WETSVOORSTEL
De werkstaking Marchant.
voor de vermindering der werkuren.
Art. I. De tegenwoordige wet is toe
passelijk aan de ni,verheden, opgesomd in
artikel één der wet van 13 December 1889,
aangaande h t vrouwen- meisjes-jongelingen-
en kinderwerk, alsook aan de werkplaatsen
en timmerwerven meer dan vijf werklieden
bezig houdende.
A't 2. nen duur maxima van den
arbeidsdag "oor de werklieden en beambten
der publieke heimeren, (Staat, provincie en
gemeenten) is op acht uren daags gesteld
Art. 3. Voor de werklieden en beamb
ten der nijverheidshuizen, werkplaatsen en
timmerwerven i i art. één der wet van 13
December 1889 opgesomd, zal hel maximum
des arbeidsduur geen tien uren daags mo
gen overlrelïm.
Art. 4. Wat den arbeid in de mijnen
en rniji-sl 'fieri aangaat, zal den arbeidsdag
beginnen op het oogenblik der daling en ein
digen bij het aan den dag komen der werk
lieden.
Art. 3. Voor alle herkende gevaar
lijke, ongezonde of la tige nijverheden, als
ook voor de nijverheden een groot gelal wer-
keiooze aibeiders tellende, zal een koninglijk
besluit, met de meening der bevoegde Werk
en nijverbeidsiadcn en bet Üppergezond-
heidsbestuur.eeuen minder verhev m arbeids
duur, dan die in artikel 3 voorgeschreven,
mogen vaststellen.
Art 6 De werkdag zal begrepen wor
den tusschen zes uren 's morgens eti zeven
uren 's avonds. Ziirien duur zal ingeschreven
zijn op een werkhuisreglement, in de twee
talen, en op eene zichtbare plaats in de fa
briek of hel werkhuis aangeplakt De werk-
uien zullen geregeld worden volgens de
publieke uur of volgens die-der spoorweg-
slalie.
Art. 7. Het nachtwerk is verboden,
behalve en alleenlijk voor de mannen, ir.de
nijverheden die door hunnen aard of nuttige
publieke redenen, door Koninglijk besluit
zullen uitgezonderd worden.
Art 8 i <>or de andere nijverheden
zullen nochtans, maar enkebjk oor eene
maand, vergunningen kunnen toegestaan
worden, in den door art 7 der wet var: 113
December 1889. voorgeschreven vorm
Indi mi een onvermijdelijk geval eerier,
nil veraar of baas verplichte eene nieuwe ver
gunning in den loop des jaars te vragen zal
hij zich moeten gelasten, eene oogenblikktiijke
loonvermeerdering van 25 p. h aan de ar
beiders die den nacht werken, te betalen.
Art. 9. De vragen om toelating, strek
kende tot het verlengen des ar beidsdags op
eene bijzondere of kortstondige wijze, zullen
aan den Gouverneur moelm gestuurd, en
door di n .Minister van Werk en >ij verheid,
op overeenkomstig bericht, des bevoegde
werkopzichters, aangenomen worden.
Enke'ijk voor geene twee uren daags, en
ingeval de baas zich gelast aan zijne werklie
den een loorisverhooging van 25 p. h. per
bijgevoegde uur te betalen, zal er geene
nieuwe vergunning in den loop des jaars mo
gen toegestaan worden
De toegestane toelatingen zullen, met aan
duiding der redenen, in het Staatsblad ver
schijnen
A't. 10. De nijverheidsopperhoofden,
alsook de publieke beheeren. zullen hunne
werklieden niet meer dan zes dagen op zeven
mogen doen werken De wekelijksche verlof
dag,behalve de onderscheidingen door koning
lijk besluit vast te stellen, zal zondags toege
staan worden.
Art. 11. De baas is verplicht aan zijde
arbeiders, 's middags, voor hun maal, eene
rual van minstens eene uur toe te staan. Be
hoorlijke lokalen, 's winters verwarmd en
buiten de gewone werkzalen, zullen kosteloos
ter beschikking der werkliedendie bun eten
medebrengen of doen brengen, gesteld wor
den.
De vrouwen die een huisgezin te bezorgen
hebben, moeten vrij zijn het werk eene halve
uur voor het middagmaal te verlaten.
Art I 2. De inkr-achltreding der tegen
woordige wet is vastgesteld op I Januari 1903.
Art 13. De werkopzichters, de plaat
selijke overlieden eri het parket, zijn geza-
mentlijk gelast met het invoeren der tegen
woordige wet
Ail. 14. De nijverheidsopperhoofden,
bazen, bestuurders of beheerd-.rs, die de
voorschriften der tegenwoordige wet, of de
besluiten aangaande hare uitvoering, zouden
overtreden hebben, zuilen gestraft worden
met eene boete van' 50 lot 500 franken.
De boete zal zoo dikwijls toegepast worden
als er bezig gehoudene lieden zijn, in over
treding aan de wet of de besluiten, zonder
dat de som der straf 2,000 franken moge over
treffen.
Art. 15 De wet op de voorwaardelijke
veroordeeling is niet toepasselijk voor de
overtredingen aan de tegenwoordige wet, en
in gei al van hei valling in het jaar zal de
straf, vastgesteld door het voorgaand artikel,
verdubbeld, en het tusschen gekomen vonnis
aan de ingangpoort der fabriek, werkhuis of
timmerwerf, aangeplakt worden.
Ait. 16. De nijverheidsopperhoofden
zijn burgerlijk verantwoordelijk voorde beta
ling der boeten uitgesproken ten laste hunner
bestuurders of beheerders.
Art. 17. Bij inj>reük op art. I00 van
het strafwetboek zijn kapitel VII en art 85
van den boek een van dit wetboek toepasselijk
aan de vei brekingen door de tegenwoordige
wet voo! zien.
Art. 18. De .publieke werking voort
komend van eene verbreking aan de schikkin
gen ib-r tegenwoordige wet, zal na drie volle
dige jaren, te tellen van den dag op dewelke
de v rbreking geschiedde, voorgeschreven
warden.
Art 19. De werkman of beambte, die
den werkopzichler. de gemeerde overheden or
de Piocuieur des konings, van de verbreking
der wt bij den baas die hem bezig houdt, zal
onderrichten, of de werkman of beambte die
tegen hunnen baas gerechtsgetuigenis gedaan
hebben, zullen, voor een jaar, niet mogen
weggezonden worden, op straf voorden baas,
aan dezen werkman of beambte, eene schade
loosstelling, ten minste tot drij maanden dag
loon beloopende, te betalen.
Art. 20. De tegenwoordige wet zal in
de twee talen, op straffe van 30 tot 200 fran
ken ten laste van.den baas, op eene zichtbare
wijze in al de werkzaam aangeplakt worden.
Art. 2L Alle twee jaren zal het Goe-
vernement de Kamer verslag geven over het
uitvoeren en de werkingen der tegenwoordige
wet.
Lod. Bertrand, P. Van Langendonck,
E. Ansecle, J. Malempré, H. Denis,
L. Furnemont.
Verleden vrijdag 3i Oogst, vergaderden
de wevers van M. Marchant in 't lokaal
Hand aan Hand om er hun ontvangen loon
te bespreken.
Zij maakten hun rekening en meest
allen kwamen tot de slotsom dat zij min
der gewonnen hadden met op 't stuk te
werken dan hun gewoon dagloon bedroeg.
Van daar ontevredenheid van wege de
wevers en besloot men, des anderendaags
met M. Ma>rchant te onderhandelen doch
er werd hun goed op 't hart gedrukt door
den Secretaris, dat zij niet mochten
staken, dat erlangs vredelievenden weg,
moest trachten overeengekomen te wor
den
Zaterdag morgend boden de wevers zich
nu aan hij Mr om over het tarief te hande
len, en zij wierden door den schoonzoon
van M. Marchant brutaal ontvangen, met
de woorden: wie het niet aanstaat mag
er van onder trekken.
Dit verbitterde de wevers, te meer om
dat het in de onderhandelingen met Mr en
gezel Van Langendonck overeengekomen
was, dat de wevers hunne reldamatie
mochten indienen, en mei; ze bereidwillig
zou onderzocht hebben, en daar dit nu
niet gebeurde, staakte m* n eenparig het
werk.
Op de Algemeene vergadering der we
vers van verleden Zaterdag en op de Al
gemeene vergadering der coöperatie van
Zondag, vvierd dan ook den strijd bekend
gemaakt, en alhoewel men algemeen be
treurde dat die staking zoo ras was uitge
broken, toch wierd zij goedgekeurd, eerst
en vooral, omdat wij allen in de overtui
ging verkeerden dat de wevers het gewoon
dagloon niet hadden gewonnen en twee-
dens omdat het aannemelijk is, dat de
brutaliteit van een heer, de werklieden
soms aanzet om het werk te staken
Doch toen woensdag achtermiddag de
wevers hun laatste loon ontvingen er, ge
zel Nicbels, de rekening maakte van el-
ken wever, dan ondervond hij dat de
wevers, hun loon verleden vrijdag niet
juist hadden overgegeven zij hadden een
voudig weg geen rekening gehouden van
't geld dat zij nog te goed hadden (Hunne
laatste geweven meters)
De secretaris ondervond dat er maar
vier of vijt waren die, aan hun gewoon
dagloon niet kwamen, dat de andere meer
hadden gewonnen en er dus voor den
oogenblik geene reden tot staking waren,
en bij raadde de wevers aan bij M. Mar
chant te gaan, hun ongelijk te bekennen,
en het werk te hernemen
De wevers hebben dit gedaan en M. Mar
chant wil nu de wevers aan 't werk laten
gaan, maar hij wilt acht slachtoffers ma
ken.
En dat willen de wevers niet. die zeg
gen, zijn wij onbezonnen geweest, hebben
wij lichtzinnig en wat te spoedig gehan
deld,wij hebben het ALLEN gedaan, nie
mand is daar den opstoker van, en wij
willen geene slachtoffers
En ais M. Marchant wijs wil handelen,
zal hij geen slachtoffers maken ook.
De waarheid is dus, dat de wevers wat
te lichtzinnig hebben gehandeld, maar dat
de staking nu nog niet zou zijn uitgebro
ken zonder de brutaliteit van M. Meers.
Er zijn dus langs beide zijden fouten.
Hebben de wevers nu bijna allen meer
dan hun gewoon dagloon gewonnen, dit
komt zeggen ze en het is heel verstaan
baar omdat M. Marchant er nu voor
gezorgd had, dat zij allen heel goed werk
op hadden.
't Was eene reden te meer, om den tarief
wat langer te probeeren, heb ik hun ge
zegd.
Laat ons hopen dat M. Marchant al de
wevers terug aan 't werk zal laten gaan,
om alle moeiëhjkheden te vermijden.
Wij willen hier nu eens va» de gelegen
heid gebruik maken, om de fabrikanten iu
't algemeen te toonen, dat zij ongelijk heb
ben, van met den secretaris der vereeni-
gingen niet te willen onderhandelen.