Onzen vriend Matthieu Frans
is verleden Maandag onder een grooten
toeloop van volk begraven geworden.
Wij hebben er aan gehouden hem te
doen vergezellen naar zijne laatste rust
plaats door onze fanfare Hand aan Hand
daar hij er een werkend lid en ook stich
ter van was.
Wat wij kleingeestig vinden, is, dat
onze muzikanten verlof geweigerd zijn
geworden, in de Filature et Filteries
Réunies, Filature du Canal en Filatur
et Teinturerie, om hunnen medemakker te
vergezellen
Had men misschien gedacht, ons hier
door in moeiëlijkheuen te zetten Zoo ja
dan hebben die heeren tot hun groot spijt
ondervonden, dat zij leelijk misrekenc
hadden.
De patroons beletten onze muzikanten
te verletten, de kerk weigert de begrafenis
op een Zondag, als de menschen gehee'
en al vrij zijn, alles is tegen de werklie
den, en toch zijn wij kunnen opstappen
met ons muziek.
Wij zullen eens zien als het een burgers
muziek is, dat een afgestorven vriend
moet vergezellen, of die muzikanten ook
zullen moeten werken
Frans Matthieu, is den eersten socialist
die te Aalst met het muziek begraven is
geworden.
Er was dan ook veel volk opgekomen
en op 't kerkhof is de volgende lijkrede
door onzen vriend Nichels uitgesproken
geworden, rede die om zoo te zeggen de
weerspiegeling is, van het leven van onzen
betreurden vriend.
Ziehier
Hij was lid van de Socialistische Reizigers
club De Ridders van den Ai beid, want, was
Frans Matthieu zuinigen spa; rzai'rn, verkwistte
hij niet zijn geld aan diank en nuttelooze spe
len, toch was hij mild en keek niet naar geld
wanneer het er op aankwam de wonderheden
van de natuur te bewonderen, want van reizen
hield hij veel.
Frans Matthieu slaap wel, rust zacht, vaar
wel, vaarwel 1
Bedanking. De YVede Frans Matthieu
en de familie, bedanken langs dezen weg de
Socialistische Partij en de talrijke .vrienden,
die het zich als plicht hebben gerekend, haren
echtgenoot tot aan zijne laatste rustplaats te
vergezellen.
Het Stedelijk Hulpfonds
tegen Werkeloosheid.
Deze instelling tot stand gebracht, door de
energieke werkzaamheid der Aalstersche Vak
bonden en voornamelijk de socialistische ver-
eeniging, heeft van na zijn ontslaan, talrijke
veranderingen ondergaan, niet met het schoone
doel verbeteringen er aan toe te brengen,
maar wel om besparingen te doen ten koste
der werkelooze arbeiders
De Vakbonden der stad hebben nopens de
opvolgentlijke nieuwe maatregelen of verande
ringen aan de reglementen, meermalen aan
hunne ontevredenheid lucht gegeven, in zoo
verre, dat er in de drie laatste maanden ver
schillende vergaderingen onder de afgevaar
digden hebben plaats gehad, waar men te
samen de nieuwe verordeningen besprak
met hunne nadeelige gevolgen voor de werk
lieden die door crisis en werkeloosheid getrof
fen worden.
Om daaraan een einde te zien brengen; heb
ben de Vakbonden zich met een schrijven tot
de Heeren Burgemeester, Schepenen en Ge
meenteraadsleden gewend, om de gewenscbte
verandering aan het reglement te vragen, doch
dit ook bleef vruchteloos.
Overtuigd van het goed recht die de vak
bonden aan hunne zijde hebben, en wat zij
vragen in niets overdreven is, gezien het
zelfde bestaat in andere steden van 't land,
waar de weikeloozenfondsen zelfs nog op
breederen voet zijn ingericht en er even goed
bestuurd worden, hebben de Vakbonden bij
hunne eerste pogingen niet gebleven en be
sloten, de gevraagde veranderingen aan het
Reglement van het Stedelijk Hulpfonds in een
omzendbrief te brengen, met de toelichtingen
er aan toegevoegd waarop de vakbonden zich
steunen om de gevraagde veranderingen te
bekomen. Aldus hebben de Heeren Gemèente-
raads- en Bestuurleden van 't Hulpfonds de
gelegenheid, de vragen der vereenigingen
van naderbij te onderzoeken.
Zooals er besloten was, hebben de afge
vaardigden der Vakbonden, Zondag II. bij al
de hier hooger genoemde Heeren een bezoek
gebracht, om hun oordeel nopens den omzend
brief te kennen en meteen hunne medehulp te
vragen om de Vakbonden te steunen, als de
zaak in den Gemeenteraad of Bestuurzitting
van het Hulpfonds komt.
Verschillende Heeren zijn niet te huis ge
vonden, anderen beloofden aan de afgevaar
digden, onze vraag met welwillendheid te
zullen onderzoeken. Nog andere Heeren heb
ben de afgevaardigden de stelligste verzeke
ring gegeven, dat zij op hunnen steun mogen
rekenen, en voegden er aan toe, dat de
eiscben der Vakbonden in niets overdreven
waren en aan het gevraagde kan toegegeven
worden.
LMenige Heeren hebben zich ook uitgelaten,
dat de veranderingen aan 't reglement toe te
schrijven zijn aan de menigvuldige misbrui
ken, en er aan de kleinen was afgenomen om
meer te geven aan de grooten.
Als er misbruiken zijn zal men dit best
kunnen afweren zooals in andere steden, met
al de vakbonden te doen mede werken en be
sturen aan den goeden gang van het fonds,
om daarvan een bewijs te geven, wil ik het
volgende aanhalen
In de algemeene zitting van November 1908
van het Werkeloozenfonds van Gent, met al
de afgevaardigden der vakbonden aangesloten
bij het Hulpfonds, is er te sprake gekomen om
de werkelooze leden der vakbonden iederen
dag ook te doen teekenen in de werkbeurs,
evenals er gedaan wordt in de Vakbonden.
De Heeren Van Caekenbeke, afgevaardigde
der Kristene Houtbewerkers, en Van Vlaen
deren, afgevaardigde der Kristene Katoenbe-
werkersbonden, verklaarden zich in den naam
der kristene (katholieken) vakbonden hier
tegen en dit systeem wordt ook niet doorge
voerd. Dit bewijst met welken breeden geest
dit fonds te Gent is ingericht, terwijl men
hier te Aalst talrijke moeilijkheden in den weg
legt, zooals het al dikwijls gebeurde, dat
werklieden met 3 dagen werkverlet per week
nog den onderstand van het Hulpfonds niet
konden bekomen.
Nu wat de besparingen betreft op de klei
nen voor de grooten is slecht en bestaat ner
gens. Daarbij de grooten ontvangen niets
meer dan vroeger. Geld is er te kort, anders
niets, en daaraan moet er verholpen worden.
Laat ons hopen, dat er eene goede ver
andering zal komen voor de werkeloozen.
De werklieden zullen deze die er aan mede
helpen, er dankbaar voor zijn. H. F.
GEACHTE OMSTAANDERS,
Een droeve plicht heb ik hier te vervullen,
namelijk een afscheidswoord te richten tot ons
aller vriend en medewerker Frans Matthieu.
Wie zou het ooit gedacht hebben, dat enkele
dagen geleden, toen onzen vriend Frans zich te
bed moest houden, dat het zijn doodsbed zou zijn
geweest Wie van ons allen, dacht er een oogen-
blik, dat wij zóó spoedig hem naar zijne laatste
rustplaats zouden hebben moeten vergezellen
Frans, niemand dacht, dat Ge ons zoo vroeg
tijdig zoudt hebben vei laten, en toen men ons
meldde, dat Ge h. t tijdelijke met het eeuwige
had verwisseld, dan wilde het niemand van ons
gelooven en ijlden wij naar uwe woning om er
helaas het akelig nieuwste hooren bevestigen.
Frans, jongen, ge zijt te jong ons ontrukt.
Pas 3i jaren oud 't Is nog niet in den bloei
van uw leven Ge waart er nog zoo noodig,
niet alleenlijk voor vrouwen kind, voor broe
ders, zusters, familieleden, vrienden en kennis
sen, maar ook voor de Socialistische Partij,
waarvoor en waarin Ge leefdet.
Bij onzen eersten oproep tot het vormen van
ons muziekkorps, thans onze zoo bloeiende
fanfare Hand aan Hand, was het Frans Matthieu
die wij het eerst ontwaarden
Toen wij overgingen tot het stichten van
onzen Ziekenbond Moyson, was het opnieuw
Frans Matthieu die wij het eerst onder de stich
ters telden
Frans Matthieu was den eersten betaalden
werkman in de Coöperatief De Roode Leeuw,
waar hij sedert dien werkzaam is gebleven en
den moeiëlijken en soms ondankbaren post van
Beheerder heeft waargenomen, post die hij met
de meeste stiptheid en nauwgezetheid tot op den
dag van zijn afsterven heeft vervuld.
Sedeit hoevele jaren, is hij ook niet den schrij
ver-schatbewaarder van de Vakvereeniging dei-
Tabakbewerkers, en hoe hebben wij daar niet
kunnen getuigen van zijne opofferingen en
eerlijkheid.
Hoe was hij niet verkleefd met hart en ziel
aan den goeden gang van dien bond, en hoe op
geruimd en blijgeestig zagen wij hem niet, tel- j
kenmale het de werklieden gelukte hun loon te
doen verhoogen of een aftrok te kunnen vermij
den.
Frans, Ge begreept hoe noodig het is, dat de
werkmenschen zich oiganiseeren, zich verzeke
ren om in alle moeiëiijke omstandigheden een
appeltje tegen den dorst te vinden Ge waart
een dier vooruitziende werklieden, bewust van
uwe rechten en plichten.
Als propagandist was Frans Matthieu een
voorbeeld nooit was het hem te zwaar of te
lastig wanneer hij na de lastige dagtaak, zijne
weinige viijë uren moest offeren, om mede te
helpen aan de Socialistische propaganda, 't zij
om nieuwe leden te winnen voor coöperatie,
vakbonden, ziekenbonden, 't zij om lezers te
winnen voor onze bladen of om 't goede zaad
te gaan verspreiden op den buiten en licht te
doen schijnen in het donkere brein van 'tVlaam-
sche boeienvolk.
Voor het tooneel had hij eene' bijzondere
achtingen het is dan ook dank aan zijne mede
hulp, dat den Socialistischen Tooneelgroep
heringericht wierd, waarvan hij opnieuw den
secretaris was. Hij was er van overtuigd, dat
het volk den weg naar de schouwburgen moet
leeren kennen, dat het volk warm moet worden
gemaakt voor de kunst, omdat een kunstmin
nend volk afziet van de barbarenspelen, en om
dat een volk dat liefde gevoelt voor de kunst,
een volk is dat zoo gedwee het hoofd niet bukt
en bereid is te lijden en te strijden voor zijne
rechten.
Was onzen betreurden vriend Frans, geen
woordvoerder, mistte hij de gave, groote en
schoone redevoeringen 111 't publiek te houden,
hij was immer een goed bestuurlid, waar er zoo
dikwijls zijne i aadgevingen zijn gevolgd gewor
den, omdat zij meermalen getuigden van een
scherp doorzicht.
Frans, in U verliezen wij allen een gezochten
en gevierden vriend in U verliest de Socialisti
sche partij een knappen medewerker, een ieveri
gen propagandist, een oppassend bestuurlid in
U veiliesi het werkende volk een goeden verde
diger, want immer waart ge op de bres, wanneer
de werklieden in strijd waien tegen het patro
naat, wanneer het volk aanspraak wilde maken
op gelijke politieke rechten uwe vrouw ver
best in U een teergeliefden echtgenoot, uw eenig
kind een allerliefste vader, uwe familie een on-
vergeetbaren broeder, wij allen een kameraad en
strijdmakker, die zoo graag met U eens den
triomf van het lijdende volk zouden hebben ge
vierd.
Frans, jongen, rust zacht, Gij zijt niet meer
g'hebt dit tranendal verlaten, dit tranendal,
waar wij reeds zooveel hebben gedaan om de
menschheid te verlossen uit den modderpoel
waarin het ligt vei zonken, en dat moet en zal
geied worden uit de klauwen der kapitalisten
klasse, en dit door de Pat tij waarin gij leefdet
en uw volle vertrouwen steldet
Slaap zacht, kameraad, wees gerust betieur-
den vriend en partijgenoot aan uwe werkingen
zullen wij allen een voorbeeld nemen in uwe
herdenking zullen wij moed en wilskracht put
ten, om het begonnen werk voort te zetten en te
voltooien, tot nut en welvaart van het lijdende
volk.