TE NIEUWSGIERIG. Socialistisch weekblad voor het Arrondissement Aalst. ;n DE OÜDERDOMSPËNSÏÖBNËN KUiedrarndf SS l Van alles wat. Mijn Hoekje. 24e Jaar N° 9. Prijs per nummer 25 centiemen 27 Februari 1927. De Woniüguood REGIT EK VRIJHEID Opvoeding is de eerste Maat schappelijke be hoefte Ja, de beambten van den fiscus zijn j heid mods hat dele, dan zal dit be tenieuwsgierig, zeggen dezen, die j dreg in korte tyd tot zijn minimum zich gaarne onttrekken aan hunne zijn gebracht. ÏN 'uk 15, verplichtingen tegenover den Staat, Eenieder is van akkoord, dat er geld noodig is om de menigvuldige lasten die den Staat te dragen heeft te voldoen, maar het is gewoonlijk zoo dat mijn gebuur botaalt. Wij socialisten meenen dat ermoet betaald worden, door eenieder, maar in evenredigheid van zijn vermogen, na, eene zekere som vrijgesteld te hebb»n, om in het levensonderhoud te voorzien. Er is daarmede reeds een begin gemaakt, maar, terwijl het ons so cialisten geen voldoeniDg schenkt, schreeuwt en tiert de bezittende klas se, tegenover wat men noemt, den taks op het inkomen, den supertaks. Het spreekt van zelfs, dat men om den juisten taks op het inkomen te kunnen vaststellen, men ook het juiste inkomen van iemand moet kennen. Van een werkman is het tot het laatsto centiemken gekend. De pa troon waar hu werkt, moet zijn loon overmaken aan den heer Controleur en zelfs is den patroon verplicht bu do betaling van het loon, den ver- schuldigden taks af te houden. Voor dezen is er dus niets te ver duiken, en den bezitter vindt het heel natuurlijk, dat den heer con troleur weet, wolk inkomen den werkman heeft. Dit is ook het geval met een be diende van den Staat of van het Pri vaat, dezen zijn inkomen ook is tot den laatsten centiem bekend Welnu hoe drollig het ook schijne wat men juist vindt voor den eenen, vindt men niet meer juist voor den anderen. De bezittende klasse, kar. het maar niet verkroppen, dat den heer Con troleur der belastingen het recht bezit zijn neus te gaan steken in hunne boeken, om eens na te gaan of ze den Staat niet bedriegen, in het opgeven van hun bezit. In het algemeen, zal dien control dit nazicht van wege de heeren Con; trolleurs zich wel meer bepalen bu de kleine bezitters dan bij de groote. omdat het nu nog meestal zoo is, dat men de grooten vreest. En tooh reepen en tieren de hoe ren kapitalisten, tegen die Staats- i inquisitie, omdat zü zich met genoeg op bun gemak bevinden, om aan den Staat te betalen wat zu zelf goed vinden. Me dunkt dat het eene eerste plicht is, zijne verplichtingen tegen over den Staat te volbrengen.; wie er zich van onttrekt pleegt eene mis daad, die erg wordt gestraft, als het de Kleintjes betreft en die even erg zou moeten gestraft worden als hel de greoten zijn, die er zich plichtig aan maken. Een smokkelaar die poogt de gren zen over te steken, zonder den taks van zijne waar te betalen, stelt zich bloot erg geboet te worden, en durf. hii het wagen te vluohten, dan ge beurt het niet zelden, dat hu door den douanier omver geschoten wordt. Wie eene geheime stokoru houd t bedriegt den Staat, en wordt erg ge straft wanneer het ontdekt wordt. Waarom is men niet even streng, met dezen die den Staat bedriecoD, door hunne inkomsten onjuist op te geven Bü de eersten heeft men te doen met arme drommels, bij de tweeden met rijke menschen. De armo menschen kunnen niet bedriegen en betalen dus den vollen bak, terwijl dezen die kunnen beta len er zich voor een groot gedeelte van ontmaken. En bij hun bedrog schreeuw en ze OR- irdt gen ten, van ed- :si- pil- ik- nel pij Elk betaio naar zijn vermogen, en hoe meer men heeft hoe gemakkelij ker men aan zyn verplichtingen kan voldoen. De stygende belasting is eene noodzakelijkheid en is vooral noodig in een land waar men aan democra tie wil doen. Het is in dien zin dat de socialisti sche party altijd haren politiek heeft gevoerd en dat ay hem zal blyven voeren, spyts al den haat en nyd die ze va* wego de bezittende klasse, zich op den bals heeft gehaald. Dit is in't voordeel van de klein tjes en voor die is onzen stryd. Nichels Alfred Vervolg. Overmaking der Kaarten De pensioenkaarten moeten ieder jaar, binst do eerste acht dagen der maand, volgende op die van de ver jaring van den arbeider, aan de Lyf- rentekas worden overgemaakt ofwel door de Mutualiteit, zoo de arbeider aan zyn patroon beeft verklaard, lid te zijn van een ziekenbond, ofwel rechtstreoks door de patroon zelf door tusschenkomst van een post kantoor. Ieder bewust ai bei der, zegt dus aan zijn patroon, dat hij lid is van zijn ziekenbond dan krygt hij zyn pensioenkaart op bovenvermeld tijd stip, overhandigt ze seffens aan zyn bond die verder het noodige doet. Toslagen van den Staat Art. 8. De jaarlyksche Rijksbij- drage wordt vastgesteld per frank, op de rekening van den belanghebbende gestort met afstand van kapitaalop i frank voor de verzekeringsplichti- gen geboren binnen de jaren 1862- 1869 75 centiemen voor de vorzekorings- plichtigen geboren binnen de jaren 1870-1875 6o centiemen voor de verzekorings- pliehtigon geboren binnen de jaren 1876-1881; 50 centiemen voer deverzekerings- plichtigen geboren na 1881. Deze toelagen worden verleend totdat daardoor zyn gevestigd eene ouderdomsrente van 240 fr. ten be hoeve van de vrouw van den verze- keringspliohtige. Bestemming der Verplichte Stortingen Art. 0. Het bedrag van de per soonlijke storting en van de werk geversbijdrage is bestemd om de volgende minimum-renten Ie vesti gen 1. Een ouderdomsrente van 480 fr, ten behoeve van den verzekecings- pliehtigc. Deze rente, alsmede die. gevestigd door middel van s Ryks bijdrage, gaan in met de maand vol gende op die, in den loop waarvan de verzekoringsplichtige zyn vijf en zestigste jaar heeft bereikt 2 Eon overlovingsrente van 240 frank ten behoeve van de echtgenoo te van den verzekeringspiichtige, alsmede van zijn wettige kinderen of van die, waarvan hij den last op zich genomen heeft. Die rente on by voorkomend ge val, de rente gevestigd bij middel van 's R'jks bijdrage zyn, na het overlijden van den man, betaalbaar aan zijne weduwe zy gaat in met de maand volgende op die, in den loop waarvan do verzekeringspheh- tigo is overleden. Na het «verlijden van beide echt- genooten on zoo er wettige kinderen r,u uii - zijn of kinderen, waarvan zy den last noe tegen den supertaks, en zy zelf I op zjch genomen hebben, van rain- roeüen het uit, dat men hiermede de der dan zestien jaar oud, is SU kaüitalen naar den vreemde doet j ^aa\feaar aan het byzonder fonds, vluchten. voorzien bij artikel 20, met verplich- Welnu dat men jacht make op de I 70or dit fonds een jaarlyksche We lezen in «Lo Peuple» van 17-2-27 In België leven nog duizend* personen in erbarmelijke omstandigheden. IVhebben te dien opzicht» belangrijke cijfers onder oogen 29^90 huisgezinnen van twee personen, 13734 van drif personen, 4OO 9 van vier per sonen en \445 van vijf personen beschikken maar over ien plaats voor de keuken, hel wasschen allerlei werk en slapen. Men haalt nog verscheidene honderde gezinnen aan van zeven, acht en negen personen, die ook maar over één plaats beschikken. 508/4 gezinnen afwisselend van vier tot negen personen bezitten maar twee plaatsen. 17092 van zes d negen personen hebben drij plaatsen om al hunne benoodiglieden te doen. Deze cijfers zijn uit statistieken getrokken dagteekende van 192O maar men verzekert ons in middens zeer wel op de koogte der kwestie, dat ze bijna nog niet gewijzigd zijn. Het is een feit dat bij de 120.000 famil- Hen in ons land leven in abnormale, immo reel* en antihygilnische omstandigheden, in vuige kroten. Men ziet dat het woningvraagstuk op verre na nog niet opgolost is en dat het er in de groote steden steeds ellendig en armzalig moet toegaan. De gevolgen van het samenwonen van talrijke gezinnen in kleine en onvoldoende plaatsen zijn niet te schatten onder gezondheidskundig en zedelijk opzicht. Kindoren groeien er op in een slechte atmospheer, geraken licha melijk en geestelijk gedegenereerd en dragen gansch hun leven er den stempel van. De arbeider die niet een behoorlijken tehuis vindt be zoekt meer café 's en geeft zich g« makkelijker over aan den drank, waaruit dan weer andere gevolgen ontstaan. Wat contrasten bestaan er toch nog in onze samenleving Velen van de bezittende klasse bezitten hui zen zoo groot en zoovele ledige ka mers, dat er een tal van personen noodig zyn, louter om deze schoon te houden. Maar wat wilt g'er mee doen. Wij leven nu eenmaal in een samenleving, waarvan de grondve sten nog teenemaal moeten veran derd worden en waar maar al te dik wyls het recht van don sterkste heerscht. Intusschen, om praktisch te wer ken, dient het bouwen van wonin gen zooveel mogelijk aangemoedigd te worden van bestuurlijke zijde door steeds meer flr.ancieëlen en an doren steun te verleenen. Er moet besparing gedaan wor den, zegt men, en niet ten onrechte, Maar kan iemand goedkeuren, dat men zou besparing doen ten koste dor gezondheid en der zedelijkheid der werkende klasse? Misschien zou een rijke égoi6t zulks 'goedkeuren, maar niet één mensch van zijn tyd, niet één arbei der. A. Vijverman. tegemoetkoming van L2o frank te betaleD, te gelijk met den bij artikel 18 bedoelden toeslag, aan den per soon of aan de instelling dio werke lijk voor do kindoren moet zorgen en totdat deze den leeft'jd vaa zestien jaar bereiken 3. Een ouderdomsrente van 48O fr. ten behoeve van de echtgenoote van den verzekeringspiichtige. Bedoelde rente en, bij voorkomend geval, die gevestigd doormiddel van 's Ryks bijdrage, gaat in met de maand volgende op die, in den loop waarvan de belanghebbende haar vijf en zestigste jaar heeft bereikt. De verzekeringspiichtige wordt er van vrijgesteld bedoelde rente te vestigen, als zijn echtgenoote op een persoonlijke oudprdomsrente van 720 frank recht heeft. Door de stortingen dor arbeiders, de verplichte byslag der patroons en de toelage van den Staat, wordt er dus gezamentliik een ouderdoms pensioen van 720 fr. minimum ge vormd. Vervolgt. Eindelijk zal men gaan beginnen inzien dat een officier van 't leger, zal vry zyn, zijn wederhelft te kiezen in het mid den dat hem alleen aanbelangt. Vroeger, moest een officier van 't leger trouwen met een ryk meisje, dat minstens veertig duizend fran ken als bruidschap moest medebren gen. Nu komt de minister toelating te geven, aan een officier te huwen meteen onderwijzeres. Het wordt een beetje tyd dat men met die oude gebruiken afbreke, want een arm meisje kan minstens zóó eerbaar zyn, als een juffer uit de rijl^e klasse. Huwen uit liefde, maar niet om t geld, ziedaar het ideaal. Minister Wauters antwoordde in do Kamer aan de communisten, dat ay ongolyk hebben, altijd te eischen wat niet kan uitge voerd worden, want daar waar zij de meesters zijn is het niet zoo roos kleurig als zij ons gedurig voorspie gelen. In Rusland, byvoorbeeld is iet leven veel duurder dan in andere landen, en een werkman die er vóór doa oorlog 35 roebels won, wint er nu nog enkel 20. En het loven is er nu meer dan nog eens zóó duur dan vóór den oorlog Van dergelijk regiem, vragen we hier verlost to blyven. Voor den zes maanden diensttijd Dit Socialistisch voorstel, dat ons geleidelijk naar de zesmaanden diensttijd brengt is in de Middenaf- deeling onderzochten daar de Socia listen er do meerderheid waren is het er aangenomen. Het is onzen vriend Boens die verslaggever is be noemd. Het is nu te zien of er in de Kamer eene meerderheid zal gevonden wor den, om den zes maanden diensttijd te doen aannemen. Er zijn soms veel democraten met de tong, maar als ze het moeton too- nen, zijn ze het niet meer. We zijn reformisten 't Was een eeuwig verwijt van wege de Communisten tegenover de Socialisten. Al onze veroverde her vormingen en verbeteringen voor de werklieden, waren enkel om zand in d'oogen van het volk te wer pen, volgons die heeren. Reformist, was dus een scheld naam. Nu zyn de Communisten ook re formisten geworden, want in af wachting. dat zij geheel den boel het onderste boven kunnen koeren «ril Ien ze ook hervormingen. Een dezor is :al wie niet meer dan 40 duizend franken in komen heeft, moet geen be lasting betalen. Nu wordt iedereen communist. Voor onze oudjes is er goed nieuws. Onzen Minister Wauters heeft aangekondigd, dat er heel kortelings een wetsontwerp zal nodergelegd worden, aan onze ge pensioneerde ouderlingen een ver hooging van pensioen toestaande van 42o fr. per jaar. Dit zoo beginnen vanaf I Januari 1927. Dat men er maar spoedig mede afkome, onze ouderlingen hebben het zeer noodig. i de wereld bestaat, of dat het de vrucht is van den arbeid en dat als er gebrek wordt geleden, hot de arbeiders zelf zijn, die dit te kort hebben te boeken. Ondankbare ryke menschen. Ge zoudt de arbeiders lief moe ten hebben, omdat ze u al dien welstand en bet genot bezorgen en ge veracht ze. Uwe ondankbaarheid zou u een zekeren dag duur kunnen kosten, wanneer die uitgebuite en verach te massa, eens van hare macht bewust zal worden. FRIEDERIK. k Had moeten loopen om mijn trein niet te missen en ten einde adem, zétte ik me neder in een compartiment van tweede klasse. De verwarming liet er te wen- schon, en eene dame in een goe den vellenmantel gehuld bekloeg er zich over t Is waar madame 't is hier niet al te warm, maar beklagen we ons niet zoo zeerbulten is het bitter koud en in zooveel werkersgezin nen, is het niet alleenlijk koud, maar bovendien is er te kort aan voedsel en kleederen we zijn nog van de gelukkigen. Weihoe, antwoordde ze me, we zijn nog van de gelukkigen Had den we moeten doen, zooals de zen die nu te kort hebben, we zou den in het zelfde straatje hebben gewoondmen moet tooh in den .Zomer sparen, voor den komende winter 1 Sparen is heel gemakkelijk ma dame, wedervoer ik, als men ge noeg verdient, maar de loonen zijn niet te hoog, dus er is van sparen niet veel spraak. Wel, wel, mijnheer, niet kunnen sparen!Wel, ze gaan drie, viermaal per week naar den cine ma, ze zijn gekleed, veel beter dan wij zelf, alle vermaken zijn de hunne en daarbij als ze willen kunnen ze toch hun loon verhoo- gen z' hebben maar meer dan acht ureD te werkon, hunnen baas vraagt niet beter. Madame, 'k vermeen dat ge overdrijft, drie, viermaal per week naar den cinema, dat is een beetje bij 't haar getrokken beter ge kleed dan gij zelf, dat is wat over dreven, want 'k ben zeker, dat er weinige werkersvrouwen zich in een vellenmantel als den uwen kunnen wikkelen maar moest het nu zóó zijn ware het te veel 1 'k Durf wedden, dat gij ook naar de cinema gaat en aan vermaken doet, en dat ge nogtans geen acht uren daags werkt 1 'k Heb dit niet noodig ook, ik kan leven zonder werken was haar brutaal antwoord en ze keerde me den rug. Ons gesprek was ten einde, maar in mjjn gedaohten ging hei voort. Welk een mentaliteit bezitten die soort rijke menschenzij zelf werken niet, en het ie niet genoeg als de arbeiders dagelijks hun acht uren kloppen zij zelf werken niet en z' hebben niet te vreezen van koude en ellende, want ze zwem men in overvloed en alle verma ken zijn de hunne en ze benijden dan nog, wanneer een werkman of werkvrouw zich deftig kan aan- kleeden Ongelukkigen, dacht ik. Ge vergeet dat er niemand rijk wordt geboren, dat het onmoge lijk is, rijk te worden met de op brengst van eigen arbeid, dat zulks enkel kan, door anderen voor u te laten arbeiden, hun een deel van het gewonnen loon ach ter te houden ge vergeet, dat die menschen een handvol zijn in ver gelijking metde uitgebuite massa, en dat die massa zoo braaf is zulks te dulden ge vergeet dat de kolen opgedolven worden door de mijnwerkers, dat uwe vellen- mantels gemaakt worden door de vellenbewerkers, dat er Biets in

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1927 | | pagina 1