Socialistisch weekblad voor het Arrondissement Aalst. BELANGEN Mijn Hoekje n 24" Jaar N°' 33 O Prijs per nummer 25 centiemen 1 ijOogst 1927. Alle bewuste arbeiders zijn het Socialisme genegen en leveren strijd tot zijn verwezenlijking Zegetocht der demokratie Een nieuwen Socia- lislischen tempel meer Voor meer Idealisme Ontwikkeling REGIT EN VRIJHEID ©1 De kermis is geëindigd, do laatste orgeltonen zjjn vervlogen, het ru moerige en bedrijvige foorvolkje, heeft zvjn tenten afgebroken onbe reid zich om elders zijn kans om de winst van bete broods te gaan wa- fen. Wtf komen in gesprek mot een lier menschen, wiens lastig en moeilyk bestaan door zoo weinigen gekend en nog door minderen wordt geëerd. Slechten tijd mijnheer, klonk zijne bittere klacht, het wordt ons onmo gelijk ons brood nog te verdienen. Waaraan zulks toe te schrijven was? De taksen zijn veel, veel te hoog, de onkosten van vervoer met het spoor en anders, zijn veel to groot, roeg daar het plaatsgeld bij, maar wat erger is, Mijnheer, het werkvolk keeft geen geld n hot werkvolk heeft nood en burgerij en tteritigsdoeners lijden onderdennoodvanhet volk. Op derijkemen- schen moeten wij foorkramers, niet rekenen, die lui gaan naar de groote badsteden, hun geld niet alléén ver teeren, maar verkwisten. Hebt ge niet gelezen Mijnheer,van die fabelachtige som, welke die rijke lui, in Deauville hebben uitgegeven, aan bloemen alléén voor de versie ring van een hunner zalen? Ja, ja mijnheer, wij, wij ondervinden dat het best, wanneer er gebrek is bij de werkmenschen Dat gesprek heeft ons doen naden ken, om de eenvoudige maar onloo chenbare waarheden, welke het be vatte. Dat ons werkvolk nood heeft en armoe lijdt daaraan zal wel nie mand twijfelen, 't Is nu reeds weken en maanden, dat dekrisis is uit ge broken, wat voor sommige gezinnen beteekent: hunne inkomsten met den helft te zien verminderen. Krisis, naar ons oordeel gewild en besloten door enkele menschen, die in hun strijd het al te overmeesteren, en aan hun juk te onderwerpen, er zich bitter weinig om bekommeren, of vrouwen en kinderen honger en gebrek lijden, wanneer hun plannen maar gelukken. Wij dachten aan die woorden, dat burgerij en neringdoe ners lijden onder den nood van het volk. Hoe waar en hoe juist. En nochtans was het uiet die zelfde bur gerij, waren het niet diezelfde ne ringdoeners, welke op enkele rare uitzonderingen na, nooit iets anders dan afkeer en verachting over had den voor die zelfde werkende klasse? Hoe vaak hebben die menschen, de partij niet gekozen der grooten, der bezitters, tegenover de uitgebuite- nen welke soms het lijden en de ont bering moe, in opstand kwamen te genover hunne verdrukkers. Hoe hebben die menschen in tijden van itaking, de leiders niet uitgeschol den voor goelevers en wat meer, de werklieden voor luiaards. En nochtans hun lot is gebonden aan dat der werkende klas, maar niet te min schoten zij dezen in den rug, die trachten ten koste van on noemelijke opofferingen, zich een beter bestaan te veroveren, wat on rechtstreeks toch weer ten goede kwam aan de burgerij. Wat een les ligt er voor onze ar beiders en vooral voor onze arbei dersvrouwen, in die brutale waar heid, dat het welen wee der nering- doeners afhangt van den stoffelijken toestand der werkende klas niet be sloten?^ den ontvoogdingskamp> hebben onze voorkampers gevoeld, lat eigene inrichtingen er noodza. 1 kelijk warenz'hebben ze er gesteld. Ons aller vriend Anseele, heeft het eens zoo juist, zoo treffend ge zegd Onze huismoeders dragen de toekomst onzer klasse, in hun voorraad korf Wilden alle arbei dersvrouwen zulks begrijpen, het ware vlug gebeld met diegenen die uit fanatisme tegenover ons staan. Wist elk arbeidersgezin den weg naar eigen inrichtingen, welk een uitbreiding zouden deze niet niet kunnen nemen. Maar eilaas do we reld is toch zonderling zij wier lot, in de handen der werkende klas berust, hebben voor haar wat veel meer dan verachting, of ten aller minste miskenning over, en de on- bewusten uit de werkende klas, kee- ren zich juist tot hen. Aan don nood en de ellende van het volk, die hen thans zou hard drukken, is nogthans maar een uit weg de organisaties versterken, de eigen inrichtingen zoo groot maken, dat we bij machte zijn, de voort- brengst zelf in handen te nemen, 'tls de eenige manier om de volledige ontslaving daar te stellen. Do daad van volledig zijn plicht te doen, te genover de eigen inrichtingen is meer revolutionnair, dan al het ge- frazel over revolutie het eerste is een mijlpaal op den weg der ont voogding, het iseene daad; het twee de bepaald zich slechts bij woorden. Arbeiders, begrijpt uw plichtbe grijpt uw belangen Steunt en be zoekt uw eigen inrichtingen Zoo komen we eens tot de verwe zenlijking van ons ideaal: de vervor ming der huidige maatschappij waar aan don eenen kant, overvloed, rijkdom en wellust hoogtij viert, ter wijl aan den anderen kantdeover- groote massa gebrek en ellende lijdt; in een maatschappij, waar vrede en welvaart zouden heerschen, en alle menschen broeders zijn. P. V. Ninove, 9 8-27. Wladimir Woytinski, die onge twijfeld een der knapste statistici van onzen tijd is, heeft in Die Gesellsohaft een buitengewoon be langwekkend overzicht gegeven van de veranderingen, die in de laatste tien jaar in de staatsinrichting van vele landen gekomen zijn. Die veranderingen zijn meerendeels van zoodanigen aard, dat men ondanks fascisme en bolsjevisme preken moet van oen forschen groei der demokratie. Het politieke ontwikkelingsproces is sedert 1917 geweldig geweest. Dit blijkt ten eerste uit de verbrei ding van den republikeinschen regeeringsvorm. Vóór den oorlog telde Europa slechts drie republieken Frankrijk, Zwitserland en Portugal. Na den oorlog zijn uit de drie groote Europeesche keizerrijken tien nieuwe republieken ontstaan Rusland, Duitsohland, Polen, Tsje- cho-Slowakije, Oostenrijk, Finland, Litauen, Letland, Esthland, en Dan zig bovendien een monarchie met een onbezetten troon n. 1. Hongarije. Deze omwenteling heeft zich vol trokken over een gebied, dat bijna twee derden van Europa's oppervlak beslaat en meer dan de helft van Europa's bevolking herbergt. Daarmee gingen soortgelijko ver anderingen in andere landen ge paard. Men denke aan den val van hot koningschap in Griekenland en aan dien van do monarchie in Turkije aan de beveiliging van do republiek in China en aan de groote kiesrecht- hervorming in Japan. Alle groote politieke veranderin gen te zamen, hadden betrekking op meer dan de helft der menschheid, voorzoover zij tot zelfstandige staten behoort. Europa telt thans I4 republieken en 13 monarchieën. De republieken vormen een aan- eensluitenden gordel, die zich uit strekt van den Oeral tot over de Pyreneeën. Ten noorden van dien gordel lig gen zes parlementaire monarchieën: Groot-Britannië, België, Nederland, Denemarken, Noorwegen en Zwe den, waarbij men nog Luxemburg als zevende noemen kan. Ten zuiden vau de republieken zijn zes konstitutioneele monarchieën gelegen, die nog min of meer abso lutistisch geregeerd worden Bul garije, Roemenië, Hongarije, Yoego- Slavië, Italië en Spanje. In die zuidelijke strook bevinden zich ook nog twee republieken van twijfel achtige hoedanigheidGriekenland en Portugal. Alle 21 staten van het werelddeel Amerika zijn republieken. In Azië zijn twee republieken (China en Turkije twee konstitu tioneele monarchieën Japan en Perziëen twee absolutistische mon archieën Siam en Afghanistan Van de drie zelfstandige staten van Afrika is Abessinië oen absoluti stische monarchie Egypte een kon stitutioneele monarchie en Liberia een republiek. Alle zefstandige staten der wereld de dwergstaten zooals Monaco, Andorra, onz. buiten beschouwing gelaten) kan men groepeeren als volgt Europ. Azië. Am. Afr. Aarde Absolutistische monarchieën 2—13 Konstitutioneele monarchieën 13 2 1 16 Republieken 14 2 21 1 38 Te zamen 27 6 21 S 57 Veel belangrijker nog dan de vraag van den regeeringsvorm is voor de demokratie de vraag, in welke mate het volk aan het politieke leven deel nemen kan en daarop invloed uit oefent. De laatste tien jaren hebben ook in dit opzicht ontzagelijke verande ringen gebracht. Het kiesrecht is in bijna alle lan den reusachtig uitgebreid. Vooral daar, waar ook de vrouwen het kiesrecht verworven hebben, is het verschil met den tijd voor den oorlog zeer groot. Hel aantal kiezers bedroeg in per centen van de geheele bevolking dus per 100 inwoners in Bij de laatste verkiezingen voor den oorlog: Duitschland 22,2 pet. Groot-Britannië 17,0 Frankrijk Italië België Nederland Zwedon Bulgarije Finland Noorwegen Japan Kanada 28,9 24.2 23.5 14.6 20,4 24,4 45.9 34,6 2,9 25.3 na den oorlog: 65,8 pet. 49,2 29,2 30.2 29,8 50.6 57,5 25.3 45.7 53.8 21,3 49,2 Het beginsel van het algemeen kiesrecht heeft haast overal gezege vierd, in zoover, dat bij dekiesge- rechtigheid de voorrechton der be zitters afgeschaft zijn. De verdere uitbreidingen van het kiesrecht be staan iu het verlagen yan den kies gerechtigden leeftijd en in de toe kenning van het kiesrecht aan de vrouwen. Het kiesvoorrecht der bezitters wordt in zijn zuiveren vorm alleen nog in Indië aangetroffen, waarop een bevolking van 320 millioen zielen slechts 5millioen kiezers zijn. Inderdaad wij mogen spreken van don zegetocht der demokratie de tegenovergestelde verschijnselen in do bolsjewistische en de fascistische landen behoeven ons daarvan niette weerhouden. Do volksmassa's zfjn haast overal tot het politiek leven toegelaten. Het recht om mode to beslissen over het lot dor volken is hun toege kend. Nu hebben zij te leeren, hoe zij dat recht moeten gebruiken. Ook in dit opzicht maken de volken schier overal groote vorderingen weven zijn met een zeker idealisme dan komt men het verst. De oorlog heeft er voorzeker niet aan geholpen, omhet idealisme hoog te houden. Want tijdens de wereldranp, voor al in de bezette streken, heeft men geld, en schraapzucht met de vleet gekend. De rijken gaven het voor beeld, wat dan door anderen nage volgd werd, zoodat zelfs een nieuwe klasse van rijken geschapen is. Eer van stand en van naam verbleekte voor den glans van 't geld. Dat alles vond zijn weerklank bij de massa. De arbeiders werden ver bitterd en met reden. Ook indien de regeering na den oorlog geene toe gevingen gedaan had, zou wellicht eene omwenteling niet te weerhou den zijn geweest, ondanks alles. Maar met al die omstandigheden is er ook veel verwaarloosd geweest, schier onbewust. Studie, leerzucht, ontwikkeling enz., gingen voor een goed deel te loor. Het onmiddelijke stoffelijk belang en vele andere be zorgdheden namen alle aandacht in beslag. Daarbij kwam dan nog een te veel uitbundig sport waardoor vele gewichtige deelen uit het oog werden verloren. Er wordt ongetwijfeld te veel aan sport gedaan. Alles dient met mato beoefend te worden. De sport- lectuur neemt de eerste plaats in bij de jeugd dezo spreken dra van niets anders meer. Er dienen andere wegen opgegaan te worden. We moeten streven naar een hooger doel in 't leven. De ontvoogding van het proleta riaat moet onze grootste bekommer nis zijn, ons hoogste doel en streven. Daarom moet wederom meer aan ontwikkeling gedaan worden. An seele zegde immers dat het Socia lisme een kwestie van capaciteit is Rik de Man schrijft eveneens Het Socialisme is niets anders dan de wetenschap stipt en rechtvaardig toegepast. De toekomst vraagt dus bekwame mannen. We moeten ons met de bourgeoisie kunnen meten op alle gebied, ja hun meerdere zijn. Dat moet onze ambitie wezen. Met daarbij idealisme en opoffe ringsgeest, geloof en vertrouwen komen we er van boven op. A. Vijverman. 't Was verleden Zondag de beurt aan onze vrienden van Onkerzele. Hun eigen socialistisch lokaal werd ingehul digd. 't Was feest in 't dorp. ja in 't dorp van onzen koenen strijder Leander Van den Hove, die in die gemeente meer dan dertig jaren, op de bres staat, om er het Socialistisch zaad te Het streven naar stoffelijke be- noodigheden kan of mag nooit doel op zich zelf zijn, maar wel moet het stoffelijke aanzien worden, als een middel, om tot een hooger doel te komen. De strijd der arbeiders moet door- i strooiën. Geen wonder dus, dat we er met ge- noegen henen togen, en dat de muzie- ken van Aalst, Ninove, Denderleeuw en Geeraardsbergen vergezeld van de vóórmannen en een aantal mannen en vrouwen op post waren. De meeste bon den hadden een afvaardiging gestuurd en vooral de buiten gemeentens waren goed vertegenwoordigd. Schendelbeke, Santbergen, Idegem, Lede, Sottegem, Grootenberge, enz. hadden een goed contingent geleverd. 't Was stikkend heet, en Onkerzele is niet te bereiken noch met trein, noch met tram. Het was dus den Schoen makers-trein, die voor een gedeelte te nemen was, en dit in de brandende zon. Onze vrienden van Onkerzele, die hun lokaal prachtig hadden versierd, had den er dan ook voor gezorgd, dat den optocht niet te lang was, zoodat dit in den smaak viel der manifestanten, die niet veel houden, van te loopen in de brandende zon. Na den stoet was het toespraak en 't was onzen Leander die in enkele ge paste woorden opende. Volksvertegen woordiger De Bruyn en Senateur De Nauw, hielden goede toespraken, we zen de massa aanhoorders op het nut van den strijd, op nut der coöperatie, (Vervolg onderaan kolon 5). Kijk, de jeugd is in zijn sohik. t Is verlof, 't is vacantie, ze mag uitrusten, van de vermoeiënissen van 't leeren. En toch zijn er, onder DIE kin deren, die enkele dagen geleden nog ter school gingen, oen groot aantal die geen verlof zijn gegund die geen vacantie hebben 1 Waarom 1 WeVbzijn dezen,die reedsHjaar zjjn geworden, aan den school plicht hebben voldaan, en nu ver plichtingen hebben tegenover hunne ouders, tegenover hunne mindere broer kens en zusterkens, die nu mode moeten helpen, om 't gezin te laten leven. 't Zijn de kinderen van de wer kende klasse, die het groote wer- kersleger gaan vervoegen, in fa brieken en werkhuizen, die een loon moeten winnen om vader zijn last lichter te maken. Ja, 't zijn enkel werkerskinde ren, want deze der begoede bur gers, deze der rijke menschen, gaan niet naar de fabriek, naar het werkhuis, naar de mijnen, want ze hebben het geluk hunne studieën te mogen voortzetten, zich te verrijken aan kennissen. 't Is vacantie, 't is verlof, voor de rijke menschenze gaan naar de zee, naar den buiten, naar de bergenze gaan zich verlustigen. Wie zulks niet kan, zijn de werkmenschen wie te tobben heeft van den r» Januari tot den 31e December, wie den rijkdom schept en de landen vruohtbaar maakt, hebben het nog zoover niet gebracht, dat er ook wat ver lof voor hen besta ze hebben dit aan anderen gelaten. Zal zulks blijven duren Neen, duizendmaal neen, want het werkende volk heeft reoht, eerst en vooral en zelfs vóór d'an- deren, op een jaarlijks betaald verlof. 't Is waarvoor de syndikanten zich nu moeten inspannen, 't is waarvoor de werklieden nu moe ten ijveren, maar daarom, ja daar om is er eendracht noodig, daar om hoeft de macht van het syn- dikaat versterkt, daarom moeten alle werkers deelmaken van hun nen vakbond en strijdlustig zijn. Onvereenigd zijn we niets, ja, toch dan zijn we Lamme goed zak alles is ons dan welgevallen, zelfs de onverdiende armoede die er geleden wordt. Door eendracht stellen we daar oen einde aan, dat verzekert u FRIEDERIK. enz. Volksvertegenwoordiger Nichels, beloofde in 't kort eene meeting te ko men geven, over den algemeenen poli tieleen toestand, over den hevigen kamp die we zullen te voeren hebben voor den zesmaanden diensttijd en de pacht wet, en 't provinciaalraadslid Van Schoors sloot met een paar woorden. Een welgelukte dag voor de propa ganda dus. En nu Leander, is 't aan u, om er voor te zorgen, dat ge met de aan staande gemeenteverkiezingen op nieuw de meerderheid behaald, die de vereenigde tegenstrevers, u in 1928 hebben ontnomen. Wij hebben gezien, dat ge te reke nen hebt, op eene schaar kloeke man nen en vrouwen, die u zullen goed ter zijde staan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1927 | | pagina 1