Socialistisch weekblad voor het Arrondissement Aalst. Ouderdomspensioenen. Van alles wat. Mijn Hoekje. -i Kr wordt niet mishandeld bij het Leger. fei* .laar N° 12 Prijs oer nummer 25 centiemen. 20 Maart 1927. DE PENSIOENWET RECHT EN VRIJHEID De Macht der Vakbonden is de Waarborg van den 8 Urendag In een naar artikels gaven we reeds de bijzonderste beschikkingen der wet. ïn de laatste paragraaf van ons artikel van 27 Februari zegden wij dat door de Stortingen der arbeiders, de verplichte pijslag der patroons en de toelage van den Staat een ouderdomsrente van 720 fr. wordt gevormd. Voor wat de oude •werkers of werksters betreft voorzag men de volgende Overgangsbepalingen Art. 22. Zoolang een ouderdomsrente van 720 frank ten behoeve van de ver zekeringsplichtigen niet gevestigd is door middel van de geregeld gedane verplichte minimum-stortingen, met in begrip van de minimum-bijdrage der werkgevers en van 's Rijksbijdrage, verleent het Rijk aan de belanghebben den een toeslag gelijk aan het verschil tusschen de rente, die zou gevestigd zijn indien al de verplichte stortingen geregeld werden gedaan, en de maxi mum-rente van 72ü frank. Art. 23. Bedoelde toeslag wordt ver leend onder de voorwaarden vastge steld voor het kosteloos verleenen der puderdomstoelage. Evenwel moet, op rekening van den belanghebbende, tot vestiging van de ouderdomsrente gestort zijn geweest minstens 800 frank wanneer het gaat om vrouwelijke verzekeringsplichtigen en '45O frank wanneer het gaat om manne lijke verzekeringsplichtigen, in min stens 25 jaarlijksche stortingen indien *2ij geboren zijn na het jaar I9OI 240 frank of 36O frank, in minstens 20 jaarlijksche stortingen, indien zij gebo- ten zijn binnen de jaren 19ol-1892 180 frank of 270 frank in minstens 15 arliiksche stortingen, indien zij gebo den zijn binnen 1891-1882 120 frank of 180 frank in minstens 10 jjaarliiksche stortingen, indien zij gebo ren zijn binnen de jaren 1881-1872 I 60 frank of 9O frank in minstens 5 jaarlijksche stortingen, indien zij gebo ren zijn binnen de jaren 1871-1867 36 frank of 45 frank in minstens 3 jaarlijksche stortingen, indien zij gebo ren zijn binnen de jaren 1866-1864 24 frank of 36 frank in minstens 2 jaarlijksche stortingen, indien zij gebo ren zijn in 1863 12 frank of 18 frank in 1 jaarlijksche storting, indien zij geboren zijn in 1862. De jaarlijksche stortingen, die voor de vrouwelijke verzekeringsplichtigen 24 frank en voor de mannelijke verze keringsplichtigen 36 frank overschrij den, worden enkel voor dit bedrag in het berekenen van bovenstaand mini mum in aanmerking genomen. De jaarlijksche stortingen, die de belanghebbenden als vrijwillig verze kerden mochten hebben gedaan, wor den onder dezelfde voorwaarden voor het vaststellen van bovenvermelde mi nima in acht genomen. De toeslag wordt echter van rechts wege bekomen door al degenen, die binnen de jaren 51-65 verzekerings- plichtig waren en in den loop van elk dier jaren de verplichte stortingen heb ben gedaan. De ouderlingen die, op het oogenblik dat deze wet in werking treedt, een I pensioen trekken krachtens de wet van |20 Augustus I920, hebben van ambts wege recht op dezen toeslag ter ver hanging van hun tegenwoordig pen isioen. I Dit nieuw pensioen blijft hun voor goed verworven. Vrijwillige verzekering Personen die niet werken of deze die thuis een vrij beroep uitoefenen en wier inkomsten de 15000 fr. niet overschrij den kunnen zich vrijwillig verzekeren door tusschenkomst van de Lijfrentkas of eene mutualiteit. Het spreekt van zelfs, gezien er hier geen patroon is, dat de werker of werk ster eene maandelijksche storting van 6 fr. of 2 fr. hoeft te doen, zijnde de gézamentlijke bijdrage van werker en patroon. Besluit. Uit al de gegevens spruit er voort dat aide personen geboren na 1 Octo ber 1861 verplicht zijn hetzij onde vorm van verplichte verzekering zoo ze bij een patroon arbeiden, hetzij onder vorm van vrijwillige verzekering, regelmatig te storten willen ze nog van de voordeelen der wet genieten. Dat de arbeiders zich dus zonder dralen in regel stellfen dat onze mu tualiteiten onmiddelijk de noodige maatregelen treffen om ons menschen naar behooren in te lichten en regel matig aan te sluiten. Vervolgt. P. De Bruyn. EEN OVERWINNING VOOR DE HIUTUALISTEN Nu wij volop in den strijd tegen de patronale kassen staan, is de wijziging in het koninklijk besluit van 19 Novem ber 1925. dat de ouderdomspensioenen- wet, volledigt, wel gekomen. Zooals de verklaringen, Zaterdag 5 Maart, op het syndikaal kon gres ge daan, het deden voorzien, is in het Staatsblad van 7-8 Maart net kon. be sluit van 24-2-27 verschenen, waarbij de patroons verplichtend en vrijwillig de pen- sioenkaarten moeten afgeven aan hun arbeiders en arbeidsters. Ieder onzer aangeslotenen zal zich nog herinneren, hoe wij op het einde van het jaar 1925 en in het begin van 1926, op alle mogelijke wijzen aan onze lezers hebben toegeroepen verklaart aan uw werkgevers aat gij mutualist zijt. Onze arbeiders deden in massa deze verklaring, en nochtans hebben een groot gedeelte patroons er geen reke ning mede gehouden. Het was niet gewone nalatigheid of veronachtzaming Het was opzet. Wij hebben de kompensatiekas van de patroons uit de bouwnijverheid tot stand zien komen, wier groote bezig heid het is de pensioenkaarten der arbeiders, in deze nijverheid te werk gesteld, naar de Lijfrentkss te zenden. De vrijheid van mutualiteitskeuze van den arbeider werd hier verkracht. Wij hebben reeds vroeger deze handelwijze aangeklaagd. Wij weten bovendien dat sommige patroons de pensioenkaarten hunner arbeiders rechtstreeks aan lijf- rentmutualiteiten overmaken, die niet dekeuzezijnderbetrokkenen. Wij weten verder nog verschillende détails, die aantoonen dat de patroons de vrijheid van den arbeider... al te eenzijdig ver staan Hierin kan nu verandering komen als de arbeiders willen medewerken. Het bedoeld kon. besluit is voorafge gaan door een met redenen omkleede verklaring waarin namelijk de vol gende zinsnede voorkomt Overwegende dat de ondervinding ervan heeft laten blijken dat, om de verzekeringsplichtige leden eenermu tualiteitsvereeniging meer gemak te verschaffen bij het overmaken hunner kaart aan hun vereeniging, het vol strekt noodzakelijk was sommige bepa lingen te wijzigen, waarbij de voor schriften werden bepaald, die dienen nageleefd bij het overmaken van de stortingskaarten aan de Lijfrentkas Dat is duidelijk. Tot hiertoe hadden de mutualisten niet de volledige waar borg in bezit gesteld te worden hunner penioenkaart. Wat is er nu in feite veranderd In het vroeger kon. besluit moest de arbeider verklaart hebben mutualist te zijn, wilde hij zijn kaart kunnen beko men. Wij kennen te goed den toestand op de werkhuizen om niet te weten dat de patroons in vele gevallen met de kaarten doen wat zij willen. Hierin komt nu echter verandering door de wijziging aan het konlc. besluit. Ziehier textueel de belangrijkste arti kels Art. 38. Vóór het einde der maand waarin de verzekerde verjaart, moet de werkgever, tegen aflevering van het overeenkomstig het officieel model op gemaakt ontvangstbewijs, aan eiken be langhebbende zijn stortingskaart over maken. Art. 39. De werkgever dient aan de verzekeringsplichtigen de stortings kaarten te overhandigen in de werk huizen of op't werk, ter plaatse waar ze werkzaam zijn. Hij mag ze niet overhandigen in zijn bureel, noch in het lokaal waar de loonen worden uitbetaald. Art. 42. De verzekerde mag zijn stortingskaart a^n de Lijfrentkas laten overmaken door het toedoen van zijn werkgever of van de mutualiteitsver- eeniging, waarvan hij lid is. Art. 4i. Verlangt de verzekerde dat zijn stortingskaart door het toedoen van zijn werkgever aan de Lijfrentkas wordt overgemaakt, dan geeft hij die kaart aan zijn werkgever terug, doch eerst na verloop van acht volle dagen sinds den dag waarop hij zelf de kaart heeft ontvangen. Vóór het verloopen van den aldus be paalden termijn, mag de werkgever geen stortingskaart in ontvangst nemen. De verzekerde voegt er een met het officieel model gelijkvormige verklaring bij, waaruit blijkt dat hij in 't bezit werd gesteld van zijn stortingskaart, en ze aan zijn werkgever terug geeft om aan de Lijfrentkas te worden overge maakt. Formulieren moeten te dien einde door den werkgever |ter beschik king van de verzekerden worden ge steld. Wij hebben redenen om te gelooven dat deze veranderingen aan onze pen sioenkassen zullen ten goede komen. Nu dat alle arbeiders in het bezit zullen gesteld worden van hun pen- sioenkaart, moeten onze propagandi sten er een eer in stellen ae pensioen kaarten hunner klassegenooten naar de pensioenkas te zien brengen, waar ze tehuis hooren. Mijn groote verontwaardiging werd gewekt door het lezen in een dagblad van enkele regels, geschreven naar aanleiding van ae opvoering van Sol- datenlief» in den Hippodroom-schouw burg, Antwerpen Het is een schaamtelooze exploitatie van dat soort anti militarisme, gebaseerd op de leu gen van de mishandeling der jongens door hun oversten in de kazernen, die hoogstens in het vóóroorlogsche Pruisen een schijn van reden kon hebben. Maar veronderstel zelfs, dat deze toestanden ook in Nederlandsche kazernen be staan wat absoluut onwaar is zoo dat nog geen reden mogen zijn. om de hier ten too- neel gevoerde Hollandsche officieren, zoo maar in Belgische uniformen te steken, en dus hen met al de zonden te beladen, die door een Hol lander den Hollandsche officieren aangewreven worden. Aldus een zekere heer F. P. in <- Het Antwerpsch Toon eel van Zaterdag 8 Januari 1927. Een heel klein vraagsken aan Mijn heer F. P. Is U zelf soldaat geweest Mijn antwoord is Neen Avant dan zou hij een beteren kijk hebben op dat Belgisch kazerneleven. Zoo, Mijnheer, het is een leugen, dat jongens mishandeld worden en dat kon maar gebeuren in 't vóóroorlogsche Pruisen. Ik zeg, dat die schandalige mishandeling zich nog voordoet in het naoorlogsche België. Ja Mijnheer, of - denkt ge dat het Belgische kazernele j ven van alle smetten vrij is Wel, dan zoudt gij met mij uw dienstterm hebben moeten doen vanaf 3o September i92o tot 3o Oktober 1926 bij een regiment ruiterij in 't Walenland gekazerneerd. Dan zoudt gij persoonlijk ooggetuige zijn geweest van mishandeling ja van mishandeling van jongens en dan zoudt gij een klein idéé hebben gehad van een gruwelijke realiteit. Ja Mijnheer, dan hadt gij gezien, hoe een weinig ontwikkelde hall idiote jon gen afgestampt werd omdat hij geen Franschen demi-tour a droite kon maken. Als ge toen met ons allen in de rij hadt gestaan, zoudt gij ook geknar setand hebben van machtelooze woede, omdat gij uw kameraad onmenschelijk zaagt gestampt worden door een onbe- nulligen wachtmeester. En diit was niet in Pruisen, maar in België, in Luik, in de Caserne des Ecoliers En dat was een persoon gekleed in khakiuni- form, welke zich de vrijheid veroorloof de te stampen op een weesjongen, een vriend van ons allen. Ja, Mijnheer, dan hadt gij kunnen zien, hoe diezelfde ongelukkige stum- perd afgeslagen werd door een anderen gegaloneerden wachtmeestersarmhoe die sukkelaar twee vuisten in zijn ge zicht voelde bonken en hoe hij daarna in een litière paardenstal) werd neergegooid. Toen hadt gij gehoord, dat het wachtmeestertje riep Kom mee naar mijn kamer, daar zal ik u eens goed afranselen, zot Is dat geen mishandeling En weet gij waarom Omdat hij zegde (na reeds meer dan 6 uur pansage op de paarden te heb ben gemaakt)Nogal paarden borste len s>. En wij allen die zulks zagen, balden de vuisten maar durfden niets doen, omdat we verlamd en futloos waren.... en schrik hadden achter onzen term te moeten dienen, zooals tien \ran ons, voor - cachotstraffen Mijnheer F. P. moest gij een zoon hebben of hebt gij er een, zoudt gij het gedoogen, dat hij mishandeld werd in een Belgische kazerne? Moest gij ouder zijn (misschien zijt gij het) zoudt gij het toelaten dat men uw jongen uit maakt voor zot En dan wilt gij schrijven, dat er geen mishandelingen plaats hebben. Kraam toch zulke grove leugens niet uit, Mijn heer F. P. Wilt U mij eens vragen alles te zeggen wat ik nog weet..Veel, heel veel Moest ge ze allen kennen, die jon gens welke mishandeld zijn gewor den, wellicht zoudt gij ze 's nachts voor u zien opdoemen in sombere visioenen en ieder van hen zou u toeroepen Ik ook... ik ook... Pleit ze niet vrij, die Belgische uni formen... En als zou een geval op het rapportkomt, dan sust de hoogere overheid de zaak, opdat zij niet te veel opzien verwekke en paait men de suk kelaars ofwel met coDgébeloften of erger met bedreigingen. Ik zou kunnen roepen J'accuse, Ik beschuldig, en mijn vinger zou ook Mijnheer F. P. wijzen, omdat hij zich onwetend houden wil, wat betreft de schandalige feiten in de kazernen. Als gij eens een beetje persoonlijk moest meemaken, zoudt ge vervloeken die amicales de sous officiers et offi ciers omdat gij weten zoudt dat het beulenhorden zijn, min of meer be schaafde mensehentemmers in kazer- nekooien. Ja, beste menschen, dat zijn feiten, die ik staven kan, ik en zooveel ande ren. Zult gij blijven toelaten, dat men uw zonen, uw eigen vleesch, gemeen af- stampt Zult gij het kalm kunnen blijven hooren, dat er gespot werd met uw kinderen Niet alleen Oorlog aan den Oorlog, maar ook Oorlog aan het Leger, die onmensche- lijke vereeniging, waarbij plaatjes pas sen Behandeld de Dieren met Zachtheid. Ook oorlog aan die F. P.'s, de verstok te militaristen. En zooals Max Havelaar uitriep De Javaan wordt mishandeld, zoo bazuin ik heden rond mij, zoodat de echo dringt tot in alle huizen On?e broeders, onze zonen ivorden gemeen mishandeld bij het Belgisch leger Voor wanneer de afrekening Onzen Hipp. burgemeester, Ja, 't is geen nieuws meer, en toch moeten we er op terug komen. Waarom Omdat men Polietje Van de Meulebroucke in de Katholieke bladen heeft doen doorgaan als een beeldstormer. En wat gebeurd er in zijne gemeente Bij een bezoek in de scholen, bestatigt hij dat er niet min, dan vier Lieve-Vrouwenbeelden onthoofd zijn, sedert langen tijd, en dat dit feit aan den vroegeren klerikalen burge meester, meermalen is gesignaleerd, zonder dat dezen er aangedacht heeft er andere te doen plaatsen. Wie zou het gelooven, dat dien zoo gezegden beeldstormer nu, onmidde lijk be\'el heeft gegeven, die onthoofde Lieve-Vrouwenbeelden te ver\rangen door nieuwe, en het eerste betalings mandaat, dat Van de Meulebroucke als burgemeester heeft onderteekend, is dit der nieuwe Lieve Vrouwenbeelden. Wat zullen ze nu schrijven, die uitbuiters van den godsdienst Is het nu slechten wil, of wel nalatigheid Wat ik zeggen wil Wel, ik hoor toch van zoovele ouderlingen, die wachten op hun ouderdomspensioen, en zoo dik wijls blijven wachten. Hier geldt het niet, die ouder lingen, die door het nazicht van meer dan 300 duizend dossiers in 't Ministerie gedurende maanden hebben gewacht voor hun pen sioenboekje, maar hier is er nu sprake van die ongelukkigen, die zich hebben aangeboden bij den Heer Ontvanger der Belastingen, gem bewijs hebben gevraagd, en ook geen nieuws meer bekomen. En als die menschen dan na wachten en wachten opnieuw bij den Heer Ontvanger gaan, dan herinnert hy zich niets meer, de vraag is hem niet gedaan, en de ouderlingen verliezen al dien tyd hun pensioen. Immers ze hebben geen bewys, dat ze zich een vroegeren datum hebben aangeboden. Ja, de vraag reist op, of er hier slechten wil, of wel nalatigheid in 't spel is. 'k Weet niet juist, maar heel waarschyniyk, zullen alle beiden vragen, hier zich wel oplossen. Slechten wil 1 Ja op den buiten vooral, kan het wel gebeuren dat den ouderliDg die zich aanbiedt, om zyne aanvraag om ouderdoms pensioen te doen, niet in den smaak valt van den Heer Ontvan ger, es dezen kan dan heel gemak- keiyk wanneer hy geen bewys aflevert doen alsof de vraag niet is gedaan. In andere gevallen, gebeurt het evenzeer, dat de vraag door na latigheid verloren geraakt, maar altijd is het 't ergste van al dat den ouderling aanzien wordt als geen pensioen aangevraagd te hebben. En den Heer Ontvanger biyft meestal buiten de zaak, omdat den ouderling geen ontvangstbe wijs heelt gevraagd. Het is daarop dat ik bezoDder de aandacht onzer oudjes wil trek ken by hunne aanvraag, aan den Heer Ontvanger een bewgs vra gen, dat ze zich by hem hebben aangeboden, en desnoods, dit be wijs eischen. Aldus zyn ze gevry- waard tegen slechten wil en ook tegen de nalatigheid van den Heer Ontvanger. Biyft het pensioen dan lang weg, men kan aandringen in het Mini sterie, maar 't pensioen loopt dan toch in alle geval van by de aan vraag. Ziedaar wat tot do oudjes moest worden gozegd door FR1EDERIK. Van Landeghem wierd socialistischen burgemeester van Willebroeck en de Kloosterzusters, hadden een zeer grooten schrik voor dien voor hen afgeschilderden duivel. Hij was zekeren dag in onderhoud geweest, met de Moeder van de gast- huisnonnen, die schrikte en beefde vóór dat ze met den burgemeester hadt ge sproken. Na het onderhoud, was ze geheel en al veranderd en ze was nu overtuigd, dat den Socialistischen burgémcester geen duivel was maar meer handelbaar der dan den vorigen. Daarbij hun loon was te gering, en 't was'ook de Socialistische meerderheid, die het loon der gasthuisnonnen ver hoogde. Dat zullen de katholieke bla den zorgvuldig vergeten te melden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1927 | | pagina 1