ONZE STRIJD MIJN HOEKJE 25e JaargangfN0 25 Prijs per nummer 30 centiemen 17 Juni 1928 Socialistisch Weekblad voor het Arrondissement Aalst Over Militaire Praal en nog wat. Kameraden, Het geven van Aalmoezen. Albepic De Swai*te Recht en Geen rechten zonder plichten Geen plichten zonder rechten POSTCHECK-REKENING Belgische W e r k 1 i e d e n - P a r t Arrondissemonts-Federatie Aalst Nr. 8 5 6 8 6. Telefoon 5 7 2 Het zou ons verwonderd hebben, moesten de burgersbladen, ter gelegenheid der ver kiezingen voor de werkrechtersraden aan de socialisten niet als eeD euvel hebben aangewreven dat zy den klassenstijd aan wakkeren. Byna iedere dag hoort men door onze tegenstrevers verklaren dat de socialisten enkel tot doel hebben, klassenstrijd te voe ren, en zoodoende steeds onrust te trachten verwekken. En dit zonder zich te bekomme- rem om het lot der arbeiders. Zelfs de kristene zoogezegde werkersor- ganisatiën trachten te doen gelooven dat terwijl wy gedurig spreken van klassen strijd, zy in staat zyn de maatschappelijke vraagstukken, dus ook de geschillen tus- schen werkgevers en werknemers door klas sen verzoening op te lossen. Als zulks kon waar zijn dan zouden do kristene syndika- ten tooh van hunne katholieke bazen reeds moeten bekomen hebben dat zy hunne be dienden en werklieden een degelijk loon betalen en werkvoorwaarden verleenen de welke beantwoorden aan alle redelijke ver- eischten, dewelke de arbeiders kunnen stellen. Het ware ons niet moeilijk te be wijzen door feiten hoe kristene arbeiders soms op schandalige wijze door kristene patroons worden uitgebuit, en hoe sommige katholieken, voorstaanders van 'tRerum Novarum zich hardnekkig verzetten tegen het uitbetalen van redelijke loonen ön aan bedienden èn aan werklieden. Men zegt ook wel het socialisme dry ft tot haat; wij willen doen opmerken dat er nochthans al wat verschil bestaat tusschen strijd en haat. De strijd, dewelke de arbei ders voeren tegen de bezitters is niet het ge volg van haat, maar wel van de minder waardige toestand, waarin zij door het ka pitalisme geplaatst zijn. Onze strijd gaat niet tegen personen maar wel tegen een stelsel. Wij zijn wel verplicht de belangen onzer klasse tegen de belangen der heer- sohende klasse te stellen. Reeds meermaals is het in de socialis' tische pers geschiedkundig bewezen dat de stryd tusschen de klassen in de maatschap pij reeds bestond voor er in feite sprake was van het georganiseerd socialisme, echter hebben de soeialisten aangetoond dat door de toenemende macht van 't kapitalisme, deze strijd zich scherper om scherper aftee- kende. Het is toch wel door de gedurige werking der machthebbende klasse, om door het bezit der voortbrengstmiddelen te heerschen en te blijven heerschen over de niet bezitters en deze uit te buiten en ook weidoor dat diegenen di9 verplicht waren te arbeider om met moeite in hun levenson derhoud te kunnen voorzien, ondervonden dat zij in hun toestand niet de minste ver betering konden bekomen, uit eigenbewe ging door de bezittende klasse toegestaan, dat de socialistische partij zich zoo snel ODtwikkeide en het socialisme meer en meer in de geesten dringt dergenen, die van dag tot dag zwaarder het kapitalisme voe len wegen op hun bestaan. Het socialisme is niet de oorzaak van den bestaanden klassenstrijd, maar wel het ge volg van de onhebbelijke maatschappelijke toestanden, waardoor er nog zoo vele men- schen zijn, die het allernoodigste moeten missen, wiens bestaan voor den dag van mo gen niet het minste verzekerd is. Men noemt ons stokers op tot revolutie, omdat wij stryd voeren tegen eeno maat schappelijke inrichting, oorzak van zooveel onheil en rampen, als de laatste groote oor log wij zyn opstokers tot revolutie omdat wij er naar streven meer orde in do maat schappelijke toestanden te brongen om dat wij dan elkeen, in de mate van 't moge lijke, een menschwaardig bestaan willen verzekeren. Het oude vertelsel de socialisten willen de wonden van het volk openhouden heeft ook nog niet uitgediend, Nog beschuldigt men ons dit te doen om het volk gemakke lijker te kunnen opruien naar onbezonnen werkstakingen, alhoewel het voor elkeen een gekend feit moet zijn dat onze syndika- ten steeds eerst alle mogelijke verzoenings middelen uit putten vooraleer tot werksta king te besluiten want de arbeiders, dus ook niet het syndikaat, niet meer dan de socialisten hebben er belang bij nutteloos tot werkstaking aanleiding te geven. De socialisten willen de wonden van het volk openhouden maar men moet niet het minste besef hebben of wel moet men een archi dweeper zyn om zoo iets uit te spreken of neer te pennen want zijn het de socialisten niet, die do eerste een pro gramma hebben opgemaaktvan hervormin gen, dewelke in de kapitalistische maat schappij zelf kunnen onmiddelyk ver- wezentlijkt dus langs wettelyken weg konden veroverd worden en nooit is er door de socialisten iets verwaarloosd geworden om deze hervormingen er door te rygen. Waren het de socialisten niet, die alles in het werk hebben gesteld om de loonen dei arbeiders te verhoogen en zoodoende de woDden van 't volk een weinig te helen, en waren niet de katholieken bij degenen^ die de werkers, strijdende voor meer loon deden vervolgen en hen beschimpten Waren het de socialisten niet, die het eerst spraken van degelyke wetten tot be scherming en vergoeding voor werkonge vallen, en die bescherming eischten voer vrouwen en kinderen tegen zoowel katho lieke als andere kapitalisten, die zich ver rijkten door de uitbuiting van vrouwen en kinderen. Waren het de socialisten niet, die voor de oude afgesloofde arbeiders een degelyk pensioen eischten en die van voor jaren geleden den eisch stelden tot invoeren van den achturigen arbeidsdag om aan de arbei ders wat meer vryë tyd te verschaffen en hen te beschermen tegen de vrijheid van hen gedurende 15 uren en meer per dag te doen slaven in ongezonde werkplaatsen. Zyn het op dezen oogenblik niet de socia listen, die het meest aandringen op eene volledige maatschappelijke verzekering. En was het niet iQ de zoogezegde katho lieke werkerskringen, dat men de spot dreef met den eisch van de achturen door het opvoeren van het fameus tooneelwerk Acht uren slapen, aeht uren gapen mis schien hebben sommige huidige bewonde raars van Rerum Novarum nog aan de opvoering meegeholpen. Moesten wij al de artikels kunnen verza melen, dewelke verschenen zyn in katho lieke dag- en weekbladen tegen de verschil- dende hervormingen, gevraagd door de socialisten om het lot der arbeiders t© ver beteren, wy zouden verscheidene boekdoe len hebben. Dat de socialisten, langs wettelijke weg en door de mogelijke middelen hun doel willen bereiken, is bewezen door den stryd, welke wij hebben gevoerd voor het alge meen stemrecht. En het verzet (en op welke wijze) vanwege de katholieken tegen de politieke gelijkheid gedurende jaren, is het bewijs dat de katholieken steeds de arbei ders hebben aanzien alsmicdorwaardigon en het is slechts door de omstandigheden gedwongen, omdat de katholieken het niet langer meer konden beletten, dat er aan de arbeiders in ons land evenveel politiek recht als aan de rijken werd toegekend gedwongen hebben zjj van den tegenstand afgezien. En nog zijn er velen in de katholieke par tij, sommige hunner bladen sohrijven het, dat zij niet beter wenschen dan dat er zich eene gelegenheid zou voordoen om aan de arbeiders bun politiek recht te ontnemeD, zooals zij ook wel de hervormingen zouden willen afschaffen, dewelke de arbeiders door strijd wisten te veroveren. Het zijn niet de socialisten, die de rust de vrede en voorspoed in 't land willen be lemmeren, maar wel dezen, die dagelijks in hunne bladen de achturen dag bevechten, die het crisisfonds een inrichting voor lui aards noemen, die in geval van geschil tus schen patroon en werkman,steeds de werk gevers aanzetten tot niet toegeven. Het zijn wel de sociaiisten, die de rust willen doen heerschen, door te streven naar meer orde in de maatschappij, naar het af schaffen der uitbuiting, aan dewelke de ar beiders onderworpen zyn inde kapitalis tische maatschappij. En dat de arbeiders van dag tot dag meer en meer hun betrouwen stellen in 't socialisme, ja dat zelfs de arbeiders met de geest beginnen begrijpen dat by de socia listen hunne plaats is, wordt bewezen in de verkiezingen van 3 Jun' 1.1. en 't zal niot zyn omdat men ons verwijt dat onze wer king slechts een politiek doel heeft dat onze vooruitgang zal gestremd worden. Wij hebben nooit ontkend dat de socialis ten veel belang hechten aan de politiek, zeker zouden wij ods willen meester maken van do politieke macht, echter is dit niet het doel. maar wel een middel om te hel pen aan de opleiding van het volk, om de arbeiders naar hunne volledige ontvoog ding te leiden. Men verwijt onze syudikaten dat zy aan politiek doeD, ja 't is waar, maar zij doen aan echte werkerspolitiek, aan politiek in 't belang der gemeenschap, terwijl de kris tene zoogezegde syndikaten, bijzonder ge sticht tegen de socialistische syndikaten, de politiek der rijke katholieke machtheb- ben, kasteelheeren, enz. steunen. Het verleden heeft bewezen dat de socia listen geene belovers zijn, maar wel hebben zij by elke gelegenheid ran de omstandig heden weten gebruik te maken om voor de arbeiders voordeelen te bekomen de so cialisten hebben reeds genoegzaam bewe zen het vertrouwen van 't volk waardig te zijn, en 't is daarom dat wij met de zeker heid van te overwinnen onzen stryd voort zetten. Ieder helpe aan de versterking zyner or- ganisatiën, elk helpe mêe aan den stryd, niet slaafsche onderwerping maar wel eer lijke strijd leidt tot verheffing. G. DE NAUW. In de laatste dagen van Mei j.l., kon men nagenoeg in alle bladen foto's bemerken, van zwaar invaliede menschen. Het waren Fran- schen alhier op bezoek. Meestens waren, als zooveel andere, slacht offers van de moorderijen 1914-18. Terzelvertijde kon men onder kun ook een heel ander zwaar invalide bemerken, en wel een groot geleerde, slachtoffer, niet door het uitmoorden van andere menschenkinderen, maar wel tengevolge van de opzoekingen die hij deed, om de menscheid dienstig te zijn. Dezen dokter namenlijk deed opzoekingen ten bate van de Radiografie, en moordende stralen die hij aan den dienst der wetenschap wilde ondergeschikt maken, hebben hem gedeelten van z'n lichaam ontnomen. Is het nu cinysme of wat dan, dat men ver minkte militairen op gelijken voet gaat stellen met een zoo groot slachtoffer der wetenschap Maar wat zeggen we Op gelijken voetstellen met de militaire invalieden Neen dat is inder daad niet de juiste weergave. Onze groote ge leerde, geraakte naarmate de militaire hul diging meer en meer aan 't laaiën ging al meer en meer op 't achterplan, zoodanig dat hij op den duur heelemaal in dan vergeethoek ging geraken. Zou dit nu in de lijn liggen der toekomstige burgerlijke moraal Dan ziet het er waarlijk lief uit 1 Zou dit dan niet beteekeien dat de wetenschap het zal moeten afleggen voor de prullemannen met den sabel Ziet de tegenstellingen Het militarisme heeft niets op het oog, dan vernietigen, uit moorden. De wetenschap wilt heelen, opbou wen, vorzachting en meer welstand brengen voor de heele menschheid. Wordt er immers niet overal vastgesteld, dat de wetenschap terugschrikt voor hetgene ze vrijwillig of on vrijwillig ten dienste van het moorden van massa menschen heeft ingesteld Een voorbeeld maar uit de laatste dagen In Hamburg heeft een ontploffing plaats welke het leven kost aan 11 menschen. 2oo werden ter verpleging in de ziekenhuizen aldaar opge nomen. Dit phosgeengas oorzaak van ge noemd drama werd in vredestijd in vloeiba ren toestand gebruikt tot het vervaardigen van kleuren. In den oorlog werd het aangewend om menschen te vergiftigen. Welk kontrast l En sindsdien zijn oneindig veel gevaarlijker gassen ontdekt, en ontzet vraagt men zich af tot waar de moordzucht van de militaire bende zal aanleiding geven. En zoo komt het dan ook dat plichtbewuste wetenschappelijke men schen, gaan begrijpen dat hun streven liggen I moet, buiten het gebied van het moordende 'j militarisme. Op de vertooning die we bovenaan on9 arti kel aanhaalden, was in ieder geval dit kontrast aanwezig. De eenen waren verminkten gewor den, bij het verminken en vermoorden van medemenschen. De andere, in ieder geval, was verminkte geworden, tengevolge zijner opzoekingen die hij deed, om de menscheid de middels te verschaffen tot herstel of genezing. We weten wel dat de militaire slachtoffers alleenlijk den invloed on der eaan van het re giem. Dat zij zich niet vrijwillig in de vecht- kuil van moordende menschen hebben gewor pen, daarvan zijn we ten stelligste verzekerd We weten beter l We hebben genoeg kunnen nagaan hoe velen der onzen er werden toe overgehaald, door het vernuftig spel der diplo maten, zoodat het leek, of elk der partijen waren de aangevallene. En wij, de eeuwige goedzakken, meenden een menschenplicht te vervullen met ons mode in den moordenden vuil te gaan werpen. Dat nu de inrichters van dergelijke bezoeken het samenkoppelen van deze twee zoo afzon derlijke elementen niet vermeden hebben, is onbegrijpelijk. Of zouden ze eens te meer sluw en berekend de ziel van de eeuwige goedzak- ken aan het kneden zijn Meenden ze mis schien dat de twee elementen de eene slachtoffer van het brutale geweld, de andere slachtoffer van het menschlievend onderzoek te saam behooren Moeders en Vaders, gij vooral moeders, prenten we het diep in onze koppen om het aan de jongere over te maken. Uit al die mili taire rommel die ons dagelijks wordt voorge schoteld, moeten we sterkte in onzen strijd putten. Ongetwijfeld, de heele diplomatische en militaristische bende bereid nieuwere en vreeselijkere slachterijen voor. Vergeet niet dat men ons steeds met het militaire gedoe, bedrogen en belogen heeft I Voeden we de jongeren in dezen geest op liever dan ons nog te gaan offeren voor de zaak der kapitalistische geldzakbende, liever onze wapens keeren tegenover hun die ons in een nieuw bloedbad zouden willen storten. Eug. Deprez. Steunt uwe striidende werkbroeders van het fabriek Torley, die staken om hunnen rechtvaardigen eisch te verove ren. Men ziet niet veel aalmoezen meer geven. De verbetering van den stoffelijken toestand der arbeiders heeft daar krachtig toe bijgedra gen. Enkel, hier en daar, aan gebrekkelijken die niet werken kunnen, wordt nog wat ge geven. Wij zijn volstrekt tegen het geven van aal moezen, onder welken vorm het ook gescheide. De maatschappij moet aan elkeen die wer ken kan, de gelegenheid geven om door zijn arbeid ordentelijk te kunnen leven. De rijken aanzagen het vroeger voor een eer wat te geven aan de minderen. Wellicht is er dan ook gegeven met goede bedoeling. Maar in 't algemeen wou de bezittende klasse daar mee den schijn geven veel liefdadigheid en edelmoedigheid te bezitten terwijl ze toch heur werklieden voor een schamel loon liet arbeiden. De oorzaak der kwaal was dieper te zoeken maar daar wilde de bourgeoisie niet van weten. Hare heerschappij behouden zelfs door 't geven van almoezen, was het doel. En nochtans was ^zulks» liefdadigheid daar voor toch het goede middel niet. Ziehier hoe (Bèatrice Web) daarover schrijft De gaven van de rijken aan de armen ma- ken den toestand metterdaad voor beiden er- ger. Alle liefdadigheid afgezien van per- soonlijke vriendschap is voor gever en ont- vanger gelijkheid demoraliseerend; en giften tusschen degenen, die zich in maatschappe- lijk opzicht ongelijk voelen, vormen, hoe goed bedoeld en kiesch toebedeeld zij ook mogen zijn, het vergif van patronnage en parasitisme Het geven van aalmoezen is dus een euvel, dat maar niet te gauw heelemaal kan verdwij nen want het strekt tot schade der samenle ving en geeft altijd den indruk, dat de klasse die de teugels in handen heeft, heur plicht niet doet en niet iedereen de gelegenheid geeft vrijelijk te leven door zijn arbeid. De gebrekkelijken, zij die niet werken kun nen, zou de maatschappij gansch ten haren las te moeten nemen, zoodat ze het niet meer noodig hebben zooals wij heden toch nog zien de voorbijgangers een centje af te be delen. Zij ook moeten leven hebben recht op le ven. En het is nu eenmaal hun fout dat ze niet niet werken kunnen. Dr. Rudolf Eisler in zijn «Sociologie" schrijft er het volgende over Overigens dient er op gewezen dat de op maatschappelijke verpleging aangewezen zwakken inderdaad aan de maatschappij een «offer opleggen. Wat zij echter aan de maat- schappij onttrekken maken zij weer rijkelijk goea, door de versterking der maatschappe- lijke solidariteit, door de toeneming van den korpsgeest die allen inniger aan elkaar ver- bindt, door de verhoogde inspanning die de maatschappij zich moet getroosten en die een toeneming der prestaties en geschikheden te weeg brengt. Een maatschappij die zoodanig georganiseerd is dat de zwakken en hulpbe- hoe venden doelmatig verzorgd worden, waar men den strijd om het bestaan in één opzicht zooveel zwaarder maakt als men hem in an- der opzicht weer vergemakkelijkt, neemt zonder twijfel een hongeren rang in dan een maatschappij waarin meedoogenlooze uitbui- ting der zwakken door de sterken en onbe- zorgdheid tegenover de hulpbehoevenden heerschen Menschelijk gesproken heeft de maatschappij voor plicht de sukkelaars, de gebrekkelijken, zoo'n aangenaam leven mogelijk te laten slij ten. Ze hebben reeds genoeg te lijden, alleen omdat ze gebrekkig zijn. Wij willen vrijë menschen, op stoffelijk en zedelijk gebied. Niemand mag gedwongen worden zijn zelf standigheid neer te leggen, zijn ziel te verkoo- pen, om in zijn stoffelijk onderhoud te voor zien. In een kapitalistische samenleving zal dat nochtans moeilijk kunnen bereikt worden. Want de rijke klasse heeft er belang bij, dat er hulpbehoevenden zijn. Deze worden allicht af- hankelijk van haar ea zijn dan verplicht aan heur grillen te voldoen. Doch naarmate de macht der arbeiders groeit zullen ook de openbare besturen gedwongen worden meer en meer in deze leemte te voor- i zien en zullen de infirme arbeiders een zekere en geruste toekomst te gemoet mogen zien. j A. VIJVERMAN. Ia da maand Juli 1918, toen den oor log naar zyn einde ging, wierden er een aantal fransche soldaten als krijgsgevan genen te Marchienne-au-Pont binnen gebraoht in eene omheiming afgesloten met ijzeren tralieën. Bij het eindigen der school, wierden er kleine broodjes aan de kinderen uitge deeld en een hunner Yvonne Viesiet, een meisje tien jaar oud, gaf gehoor aan de bede van een dezer hongerige fransche soldaten, en gaf hem een stuk brood. Een duitschen soldaat, die de wacht had, ontstak in woede over die vrijge vigheid van hot kind, bracht haar een slag toe met zijn geweerslag die den dood veroorzaakte van dit tienjarig meisje. Marchienne-au Poot, de gemeente waar onzen vriend Pesler burgemeester is, gaat nu een monument oprichten, voor dit meisje niet om den haat aan te vuren tegenover dozen die den werelbrand heb ben ontketend, maar om te vereeuwi gen, de edelmoedigheid van een kind, dat gevoel genoeg bezat, om zijn boter ham te geven aan een verhongerd sol daat en die edelmoedigheid met den dood bekocht. En ook om dozen die de gruwe len van den oorlog niet hebben gekend, meer om meer op te wekken uit al hunne krachten mede to helpen, om te verhin deren, dat ooit don oorlog nog terug- keere. Van nu af, is men verzekerd dat de gansche bevolking der gemeente het mo nument zal gaan huldigen vooral de jon gelingen van twintig jaren, waaronder dezen zich zal bevinden die door Yvonne zou bemind zijn geworden en al do meis jes van twintig jaar, waaronder Yvonne zich nu zou bovondon hebben indien zy haar broodje aan geen fransohen soldaat had gegeven. Mjjn meening is, dat een dergelijk monument op het Kerkhof van Mar- chienne au Pont veel bezoek zou moeten ontvangen, om de kleine martelares te herdenken, en nog meer, om er moed en wilskracht te gaan putten, opdat we er zouden ingclukken, voor eeuwig de oor log tot het verleden te doen behooren. 'tls den eeuwigen strijd die door de socialisten wordt govoerd en willen wy hem overwinnen het is aan ons te zorgen dat het Socialisme ingang vinde, by de zen die tot heden nog tot onze party niet behooren. Het Socialisme voert den strijd voor den eeuwigen vrede FRIED ERIK. Het Weezenbloempje. Op Zondag toekomende 17 Juni, zal het gansche land door, het Weezenbloempje verkocht worden ten voordeele van de be roepsopleiding der Weezen van den Oorlog' Aan dees jaarlijksch blijk van hulde aan de nagedachtenis onzer helden en van bezorgd heid ten opzichte der kinderen van dezen die hun leven hebben geofferd voor de onafhan kelijkheid van ons land en het behoud onzer vrijheden,zal degansche bevolking deelnemen. Het plaatselijk Comiteit Aalst van het Na tionaal Werk der Oorlogsweezen doet te dien einde een beroep op de milddadigheid zijner medeburgers. Het Weezenbloempje zal verkocht wor den alleen door de leerlingen der Pupillen school, die zullen drager zijn van een erkon- ningsteeken. Arbeiders, Bedienden van den Staat Provintie Gemeenten en Openbare Diensten De Kamer had verleden week een amendement van onzen Volksvertegen woordiger De Bruyn Prospergestemd om de afhouding van 3 0/0 op uwe loonen te schorsen. Dees week heeft de liberale klerikale meerderheid, waaronder de Bethune en Van Schuylenberg, dit amendement in 2d* lezing verworpen. Mannen van den Yzerweg, van de Openbare Diensten vergeet niet dat de Bethune en Van Schuylenbergh u ver raden hebben onzen flinken Socialiatischen Senator van Brussel, onzen beroemden advokaat, is in den nacht van Woensdag op Donderdag overleden. Alberic De Swarte, is geen onbekende voor ons; in Iglo was hij 1® Kandidaat in ons arrondissement voor de wetgevende ver kiezing. Algemeen wierd hij geacht en bemind en zijn schielijk overlijden brengt onze partij in diepen rouw. Wij bieden aan zijn dierbare gade en kin deren, onze welgemeende deelneming in hun rouw. Alberic zal niet zoo gauw vergeten worden in de Socialistische partij, wiens trouwen dienaar hij steeds is geweest.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1928 | | pagina 1