Voorheen en Thans. Een en ander. Wanneer ik terugblik naar den lijd toen wij dagelijks naar de kerk moesten om den catechismus te leeren voor onze eer ste communie, dan herinner ik mij met welke blijdschap en ingetogenheid dat wij dien gedwongen kinderplicht volbrach ten Inderdaad, welke schoone woorden werden daar tot ons niet gericht over zedelijkheid, goedheid en wijsheid, over plichten van den eenen mensch tegenover den anderen, jegens vader en moeder, broeders en zusters, dit alles in verband met de wenschen van den alwijzen God der menschen. O dit bekoorde mij zóó, dat, telken male ik thuis kwam aan vader en moeder alles vertelde, wat ik gehoord had. Wat waren m'n oudeis toch te tevreden over mijne eigene blijdschap. Leert maar goed uwe lessen jongen, en luistert altijd aandachtig naar hetgeen men zegt en ge zult een wijze jongen wor den, voegde moeder er bijna schier altijd bij. Helaas één enkel voorval was genoeg om mij later te doen besluiten dat dit alles maar een lap boven op de gescheurde broeK was, want op een zekeren dag (toen was ik bijna 15 jaren) werd mij de vraag gesteld of ik nog nooit met geene meis jes gespeeld had, waarop ik. onschuldige knaap die ik was antwoordde, dat wij, jongens en meisjes, 's avonds na het werk op de straat allerlei spelen uitvoerden waarop den biechtvader hernam Ja maar, hebt ge nooit geene vuile manieren gedaan met de meisjes Neen Mijnheer Neen Mijnheer Waren dat nu vragen om aan een on- noozel kind gesteld te worden Is dat niet genoeg om u later voor eeu wig van dit boeltje los te scheuren Dat den biechtstoel niet geschikt is voor wijze menschen, ondervinden wij dagelijks maar al te wel Inderdaad, men leert u Eert vader en moeder met wil of met werken, sla niemand dood, doet geen overspel of onkuischheid nooit. Maar pas negentien jaar oud, werd ik met de jongens van mijnen ouderdom ont boden om dtei te nemen aan de loting. Nooit heb ik mijne ouders ongeruster gezien dan dien dag, entoen het lot het zóó besliste mij met nummer 47 te ver eeren toen stortte men tranen tranen van verdriet en wanhoop. Moest ik nu soldaat worden Wat was dat soldaat zijn Leeren schieten 1 op wat in de lucht? 't water naar de musschen hi 't water naar de musschen Neen 1 naar menschen, naar schepselen Gods, zooals ik 1 En den priester leert het kind Doe nooit aan een ander wat ge niet wenscht dat u geschied, sla niemand dood. Eenige weken na onze loting moesten wij naar 't conseil of keurraad, en na een onderzoek werd ik naar een hospitaal ver wezen om nogmaals onderzocht en slotte AFGEKEURD te worden. Waarom Omdat ik bijzichtig was. Ik kan dus niet genoeg zien om HEM of DAT kapot te schieten welke zich in geval van nood voor mij zou bevonden hebben. Ik kan geen broedermoord plegen en daarom, GEREFORMEERD voor altijd, zai ik den lezer moeten zeggen dat, toen mij op 't conseil bevolen werd mij van al mijne kleeren te ontdoen en naakt zooals ik was (deze operatie heb ik driemaal on dergaan) mij aan de grillen te onderwer pen van een troep gegaloneerde en gewa pende typen, dat dan ZIJ die ons juist het tegenovergestelde geleerd hadden mij voor de oogen dansten als de grootste kluchtspelers ter wereld Want was dat geene onkuischheid ple gen in den naam van God, geloof en vaderland Wart eens dat ge mensch geworden zijt en tegen terugstootende en van ouds- heid ingevoerde handelingen en gewoonten protesteerd, dan ontmoet ge die zelfde zedenpredikers van vroeger die u bedrei gen met broodroof en vervolging, ja, die u soms het bestaan onmogelijk maken. Wan neer toch zullen de menschen eerst en vooral leeren onderzoeken vooraleer te gelooven. En aan u, mijne Heeren, discipels van Christus, zeg ik, houdt den menschen het WARE en'het GOEDE voor oogen, en leert het geene dingen, gesteund op leu gen en bovennatuurlijke standpunten,dan zal den mensch niet afbreken hetgeen hij vroeger, toen hij kind was, zoo lief had. Geeraardsbergen. J. V. C. Volgens Petrusken heeft Fred geen verstand van de industrie 't Is mo gelijk, dat hij er wat meer van heeft, want hij heeft vroeger nog industrie gedaan onder de papieren zakken en er veel be wijzen gegeven van bekwaamheid, van maar al te slimme bekwaamheid En wat de edicatie van Fred betreft, 't is waar z'is niet al te groot, hij heeft enkel naar de stadsscholen geweest en dus de opvoeding der paterkens gemist, die opvoeding die zoo stichtend en aanbeve lingswaardig is Wij kennen in Aalst gewezen broeders, die nog altijd den schijn hebben heel gods dienstig te zijn, maar openbaarlijk'zijn gekend als dieven en bedriegers. Van zulke edicatie moeten wij niet veel hebben Het is ook waar dat wijden FIL niet hebben van met de patroons om te gaan wij zeggen onze meening recht uit en zijn eerst en vooral geene vleiers. Mogelijk zal Petrusken het beter doen. M. Marchand kan het reeds weten. 't Geval M. Pieter al wat tegen ten van Priester Daens. Daens protesteert energiek er in de bladen wordt ge schreven over Priester Daens, nopens zijne bekeering of afzweering. Wij houden staan dat M Delaforterie, den schoonzoon van M. Petrus, ons heeft gezegd,dat zijn oom,den priester,wenschte afstand te doen van het politiek leven, want dat hij uit eigen beweging, zonder drukking, ten gevolge van onrust van zijn geweten den raad der Christeae Volkspartij had verzocht hem niet meer te herkiezen, noch als voorzitter of eere voorzitter. Bovendien moet ik den heer Daens doen opmerken, dat ik niet begrijp, waarom hij niet mededeelt, dat Priester Daens zijn ontslag niet is aanvaard, maar dat hij zelf uit de partij is gesloten, door den raad van Brussel, uitsluiting die medege deeld is geworden aan Le Peuple en on derteekend was door Priester Fonteyn en anderen. Dit moet ons uitgelegd worden, of an ders blijft het feit bestaan. En de woorden die M. Petrus in het openbaar aan Priester Daens richt, iaten ons genoeg hooren dat ér iets achter schuilt. Als M. Marchand nu aan Petrusken zegde dat de premie der bambrochen een AANWEZIGHEIDSPENNING is, waarom hem dan niet gevraag 1 waarvoor AL HET WERK VOLK van het fabriek dien aanwezigheids- penning dan niet ontvangt. Heeft Petrusken dan niet gevat dat men hem daar bezig was met bij den neus te leiden of heeft hij niet durven spreken En hoe durft Petrusken zulke belachelijke zaken afkondigen Hij deelt dit mede ten titel van inlichtingen hij heeft er zelfs geen woordje afkeuring bij te voegen of er eene opmerking op te maken. Ge zijt een mooie verdediger der werk lieden Een frank aanwezigheidspenning per quinzaine En men moet eens verletten om bij den doktor te gaan, men is eens een halve dag ziek, men moet eens meter zijn, een huwe lijksfeest of begrafenis bijwonen, voor alle gevallen, als men maar iets moet verletten, is men den frank kwijt. Liever dan de meisjes te straffen, schrijft Petrusken Als men voor zulke kleinigheden een fiank verliest, is dit dan geene straf Dit is eene straf van een frank, zoo versta ik het en veel liever zouden de meisjes eene boel oploopen van eenige centiemen, als zij eens afwezig zijn, dan een frank te verliezen. Daarbij de meisjes winnen geene vijf fran ken daags, dus is die boet boven het vijfde van hun loon en dit is tegen de wet. Er zijn nog andere fabrieken ook, waar de tarieven niet uithangen. Men noemt ons ook La Georgie Als men daar geene beenen in vindt, waar om hangen dan de tarieven niet uit Dat is de vraag. Als het waar is dat M. Marchand een onderhoud heeft gehad met den vertegenwoor diger der anti's, dan moeten de werklieden hieruit leeren dat dien katholieken heer als den vriend der liberale heeren wordt aanzien, reeds van zijn eerste optreden, en dat voor spelt weinig goeds. Liberaal en katholiek 0111 den werkman onderden hiel.te houden, IS EEN. Als Petrus nu toch doorM. Marchand is ontvangen geworden zooals Nichels door M. Wrathall, dan was hij nu ook eens in de gele genheid verbeteringen voor zijn broeder Alex ander te eischen en de andere werkmenschen te laten vlotten. Maar gie snul, Petrusken zou dat niet doen, hij is niet voor eigen belang zooals gij daarbij Zander werkt daar niet meer 1 Hij is er zijn plaatsken van meester kwijt. AVaarom Rijmt dit te samen. De dompers schrijven een brief naar de Filature et Teintu- rerie en hij blijft onbeantwoord dat nemen wij gereedelijk aan, want M. Marchand wilde mij niet ontvangen, zelfs dan als ik hem moest overhandigen datgene wat hij aan de spinners had gevraagd. Maar omdat hun brief onbeantwoord blijft biedt hiiDnen ohefzich persoonlijk aan en M. X* mot n rrcxlf T- t.if- 0 I Wij zuilen liij écu wcrkinspecteur aandrin gen opdat dit ophoude en hem zelf vragen de tarieven in alle werkplaatsen te willen doen uithangen, want dit is ook zeer noodig.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1907 | | pagina 2