lle Jaar. Nr 24. Prijs per nummer 5 centiemen.11Juni 1311. Weekblad voor het Arrondissement Aalst. De heeren Daens, Plancpaert en Priester Fonteyne. Het geval Daens 1 in de Kamer. II 111 dakkamer S. w. >1. Iland aan Hand. ANNONCEN Rechterlijke i fr. per regel. Reklamen 20 centiemen per regel. Annoncen dikwijls herhaald 10 cent. per regel. Andere annoncen worden opgenemen met akkoord Alle briefwisselingen of strijdpenning moe ten elke week vóór Woensdag avond om 8 ure, ingezonden werden. REDAKTIE EN ADMINISTRATIE Maan straat, 18, AALST. Qngeteekwnde brieven worden niet opgenomen. Berichten ov»r werkstakingen en grieven moeten door de Vakvereenigingen gestempeld zijn. ABONNEMENTSPRIJS 3 maanden tr. 0.60 6 1 20 Een jaar 2 00 Uuitkn Bklgiê Een jaar 5,00 Men aboimecrt zich op alle postbureslen. Wij roeper de bijzondere aandacht onzer lezers op het hieronderstaande artikel, dat wij geheel en al onveranderdovernemen. Dit artikel is verschenen op Zondag 4 Juni 1911in Het Recht blad van M. Plancquaert en ook dien zelfden dag, in De Volkseeuw blad van Priester Fonteyne. Wij vragen onze vrienden dit nummer goed te bewaren, want het zal hun veel dier.st kunnen doen, bij discusiën en propagandatochten. Ziehier nu het artikel, dat zeer veel ophef heeft gemaakt, zóó in de rangen der christene democraten zalf, als bij de tegenstrevers. Verleden week is er in de Kamers tus- schen de linkerzijde en M. Daens een twist losgebroken, die zeer veel ophef gemaakt heeft in het land. en die zich waarschijnlijk nog zal herhalen. Ter gelegenheid der bespreking der schoolwet verweet de linkerzijde aan M Daens samen te spannen met het ministe rie en de oppositie in den steek te laten in een woord, M. Daens zou tot de behou ders overgdoopen zijn en zijne partij aan hare hardnekkigste vijanden geleverd heb ben. Ik heb over het geval gesproken met een politiek man, een liberaal die altijd de christen demokraten zeer genegen is ge weest. Ik deed hem opmerken dat wij altijd rechtzinnig verklaard hadden dat wij wel tot de oppositie behoorden, doch als het wetten gold van rechtstreeks belang voor den godsdienst hebben wij altijd onze vrij heid van handelen voorbehouden. Bijge volg in zake schoolwet kan men het niet kwalijk nemen oat M. Daens een stand punt aanneme dat van dat der antiklerika len verschilt noch daarin eene afbreuk zien met zijn verleden. Men tegenstrever erkende dat dit waar heid was, doch onder voorbehoud. Uw kongres, zegde hij, heeft zich eenpa- riglijk verklaard, en dit met de grootste wilskracht tegen den schooibon. De gansche katholieke drukpers verklaart zich cenpariglijk voor den schooibon - 't ministerie zegt opentlijk dat liet ontwerp er door moet met den schooibon. Welk was dus de plicht van M. Daens Zoolang 't, ministerie 't artikel over den schooibon niet intrekt, moet hij wel liet ontwerp - bekampen. En wat doet hij Ilij schaart zich aan den kant van de rechterzijden en dit op eene in 't oog vallende wijze. Ten - tweede 'l en is niet vooral de houding in r zake schoolwet,die de linkerzijde aangezet - lieeft den Heer Daens aan te vallen en voor T land te ontmaskeren, maar zijne houding in 't algemeen. Wij slaan reeds sedert lan- gen tijd de houding van M. Daens gade en we zien zeer klaar waar hij naartoe helt. u Vroeger was M. Daens haantje vooruil om 't ministerie en de behouders aan te vallen. Vóór zijn laatste kiezing ten einde de stemmen van matige liberalen en socia- listen te winnen, en zijn zetel, te redden, was hij do hevigste van ons allen. Hij hield zich aan ons gesloten; vooral de soci- alisten waren zijn vrienden, zoodanig dat hij in zake Dendermonde en Kortrijk veel eer en veel meer met ons medespande dan met u. Ku hij zijn kiezing zeker acht, zien wij hem gedurig flikflooien met de hard- ne'kkigsle behouders en de hevigste vijan- den. ik zal niet zeggen van ons, maar van de aemokraten in 't algemeen en de chris- ten demokraten in 't hijzonder. - Na de laatste kiezing had een helang- rijke bespreking plaats; wie was eigentlij k r> meerderheid in t land de behouders ol' de oppositie. Welke was de houding van M. f Daens? Loénsch en valseh. De stemmen der demokraten, die zich voor iedere kiezing aanstellen als oppositiepartij, mochten nu - hij de oppositie niet gerekend worden. Over eenige weken gaat M. Scliollaeri naar Antwerpen er wordt geroepen weg met Schollaert, weg met den minister. Wat gebeurt- er 'tGeen in geen enkel vrij land gebeurtmen vervolgt die personen en sleept ze voor de rechters. Is er een grooter bewijs van de dwingelandij, die de katholieken op ons volk doen wegen. En wat doet M. Daens Hij verdedigt de liou- - ding van 't ministerie en keurt zijne han- delwijze goed! M. Daens spreekt en handelt reeds gansch als een verstokte behouder, r De schoolwet krenkt ontegensprekelijk de gevoelens der anti-klerikalen. 't. Is dus - natuurlijk dat wij zooveel mogelijk do stemming van zulke wet verhinderen. - Wat doet M. Daens Hij keurt ons recht op «belemmering der stemming absoluut af: er is ander en beter werk te doen Iedere - zitting kost 1^,CK)0 fr. enz.Is dat niet geheel en gansch de taal van een behouder, - razende omdat de minderheid niat gedwee voor hem het hoofd bukt - Op een gegeven oogenblik «telt een rede- naar vast dat aangezien de minister den schooibon, die door alle christene demo- kraton afgekeurd wordt, niet intrekt, het schoolontwerp een groote minderheid DOOR OTTO ROQUETTE. 5e Vervolg. - Die bloemen zijn niet voor mij bestemd riep Agnes heftig, met eene half door tranen verstikte stem. Leonard scheen verschrikt en verlegen, maar spoedig antwoordde hij gevat. - Ik bestemde ze voor u. De dochter van mijn patroon gaf ze mij, en ik nam ze mede, om ze aan mijne Agnes te brengen. Die bekentenis, zoo kalm uitgesproken, had Agnes niet verwacht. Een straal van hoop drong haar hart binnen, maar toch zeide zij smartelijk aangedaan Gij hebt mij nooit verteld, dat mijn lie or During eene dochter heeft. Gij hebt dit echter geweten, naar ik vermoed, antwoordde Leonard, - on gij wantrouwt mij mijn God Ja, mijnheer During hoeft eene dochieL Sedert vier weken is zij thuis bij haren vader. Tot dien tijd woonde zij bij eene tante, in de provin cie, daar zij hare moeder reeds vroeg ver loren heeft. Ik beken niet goed gedaan te hebben, noodt van haar te spreken, hetgeen ik vermijden wilde, heb ik juist daardoor nog erger gemaakt. Maar hoe... ging hij haastig en verbaasd voort, - zijt gij van dit alles op de hoogte gekomen Hoe wist gij, dat deze ruiker niet voor u bestemd was Leonard, stamelde Agnes, - ik zou uw geheim toch wel ontdekt hebben, maar di wijze, waarop ik het te weten ben gekomen, keur ik zelve af. Vrouw Hartman heeft je zonder mijn weten nagegaan Zij heeft ver nomen, dat gij de jonge dame lief hebt, en gezien, hoe zij u de bloemen gaf Verderverderlaat mij alles op e hooren riep Leonard. Zijne vrouw zag hem verwonderd aan. Of, ging hij nog bleeker wordende voort, is er verder niets - - Verder niets, Leonard? Is dat niel alles En als het niet alles is, is het niet genoog om mij diep ellendig te maken Neen, mijne eigene vrouw, mijne Agnes! Gij hebt geen reden, daarom ongelukkig te zijn Hij greep hare hand en zag 1 tceder aan, terwijl hij diep adem haalde Ik bemin dat meisje niet zoo waar ik uw echtgenoot ben ik bemin haar nietMaar ik kan niet verhinderen, dat zij mij... gene gen is, mij aanspreekt, als zij mij verlangt in huis of in den tuin. Ik kan het niet ver mijden, dat wij somtijds doer do arbeiders gezien, laat staan door spionnen nagegaan worden. Natuurlek dat vreemde oogen uit heeftin het?laad Wal doet M. Daens Hij protesteert hevig onder do tocjuichin- gen der rechterzijde. Over korte dagen tracht de oppositie de stemming van een budget te verhinderen -door zich uit de Kamer te vermijden. Er was een man te kort om de stemming - mogelijk te maken. Een nieuw bewijs ging gegeven worden van de onmacht der be- houders. Op eens komt M. Daens aange- loopen onder de toejuichingen der rechter- zijde en maakte de stemming mogelijk. Ik deed opmerken dat het woord verraad wel wat erg was. - Maar, wedervoer mijn tegenspreker, waarom protesteert bij dan niet als de katholieke - XXs Siècle in verschillende naeenvolgende artikelen spreekt van zijne overlooperij en opentlijk schrijft dal de stemmen van de christene demokraten bij deze der katholieken moeten gerekend worden - En als men overdenkt dal gedurende 11 jaren tie oppositie die familie op alle mogelijke wijzen ondersteund en geholpen heeft - Zonder de oppositie nooit was pastor Daens ®f nooit was Pi el er Daens gekozen - De behouders hadden ze van honger vernietigd en ze zouden als honden voor do voeten der behouders hebben moeten kruipen. - En nu wat doet M. Daens? Al wie hem geholpen heeft en dienst bewezen, leven hij-aan hun vijanden; en u zelve, christene demokraten, die zooveel voor de Daens en door de Daensen van de behouders geleden - hebt, wil hij gebruiken tot redding der behouders zelve Is T niet sineerig, is 't niet schandelijk. (1) Ziedaar beknopt 't geen mijn anti klerikale vriend verklaarde. N» ons ge-a dacht 't En valt niet te loochenende houding van M. Daens is veel, zeer veel veranderd. Doch is het daarom verraad M. Daens wordt tegenwoordig veel gevleid en ge streeld door de katholieken, uitgenoodigd op kasteelen, enz. Een demokraat mag niet veel in aanra king komen met rijken en grooten eener ereld. Vooral als een demokraat van geringe afkomst en kleinen oorsprong het waag-t veel in betrekking te komen met de rijken der wereld wordt hij bijkans altijd in de strikken der vijanden der demokratie ge vangen. 't Zicht van al die pracht die hij vroeger nooit zag, de bevallige manieren, 't vleien en streden van hooger en be- fl) 't Is 't lot van al wie een Daens helpt en ondersteunt, van er van gefopt te worden Dit is niet zeer christelijk maar 't is echt Daensch. H. Plancquaert. schaafdere personen verstompen weldra den demokratischen ijver. Een echte demokraat moet zich afgezonderd houden van de rijke behouders om de volle kracht van zijn werking te behouden. Nu M. Daens heeft zich te veel gewaagd bij de behouders en is misschien wel reeds in hun netten gevangen. In alle geval zijn houding sedert een jaar is voor eiken demokraat eene groote teleurstelling en een reden voor vrees. De triestigen toer, ons door priester Daens'gesjoeld voor zijn dood, ligt nog te frisch in ieders geheu gen. M. Daens zegt nog wel dat hij tot eene vrije afzonderlijke partij behoort en dit moet hij natuurlijk, uit taktiek blijven zeg gen doch zijne houding is niet in over eenstemming met zijn woorden. Altijd en overal, doch te Aalst meer dan elders hebben de demokraten zich aangesteld als vijandig aan 't ministerie. De oude katholieke bewaarders zijn de eenige hinderpaal tot de verwezenlijking van algemeen stemrecht, E V. voor gemeente en provincie, pensioenen, enz. De katholieke behouders zijn de ware vijanden van al wat demokraat is. Daarom hebben al de christen demokraten en de Heeren Daens meer dan wie ook, deze ja dikwijls zelfslte brutaal, zich tegen alle behoudsgezinde ministeries verklaard Dus de christene demokraten zijn eene radikaal antivnmsterieelc partij en haar gekozene moet handelen als een antiministerieel. 't Is onbetwistbaar dat M. Daens op dit gebied sedert een jaar de verwachtingen van de christen demokraten totaal heeft te leur gesteld en tot groot genoegen onzer vijanden en onzer navolgers, tot groot genoegen van de grootste vijanden van ons volk van deze die zooveel honderde demokraten gebroodroofd hebben van deze die ons volk zoo haten en verachten dat zij ons zelfs onze Hoogeschool weige ren uit vrees dat er wat licht in den geest van 't Vlaamsche volk mocht stralen. Doch wij hopen dat alles nog op zijn effen zal komen en laat ons den uitslag der partij- vergadering van 11 Juni afwachten. J H. Plancquaert. De algemeene vergadering die moest plaats hebben op Zondag 4 Juni, is uitgesteld tot Dinsdag :3 Juni 1911, om 8 uren 's avonds. DAGORDE G ldor.tleening en belasting. zulke gesprekken dadelijk eene liefdebe trekking maken. Vertrouw mij, dat is mijne ernstige bede U heb ik lief en niemand anders. En hoor nu mijne beloften. Agnes Binnen acht dagen zal alles, wat zich nu tusschen ons geluk gejdaa 1st heeft, opgehel derd zijn. Ik ben reeds in onderhandeling over eene nieuwe betrekking, en heb ik «lie verkregen, dan zal ik al het overige van mijn geheim aan je mededeelen. Hij kuste hare luyid en half weemoedig, half gerust gestold, zag Agnes hem aan. - En, -> ging liij voort, - geef mij nu nog een uur vrij af. Ik moet nog iets doen, dat mij nader bij het gewenschte doel brengen zal. - Hij ging maar nauwelijks was hij den trap af, of «le buurvrouw kwam weder binnen, zeggende - '1 ls eene, mooie geschiedenis Dat men zoo iets ondervinden moet. - - Om Godswil, zwijg toch - riep Agues uit. lk mag, ik wil niets meer hooren - Noen, ik durf het niei verzwijgen - ijverde de overbrengster. - Gij moogt niet langer zoo bedrogen worden. Hm is al te org en als alles waar is. wal ik nu gehoord heh, dan moet koopman During met de zaak bekend gemaakt worden, want hij is oven goed voorden gek gehouden ;iis gij Ziel go, ik stond aan do deur en dacht goen kwaad, toen ik van den anderen kant een van de werklieden van de fabriek zag aankomen. Ik had hem al eens gesproken en wenkte hem naderbij te komen. Goed, zeide hij, ik hen nog nooit zoo ver gekomen. Hoe maakt uwe juffrouw het vroeg ik. IIoo zij het maakt zeide hij, wel, ik denk dat er spoedig bruiloft zal zijn. Zulk een rijk meisje, en daarbij zoo mooi, «lal spreekt van zelf! Met wien vroeg ik. Wel met wicn anders, als mol mijnheer Leonard Hij kan van geluk spreken Heer in den hemelroep ik, waar aan derikt gij daarginder Hij is reeds lang getrouwd, en heeft een «mgel van een vrouw liet zou wal meende de andere. I)at zal w«d niet zoo zyn, dan zou mijnheer het toch wel weten! Daarop maakt hij rechts omkeer en laat mij staan. Ik riep hem nog na, maar weg was hij. Wat moet men nu daarvan denken Heeft uw man zich daar ginder voor ongetrouwd uitgegeven, of wai is er aan «le hand ?En nu zeg ik u, dat mijn. heer During «le oogen moeten geopend wor den. als hij nog niets weet en ziet, voor dat het tot een uiterste komt. Gij zelve, arme vrouw, moei tot hem gaan, 't is uwe plicht, om de zaak aan te vatten. Ja wel, ik weet wel. dat gij uwen man lielhebt. Maar be denk, «lal hij op den slechten weg is, en gij hem misschien redden kunt! Werét voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1911 | | pagina 1