met geen van beiden over.
De tijd zal leeren...
Hij is anders van jongs af gewoon zijn wil door te
drijven en dit gaat er zoo maar niet eensklaps uit.
Wie weet, welken strijd hij met zichzelven voert
Deze laatste dagen was alles rustig in huis. Hce dik
wijls heb ik gedacht mocht dit altijd zoo blijvenMaar
nu Nelly weer weg en zoo is het steeds wat anders.
Er lag diepe' droefheid in zijn stem.
Kom, vader, drie maanden En waarom zoudt u
niet ook wat vacantie nemen
Het is zoo druk op de fabriek, jongen Al dat win
ter goed nu. En dan, sinds wij Riethuis als vertegenwoor
diger hebben, heeft de zaak nog heel wat toegenomen.
Die man is onbetaalbaarEen eerste krachtMis
schien kan ik Nelly wegbrengen. Ze kan niet alleen gaan
natuurlijk.
De gong waarschuwde, dat de lunch gereed was en
beiden gingen naar binnen.
Aan tafel heerschte een gedrukte stemming. Men sprak
over moeder op wier graf een monument geplaatst was,
dat men's middags zou gaan bezichtigen en haar bloemen
brengen. Daarna raadde Bertha Nelly wat ze voor haar
garderobe mee moest nemen, terwijl de vader en Henk
maatschappelijke toestanden bespraken.
Gerard zat als een droömer bij het gesprek.
Zijn gedachten waren bij het meisje, dat hij beminde
en dat hij die week voor het eerst gezien had. Ze was
typiste op het kantoor van zijn vriend. Hij trachtte haar
te vergeten, daar hij door zijn opvatting van verschil
in stand, haar toch nooit zou willen trouwen. Maar ge
dwongen door zijn liefde, had hij den dag nadien weer
zijn vriend bezocht, uitsluitend om haar nog eens te
kunnen weerzien. Nooit had een dergelijke schoonheid
met eenvoud gepaard ontmoet. Haar gelaat, haar hou
ding stond hem voor oogen hij kon er zijn gedachte
niet van losmaken.
Zij was de dochter van een brievenbesteller, had zijn
vriend hem verteld. Eiken avond werd zij dloor haar
vader of moeder afgehaald. De ouders wisten, dat zij
een knappe dochter hadden en bewaakten haar als de
vogels hun jongen.
Ze had groote donkere oogen, waarvan het mooie, het
wonderbare nog meer opviel, door haar blanke teint en
goudblond haar. Ze had fijne handen met spitse vingers
en verzorgde nagels. Haar slanke gestalte was bekoor
lijk en haar gang lenig.
In vurig verlangen naar haar had hij de laatste dagen
doorgebracht. Zijn strijd was zwaar en zou, hij was er
zich van bewust, eeuwig duren, want zijn liefdie voor
haar zou nooit een einde nemen. Hij moest sterk zijn,
wilde haar niet meer weerzien... Zou zijn verlangen naar
haar hem niet ondermijnen, nie,t doodend zijn Telkens
laaide zijn vurige hartstocht in hem op; zijn slapen bons
den en zijn bloed stroomde door de aderen alsof het met
kracht werd voortgestuwd.
En thans, nu er een vrouw in zijn leven was gekomen,
die zijn gedachten in beslag nam, werd hij onverschillig
voor wat er in huis omging. Het liet hem koud, dat Nelly
voor maanden en zonder toezicht heenging.
Hij schrok op, teen Bertha hem aanstootte
Slaap je, zeg Je laat je koffie koud .worden en je
eet niet. Ben je ziek
Ik Wel, nee. Hij trok, als moest het een glimlach
beduiden licht zijn linkermondhoek scheef. Zijn gouden
oogtand glinsterde even. Hij keek haar aan. Toen trof
hem plots haar gelijkenis met de typiste niet alleen haar
uiterlijk, maar ook wat haar eenvoud in kleeding betrof.
Alleen de oogen van zijn zuster waren blauw en hadden
door haar lichte kieur, niet die prachtige uitdrukking als
die der typiste. Was die gelijkenis de oorzaak dat hij
van het meisje hield? Want met Bertha, die een jaar
ouder was dan hij, bevond hij zich steeds in goede ver
standhouding..Bertha en hij geleken op de moeeïer, Nelly
had de trekken, bruine oogen en haar der van Havers.
Hij dacht, terwijl hij beiden vergeleek
Wat 'n verschil van typen.
Nelly bloosde onder zijn blik, welke nu geheel anders
was er lag geen strengheid', geen haat in. GunstWat
deed Gerard vreemd Hij staarde haar zoo star aan
Ze keek vragend, met iets wantrouwends in haar oogen
naar Henk.
Niemand begreep zijn wondere handeling. Ze bracht
iets onrustigs door het ongewone ervan.
Plotseling stond hij op
Jullie kijken me aan, of ik idioot ben
Hij ging de kamer uit, wierp de deur hard dicht.
Zonderling bromde Henk. De kerel zal nog gek
worden. Hij trok de schouders op en Neily tikte met
haar wijsvinger een paar maal tegen
beur voorhoofd.
van Haver keek verwonderd, ver
ward en vroeg
Maar wat is er dan toch
Niemand kon hem hierop een ant
woord geven en toch hadden allen
bemerkt, dat er iets vreemds met Ge
rard had plaats gehad zijn blik was
van B'ertha naar Nelly gegaan, was
op haar gevestigd gebleven met iets
wonders 'in, als 'onderging Gerard
een hevige emotie.
Hij had in haar de vrouw ontdekt.
Voor hem was zij nu geen kind, geen
bakvisch meer.
's Middags ging hij niet mee naar
het kerkhof, bleef in zijn kamer tot
hij de auto zag wegrijden. Toen be
gaf hij zich naar de sofa, waar het
kleintje rustig sliep.
Ida en Lies stonden er in verru
king bij, doch zoodra zij zijn stap
hoorden, stoof Ida naar de keuken
en begon Liese de tafel te ontruimen.
Gerard liep den tuin in tot Lies de
kamer verlaten had.
Hij stond voor het kind, mijmer
de
Mooie engel... Nooit zal ik het
geluk van vader zijn kennen. Ik zou
niet kunnen trouwen enkel om ge
huwd te zijn, daar slechts liefde al
leen de zielen kan vereenigen. Het
huwelijk is voor mj iets grootsch. iets
verhevens, waar men niet mee spot
ten mag. Liever sterf ik, dan mij met
een vrouw te vereenigen, die ik niet
lief heb.
Het kleintje ontwaakte, even keek het hem strak aan.
toen glimlachfe het en stak haar armpjes naar hem
uit. Onhandig nam hij het op zijn arm, .trachtte het, door
schilderijen, portretten en vaasjes te laten zien, bezig te
houden. Toen plaatste hij zich voor den spiegel en door
greote oogen te zetten en zijn gezicht in alle mogelijke
figuren te trekken, probeerde hij haar aan het lachen te
krijgen. Hij stak haar telkens in de hoogte, liet haar'
weer vlug dalen. Het kind kraaide, hikte en een golf
melk bevlekte zijn nieuw rouwcostuum.
Lies had in de keuken met veel drukte aangekondigd,
dat de beer met het kind speelde.
Ida zette haar handen op.heur b re ede heupen.
Wat zeg je Mijnheer Gerard Zeg, als je me nou
wilt beduvelen, dan moet je vroeger opstaan, meisje.
Kom mee, wenkte Lies.
En op haar teenen slopen ze achter de struiken, die
gedeeltelijk het tuinkamervenster verborgen.
Nu zitten de kwezels in den mallemolen, lispelde
Ida", haar gezegde, dat zij steeds gebruikte als er iets on
gewoons gebeurde.
't Kind zal naar worden door dat geschok, pre
velde Lies... Daar heb je 't al
Ze giebelden, hielden hun schort voor den mond.
Zie hem kijken, of hij op nootmuskaat bijt... Hij
zal 't wurm nog laten vallen. Stil, hij legt het in zijn
bedje. Als hij er de stoelen maar voorschuift... Zie hem
eens wrijven met een servet om de vlekken van zijn jas
te krijgen.
En wat kijkt hij nectoorachtig
Heb je hem ooit anders zien kijken, die beer
Stil! Hij gaal schellen
Ze slopen weg en Lies, op haar lip bijtend, klopte.
De kleine is zeker ongesteld, wees hij naar het
bedje. Doe haar een proper jurkje aan.
Gunststootte Lies uit. Ben je ziekjes, popje Kom
maar, poesje, Lies zal je wel weer netjes maken, hoor
Denk je, denk je, dat ze ziek is vroeg hij met bene
pen stem
Ze heeft zeker wat wild gesparteld. Ze is toch zoet,
want ze heeft zich niet laten hooren.
Als je denkt, dat ze niet in orde is, dan zal ik haar
vader gaan halen.
Wordt voortgezet.)
HET EINDE VAN EEN ROOFDIER
Een vier-en-'n-halven meter krokodillenhuid is bij een Amsterdamschen leerlooier
gearriveerd. Den enormen kop van het ex-monster kan men duidelijk zien. Wij zullen
ons maar niet verdiepen in de vraag hoeveel damestaschjes, schoentjes, portemon-
naies's en andere dingsigheidjes voor de vrouwen uit dit beestenvel gesneden zullen
worden.