WONINGSVRAAGSTUK MIJN HOEKJE 25e Jaargang N° 5 Prijs per nummer 30 centiemen 29 Januari 1928 Socialistisch Weekblad voor het Arrondissement Aalst Het vraagstuk der Bedienden. VREDE, Kooperatief nieuws. Recht en Geen rechten zonder plichten Geen plichten zonder rechten POSTCHECK-REKEMING Belgische W e r k 1 i ed e n - P r t ij Arrondissements Federatie Aalst Nr. 8 0 6 8 6. Telefoon 5 7 2 en in dit geval moet het voor de gezondheid, voor de toekomst van tien duizenden kinderen. Door de Nationale Maatschappij en hare af- deelingen zijn er in het land reeds een groot getal woningen gebouwd, maar er blijft nog zooveel te doen, dat met den gang zooals het nu gaat, er nooit eene voldoende oplossing zal bekomen worden. En nogthans er bestaat mogelijkheid het woningsvraagstuk op te lossen; materiaal is er; werkkrachten ontbreken er niet, en men zal ons toch niet willen wijsmaken dat er geen geld is in 't land om te bouwen Het socialistich bestuur der groote stad Weenen heeft een treffend voorbeeld gegeven en een werk van groote uitbreiding verwezent- lijkt. Deze, die de socialistische bladen lezen, hebben zich kunnen overtuigen dat men daar de zaak heeft aangepakt zooals het behoorde. Door eerst en vooral te zorgen voor denoodige inkomsten, dewelke men bekwam door de op- offeringea te eischen van de lieden, in staat deze te doen, door bijzondere lasten dus, heeft men aan duizende gezinnen, datgene kunnen verschaffen, waarop elke mensch recht heeft aanspraak te maken een menschelijke huis vesting Dit is daar verwezentlijkt door socia listen, dewelke door onze burgerspers zoo zeer worden voorgesteld als onbekwamen en stich ters van wanorde. Katholieke en liberale bladen, waarin er nochtans nog al dikwijls geschreven wordt over belangstelling en genegenheid voor de groote familiën, dringen gedurig aan op ver mindering van de lasten, dewelke door de be zittende klasse te betalen zijn. Wij zouden over zulke handelwijze kunnen verwonderd zijn, ware het niet dat wij weten dat al hunne liefde voor de familiën met veel kinderen, slechts tot doel heeft deze familiën meer en meer afhankelijk te maken van de liefdadigheid, om zoodoende de vrijheid dezer gezinnen in te krimpen en ook des te gemak keiijker te kunnen uitbuiten. Hebben wij het recht niet te zeggen, dat er niets te verwachten is van de bezittende klasse, dewelke voor zich alle voorrechten en welstand eischt en w eigert iets te doen om een einde te brengen aan den onmenschelijke woontoestand dewelke wij hier aanklagen Hoe dikwijls gebeurt het ook niet dat door eigenaars een woonst wordt geweigerd, onder voor wendsel dat er te veel kinderen in het ge zin zijn, omdat zij vreezen dat het huis te zeer zal beschadigd worden, ofwel dat bij tegen spoed in het gezin, de huishuur niet genoeg verzekerd schijnt. Sommige eigenaars zijn zelf schaamteloos genoeg om zulks te bekennen aan vaders, op zoek naar een onderkomen voor hun talrijk kroost. Nu er zooveel gesproken geschreven wordt over familievergoedingen en hulp aan de groo te gezinnen, zou het toch voor elk weldenkend mensch een bewezen feit moeten zijn, dat de eerste vergoeding, dewelke aan de familie -rr-j - x dient verleend te worden, moet zijn een huis in" zulks mogelijk is, worden wij door katbo- I vesling> beantwoordende aan de noodigste re lieken en liberalen voorgesteld als albrekers I gels yan gez0ndheid en ook ten bate van de van de orde 1 zedelijkste verheffing van ons volk. Dat noemen onze tegenstrevers Orde men- Het woningsvraagstuk is een dezer maat- schappelijke kwestièn, die van het grootste bo lang zijn; en aan dewelke er maar een oplos sing kan gebracht worden door radikale mid delen. Wij willen in niets de verdiensten verminde ren dergenen, die door het houden van con gressen, inrichten van tombola s, de aandacht trekken op de erbarmlijke woningstoestand,- wij erkennen ook dat er door de Nationale Maatschappij voor het bouwen van goedkoope woningen, en hare afdeelingen reeds goed en nuttig werk is verricht, maar wil overdrijven niet door te zeggen dat er geen begin is ge maakt aan wat eigentlijk eene oplossing van den woningstoestand zoo mogen genoemd worden. En als men in sommige bladen leest, en door sommige katholieke en liberale P*"c' mentsleden hoort verklaren, dat erin ons land geen woningsnood meer bestaat, vraagt men zich af of er hier onwetendheid in t spel is, of wel slechte wil tenzij dat dezen, die zulks beve stigen, en zelve in prachtwoonsten verblijven, van oordeel zijn dat de werklieden mogen te vreden zijn, als zo maar een onderdak hebbeD, al is dit soms slechter dan een stalling. En duizende gezinnen in ops land zijn ge huisvest in slechtere voorwaarden dan de die ren, en niet enkel in de groote steden maar ook in de kleinere plaatsen en zelfs ten plattelande. Nooit heeft de woningscrisis zich zoo schrep afgeteekend als nu. Wij hebben in onze bladen gelezen hoe erbarmlijk en zelfs wraakroepend Se toestand is te Namen b, v., hoe menschen daar wonen in krotten zonder licht of lucht. In ons blad Vooruit hebben wij gelezen over den toestand te Meenen, het kamerlid De Bunno, burgemeester dezer stad, heeft in de Kamers erover gesproken—en t is te hopen dat de uitzetting op groote schaal uit. de nood- barakken, sooals zulks dreigde, niet zal ge beuren. Maar daardoor aal de toestand er nog niet opgelost zijn want als het gevaar nu tijdelijk kan ontweken zijn, moet er toch ge zorgd worden dat de menschen, die deze barak ken bewonen, in den korst mogolijken tijd, andere woongelegenheid vinden, want deze barakken zullen niet bewoonbaar blijven maar men kan hen er ook niet uitdrijven vooraleer dat ze weten waar naartoe. En is in onze streek de toestand bevredigend? Wij kunnen het tegenovergestelde bevestigen en bewijzen wij kennen de toestanden do- welke wij ons niet zou kunnen voorstellen, ware het niet door deze zelf te hebben vast gesteld. Menschen, dewelke gehuisvest zijn in zulk danige slechte voorwaarden dat wil het eene schande noemen voor de bestaande maat schappelijke orde. Familiën van zeven perso nen beschikkende over twee kleine plaatsen, de eene heeft negen vierkante meters en de andere zes vierkante meters oppervlakte. En omdat wij in opstand komen tegen zulke toe standen, en de maatschappij aanklagen, waar- achen, dTe door Minnek arbeid allen rijkdom scheppen, en de gezondheid van hen en de hunnen zien ondermijnen, omdat zij zelf nog over geen huisvesting beschikken, de'lva^® het geringste minimum geeft van wat een mensch op dit gebied behoeft. Moet men dan verwonderd zijn door som migen dezer ongelukkigen te hooren zeggen men moest degenen, die verklaren dat er geen womngscrisis meer bestaat kunnen ver oordeelen om gedurende enkele maanden de plaats in te nemen dezer (?n?el"kk'ge!\'n,„° verplicht zijn standvastig in echte pestholen te wonen En niet tegenstaande dat alles, wat men eenigszins den naam van woonst geeft o bit tere spotternijin genomen ishoort men nog van uitzettingen spreken. De toestand is even hachelijk als hij ooit is geweest. Het is bswezen dat het privaat initiatie! haast geene verbetering aan dien toestand brengen kan van esne oplossing van het woningsvraagstuk kan er nooit spraak zijn, tenzij dat de Regeering, eens en v00rS00^?° uit te wetken plan zou op maken, en hetwelke zou uitgevoerd worden over enkele jaren, want de toestand is zoo erg, dat we zelf erken nen dat er tijd zoo noodig zijn om deze wan- toestanden te doen verdwijnen. Maar de huidige Regeering, die verklaart bij elke gelegenheid dat de fmantièn goed zijn, kondigt zelf opeenvolgde vermindering van belastingen aan, en wilt dus land s inkomsten verminderen. Wii aiin er ook niet voor onnooaig lasten op het Volk te laten wegen, maar wie zou durven beweeren dat het onnoodig is voor doge ijke woontoestanden te zorgen. Het is de plicht der Regeering, al te doen wat mogelijk is op dit gebied. De bond der talrijke huisgezinnen belegt samenkomsten, levert een strijd tegen de krot ten, maar de middelen, welke gebruikt worden zijn niet doeltreffend. Het is met voldoende een wantoestand aan te klagen, statistieken op te maken, met lof te spreken over de groote familiën, men moet ziet durven uitspreken T»or krachtdadige maatregelea, als het moet, kende vijanden, die zij, tot nog toe niet eens gezien hadden Dat het land zou verwoest, steden en dorpen asch gelegd worden I Wij zegden, dat zij weldra zouden neerzakken, met hun oude woonst, den klokketoren, in een laatste jamraerklagen dat zij zullen sterven, met op hunne bronzen lijven een vreeselijk gebrom, dat hun doodskreet zou zijn en galmen zou tot bij de bloedende plekke, waar menschen, om ter meest, menschen vermoorden 1... O 1 ijselijke herinnering!... Reeds negen jaren is het drama der mensch- heid ten einde Droomen we, dat het vrede is en dat een nieuw leven is geboren 1 Droomen zeggen we, want nog schetteren ze uw tergen de krijgstrompetten, nog gapen duizende ka nonnen, de mensch vervloekt nog den mensch! Nog zitten haat en nijd in de harten der volkeren en schreeuwt men tegen het billijke wetsvoorstel van den zesmaandschendienst 1 Vrede jaWe hooren opnieuw de klokken klep pen, luidjubelend in de lucht vol zon, het lied van verzoening, het lied vol liefde en lente, het schoonste meilied dat ze ooit zullen zingen, het hoogschoone lied van de vrede Menschen hebt elkander lief. Doch wie durft beweren, dat de vrede duur zaam is En nochtans, vrede is immer te verkiezen boven andere toestanden hoe indrukwekkend en grootsch deze laatste kunnen verschijnen. Niets gaat boven vrede, omdat hij in zich alle foede hoedanigheden bevat, die het mensch- om kunnen gelukkig maken. Vrede is tevens de voorspiegeling van een zuiver gerust gewe ten, van een kalmen geest, immer bereid tot weldoen en tot verheffing der menschelijke waardigheid. Vrede vereenigt alle goeden wil, om samen te streven naar net hoogste goed van een volk, wilskracht en samenwerking, om kunsten en wetenschappen te doen bloeien om handel en nijverheid te bevorderen om alle el lende en tegenspoed, zooveel mogelijk te ver wijderen of uit te roeien, om beschaving en welvaart, tot hun hoogste peil te brengen. Waarom zouden wij dus het streven tot vermindering van diensttijd niet mogen steunen, medewerken, voor zooveel het onze krachten toegelaten tot de geheele ontwape ning tot een eeuwigdurende vrede Dan mogen we met innige voldoening een anderen plakbrief uithangen, waarop de volkeren zullen afgebeeld zijn elkander de hand reikende en waarop de volgende gouden letters zullen prijken Niet alleen gedurende zes maanden, maar geheel hun leven, dienden zij hun Vaderland, niet door broedermoord, maar in een duurza- men weldoenden Vrede. RICHARD WILLEMARCK. Men heeft b. v. een traitement van 8ooo fr. 's jaars, waarvan het bedrag der stortingen dus 8oo fr. is. Van die 8oo fr. gaat er 72 fr. naar de Algemzene Spaar en LijfreDtkas, 2oo fr. naar het Toelagenfonds voor bedienden en 528 naar het verzekeringsorganisme. Van dit laatste trekt men Op 2o jarigen ouderdom begonnen bedraagt het pensioen op 0B jaar 4.565 franken per jaar. Begonnen op den ouderdom van 3o jaar 3.112 fr. De eerste storting gedaan als men 4o jaar is 1.886 fr. Hier moet nog bijgevoegd worden de ver# hoogingen en toelagen, geschonken door den Staat en de complementairente toegestaan door het Toelagenfonds voor bedienden. De toelagen van den Staat zijn 72o fr. maxi mum per jaar, gedurende de overgangspériode, dus voor degenen geboren na IV05 3jjo fr. Om te genieten van het Toelagenfonds moet men geboren zijn vóór 1 Januari 1891. Deze ren te is onbepaald. Het bediendenpensioen kan dus niet defini tief vastgesteld worden het is gansch proble matiek. De weduwe van den bediende kan een deel van het pensioen, verschuldigd aan haar man, genieten. 11 Tot wat dient het op te komen tegen zede lijk verral, als men niet begint met de ge legenheid te geven aan eenieder te leven in zulke voorwaarden, dat hij over de middelen beschikt, om zich eene stoffelijke toestand te scheppen oprechtmenschwaardig De woningskwestie maakt deel van het groot maatschappelijk problema en is maar op te los sen door een grondige hervorming der maat schappij zelf, wat toch niet belet dat wij steeds ijveren willen om verbetering in den toestand te breogen, en al wat er op dit gebied zal ge daan worden, onze goedkeuring bekomt. Elk pogen verdient steun. G. DE NAUW. Toen ik vóór eenige dagen het raadshuis eener gemeente der Brusselsche omgeving binnentrad, werd ik in mijne persoonlijke ge voelens getroften door een plakbrief, opgehan gen in een goed zichtbare plaats der wachtzaal van het sekretariaat. Rechts op dien plakbrief staat in groote letters te lezen Niet geduren de ze3 maauden maar tot aan hunne dood dien den zij hun vaderland Links bemerk ik nog de voor rechtstaande muren met verhoolde balken van een stuk geschoten huis. Voor eenige gebroken struiken, drie of vier kruisen met op den dwarsbalk het welbeteekende op schrift Gesneuveld voor het Vaderland I Is een nieuwe oorlog iD aantocht Ik zou het haast moeten gelooven want voor iemand, die tusschen de regels kan lezen, moeten onze jongens niet gedurende zes maanden, maar gansch hun leven zich gereed houden, om als kanonnen vleesch gebruikt te worden 1 Vrede op aarde de menschen van goeden wil 1 En in mijne wijdsche droevige gedachteD, keer ik terug tot 1914 l Op eens, te middernacht, begonnen de klok ken te kloppen en te tieren van woede, te kla gen en te steunen van wanhoop, te snikken van droefnis zij zegden, datgansche kudden jeudige krachtige en levenslustige, lachende knapen zouden vermoord worden door onge- Wij hebben het heden over de pensioenen. De wet op de pensioenen der bedienden werd afgekondigd den lo Maart 1925, toen M, Tschoffen, katholiek, minister van Nijverheid Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg was ze trad eerst in voege op 1 Januari 1927. Het pensioen der bedienden is een ingewik keld iets. Wij geven hier grosso-mode de wet weer. Het bedrag der stortingenis io percent op het loon van den bediende, waarvan 5 p. c. door deze laatste en de andere helft door den patroon betaald wordt. Nochtans wanneer het loon niet de 6000 fr. overtreft, betaalt de bo diende maar 3 p. c., terwijl de patroon 5 p. c. blijft betalen. Het bedrag der stortingen gaat maar tot een loon van 15ooo fr. 's jaars. 't Is te zeggen op wat men boven de i5ooo fr. wint moet de lo p. c. niet betaald worden. Deze som is ver hoogd met Boo fr. per kind onder de 16 jaar, ten latste van den bediende. Bij het loon wordt ook de congé vergoeding gerekend. Deze gelden worden nu in handen van een verzekeringsorganisme gegeven, 't zij een private verzekeringsmaatschappij daartoe offi cieel gemachtigd of de Algemeene Spaar- en Lijfrentkas. Dit verzekeringsorganisme stort een deel van het geld Toelagefonds voor bedienden en een ander deel in de Algemeene Spaar- en Lijf rentkas, om te genieten van de algemeene wet van verzekering tegen ouderdom en vroegtij- digen dood. De rest blijft in handen van het verzekeringsorganisme en dient voor de f pen sioenrente. De bediende ontvangt zijn pensioen op 65 jarigen ouderdom; de vrouwelijke bediende op 60 jaar. Nochtans kan men pensioen genieten op den ouderdom van 55 jaar eene verwittiging, 15 maanden op voorhand gedaan aan het ver zekeringsorganisme, volstaat daartoe. Er hoeft niet gezegd, dat het pensioen dan kleiner is. Hoe groot i9 nu net pensioen van den be diende, die de vereischte stortingen gedaan heeft Zulks hangt af van de belangrijkheid der ge dane stortingen, van den ouderdom waarop men het pensioen trekt. Ziehier enkele voorbeelden, wat de bediende van het vercekeringsorganisme aal trekken. Deze wet is allerminst naar den zin en in t voordeel der bedienden. De bediende, die in 't algemeen een pauver loon wint, moet te veel betalen. Wanneer hij meer dan 6000 fr. verdient, moet hij zooveel als de patroon. Dat is te sterk 1 De patroon heeft goedkoope arbeidskracht aan zijn bedienden. Wat waren vele financieële instellingen vóór vijftig jaren Niets 1 1 Wat zijn ie heden Machtige instellingen, met spacieuse en groote gebouwen, en die milloonen bezitten Hij, de nederige bediende, die er 30 k 40 jaren voor werkte, wat hij heeft. Een krommen rug, versleten hersenen, een ondermijnd gestel. Kunnen die rijke en machtige patroons niet zorgen, dat hunne bedienden een kosteloos pensioen genieten in hun ouden dag 65 jaar is te hoogen ouderdom voor het eerste pensioen te trekken. Hoeveel bedienden ziet men van 65 jaar, om niet te vragen hoeveel er tot dien ouderdom kunnen werken Als men de mortaliteitstabellen neemt van vele verzekeringsmaatschappijën, dan vindt men hier in, dat op loo.ooo personen er alleen maar 36.489 enkel 65 jaar worden en op 7o jaar blijven er nog 27.7J3 over. 60 jaar voor de mannelijke en 55 jaar voor de vrouwelijke bedienden ware dat niet genoeg om pensioen te genieten Het bedrag der pensioenrente i9 te gering, ondanks de hooge stortingen vanwege den be diende. Er is geen minimum noch maximum vastgesteld. Een bediende kan volstrekt on mogelijk weten, wat zijn pensioen zijn zal op 65 jaar. Het mekanisme der wet is zeer gekora- plixeerd en vraagt berekeningen zonder einde. De wet kan vereenvoudigd worden met de gelden toe te vertrouwen aan één verzekerings organisme een Nationale kas van pensioenen voor bedienden. Nu komt er veel van het geld in handen van private verzekeringsmaatschappijën daartoe gemachtigd, en waarop de bedienden niet de minste control hebben. Wel mag de bediende het verzekeringsorga nisme kiezen, waaraan hij zijn geld toever trouwen wil, maar de patroon zal niet wachten drukking uit te oefenen en een verzekerings maatschappij aan bevelen naar zijn zin. Nooit mag een verzekering van socialen aard toevertrouwd worden aan private instellingen- want deze hebben alleen den boni in 't oog. De wet is in der haast gestemd Er was geen tijd meer over om ze grondig te bespreken. Ook de Socialistische groep moest zich hierbij neer leggen. De wet moet en zal herzien worden. Ons algemeen princiep in zake pensioenen is 't deze een voldoende pensioen om te kunnen leven zou moeten kosteloos toegestaan worden aaa iedereen, zoowel hand- als geestarbeider, op den ouderdom van 55 jaren. De maatschappij bestaat maar uit twee klas sen de bezittende, die de rijkdommen be- heerschi en de arbeidende, die den rijkdom schept. De eerste klasse leeft in genot, de tweede in gebrek en te kort. Waarom mogen de arbeiders niet genieten van een rustigen ouden dag, wanneer ze veer tig en moer jaren alles gegeven hebben voor de samenleving Ze hebben winsten ver wezentlijkt, met dit verschil dat ze niet in hun zak terecht gekomen zijn. Wie van de twee klassen moet de kosten van pensioenen dragen voor de arbeiders Wij zullen ons idéaal in deze samenleving niet zijn verwezenlijken. Dit zal het werk zijn van een nieuw regiem, die de klassen zal doen verdwijnen. Daarvoor moet het kapitalisme ten gronde gaan. Het kapitalisme, dat de oorzaak is val alle rampen. A, Vijverman. Hé. 'tis «Nonkel» die we doorheb ben Nonkel is een bijnaam waar onder hjj ïeer goed is gekend). Ja, 't Is «Nonkel» en hij wenschtu eens te spreken. En waarover gaat het beste vriend 1 Ja, 'k heb het boofd vol. 'k Ben reeds 63 jaar, 'k ben ziekelijk, juist wel niet ziekelijk, maar gebrekkelijk aan 't been. Ge moet weten, 'k beb destijds een on geval gehad op het werk, z'hebben mij daar op 't fabriek na een halve genezing gehouden, het been wilniet meer medeen nu dat het fabriek in andere banden is overgegaan, ben ik elders aanvaard, maar aan verminderd dagloon 'k Voel het, 'tgaat moeiëljjk om nog te werken, maar 'k moet meer doon dan ik kan omdat ik nog niet oudgenoegben, om in 't hospitaal bet oude-mannen- buis aldaar opgenomen te worden. 'k Heb geen middelen van bestaan, en nu, op mijn laatste dagen, zie ik met angst de toekomst tegemoet, omdat mij dunkt dat mij armoede te wachten staat. En nochtans 'k heb van d' eerste uur medegestreden met de socialisten om be ternis in onzen stand te bekomen. Wij hadden geen onderwijs wij heb ben het nu tot bet veertiende jaar geen pensioen voor de ouderlingenwij heb ben nu reeds vier franken daags op 65* jarigen ouderdom. Als soldaat hadden wjj de plaatsver vanging, de rijken kochten ziob voor 1600 franken vrij, en WÜ arme drommels hadden drie jaren diensttijd nu is bet alleman soldaat en zij hebben maar tien maanden dienst te kloppen. Stemrecht hadden we niet, nu stem men we evenals den rijksten burger, en ik zou kunnen voortgaan op die baan, om aan te toonen, ia welke omstandlg- hodon, wij strijders van het eerste uur den kamp hebben moeten leveren. Wij mogen dus fier zijn op den afge- legden weg, maar tooh ben ik niet tevre den, omdat wij het nog niet verder heb ben gebracht. Ja, beste vriend, maar ge moogt niet vergeten dat wij nog geene meerderheid zijn. 't Is dat wat ik betreur, en zulks komt enkel en alléén, omdat er nog zoovele werklieden ons nist volgen, menschen die denken dat zij het wei van de rijkelui zullen bekomen. Hoe dom nietwaar En vlug nam hü de klink van de deur, die hü diohtsloeg achter zicb. Friedêrik. T«o*n d« EoonomaUn Onder de vraagstukken die op het Contrei derduitsche coöperatieven verhandeld werden, komt deze der economaten voort. Men herinnert zich dat zij op om Ongrei van Namen onderzocht werd. Ofschoon de duitsche wet zulk soort handel formeel verbiedt, hebben veel fabrieken en groote beheeren hem doen herleven en dit nog- wel onder nauwelijks verkleede vormen, vorm welke in de zware westphaalsche nijverheid, bijvoorbeeld, nauwelijks herkenbaar gelijkt op het oude truk-systeem, enkel met dit verschil dat indien dit laatste systeem een verzwaarde vorm van werkersuitbating was, de nieuwe vorm de koopwaar zoekt te leveren beneden de prijzen van den handel om de prijsen van het personeel niet behoeven te verhoogen en aldus beter de konkurrentie te slaan. De oooperatieven in het bijzonder zien er een soort trouwelooze konkurrentie in omdat de fabriekbezitters de lokalen leveren en ook zeer dikwijls de kosten van beheer te hunnen laste nemen en er aldus toe geraken iets beterkoop don haar te verkoopen. welke kosten da coö peratieven genoodzaakt zijn in den verkoop prijs weer te vinden. Wat de belanghebbende, de werkers fami liën betreft, het spreekt van zelf dat zij er den voorkeur aan geven deze koopwaar aan het economaat te koopen. Zij dragen er aldus toe bij den verkoop der coöperatief te doen dalen (evenals trouwens den particulieren verkoop). Er is hier, zoo zegt de Coopérateur Suisse ontkenning van het princiep der vriië konkur rentie, ongelijkheid van het vertrekpunt uit. zonder te spreken van het feit dat dit stelsel den werker afleidt van denheilzamen weg, van selfhelp en van gereede betaling. Men ziet het eens te meer dat de kapitalisten van de zelfde werkwijzen gebruik maken in alle landen, om te beletten dat de loontrek|

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1928 | | pagina 1