Onze Samenleving. KLOKKE ROELAND Wanneer we een ernstigen blik werpen op de huidige samenleving, dan komt on- middelijk de vraag op waarom er naast zooveel weelde en overvloed van den eerien kant er ook zulke schreeuwende armoede kan heerschen langs den anderen kant. Inderdaad een handvol rijke lieden be schikken over geld, macht, rijkdom en het grootste getal, de arbeidende klasse, die alles voortbrengt, alles schept, alles tot stand brengt, zij lijdt gebrek, zij lijdt hon ger Waarom Omdat de voortbrengst zóó slecht is in gericht, dat de werkmenschen na onbere kenbare schatten te hebben voortgebracht, te kort komen om een beetje fatsoenlijk te leven. De natuur biedt het menschdom on schatbare bronnen van rijkdommen in allen aard de mensch weet daar gebruik van te maken, maar hij doet het niet ten algemeene nutte, maar tot voordeel van enkelen. En er worut met de natuurlijke rijk dommen omgesprongen, niet zooals het algemeen beiang het voorschrijft, maar naar de grillen van enkele rijke menschen die deze bronnen van rijkdommen wisten te overmeesteren. Zien wij maar alleenlijk hoe in onze samenleving wordt voortgebracht. De gezonde rede zegt toch dat het paar honderd millioen menschen die op onze planeet leven en daar zoo'n betrekkelijk aanzien hebben, dat kort leven daarin geluk en welvaart zouden moeten door brengen Onze planeet is rijk genoeg be deeld, de wetenschap is ver genoeg ont wikkeld om er een aardsch Paradijs van te maken waar ieder mensch voor een kort en aangenaam werk een ruimer ge lukkig bestaan zou kunnen hebben. Maar er zijn menschen gekomen die niet tevreden waren, met een ruim ge meenschappelijk bestaan, en voor zich zeiven zooveel mogelijk van de algemeene schatten wilden verzamelen. Zij zijn onze kapitalisten, onze recht streeksere of onrechtstreeksche werk gevers. Zij hebben eene economische inrichting geschapen waarin zij ons uitbuiten en eene politieke organisatie gevormd, om die uitbuiting wettig te kunnen maken. En 't is dank daaraan dat er groote armoede nevens schreeuwende weelde be staat. Het genie van het menschdom heeft het reeds zoover gebracht, dat dank aan de uitvindingen, de voortbrengst enorm is gestegen. Heeft dit de armoede verminderd Neen integendeel ze vergroot, war.t elke nieuwe uitvinding van machienen, spaart arbeidskrachten die overbodig worden, en die menschen die door het machien hun werk zien verrichten, zijn broodeloos, heb ben geen werk zij zijn immers vervan gen door stomme ijzeren of stalen meca- nieken die in plaats van hulp aan de wer kende klasse te brengen, enkel meer rijk dommen voortbrengen voor de bezitters en grooter armoede voor hen die vruchte loos naar werk zoeken. Is het niet wraakroepend omdat een wever met behulp van een mecaniek zoo veel heeft voortgebracht, dat er overpro ductie is. en dat hij ten gevolge van die overproductie geen werk heeft, en dus ook geen eten. Nogthans is er hierom geen graantje min gegroeid, geen zak bloem minder ge malen, geen broodje minder gebakken, geen visch minder gevangen, geen koe min geslacht Omdat dien wever meer heeft gewerkt, meer heeft voortgebracht dan de bevolking noodig had of zich kon aanschaffen daar om moet hij honger en gebrek lijden, daarom moet vrouw en kroost leven in de meeste armoede. Roeot zulks niet om wraak Van alles is er overvloed, aan niets heb ben wij in onze samenleving te kort, want alle winkeliers snakken naar verkoop, omdat zij er ook moeten van leven, en gij armen drommel, gij die te vergeefs naar werk zoekt, gij moogt dit alles aanschou wen, gij moogt u vergenoegen met liet zien te liggen voor de spiegelruiten, maar wacht u wel er aan te raken, neemt geen brood, al is het ook op het punt slecht te worden en al kwelt den honger u nog zoo fel raakt niet aan dit stuk vleesch, al moet den beenhouwer het ook morgen weggooien, en al snakt uwe teedere vrouw en lieve kinderen naar wat versterkend voedsel, wacht u wel, het mede te nemen of de politie, de gendarmen zijn daar, om u, naar het gevang te voeren En nogthans werklieden, 't is uwe eigene schuld, 't is dank aan uwe ver deeldheid dat ge onmachtig zijt, dat ge speelt in de kaart van de rijke lieden. Vereenigt u allen, in machtige vakbon den, waar gij door uwe eendracht iets of wat uw economischen toestand kunt ver beteren, maar tracht u ook van de wetge ving meester te maken, waardoor het werk, het loon, de voortbrengst kan gere geld en verdeeld worden, ieder naar zijn behoefte. En hierom is het noodig werklieden, dat gij u allen overtuigt van de waarheid van het socialisme, dat de misbruiken van onze samenleving in al hunne naaktheid durft blootleggen. handelt over de benoeming van een bedierde bij de Socialisten, en spreekt erover als een blinde over kleuren. Hij spreekt van konkelfoes, kozijntjeswinkel enz. Het blad zegt Er moest een omhaler benoemd worden in de plaats van Bokké. Er waren meer dan 10 kandidaten tus- schen de cooperateurs. Welnu, het bestuur heeft iemand genoemd die er geen recht toe had. Weer eenen van den kozijntjeswinkel Dat zulks eene groote ver bittering verwekt onder de leden moeten wij tiiel zeggen. Zou Klokke Roeland ons niet willen zeggen, waarom dezen die genoemd is, geen recht had Wanneer men van iets spreekt, moet men toch de feiten kennen, niet waar Welnu, Klokke Roeland, ge zijt heel slecht ingelicht en wij gaan u wat beter op de hoogte stellen. In de plaats van Bocqué is er genoemd ge worden, den man die dienst deedt als winke lier, in Hand aan Hand. Het bestuur dacht dat in den winkel eene gezellin beter pastte dan een man, en hierom plaatste het den winkelier aan eene broodkar en eene jonge dochter in den winkel. Heeft het bestuur hiermede misdaan Indien Klokke Roeland zich reeds niet zoo vermaard had gemaakt aan vele niet aanbeve lingswaardige zaken, wij zouden geneigd zijn hef zijn oordeel zelf te laten vellen. Doch nu laten wij dit aan onze lezèrs over. Eene andere plaats kwam open, doordat den vriend Jacobs naar Brussel verhuisde en i zijn werk opzei in Hand aan Hand. En nu moest er opnieuw overgegaan wor den tot bet benoemen van een broodvoerder. Er waren 20 kandidaten en niet 10. Onder dezen was er een man die reeds acht jaar, met onze broodkar naar den buiten reed, om onze klanten in de omliggende gemeenten te gerie ven. Het Bestuur heeft dezen gekozen, om nu dienst te doen in de stad. Had dezen daar geen recht toe Daar nu de plaats van dezen open was, moester een anderen in zijne plaats genoemd worden. En er bleven nu nog 19 kandidaten. Het Bestuur moest toch onder dezen zijn keus doen, en het heeft een jongen gekozen, die sedert lang deel maakt van de partij, be stuurlid is van dekatoenbewerkersvereeniging, bestuurlid van Hand aan Hand en werkend lid van 't muziek. Had dezen er geen recht toe Dat er nu onder die 18, allen ieverige partijgenooten, goede propagandisten, die ook rechten kunnen doen gelden, op eene bedie ning in de inrichting die zij hebben helpen stichten en groot brengen, nu ontevredenen kunnen zijn is aan te nemen, maar zij ook zul len begrijpen, dat allen niet kunnen geplaatst worden. Zeg eens, Klokke Roeland, wat konkelfoes of kozijntjeswinkel steekt daar nu in Maar wat ons verwonderd, dat is dat het Klokke Roeland is, die daarover een woordje durft reppen. Kent Klokke Roeland, den schrijver niet der katholieke vakvereenigingen, die op een. twee, drie, secretaris gebombardeerd wierd, alhoewel hij eerst katholiek zijnde, bij de Christene democraten de eerste viool ging spe len, en na opnieuw kazak te hebben gekeerd, terug bij de katholieken aanlandde en als be looning den post van Secretaris verwierf. Nogthans had de katholieke partij, getrouw geblevene mannen genoeg om die bediening te vervullen. Had dezen daar recht toe, Klokke Roeland Klokke Roeland bemoei u niet met zaken waarvan ge niets kent, want ge ziet, dit keert tegen u. Klokke Roeland maakt er ook gebruik van om te zeegen dat er verschillige van die menschen aan hunne mannen hebben ver klaard, dat zij den buik vol hadden van zoo een boel en het ontslagen zou regenen, en het artikel sluit, met de volgende zinsnede Wij raden die mannen aan bij de socio's hun pak te maken en bij onze christene vak bonden te komen. Eerst en vooral zijn die mannen verstandig genoeg om te begrijpen dat allen niet kunnen geplaatst worden en zijn te meer overtuigd dat alles regelmatig is gegaan Doch wat ik niet begrijp is de houding van Klokke Roeland. Volgens dit blad zijn al de bedienden van Har.d aan Hand gelukzoekers, vetleggers, uit buiters van 't werkende volk, dus al dezen die gebuisd zijn, kandidaten voor dit postje. En r.u doel Klokke Roeland een oproep, tot al die kandidaten vetleggers om bij hun te komen Dit is niet slecht, niet waar Mogelijk zal Klokke Roeland hun kunnen den weg wijzen, om ia de katholieke partij het postje van vetlegger te veroveren, dit langs den weg die den secretaris der katholieke vak bonden heeft bewandeld. jaa^araM«fwinr«HM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1908 | | pagina 2