COÖPERATIE Li BEHALEN De Legerwet voor de Kamer 25e Jaargang N° 32 Prijs per nummer 30 centiemen 5 Augustus 1928 I Prachtige Redevoering van onzen Volksvertegenwoor diger De Bruyn Prosper. Socialistisch Weekblad voor het Arrondissement Aalst Recht Geen rechten zonder plichten Geen plichten zonder rechten Wij achten het niet ongepait, nu dat onze klasse een beduidende politieke macht heeft verkregen en dat door de syndikaten vele ver beteringen aan de werkvoorwaarden zijn be komen, te handelen over de coöperatie. Want in België zal de coöperatieve beweging er veel toe geholpen hebben om de arbeiders de gele genheid te verschaffen zich te organiseeren op de voortreffelijke wijze zooals zij het zijn in de Belgische Werkliedenpartij. De coöperatie is in België ontstaan bij de stichting van den Vooruitte Gent in 188! De arbeiders waren ten dien tijde nog versto ken van alle recht en zelve nog niet bewust van hunne macht of recht, 't was in de jaren tachtig dat heer Woeste verklaarde dat er geen maatschappelijk vraagstuk bestond. Vrou wen en kinderen werden uitgebuit op de schan- digste wijze. Het was den tijd dat er 12, 14 en 15 uren per dag moest gewroet worden voor hongerloonen. De katholieken, noch liberalen spraken dan niet van vereeniging voor de werkers, de bur gerspartijen lieten de arbeiders aan hun lot over, 't is maar later geweest als de socialisten het bewustzijn bij de werkende klasse hadden doen ontstaan en hen de macht der vereeni- giüg hadden leeren kennen, dat de katholie ken ook zoogezegde werkersvereenigingen hebben gesticht, met het doel de arbeiders te verdoelen, niet bijzonderlijk om hun lot te verbeteren maar om te trachten hen van het socialisme af te houden, want hunne leuze was, eerst en vooral anti socialist Verscheidene kenteekens doen zich nu ook voor dat de katholieken tot hetzelfde anti-so cialist voor alles meer dan ooit hun toevlucht willen nemen, en zij aarzelen geen oogenblik steun te zoeken bij de liberalen. Met de ontwikkeling van do socialistische gedachte, breidde de coöperatie zich ook uit in verschillende centers van 't land. Nauwelijks was er hier of daar een groep ge sticht, of men trachtte naar 't voorbeeld der mannen van Gent eene coöperatief tot stand te brengen want het was een der eerste behoef ten der arbeidersgroepen van over een eigen tehuis te beschikken. Het was de samenwerking, die lokalen ver schafte het was in de Volkshuizen dat de ar beiders hunne samenkomsten degelijk konden inrichten en besprekingen houden over hun nen neteligen toestand en de middelen om aan dezen verbeteringen te brengen. De arbeiders hadden geen burgerrecht in eigen land, zij mochten wel soldaat worden in de plaats der rijken, maar mee helpen degenen verkiezen, die s lands wetten moesten maken, daarvoor werden zij toen door de regeerders te veel veracht. Het is in de Volkshuizen, in de lokalen der kooperatieven geweest, dat de strijd voor het Algemeen Stemrecht is beslist ?ooals het ook in de Volkshuizen is ge weest dat de komst van den Achturendag is voorbereid. 't Is in de Volkshuizen dat de arbeiders zijn samengekomen, om zich verstandelijk te ont wikkelen, 't is daar dat zij hebben leeren klaar zien in de maatschappelijke toestanden en lee ren begrijpen dat door vereenigingsmacht voor meerdere rechten kon worden gestreden. De strijd voor alles wat de arbeiders 111 ons land hebben veroverd, is in onze Volkshuizen op touw gezet geworden. Maar de coöperatie beperkte hare werking niet bij het oprichten van Volkshuizen, de coö peratieven steunden de arbeiders in hun strijd voor beter loon en werkvoorwaarden, en 't is niet noodig hier voorbeelden aan te halen, elke arbeider heeft zulks genoeg in iedere streek, waarde coöperatie iets beteekende, kunnen bestatigen. Benevens dat het door de coöperatie moge lijk was vele vooraanstaande strijdersonafhan- keliik te maken van het patronaat, is het ook dank aan de coöperatie geweest dat de sociali stische pers de uitbreiding heeft genomeD, die lij reeds heeft. Nog meer is door de coöperatieve inrichtin gen verwezenlijkt, want niet enkel huisvesting hebben de syndikaten in de lokalen der coöpe ratief gevonden, maar in de instellingen der samenwerking zijn in de hoogst mogelijke mate de eischen door de Werkliedenpartij en syndikaten voorop gesteld, ingewilligd ge weest. De hoogste loonen werden steeds in de coö peratieven betaald de werklieden hadden er steeds medezeggingschap en de werkvoor voorwaarden der samenwerking konden door de syndikaten meer dan eens als voorbeeld aan het patronaat gesteld worden. In den schoot der coöperatieven werden so ciale fondsen gesticht, onderstand bij ziekte of werkongeval, in verscheidene coöperatieven werd ook het pensioenfonds tot stand gebracht en deze instellingen zullen zeker meegeholpen hebben om aan de arbeiders de belangrijkheid der maatschappelijke verzekering op elk ge bied te doen beseffen. De coöperatie is dus niet vreemd aan het feit dat wij op dit oogenblik eene maatschappelijke wetgeving hebben, daar in hare inrichtingen het voorbeeld werd gegeven. En nu nog is het in de lokalen der coöperatieven dat onze reeds sterke mutuali teiten hunne lokalen hebben, om hun werking uit te breiden en hun strijd voor de vollediging vaa de maatschappelijke wetgeving te voeren. Het onmiddelijk voordeel door de coöpera tie aan de arbeiders geschonken, door hen wa ren te verkoopen aan de matigste prijzen en van de beste hoedanigheid valt niet te bereke nen; de trouwe samenwerkers maken overi gens deze rekening zelf. En wat is er al niet gedaan voor de kunstopleiding? De coöperatie is als de stuwkracht geweest der arbeidersbe weging in ons land. Door de coöperatie beschikken de arbeiders op dit oogenblik over de mannen met voldoen de kennissen om verder onze klasse te leiden naar volledige ontvoogding, zooals ook het voor een groot deel te danken is aan de coope ratie dat de werkers in ons land de politieke gelijkheid verkregen, dat ze met meer ontzag met het patronaat kunnen spreken door het or gaan hunner syndikaten. Eu de rol der coöperatie strekt zich nog ver der uit en een breed veld ligt open voor haar, niet enkel bakkerijen, magazijnen en Volks huizen wilt de coöperatie oprichten, zij is reeds begonnen met de voortbrengst, met eigen fa brieken op te bouwen, en op dit gebied zelf heeft zij reeds wonderen tot stand gebracht en uitslagen bereikt, waar tegenover onze tegen strevers en lasteraars verbluft staan. Stelselmatig versterkt de coöperatie de machtpositie der arbeidende klasse en zoo wordt de weg gebaand naar ons doel 't socia lisme Wij hebben het noodig geacht de werking, het doel en streven der coöperatie te doen uit schijnen op dit oogenblik datde vertegenwoor digers der socialistische partij in de Kamers, tegenover de reaktie, die de zoogezegde katho lieke demokraten op sleeptouw heeft genomen een zoo hardnekkigen strijd voeren voor de demokratie. Het is gebleken gedurende de laatste dagen, dat moeste er niet afgerekend worden met de sterke oppositie der socialisten en hunne macht en invloed in 't land, de reak tie voor niets terug deiozen zou. Als de arbeiders nu hunne woordvoerders hebben in de politieke en bestaande lichamen, als er nu krachtige tegenstand kan geboden worden, is het dank aan de Werklieden-Partij, dewelke zulke eene uitbreiding en invloed gekregen heeft, omdat zij steeds als ruggesteun had de Coöperatie. Dat de arbeiders, in deze dagen van strijd zich herinneren wat zij door coöperatie be kwamen, dat alle syndikalisten, dat al degenen die zich socialist noemen hun plicht tegenover de coöperatie vervullen, want zij hebben haar alles te danken. Wie zegt ik ben bewuste arbeider, wie zegt ik ben een socialist, wie zegt ik ben een syndi- kalist, moet ook kunnen zeggen ik ben een goede samenwerker. Aan de propaganda voor de coöperatie en wij werken voor 0113 Ideaal, eene betere samen leving. G. DE NAUW. In de Gemengde Militaire Com missie (verslag, blzl 248) heeft M. DEVEZE zich als volgt uitge sproken Ofwel zal men moeten beslis sen dat sommige miliciens langer zullen dienen om de dekking te ver zekeren en dan zou men eene ont- zaglijkc ongelijkheid tot stand bren gen. Ik heb over verschillende op lossingen hooren spreken ik wijs die af, omdat men niet mag beslis sen dat de eone langer en de ande ren minder lang zullen dienen, omdat men ook niet mag diegenen betalen die langer willen dienen. Dit is nog eene oplossing die ik vol strekt verwerp. Ongehoorde Geldverspilling Bij de aanneming van de oor- logsbegrooting is het moeilijk kre dieten te bekomen. Welnu wan neer men het geld waarover men beschikt, gebruikt om te bekomen van miliciens, mits betaling, dat zij laDger dienen, dan begaat inen eene ongehoorde geldverspilling. Zoo U over geld beschikt, maakt dan uwe toerusting vollediger. De Staf heeft kritiek uitgeoefend over den toestand van deze toerusting. Hier ook zou men aan den rand staan van de kiesdraverij ik zal er niet aan meedoen. Doch M. DEVEZE heeft ver klaard, op i9Juli, ter Kamer, dat hij met de liberalen De ontwerpen zal stemmen die deze ongelijkheid en de- ie geldverspilling invoerenl ZITTING VAN 26 JULI 1928 Mijne Heeren, Het verwondert mij, Heer Kreglinger, bij zonder na de prachtige speech die daar zoo even gehouden is geworden door mijn vriend Eekeleers, dat de Liberalen ons programma in zake legerwet nog niet kennen. Ons programma, Heeren, is altijd geweest en blijft de volledige ontwapening, geen oorlog meer, de wapens neer Het verwondert mij nog meer dat de ver klaring van den Heer Kreglinger door toejui chingen wordt begroet door menschen die zetelen aan de rechterzijde en die zich beroe pen op de leer van dien grooten weldoener der menschen, van Christus die heeft gezegd Gij zult niet dooden, alle menschen zijn broeders. Wij zijn praktische menschen. Vanaf het ontstaan van de socialistische partij is er ge ijverd niet alleen in ons land maar oreral om toenadering te brengen tusschen de volkeren omdat er met oorlog niets te winnen is. Wij kunnen wijzen op al de pogingen door onze partijgenooten gedaan om overal die gedach ten van verbroedering in het hart der men schen te doen dringen Ik wil niet opklimmen tot vóór den oorlog maar u alleen voorleggen wat we sedert den wapenstilstand hebben gepresteerd. Mijn vriend Eekeleers heeft daar even een dagorde herinnerd die doorliet Internationaal Vakverbond op het kongres te Rome is ge stemd geweest. Woorden 1 zult gij zeggen. Neen Heeren, ook daden hebben wij gesteld. Herinnert U het konflikt in 192U tusschen Po len en Rusland. Van weinig hiDg het af, of wij hadden den oorlog. Had toen de werkende kas geen initiatief genomen, dan hadden wij misschien een wereldramp zooals in 1914 gekend. Hier zijn de feiten. Toen Fransche munitiefabrikanten hebben getracht munities door ods land te smokkelen, hebben wij gezegd Dat zal niet gebeuren. En, op het oogenblik datde muni tiewagens in Antwerpen gereed waren om ver over zee vervoerd te worden, hebben wij ze tegengehouden ik meen dat wij zoo hebben bijgedragen om liet konflikt te vermijden. Dit gezegd zijnde, wil ik onmiddellijk in gaan op het voorstel van onzen achtbaren Voorzitter en het huidig wetsontwerp be spreken. Het grieft ons ten zeerste telkenmale dat er hierover landsverdediging gesproken wordt, te hooren zeggen, zooals de Heer Sinzot het gisteren nog gedaan heeft, dat wij slechte vaderlanders zouden zijn. In het geheel niet. Wij ijveren voor den wereldvrede, voor de ont wapening maar in afwachting dat wij deze vredesgedachte hebben kunnen doen door dringen, begrijpen wij dat een leger noodzake lijk is, niet om aan te vallen, maar om ons te verdedigen. En wij zijn bereid de wapens te nemen om het land te verdedigen de werken de klas heeft het in IOI4 getoond. Maar als gij van de duizenden slachtoffers van den oorlog, van de duizenden opgeëisch- ten komt spreken, dan keeren wij u het argu ment terug en zeggen Aan welke klas be hoorden die opgepischten Het is niet hier dat de menschen opgeëischt werden maar in het etappen gebied. Gij allen volksvertegenwoordigers van het etappenge- bied kunt met mij bevestigen dat de zonen der rijke burgers niet opgeëischt werden; het waren alleen de kinderen der werklieden, en dit vooral in Vlaanderen. Terecht zegden ons menschen dat het Duitsche militarisme hand in hand ging met het Belgische kapitalisme. Dat is zoo. Als gij zooveel wilt spreken over die soldaten, over de gesneuvelden en over de duizenden opgeëischten, als 't blieft heeren, waar laat gij u dan zoo bij de jas trekken als het er op aan komt aan hunne we duwen en weezen, aan die duizenden vermink ten die hunne ellende langs de straten moeten toonen een degelijke vergoedingen toe te staan Zal Iedereen marcheeren Wij komen tot het ontwerp terug. We zijn dus 't akkoord dat het land moet verdedigd worden, maar wij kunnen ons volstrekt niet vereenigen met een stelsel zooals gij het opvat. In uw ontwerp voorziet gij een lichting van 44.000 man en in de gegevens die gij hebt ver strekt zegt gij dat er jaarlijks 66.000 militie plichtigen zijn. Gij stelt dus op voorhand een derde van de militieplichtigen vrij. De wer kende klas is eerlijker dan gij. Zij zegt van het oogenblik dat het Vaderland aangevallen wordt elkeen zijn plicht moet doen. Zij weet maar al te best dat in de raden waar de voorbereidende bewerkingen worden gedaan menigvuldige jongelingen komen aangedreven met een briefje van den pastoor, van den onder-pastoor, van den burgemeester of van een volksver tegenwoordiger van uw zijde mijnheereu om op de een of andere wijze te worden vrijge steld. Die werkmenschen weten dat enkel die genen die goed aangeteekend staan aan den militairen dienst kunnen ontsnappen. Wij zeggen dus als er een leger moet zijn, t'akkoora, maar dan moet alleman marcheeren. Geen uitzonderingen, noch voor rijken, noch voor armen. De Diensttijd. Wat de diensttijd nu betreft voorziet gij voor de eene 8 maanden voor de andere lz, 13 of 14 maanden. Tegen dat verschil van diensttijd komt het geweten van den eenvoudigen werk man weeral eens in opstand. Onze werkmen schen zijn rechtvaardig, onze werkmenschen zijn eerlijk en zij kunnen maar Diet begrijpen dat er in een gebuurte, of in een dorp, van de jongelingen die in hetzelfde jaar geboren wer den, die samen naar school zijn gegaan, die samen hun eerste kommunio hebben gedaan, de eene 8 maanden, de andere 12, I3 of 14 maanden moeten dienen. Het eerlijkheidsge voel van die menschen verzet zich daartegen. De Heer Van Hoelandt. Zeer wel Gezel Prosper Do Bruyn. Eerst en vooral legt gij een dienst van 12 maanden op aan de eerstgeborenen van een gezin. Er was nochtans een tijd dat men er naar zocht die eeistgeborenen vrij te houden van dienst. Gij weet immer zoo goed als wij dat wanneer het in een gezin waar veel kinderen zijn noodig is dat ouders geholpen worden om hun gezin in het leven te houden, het doorgaans weg de oudste is die daar moetin voorzien. Welnu, nu gaat gij den oudste van een gezin waarvan de vader en de moeder misschien reeds afgesloofd zijn, verplichten 12 maanden dienst te doen 1.. Gij legt ook 12 maanden dienst op aan diege nen die het geluk of het ongeluk hebben ik weet niet of net een geluk of een ongeluk is in staatsdienst te zijn, of in dienst van eene in stelling, provincie of gemeente, die door den Staat gekontroleerd wordt. Daar verzetten wij ons ten stelligste tegen niet alleen nochtans ten bate en ten voordeele van de belanghebbend» n zelf, maar ook ten bate en ten voordeele van 't leger. Herinnert gij u niet meer de gebeurte nissen van 1914 De mobilisatie is alsdan heel 3nel kunnen geschieden, omdat gij hebt kun nen rekenen op de toewijding van het perso neel van ijzeren wegen. Ware de organisatie anders geweest er zou ongetwijfeld groote ver warring ontstaan zijn. Gij weet wel dat gij beter zoudt doen de agenten van de spoorwegen en van de open bare diensten buiten het leger te houden; want als het land in nood verkeert en jongens noo dig heeft, kunnen die menschen in burgerlij ken dienst veel meer diensten bewijzen door werk waartoe zij geschikt zijn, dan in militai ren dienst. Wat erger is en hier moet ik mij weer richten tot onze goede brave kollegas die ook de kristene vakbonden vertegenwoordigen. Wij hebben dikwijls met mekaar een eitje te pellen, 't Is nog niet lang geleden dat wij hier een fameuze bespreking hadden omtrent de af houding van de 3 en 7 0/0 heel het land heeft toen gevoeld in welke moeiëlijke positie wij die heeren hadden gebracht. Ten slotte, is die be spreking toch uitgeloopen op eene voldoening voor het personeel, en daarin hebben wij ons verheugd. Voor wat betreft het militaire vraagstuk, moet ik weeral een weinig uw geheugen op frisschen en ik stel de volgende vraag aan ae regeeriDg Hebt gij, regeering. het recht door eene wet die gij ons wilt opdringen, de schik kingen te niet te doen van eene andere wet, welke gij hebt gestemd, ik bedoel de wet van Juli 1926 op de regie van de Spoorwegen, de stichting der Nationale Maatschappij Kunt gij die wet zoo maar eenvoudig over het hoofd zien of vernietigen Herinnert gij u niet dat wij gezamentlijk moesten optreden, gij en wij, om de rechten van het personeel ter doen eerbiedigen de be sprekingen die wij hebben gevoerd de Heer Heyman zal zich dat wel geheugen en hoe wij zorgden dat het personeel zijn statuut zou krijgen, dat statuut dat moest opgemaakt wor den door eene bijzondere paritaire kommissie, waarin niet alleen de vertegenwoordigers van de Nationale Maatschappij zetelden, maar ook die van de vakbonden van het Nationaal Syn- dikaat, van het Kristen Syndikaat en de Fede ratie van Bedienden en Ambtenaren. Weet gij niet dat die bijzondere paritaire kommissie waarvan ik de eer heb deel uit te maken reeds het kapittel van dit statuut heelt klaar gemaakt waarin de aanwervingen de bevordering van het personeel geregeld worden, en dat daarin voornamelijk werd bepaald hoe voortaan de aanwerving zal gebeuren Ziehier De aanwerving deschiedtmet inachtneming vun den datum der vragen en in onderstaande volgorde lc Categorie. Do zonen dochters, vrouwen en weduwen van bedienden van de Maatschap pij welke overleden of ongeschikt tot elk werk geworden, zijn ingevolge in de uitoefening, of ter gelegenheid van de oefening van hun ambt opgeloopen verwondingen, zelfs wanneer het ongeval dagteekent van vóór de overneming van de exploitatie der Spoorwegen door de Nationale Maatschappij. 2e Ca egorie. De zonen, dochters en wedu wen van gepensioeneerde, overleden of ge brekkig worden vaste bedienden de zonen, dochters vrouwen en weduwen van bedienden, die buiten staat gesteld zijn liet hun opgedragen werk te vervullen ingevol ge in de oefening, ol ter gelegenheid van de uitoefening van hun ambt opgeloopen verwon dingen doch aan wie de Maatschappij een ander met hunnen lichaamstoestand overeen te brengen werk heeft, of had kunnen toever trouwen de zonen, dochters van in werkelijken dienst zijnde bedienden, die ten minste 2o jaar dienst tellen. 3H Categorie. Tijdelijke bedienden, met ten minste één jaar werkelijken dienst. 4" Categorie. Alle andere candidate». En nu, voor wat bevordering aangaat. Tusschen haakjes gezegd moeten wij hier herinneren dat het opklimmen van de werklie den tot liet kader van bedienden veel is ver gemakkelijkt geworden tijdens het minister schap van den Heer Anseele, en dat, wat hij als minister in praktiek had weten te stellen, overgenomen werd in de Nationale Maatschappij. Aldus hebben wij daar beslist dat de lijst van de bedienden in de volgorde die ik opgegeven heb, in 't vervolg zullen toe gekend worden bij voorkeur aan de werklieden die reeds in dienst zijn. En nu zoudt ge willen beslissen, dat de gene die zich terug aangeven, na vier jaar dienst, het voorrecht zullen krijgen om eeu openbaar ambt te bekleeden Indien wij moeten gelooven wat een liberaal blad van Luik? La Meuse schreef in datum van 4 den Juni 1928, zou de verzekering reeds gegeven zijn dat al degene die vier jaar militai ren dienst zouden gedaan hebben een voor recht zouden bekomen voor een ambt bij den Staat of bij eene maatschappij door den Staat gecontroleerd. Niet alleen het personeel van de Belgische staatsspoorwegen komt daartegen op ik heb hier eenen langen brief van hetpersoueel der Kompagnie van den Nord Beige die ook daar tegen protest aanteekent. Immers, dat personeel heeft het geluk een statuut te bezitten waardoor de aanwerving en de bevordering zijn geregeld geworden in ge meen overleg tusschen het bestuur der Kom pagnie en vertegenwoordigers der werklieden. Wanneer wij dit in ons blad hebben geschre ven en de aandacht van het personeel hebben gevestigd op den toestand die ging geschapen worden, wanneer wij door officieuze inlichtin gen hebben vernomen dat in de toekomst 100 bedieningen van klerk, deurwaarder, tol- en accijnsbeambten 85 bedieningen van bureel klerken van postondermeesters 25O bedienin gen van brievenbesteller 250 ambten van ordeklerk aan de spoorwegen I50 van aange stelde 160 van treinconducteurs en wachters, enz... zullen voorbehouden worden voor de gene die langeren militairen dienst zullen ge daan hebben dan vragen wij ons afWat gaat er dan overblijven voor degene die, als bij voor beeld de kleine telegramdragers of de bericht- dragers, die van af hun vierde jaar in dienst zijn van de maatschappij En als we dan vragen welk daaromtremt de meening is van de christene gesyndikeerden, lezen wij in uw blad van 21 Juli, dit verbazend antwoord Het roode vakblad ontdekt hier nogmaals een verraad der kristenen en stelt ons de vraag, wat wij denken over de nieuwe mili- taire wet. Dat het N. S. daar een meening over heeft komt iedere» 11 begrijpelijk voor door den band zijn de leiders van het groot syndi- kaat er steeds bii, om ook hun oordeel over zaken uit te spreken die niets te zien hebben met de beroepsorganisatie. 't Komt er maar op aan hunne menschen gaar te houden voorde socialistische politiek. Wij bekennen graag dat ons den tijd ont- breekt om ons in te laten met zuivere poli- tieke vraagstukken dat valt volledig buiten het kader onzer organisatie, en wij hebben daarbij de handen vol om de redelijke en stoffelijke beroepsbelangen van liet spoor- en staatspersoneel te behartigen. En dat komt bij het N. S. maar op het achterplan ziet ge 1 Gelukkig dat ook de meerderheid van het personeel daar klaar in ziet. Welnu, wij stellen U voor de vraag Wan neer gij met ons hier in de Kamer, en uwe vertegenwoordigers in de paritaire Kommis sies, het statuut van het personeel hebt verde- dedigd en gestemd, waart gij rechtzinnig Als gij rechtzinnig zijt geweest, dan heb ik het recht te zeggen, dat gij hier een stemming gaat uitbrengen, die zal vernietigen wat gij daar gestemd hebt. Hoe zult gij dat betitelen Hebben wij het recht niet te zeggen dat het nogmaals een ver raad is Dat is zelfs niet sterk genoeg. Wij ver- hopen dat uwe partijgangers u streng zullen beoordeelen als gij in uw boosheid volhardt. Wat ons betreft. wij protesteeren uit gan- icher harte, uit al onze kracht tegen die hou ding. en wij durven verhopen dat de christene werklieden over het hoofd van hun leiders, met ons zullen denken en voelen. (Zitr wil of dt Socialistische banken). POSTCHECK-REKERIVfG Belgische Werklieden-Party Arrondigsements-Federatie Aalst Nr. 8 5 6 8 8. Telefoon 5 7 2

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1928 | | pagina 1