BRIEFWISSELING. M. P. De Neef, uitgever van Recht en Vrijheid St. Vincentiusslraat, 9, T/S. In uw blad van 26 Juii 1908 wijdt ge mij drie artikelen toe over hetzelfde voorwerp waarop ik in uw eerslkomer.de nummer eisch te antwoorden, in naam onzer maatschappij en in mijnen eigen naam. Wij bevestigden dat M Van Schuylenbergh ons besluit aangaande den bijleg kende. M. Nichels blijft nog altijd onze bevestiging in twijfel trekken, en wal erger is hij laat eene briefwisseling afkondigen waarin onze bevestiging genoemd wordt eene leugen van M De [Naeyer EENE LEUGEN VAN M. DENAEYER Ziehier de zaak met hare omstandigheden. Een der eerste dagen van April, lusschen 8 en 9 ure voormiddag, heeft hot volgende gesprek plaats gehad, in de Zonnestraat, aan de poort van den Werkmanskring tusschen M. Van Schuylenbergh en mij. Binnen een drietal maanden zullen wij ons stoommachien moeten uitbreken en er een nieuw plaat- sen doch onze meisjes zullen riet zonder verk vallen. Wij zullen trachten katoenaf- val bijeen te krijgen, genoeg om ze geheel den stilstand te laten werken. Zullen dan de meisjes geen verlies van loon moeten ondergaan Neen, er zal hun eenen bijleg geschonken worden, voor zooveel hun loon zou vermin- derd zijn en vermits ze vlijtig en behoorlijk werken. Mag ik dal afkondigen hetzij in de ver- eenigirig of in de gazet Dat is niet noodig, wij zullen het zelf aan de meisjes zeggen eenige dagen voor dat het fabriek stil valt Deze zaak moet niet verder veropenbaard worden Ziedaar de oprechte en volkomene waar heid. Nochtans er is nu een kerel, die zich ver duikt achter de hoofdletters I». V. en durft schrijven dat diteene leugen van M. De Naeyer is. Waarom schrijft D. V. zijnen naam niet voluit, wanneer hij iemand van leugers beschuldigt Is hij daar te laf voor Is hij van die mannen die gedurig stoeflen dat ze met open vizier strijden Indien D. V. beweert dat ik loog, dan moet hij zulks bewijzen. Zoo niet beneven de lafheid van zich te verduiken, begaat I). V de nog groo- tere lafheid van iemand Ie beschuldigen zon der bewijzen. Dus 1) V. vizier op en be wijzen M. Van Schuylenbergh heeft den bijleg der F F. R afgekondigd omdat hij hem kende had hij onzen bijleg ge- kendhij had het voorzeker ook laten weten. Is dat nu eene redeneering voor M. Nichels, hij die gedurig spreekt over ver stard over slimheid voor zich zeiven en over domheidnatuurlijk voor zijne tegenstre vers Hoe dikwijls moeten wij het herhalen M Van Schuylenbergh was niet ge last onzen bijleg aftekondigen, en zooals wij hel hooger zegden hij was verzocht het niet te doen. En hij heeft het niet gedaan Is dat niet zeer natuurlijk M. Nichels en ook de duiker D. V. schrij ven verder Had M. Van Sch. den bijleg gekend, hij moest over het schrijven van Rechten Vrijheid geen onderzoek doen. Deze opwerping beteekent niets Wat onder zoek heeft M. Van Sch. gedaan Hij heeft ons den open brief gebracht en ons gevraagd wat wij daarvan zegden. Wij hebben hem geant woord dal alles voor de meisjes in order was gelijk wij het beloofd hadden en gelijk hij het sedert lang wist Tot bewijs dat alles slipt uit gevoerd was, hebben wij hem de boeken der dagloonen getoond en hem verzocht, met de meestergasten naar de plaatsen te gaan waar de meisjes werkten, om daar met de oogen en de ooren te vernemen of onze gezegden echt waren. Hij is dan gaan zien in de verschillige magazijnen waarde meisjes werkten, hij heeft de meisjes ondervraagd, en is ons eene uur daarna komen verklaren dat hij alles had echt bevonden. Ziedaar nog eens de oprechte waarheid. Bewijst dat nu dat M. Van Schuy lenbergh onzen bijleg niet kende Het besluit van alle weldenkende en recht zinnige lieden moet zijn dat M. Nichels en de duiker D. V. eene schoone gelegenheid gemist hebben van te zwijgen De werklieden hebben met al die zifterijen NIETS IN DEN ZAK, en indien ik hier in dezen crisistwist aan de nen maken, die de werklieden doet vergoeden in crisistijd. Wat de opgepropte kassen betreft, daar zoudt gij u voor den oogenblik kunnen aan mispakken, en moest ge de schulden voor uwe rekening nemen, ge zoudt aardig opkijken Maar hier komt den aap uit de mouw. Gij wilt ledige kassen, en de werklieden hebben goed gevulde kassen noodig, en daarvoor moeten zij eerst en voor al zorgen Het is dank aan eene goed gevulde kas, aan machtige vcreenigingen, dat de werklieden hunne loonen kunnen doen stijgen, want de fabrikanten zijn zoo raar, die uit eigen beweging opslag geven. Aftrok socialen eenen raad mocht geven, zou ik hun zeggen «Vrienden ge bekladden veel papier j ^mt'gemTkkeT.jkTr? ditwe'e?^niet waar." om de werklieden door de crisis op te hitsen. Ge doet alles wat ge kunt om, bij hun gebrek, nog zedelijke folteringen opeen te slapeten door het verbitteren hunner ziel Doet dat niet, maar l ever neemt een weinig geld uit de opgepropte kassen der menigvul dige sociale Volkshuizen en deelt daar iets van uit, waar hef meest noodig is, om den honger der crisislijders te stillen Hel is zoo vele jaren dal vele werklieden hunne centen in uwe kassen hebben gestort zij hebben deze centen uit hunnen mond en uit den mond hun ner kinderen gespaard om, op uw woord, te zorgen voor den nood. Ilewel de nood is daar, gij zelf ge schreeuwt hem rond geeft nu geen ijdele woorden, vult de maag niet op met nutteloos bekladderd papier geeft geld, een weinig van dal geld dat de werklieden in uwé kassen hebben gegoten, toen ge hun alles beloofdet. Gij ziet het, de patronen geven het voorbeeld, ze gaan naar hunne kassen. Gaat ook naar uwe koffers, daar ligt het geld der werklieden, en in plaats van vuur, giet op de beproefde zielen den balsem van den onder stand met een weinig van dat geld dat zij zelf u hebben aangebracht Dat wensch ik, u vriendelijk groetende. Usines Roos, Geerinckx en De Naeyer, Sociélé Ai.onyme Un Administrateur-Gérant, Ta. DE NAEYER. ONS ANTWOORD. Ja en neen, is een langen strijd. Gij roept de getuigenis in van VanSchuylenhergh.de lakei der rijke menschen, die tot dees oogen blik zich wel gewacht heeft te bekennen, dat hij uwe belofte sedert drie maanden kende. Voorwaar uw gesprek met V. S. is niet slecht gevonden, maar nog blijft het ons een raadsel hoe V. S. het besluit, der F. et F. R. een treffend voorbeeld r oemde, wanneer 3ij op een voorgaande van een zijner vrienden kon wijzen. Al wat de werklieden hiermede hebben ge wonnen, is dat den bijleg nu voorzejeer zal ge geven worden, en hij, wij hopen het ten min ste, toch van iels of wat beteekenis zal zijn. Zooniet zullen de menschen met al uwen bluf, eens goed lachen. Wij hitsen de werklieden door de crisis niet op Wij wijzen hen op hun onverdiend lijden, en voegen er bij, dat het niet te verstaan is, dat zij moeten hongeren, omdat zij te vlijtig zijn geweest, te veel hebben voortgebracht. De som die wij reeds aan de crisislijders hebben betaald is groot, een bewijs dat wij hun helpen de werklieden van uw fabriek heb ben dit ook reeds ondervonden. Maar het zijt gij, fabrikanten, die zoudt moeten verplicht worden, uwe crisislijdende werklieden te helpen, want zoolang dit af hangt van den goeden wil der patroons, zijn de werklieden er het slechtst aan toe. Als gij dan iets wilt doen, dat doeltreffend is voor de werklieden, gebruikt uwen invloed bij uwe katholieke vrienden, die meerderheid zijn in Kamer en Senaat en dus eene wet kun. En dal er met goed gevulde kassen iets is te veroveren, dal er met eendrachtigheid veel is te winnen, hebben de werklieden reeds menig maal ondervonden, en juist daarom wilt gij voor hen ledige kassen en domperssyndikalen, wiens cheffen, uwe lakeien zijn. A. N. Pakt vast, katholieke werklieden. De provinciale kiezingen zijn pas voorbij, en g'hebt eens te meer voor de katholieke hee- ren gestemd. Welnu de katholieke provincieraad, komt u eens te meer in 't aangezicht te slaan, met een paar cadeaukens te doen van i5 duizenc franken aan de vrije katholieke scho len en i5 duizend franken aan de klerikale universiteit van Leuven. Ook zijn er toelagen gestemd aan de kerk fabrieken van St. Martinus te Aalst, Appelterre Eyc"hem, Denderbautem, Meerbeke, Steen- huyse-Wynhuyse, Ressegem, Dendeneeuw en Geeraardsbergen. Voor kasseiwerken aan de gemeente Herder- sem en Voorde 5000 franken. Aan de Geitenbonden van 't arrondissement Aalst een hulpgeld van 2000 franken De toelage voor 't onderwijs der melkerij met 600 franken verhoogd. Voor de rijwielpaden is in de begrooting een crediet van 40,000 franken en voor de landbouwwegenis een crediet van 80,000 fr. ingeschreven. De vraag van den Rijwieldersbond om de provinciale taks van 5 op 3 franken te bren gen is verworpen. En gij hongerlijders die getroffen zijt, door werkeloosheid of crisis, raadt eens hoeveel zij voor u hebben gestemd Geen roode duit Stemmen voor hun, dat moogt ge, dat is zelfs verplichtend op straf in de zwarte hel terecht te komen, maar aan uwen toestand iets of wat verbetering brengen, dal ligt niet» in hunnen rol. Wat treft hun, uwe armoede. Nogthans M. Eeman en zijne rnedcgekoze- nen, waren de beste heeren, ge moest er voor stemmen, uwen chef Petrusken, bevool het u. Maar wat wilt ge De lakei moest toch voor zijne meesiers zijn, rit waar OP 'T FABRIEK TORLEY. D a; m o\ te be te a er ve en lij vo ko zo he ve vo on lit de: zie M; Kc kh ge ke: de al tie de zei ge die ZO( aa ho wo sp< ge< hu hei nie bu sp< mi hel pai om gei bij die chi de Wij laten met genoegen kennen, dat M. Torley, ons door monde van zijn bestuurder M. Sluck heeft laten zeggen, dat hij op onze aanvraag, om aan zijne getroffene werklieden een bijleg te verschaffen, de zaak welwillend zal onderzoeken, ons de verzekering gevende, dat hij aan zijne meest lijdende en minst winnende werklieden, hulp zal verleenen. Laat ons echter hopen, dat M. Torley het goede gedacht opvatte, een bijleg te geven, aan gansch zijn personeel, want alle werklieden door crisis getroffen hebben te kort. Wi öU 1)0 Wc y kei is 1 tuc i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1908 | | pagina 2