Socialistisch weekblad voor het Arrondissement Aalst.
ALFRED NICHELS
Zedelijke moord van ons volk.
23e Jaar N° 4.
Prijs per nummer 20 centiemen
24 Januari 1926.
Annoncen
spreekt in de Kamer over de
Overstroomingen in ons Arrondissement.
De Zesmaandendienst
Voor onze Vrouwen.
Io de Kamer.
Een klein smeekschrift
BECIT
iBIJEEID
Rechterlijke annoDcen 4 fr. per regel op 1" en
2" bladzijde. 2 fr. op 3° en 4" bladzijde.
Reklamen volgens overeenkomst.
Alle briefwisselingen moeten elko week vóór
Woensdag avond, 8 ure, ingezonden worden.
Ongeteekende brieven worden niet opgenomen.
Berichten over werkstakingen en grieven moe
ten door de Vakbonden goedgekeurd zijn.
UITGEEFSTER SAM. MAATSCHAPPIJ
"HET RECHT
Lokaal HAND IN HAND», Molendries, Aalst.
BEHEERDER-AFGEVAARDIGDE
JAN BEKAERT.
PostcheckrekeningN'85686 Telefoon N'572
REDACTIE ADMINISTRATIE
Lokaal Hand in HandMolendries, 11, AALST
ABONNEMENTSPRIJS
3 maanden
6
1 jaar
jaar
fr.
3,00
5,50
10,00
BUITEN BELGIE.
fr, 17,50
Men abonneert zich op alle postbureelen.
ZITTING VAN 13 JANUARI.
GEZEL NICHELS. Mijne hee-
ren, eerst en vooral een woord van
dank aan den heer minister van bin-
nenlandsche zaken, aan wien ik een
telegram heb gezonden, hem hulp vra
gende voor de gemeente Gijsegem, die
overstroomd was, en waaraan hij on
middellijk heeft gevolg gegeven,
daar soldaten der Genie nog den
zelfden dag ter plaats waren om hun
gewaardeerde hulp te bieden.
Het gehucht Dries genaamd,
waz geheel en al afgesloten van de ge
meente zelfhet water had een aantal
huizen overstroomd, zoodanig dat de
bewoners moesten vluchten, elders ge
herbergd worden of op den zolder zich
moesten vestigen.
Ik was ook gelukkig den heer gou
verneur der provincie ter plaats te
vinden, nadat hij door ons per spoed-
brief was verwittigd.
Vooral de gemeente Gijsegem is ten
zeerste beproefd geworden; er is groote
schade en ik hoop dat men bij het ver
goeden der geledene schade die men-
schen niet zal vergeten.
Voor wat de noodige uit te voeren
werken betreft, het schijnt dat ze niet
troot zijn, en dat het zou schijnen met
e Dender op zijn vroegere diepte te
brengen, hem te baggeren en de dijken
van Gijsegem tot Dendermonde te
doen opzetten, de overstroomingen te
voorkomen.
Bij het opsommen der credieten, die
mijn Vriend, minister Anseele, daar-
zooeven heeft opgesomd en die de
Kamer zal gevraagd worden ze onver
wijld te stemmen, meen ik niet ge
hoord te hebben, dat er van de werken
van den Dender wordt gesproken.
Nochtans ze zijn noodzakelijk, on
ontbeerlijk, sedert jaren gevraagd en
beloofd, en ik veroorloof me een an
dere maal er de aandacht van den be
voegden minister op te trekken, want
telkenjare heeft de bevolking van de
gemeente Gijsegem, enz., te lijden van
de overstroomingen.
Verleden jaar was het hetzelfde ge
val, en tot heden heeft geen enkele
van de beschadigden een centiem ver
goeding bekomen.
Aalst zelf heeft zijn ongewenscht
aandeel in de overstrooming gehad,
want het gehucht Bergemeerschen is
ten zeerste geschaad. Erembodegem,
Denderleeuw insgelijks, en om zoo
te zeggen al de gemeenten waar de
Dender doorloopt.
Daarzooeven hoorde ik den heer
Van Opdenbosch in zijn rede zegeen,
dat ons huidig ministerie niet veel zal
doen omdat het eerst haar budget in
evenwicht moet brengen.
M. Van Opdenbosch is een dezer, in
deze Kamer, die graag groote uitgaven
vraagt en niets beter vraagt dan groote
uitgaven te stemmen, maar tegen de
inkomsten stelselmatig stemt.
Van den hemelschen dauw is het
moeilijk hulp te schenken en werken
uit te voeren en dat schijnt M. Van
Opdenbosch te vergeten.
DE HEER BUTAYE. De wan
toestanden moeten toch aangeklaagd
worden.
GEZEL NICHELS. Zeker, mijn
heer Butaye, maar van het oogenblik
dat men uitgaven aan den Staat vraagt,
moet men ook zorgen voor inkomsten.
DE HEER BUTAYE. Ik versta
u zeer goed, maar dat hadt ge reeds
moeten beginnen doen toen gij niet
aan het bewind waart.
GEZEL NICHELS. Als de mi
nister geen lasten vraagt, kan hij geen
geld geven. Als men niet zorgt voor
de inkomsten kunnen de geteisterden
niets bekomen.
DE HEER BUTAYE. Dat is al
leen zoo geweest. Maar 'vees gerust,
wij zullen ook voor de geteisterden
doen al wat we kunnen.
GEZEL NICHELS. Maar ge
stemt nooit de noodige inkomsten
DE HEER BUTAYE. Gij weet
het niet gij spreekt te vroeg.
DE VOORZITTER. Staakt die
onderbrekingen, mijnheeren.
DE HEER BUTAYE. Het is
hier een algemeenen regel dat men een
afwezige niet aanvalt.
GEZEL NICHELS. Ik kan toch
niet vroeger spreken dan op mijn beurt
en ik ben niet verantwoordelijk dat
M. Van Opdenbosch er is van door ge
trokken voor dat mijn spreekbeurt was
gekomen.
DE HEER BUTAYE. t is daar
om ook dat ik u doe opmerken, dat het
niet eerlijk is, iemand aan te vallen,
die niet hier is om te antwoorden
GEZEL NICHELS. Vermits gij
hier zijt, kunt gij voor hem antwoor
den, en daarbij ik val niet aan, ik stel
enkel feiten vast die ook u treffen.
DE VOORZITTER. - lk bid u, heer
Nichels, uwe rede voort te zetten, en
u niet te storen aan de onderbrekingen.
GEZEL NICHELS. Het is zeer
moeilijk, heer Voorzitter, want als men
onderbreekt moet men wel antwoor
den.
Ik eindig en ik verlaat me op de re-
geering in de hoop dat haren techni-
schen dienst haar zal aanwijzen wat er
dient gedaan te worden om in 't ver
volg dergelijke rampen te voorkomen.
Ik dring niet verder aan andere le
den dezer Kamer hebben de zaak be
sproken, maar nogmaals dring ik aan
opdat de noodige werken, reeds zoo
dikwijls beloofd, nu eindelijk zullen
uitgevoerd worden; er.is nu een goed
begin de allernoodzakelijkste credie
ten worden gevraagd en wij zullen ze
met veel liefde stemmen, in de vaste
overtuiging dat men de werken aan den
Dender niet zal vergeten en onze ge
teisterden mild schadeloos zal stellen.
EN DE
Socialistische Ministers.
De oppositiepers stelt de kwe
stie van den verkorten diensttijd
voor alsof de socialistische mi
nisters bereid zouden zijn het pro
gramma van de Partij in plan te
laten en zich aan te sluiten bij
de ontwerpen van generaal
Kestens.
Ten einde verwarring te stichten
geelt zij te verstaan, dat minister
Wauters, die volgers hen een
elektoralist is, alleen aktie
voert tegen generaal Kestens, ter
wijl de andere ministers, onze
vrienden Huysmans, Vandervelde,
Laboulle en Anseele, zich bitter
weinig om de zaak bekommeren.
Hoeft het gezegd dat daar geen
woord van waar is Moet er aan
herinnerd worden, dat onze mi
nisters niet zich zeiven, maar de
Belgische Werklieden-Partij in
den schoot van de regeering ver
tegenwoordigen en dat deze laatste
er mordikus aan houdt haar pro
gramma te verwezenlijken 1
Het gaat hier dus niet om een
kwestie van persoonlijke voorkeur
of om den graad van belangstel
ling die de socialistische ministers
voor het militair vraagstuk zouden
gevoelen.
Maar we herhalen het nogmaals,
de oppositiepers stelt de zaak
valsch voor. Al de socialistische
ministers ijveren met hun beste
krachten voor de verwezenlijking
van het programma, dat bij de
vorming van de regeering door de
twee partijen werd opgesteld en
waaraan onze Algemeene Raad
zijn goedkeuring geeft gegeven.
Zij hebben daarvan reeds het
bewijs geleverd. Anseele heeft de
gebroodroofde spoorwegarbeiders
terug in dienst genomen; hij voerde
het betaalde verlof van zes dagen
voor het werkliedenpersoneel van
zijn departement in. Huysmans
legt er zich op toe ons onderwijs
op een hoog peil te brengen en,
zooals nog nooit een minister het
deed, moedigt hij al de manifesta
ties aan, waarmede wij hoogerop
gaan in de vaart der volkeren
Vandervelde arbeidt met al zijn
talent aan den Vrede Wauters
waakt over een degelijke sociale
wetgeving en Laboulle dient het
algemeen belang in zoover men
hem daartoe de middelen ver
schaft. De huishuurwet werd ver
lengd en Bij het zoeken van nieuwe
belastingen heeft men niet uitslui
tend het oog gericht op de arbei
ders, zooals dit vroeger maar al te
zeer het geval was. Op alle gebied
houden onze ministers hun woord,
welke reden bestaat er dan om te
veronderstellen dat zij zouden ver
zaken aan iets, dat de arbeiders
meer dan wat ook aan het hart
ligt, we hebben den verkorten
diensttijd genoemd.
Het valt niet te betwijfelen,
gansch de arbeiderspartij eischt
een ernstige vermindering van den
huidigen militairen diensttijd en de
socialistische ministers, die haar
mandatarissen zijn, zullen ervoor
zorgen dat deze eisch verwezent-
lijkt wordt.
Bovendien vergeet de oppositie-
pers. dat nevens de socialistische
ministers 74 kamerleden en 59 se
nators staan, die gewetensvol de
gedragslijn van onzen Algemeenen
Raad in deze zaak zullen volgen.
Minister Huysmans is bezig in de
tweetalige streken van het land, de
moedertaal als voertaal in het on
derwfjs op te leggen. De Brussolsche
liberalen protesteeren tegen deze
hoogst noodzakelijke hervorming
zij protesteerer, zelfs tegen het on
derzoek dat desaangaande aan gang
is. Zij eischen dat de zedeiyko moord
op de Vlaamsche jeugd in de Brus-
selsche omgeving zou mogen voort
gaan.
Wij kennen Huysmans genoeg om
te weten dat hij wel met ijzeren
hand zal ingrijpen.
Alhoewel de vrijheid van handelen
van een gemeentebestuur sinds ette
lijke jaren door het klerikalisme van
Staat en Provintie aan banden is ge
legd, ishet nochtans niet uitgesloten om
goede en heel nuttige werken tot stand
te brengen. De meest voor de hand
liggende eisch, die hierbij dient gesteld
te worden, is de betere ontwikkeling,
lichamelijk en geestelijk, voor de
groote massa van het proletariaat,
en hiertoe behoort mijn inziens in de
eerste plaats, de verzorging voor de
aanstaande moeders.
De kraamvrouw en zuigeling uit de
arbeidende klasse, dienen door de ge
meenschap ondersteund te worden,
door het behoorlijk inrichten van te
huizenvoor zwangere vrouwen en
het tot stand brengen van kinder-
kribben
Het is een krachtig weerstandsmid-
middel tegen de treurige maatschap
pelijke omstandigheden, en het zou er
vooral toe bijdragen, tot bevordering
van 't menschenras en vooral tot ver
sterking van het geslacht.
In ons land is voor de verzorging van
moeder en kind, die we kortweg
Moederschapszorg noemen, heel
weinig gedaan. De geheele sociale ver
zekering is nog in wording, en zal van
meer beteekenis worden naar gelang
de socialistische macht groeit.
De vrouwen die dus als nieuwelin
gen-kiezers en alléén voor de gemeente
in het politieke raderwerk zijn gewor
pen, moeten zoodanig worden opge
leid, dat zij niet als struikelblok die
nen tot het verwezentlijken van deze
zoo broodnoodige hervormingen.
Want betreurenswaardig mag het ge
noemd, worden dat nog bijna niets voor
het jonge leven en de moeder, die
haar leven in de weegschaal legt voor
het jonge kindje, gedaan is geworden.
En volgens mijn bescheiden mee
ning, ligt hier de oorzaak te vinden in
het feit, dat bij onze vrouwen nog de
politieken invloed ontbreekt.
Onze eisch moet dus zijn, dat er
meer zorg voor moeder en kind kome,
gezien er langs wettelijke regeling voor
onze arbeidersvrouwen op dat gebied,
bijna niets is verkregen. Ook de steun
der gemeente mag niet achterwege
blijven, en we meenen hierop nog wel
eens terug te komen, met de verschil
lende wijzen waarop deze voorziening
zou moeten geschieden.
Anderzijds dienen onze vrouwen
zich politiek te onderrichten, en de so
ciale hervorming der huidige kapita
listische maatschappij die in wording
is, in de hand te werken.
Daarom kunnen onze vrouwen den
eersten stap doen met het politiek wa
pen die hen is gegeven geworden, nut
tig te hanteeren.
Onze vrouwen moeten er van over
tuigd zijn dat het stembiljet die zij voor
de gemeente-verkiezingen ïn de han
den krijgen, maar een gedeelte is van
haar nrenschenrecht.
Zij moeten het dus doeltreffend gebrui
ken zooals de mannen, derwijze dat
zij in der haast op politiek terrein ge
lijk met de mannen worden behandeld.
Dat is de wensch van de socialisti
sche partij, omdat zij er van overtuigd
is, dat onze vrouwen het stuk men-
schenrechtdoorhare mannen veroverd
na jarenlangen heldenkamp, niet zullen
verraden, maar tot rugsteuning dienen
tot het opbouwen eener socialistische
maatschappij en hiertoe moeten onze
vrouwen worden voorbereid, opdat ze
in de e. k. gemeenteverkiezingen den
eersten doorslaanden stoot zouden ge
ven.
Er op los dus mannen, tot bewust
making onzer vrouwen van hare poli
tieke en moederlijke plichten, opdat
het ten nutte komt, van het in wording
zijnde socialisme, van zich zelf en van
het algemeene best A. B.
Vraag nr 34 in 't Vlaamsch van
gezel P. De Bruyn, 1 December;
De talrijke reizigers der lijn Den-
derleeuw-Geeraardsbergen wenschen
bij dé goede maatregelen door 's be
heer te hunnen voordeele reeds ge
troffen, nog te willen laten onder
zoeken of er geen mogelijkheid zou
bestaan de volgende verbetering aan
te brengen
1. Stilstand te Denderleeuw van
trein 3271 niet rechtstreeksche aanslui
ting met 1662 naar Geeraardsbergen.
2. Stilstand te Denderleeuw van
trein 3026 met onmiddelijke aansluiting
met trein 2661 komende van Gee-
raadsbergen.
Antwoord 1. Trein 3271 werd in
gericht om tusschen Brussel en de
westelijke gemeenten van het land een
snelle verbinding tot stand te brengen
uit dien hoofde mag het getal zijner
stoppingen niet vernieederd worden.
Overigens, de betrokken reizigers kun
nen te Denderleeuw de aansluiting van
trein 2662 benuttigen, door trein ?8io
te nemen welke trein 3271 zestien
minuten voorafgaat.
2. Het is niet mogelijk trein 2661
te vervroegen, om reden van zijne
aansluiting te Geeraardsbergen met
trein 1857 uit Manage. Deze laatste
trein kan niet gewijzigd worden
wegens de talrijke aansluitingen,
welke hij onderweg op zeer korte
tusschenruimten verzekert.
Om trein 2061 te Denderleeuw te
doen aansluiten niet trein 3o26, zou
deze een tiental minuten moeten ver
traagd worden, hetwelk niet te ver
wezenlijken is daar hij van blok tot
blok gevolgd wordt door den locaal-
trein 2990, welke trein 2832 en 3032
in dezelfde voorwaarden bij den inrij
van Brussel Noord voorafgaat.
aan den
Minister van Geldwezen.
Niemand is het geoorloofd de wet
niet te kennen.
Dat is de onmisbare formuul die men
voorlegt aan al diegenen die een mis
daad of een overtreding begaan, en die
het te gemakkelijk zouden nebben met
te zeggen Ik wist niet
Doen, onze wetgeving wordt steeds
meer en meer ingewikkeld en bijzon
derlijk deze op de taksen heeft z'oon
uitbreiding genomen, dat de lastenbe-
talers het in aen steek laten ze trachten
te begrijpen zij laten hun lot over
aan de ontvangers en toezichters van
den Staat, die gewoonlijk zeiven niet
't akkoord zijn onder hen.
En ondanks alles gebeurt het bij zeer
brave lieden, die niet weten, 's mor
gens met een boete op te staan.
En ziehier een voorbeeld
Telkenmale een makker, verzekerd
in La Prévoyance Sociale komt te
overlijden, wordt het kapitaal geregeld
en wordt de Ontvanger van het Enre-
gistrement voor de Erfenisrechten ver
wittigd, zooals de wet zulks gebiedt.
Zij herinnert den belanghebbende dat
een verklaring van Erfenis moet ge
daan worden. Velen geven daaraan
geen gevolg, om verschillende redenen
en zeer dikwijls, omdat zij zich inbeel
den dat dit kapitaal aan de rechten ont
snapt daar de verzekerde het niet in
bezit had bij het overlijden.
Weinigen tijd daarna komt de boet
men wordt slachtoffer van onaange
naamheden van alle slach ondanks zijn
goede trouw.
Zou de Minister Tan Geldwezen niet
de noodige onderrichtingen aan het
belanghebbend personeel kunnen ge
ven om al wie een somme van een
Verzekeringsmaatschappij ontvangt op
het bureel der Erfenisrechten uit te
noodigen als bevoordeeligde van een
polis dewelke onderschreven werd door
den overleden persoon
De belastingswetten zijn ongaarne
gezien, het ware wenschelijk dat hun
toepassing er de bitterheid van ver
zachtte.