Den Heer Achille Brijs
De Strijd der Werklieden.
KINA FOUASSIN
HET ROOD GEVAAR
Goed nieuws voor het Werkvolk van hel
Fabriek Torley, St. Jobstraat.
laat onder zijn handteeken in de liberale
Volksgazet van verleden Zondag een arti
kel verschijnen, dat ons zoodanig bevalt,
dat wij besluiten er ook onze lezers kennis
mede te laten maken.
Ziehier het artikel
Dikwijls hoort men zeggen Alweer
eens een wet ten voordeele van de werk
lieden tegenwoordig spreekt men van
niets anders dan van de belangen der ar
beiders. En soms hoort men er bijvoe
gen Hebben ze nu nog niet genoeg
Andere belangen worden verwaarloosd
voor de hunne In onzen jongen tijd, stel
den dc werklieden zich tevreden met een
veel geringer loon, en waren deitiger dan
nu en men hoorde zoo niet altijd van die
werkstakingen, en er was nooit ruzie tus-
schen patroon en arbeider. Maar nu
en zeggen dat ze leven van de goedheid en
van het geld der rijke nijveraars Wel,
als dezen wilden, dan verhongerden ze al
lemaal En dat werkvolk heett pretentie,
en dat wil zijn woord zeggen
Zoo hoort men spreken velen van de
begoede klasse, en ook jammer ge
noeg van de minder begoede klasse,
en zelfs helaas sommige werklie
den, die voor een bonjourtj'e of een handje,
of misschien ook voor een pint of een
druppel, of een sigaar of een frankske of
ook wel om andere redenen lage rede
nen, waarover we niet willen uitweiden
meenen de vleier te moeten spelen van
meneer, en alleen hun mond openen om,
met een valsch gezicht, meneer op te heme
len, en meneer in dezes eicen bijzijn
de mouw te strijken, dat elk rechtge
aard mensch er van walgt, en terwijl hun
werkbroeders verraden, en den demokra-
tegenwerken.
Gelukkig dat veel arbeiders het hart
hoog houden en karakter genoeg hebben
om onafhankelijk te spreken en te hande
len.
Ha Vroeger stelden de arbeiders zich
tevreden met een geringer loon
Maar, weten die zoo wel redeneerende
menschjes dan niet, dat de lasten van het
leven met een enorm percent toegenomen
z;jn En dat, bij hooger lasten, hooger
loonen moeten gegeven worden En be
grijpen ze dan niet dat de welstand van
den werkman den algemeenen welstand
uitmaakt
Maar, dat alles aan kant gelaten wsten
die menschjes dan niet dat de arbeiders,
een beter lot eiscnen, een menschenleven
willen hebben, en op dat menschenleven
RECHT hebben, omdat ze menscken zijn
Is het te veel gevraagd vanwege de werk
lieden, behoorlijk betaald te worden voor
den zwaren, soms doodenden arbeid, dien
ze verrichten Is het te veel gevraagd
van die arme sukkelaars, die niets genie
ten van het heerlijke leven, toch ook een
weinig aanspraak te mogen maken op meer
licht en meer lucht, op beter voedsel, op
meer rust, op echt familieleven, od hoo
ger genot Is het te veel gevraagd aan
den mjveraar, van zijn winsten een deel
af te staan aan de arbeiders, die hem deze
onmetelijke winsten helpen bezorgen
Ha, de werklieden leven van de goedheid
en het geld der rijke nijveraars Prach
tige zin, die me schokkend zou doen
lachen, was de kwestie die we behandelen
niet diep bedroevend Zijn het soms dé
nijveraars met, die zich rijk maken door
de goedheid en op het zweet van die arme
slaven. Moesten we onderzoeken hoe en
op welke manier veel brandkasten gevuld
werden en worden met goud en banknoten,
het zou voorzeker niet ten voordeele van
de bezitters dier fortuinen uitloopen. Ze
leven van de goedheid en 't geld dier rijke
mannen En die rijke mannen hebben het
in hun macht de fabrieken te sluiten en
het volk uit te hongeren Allemachtig
gepraat Er zal een oogenblik komen dat
de arbeiders zelf hun fabriek zullen sluiten
en machtig genoeg zullen wezen om ook
voort te brengen Dat is hun onbetwist
baar recht en de voorbeelden zijn er al
Neen, de werklieden houden zich niet
meer tevreden met een gering loon, en
eischen vermindering van werkuren, om
dat ze geen slaven meer willen zijn, geen
machines, die werken van 's morgens tot
's avonds, om 's anderendaags opnieuw
te beginnen, zonder het echte leven te
kennen.
Men is kwaad, omdat de arbeiders zich
durven roeren, omdat ze hun rechtmatige
eischen stellen Mén is kwaad, omdat
Men zoo gerust, gemakkelijk, zetel-zittend,
niet meer zal kunnen leven Men is
kwaad, omdat de werklieden tcch zooveel
last en moeite bijbrengen in dat anders
zoo genotvol leven Men is kwaad, omdat
een arme sukkelaar verbetering van zijn
lot vraagt MEN is kwaad, omdat een
werkman zijn eerlijk woord durft spreken,
omdat men tegengesproken wordt. Ha
dat nooit I Braaf zijn en gehoorzaam. En
zwijgen, en doen wat wen zegt. MEN is
Heer en Meister en m:>et Heer en Mees
ter blijven. Twee klassen MEESTERS
EN LIJFEIGENEN. Bitter om tehoo-
ren Gij, werkman, zwijg en verdraag
alles, want vergeet niet dat men u en uw
familie onderhoudt, u voedt en steeds ge
voed heeft, en gij dus veel dank verschul
digd zijt aan uw Meester
Droeve toestand Maar, wat men ook
totHst-cfcttd—tobehoudeny niets
zal helpen De weg is getrokken de
arbeidende klasse eischt haar plaats, haar
onafhankelijkheid, haar recht op genie
tend leven ze zal dat alles weten te ver
overen. en wel vroeger dan men het denkt.
Noch slimheid, noch list, noch sluwe
vleierij, noch domme brutaliteit kunnen
dien rechtvaardigen strijd stuiten
De werkman is niet langer meer een
riet of een knikbloem
Den arbeider kan men niet langer meer
paaien met vossenbeloften of drillen met
knoddestokken.
Die tijd is uit.
Achille BRIJS.
Wanneer we zulke aftikels in de Volks
gazet zien opnemen, dan moeten wij tot
het besluit komen, dat er in de liberale
partij eene groott- leemte bestaat.
Immers, ze hebben nu één blad en
daarin moeten ALLE artikels opgenomen
worden, democratische en reactionnaire.
en dit stuit zoo erg tegen elkander.
Er zal daar moeten een blad bij gesticht
worden, één voor de reactionnairen, dit
om de artikels van Van Opdenbosch en
Cie op te nemen en het andere om deze
van Brijs en Cie te laten verschijnen.
Maar Achille jongen, het zal zooverniet
romen, want de kliek der reactionnairen
zal u weldra laten gevoelen, dat uwe
plaats niet is bij de liberalen, omdat ge
te VOLKSGEZIND zijt.
Ge zijt geen lakei, en ge zult het dan
ook niet laDg meer uithouden.
Wees daarvan verzekerd.
Het recht op leven aan iedt
mensch gewaarborgd, dat het sti
A I—j—tI1
Bijzondere goede en versterkende Wijn voor
zieke menschen. Te koop in Hand aan
Hand en Roode Leeuw
Dat is het die de vijanden der arbeiden
klasse doet schrikken en beven. Eerst hadt m
gepoogd het opkomend Socialisme te versmat
ten, door hunne aanklevets te bespotten,
broodiooven, in 't gevang te werpen en te do
den
Doch niets hielp om den wassenden strcx
tegen le houden
dend socialistisch leger als leuze genomen hi
was te rechtvaaidig en eerlijk om door dwan
gevang en moord te doen verdwijnen.
Onze vijanden aller kleur en geur, hebb
daar de ondervinding van opgedaan. Onze ben-
ging is niet te versmachten door honger, tran
en bloed
De werkende klasse heeft onze bevvegii
meer leeren kennea, en is bewust geworden vj
het rechtvardig doel dat wij nastreven. Hie
door zien wij onze rangen aanzwellen, doori
arbeiders die mede strijden tot het bekomen vi
een hooger en genotvol menschelijk ieven.
Onze vijanden droomen steeds om den oj i
komenden reoden stroom tegen te houden, t[
doen nu ook mede, aan wat de socialisten reei
stichten van bij hunne opkomst, 't zij doi
cooperatiën en vakbonden te vormen, om aldi
de werklieden te kunnen verdeelen en de arbe
dende klasse van het rood gevaar weg te hoi
den.
De katholieken die nu ook mede doen aa
vakbeweging,zijn niet gekomen om de werkend
klas te versterken, tot het bekomen van hooga
loonen en betere werkvoorwaarden, maar wi
om de socialisten in hun werk te dwarsboomt
en de macht der arbeiders te breken.
Al de werklieden, zoowel de katholieken al
de socialisten moeten weten, wat M. Woes!
op het katholiek Congres van Mechelen zegd
tot Pater Rutten, de leider der katholieke val
bonden Gij hebt maar kristelijkt
vakbonden gesticht, omdat de
socialisten ze voor u gesticht
hebben.
Wofste's woord hebben tot heden onze kris
tene vakleiders verzwegen. Waarom Omda
zij vreezen dat het werkende volk zulks zo
weten.
Werklieden, opent uwe oogen en ziet k!aa
in het verradersspel der dompers.
Op onze brieven die wij verleden Zaterdaj
aan verschillige fabrikanten onzer stad hebbel
gezonden, en waarin wij vioegen naar wat loon
opslag voor hun volk, hebber, wij tot hedei
enkrl één antwoord ontvangen, en dit is vai
het fabiiek Torley en Cie.
Wij laten hier den brief die wij vertalen -
in zijn geheel volgen, en zijn gelukkig te kun
nen mededeelen dat de werklieden van 't fabriek
Torley ook zullen opsiag küjgen.
Wij danken er die hoeren om, en hopen da!
ook de werkiieden der fabrieken Roos-Ges
rinckx De Na«ys'> Tragel en Bruss.dschestraa'h
?srgiéfabriek Deciercq, Sci.uermans, Burght,
en de Filature du Canal, waai voor wij verleden
week ook brieven schieven, Weldra voldoening
zullen bekomen.
Ziehier den blief
Brussel, si December rgoj.
Mijnheer AlPRëB NICHFLS,
Secretaris van Hmd aan Hand,
Aalst
Wij hebben met groote belangstelling uw
brief gelezen, die gij aan Mijnheer Schluck,
Bestuurder van onze Maatschappij, in datum
van 18 dezer hebt gezonden, en wij hebben ds
eer u er cp te antwoorden. j
Sedeit wij onze nijverheid fe Aalst 2ijn he-
gonnen, hebben wij altijd getracht den toe- 1
stand van ons werkvolk zoo dragelijk mogelijk
te maken, en het is dank aan dit iniatief dat
de andere fabrikanten der stad verplicht heb
ben geweest dien weg te volgen en verbeterin-
gén aan bet lot hunner werklieden te brengen.
Wij wachten nooit de aanbevelingen van
eene andere overheid af, welke zij ook weze,
om bestendig de betaalde loonen onzer werk
lieden te herzien, om te verbeteren daar waar
er ongelijkheid in het werk of loonen bestaat
en wij komen deze herziening van loonen zoo
ernstig te doen, dat zij van aard is, om alle
voldoening aan onze werklieden te geven.
Uw brief, waarvan wij de goede inzichten
niet ontkennen is ons dus te Iaat toegekomen.
1