COÖPERATIE
Li BEHALEN
De Legerwet voor de Kamer
25e Jaargang N° 32
Prijs per nummer 30 centiemen
5 Augustus 1928
I
Prachtige Redevoering van onzen Volksvertegenwoor
diger De Bruyn Prosper.
Socialistisch Weekblad
voor het Arrondissement Aalst
Recht
Geen rechten zonder plichten
Geen plichten zonder rechten
Wij achten het niet ongepait, nu dat onze
klasse een beduidende politieke macht heeft
verkregen en dat door de syndikaten vele ver
beteringen aan de werkvoorwaarden zijn be
komen, te handelen over de coöperatie. Want
in België zal de coöperatieve beweging er veel
toe geholpen hebben om de arbeiders de gele
genheid te verschaffen zich te organiseeren op
de voortreffelijke wijze zooals zij het zijn in de
Belgische Werkliedenpartij.
De coöperatie is in België ontstaan bij de
stichting van den Vooruitte Gent in 188!
De arbeiders waren ten dien tijde nog versto
ken van alle recht en zelve nog niet bewust
van hunne macht of recht, 't was in de jaren
tachtig dat heer Woeste verklaarde dat er
geen maatschappelijk vraagstuk bestond. Vrou
wen en kinderen werden uitgebuit op de schan-
digste wijze. Het was den tijd dat er 12, 14 en
15 uren per dag moest gewroet worden
voor hongerloonen.
De katholieken, noch liberalen spraken dan
niet van vereeniging voor de werkers, de bur
gerspartijen lieten de arbeiders aan hun lot
over, 't is maar later geweest als de socialisten
het bewustzijn bij de werkende klasse hadden
doen ontstaan en hen de macht der vereeni-
giüg hadden leeren kennen, dat de katholie
ken ook zoogezegde werkersvereenigingen
hebben gesticht, met het doel de arbeiders te
verdoelen, niet bijzonderlijk om hun lot te
verbeteren maar om te trachten hen van het
socialisme af te houden, want hunne leuze
was, eerst en vooral anti socialist
Verscheidene kenteekens doen zich nu ook
voor dat de katholieken tot hetzelfde anti-so
cialist voor alles meer dan ooit hun toevlucht
willen nemen, en zij aarzelen geen oogenblik
steun te zoeken bij de liberalen.
Met de ontwikkeling van do socialistische
gedachte, breidde de coöperatie zich ook uit in
verschillende centers van 't land.
Nauwelijks was er hier of daar een groep ge
sticht, of men trachtte naar 't voorbeeld der
mannen van Gent eene coöperatief tot stand te
brengen want het was een der eerste behoef
ten der arbeidersgroepen van over een eigen
tehuis te beschikken.
Het was de samenwerking, die lokalen ver
schafte het was in de Volkshuizen dat de ar
beiders hunne samenkomsten degelijk konden
inrichten en besprekingen houden over hun
nen neteligen toestand en de middelen om aan
dezen verbeteringen te brengen.
De arbeiders hadden geen burgerrecht in
eigen land, zij mochten wel soldaat worden in
de plaats der rijken, maar mee helpen degenen
verkiezen, die s lands wetten moesten maken,
daarvoor werden zij toen door de regeerders
te veel veracht. Het is in de Volkshuizen, in
de lokalen der kooperatieven geweest, dat de
strijd voor het Algemeen Stemrecht is beslist
?ooals het ook in de Volkshuizen is ge
weest dat de komst van den Achturendag is
voorbereid.
't Is in de Volkshuizen dat de arbeiders zijn
samengekomen, om zich verstandelijk te ont
wikkelen, 't is daar dat zij hebben leeren klaar
zien in de maatschappelijke toestanden en lee
ren begrijpen dat door vereenigingsmacht voor
meerdere rechten kon worden gestreden. De
strijd voor alles wat de arbeiders 111 ons land
hebben veroverd, is in onze Volkshuizen op
touw gezet geworden.
Maar de coöperatie beperkte hare werking
niet bij het oprichten van Volkshuizen, de coö
peratieven steunden de arbeiders in hun strijd
voor beter loon en werkvoorwaarden, en 't is
niet noodig hier voorbeelden aan te halen, elke
arbeider heeft zulks genoeg in iedere streek,
waarde coöperatie iets beteekende, kunnen
bestatigen.
Benevens dat het door de coöperatie moge
lijk was vele vooraanstaande strijdersonafhan-
keliik te maken van het patronaat, is het ook
dank aan de coöperatie geweest dat de sociali
stische pers de uitbreiding heeft genomeD, die
lij reeds heeft.
Nog meer is door de coöperatieve inrichtin
gen verwezenlijkt, want niet enkel huisvesting
hebben de syndikaten in de lokalen der coöpe
ratief gevonden, maar in de instellingen der
samenwerking zijn in de hoogst mogelijke
mate de eischen door de Werkliedenpartij en
syndikaten voorop gesteld, ingewilligd ge
weest.
De hoogste loonen werden steeds in de coö
peratieven betaald de werklieden hadden er
steeds medezeggingschap en de werkvoor
voorwaarden der samenwerking konden door
de syndikaten meer dan eens als voorbeeld aan
het patronaat gesteld worden.
In den schoot der coöperatieven werden so
ciale fondsen gesticht, onderstand bij ziekte
of werkongeval, in verscheidene coöperatieven
werd ook het pensioenfonds tot stand gebracht
en deze instellingen zullen zeker meegeholpen
hebben om aan de arbeiders de belangrijkheid
der maatschappelijke verzekering op elk ge
bied te doen beseffen. De coöperatie is dus niet
vreemd aan het feit dat wij op dit oogenblik
eene maatschappelijke wetgeving hebben,
daar in hare inrichtingen het voorbeeld werd
gegeven. En nu nog is het in de lokalen der
coöperatieven dat onze reeds sterke mutuali
teiten hunne lokalen hebben, om hun werking
uit te breiden en hun strijd voor de vollediging
vaa de maatschappelijke wetgeving te voeren.
Het onmiddelijk voordeel door de coöpera
tie aan de arbeiders geschonken, door hen wa
ren te verkoopen aan de matigste prijzen en
van de beste hoedanigheid valt niet te bereke
nen; de trouwe samenwerkers maken overi
gens deze rekening zelf. En wat is er al niet
gedaan voor de kunstopleiding? De coöperatie
is als de stuwkracht geweest der arbeidersbe
weging in ons land.
Door de coöperatie beschikken de arbeiders
op dit oogenblik over de mannen met voldoen
de kennissen om verder onze klasse te leiden
naar volledige ontvoogding, zooals ook het
voor een groot deel te danken is aan de coope
ratie dat de werkers in ons land de politieke
gelijkheid verkregen, dat ze met meer ontzag
met het patronaat kunnen spreken door het or
gaan hunner syndikaten.
Eu de rol der coöperatie strekt zich nog ver
der uit en een breed veld ligt open voor haar,
niet enkel bakkerijen, magazijnen en Volks
huizen wilt de coöperatie oprichten, zij is reeds
begonnen met de voortbrengst, met eigen fa
brieken op te bouwen, en op dit gebied zelf
heeft zij reeds wonderen tot stand gebracht en
uitslagen bereikt, waar tegenover onze tegen
strevers en lasteraars verbluft staan.
Stelselmatig versterkt de coöperatie de
machtpositie der arbeidende klasse en zoo
wordt de weg gebaand naar ons doel 't socia
lisme
Wij hebben het noodig geacht de werking,
het doel en streven der coöperatie te doen uit
schijnen op dit oogenblik datde vertegenwoor
digers der socialistische partij in de Kamers,
tegenover de reaktie, die de zoogezegde katho
lieke demokraten op sleeptouw heeft genomen
een zoo hardnekkigen strijd voeren voor de
demokratie. Het is gebleken gedurende de
laatste dagen, dat moeste er niet afgerekend
worden met de sterke oppositie der socialisten
en hunne macht en invloed in 't land, de reak
tie voor niets terug deiozen zou.
Als de arbeiders nu hunne woordvoerders
hebben in de politieke en bestaande lichamen,
als er nu krachtige tegenstand kan geboden
worden, is het dank aan de Werklieden-Partij,
dewelke zulke eene uitbreiding en invloed
gekregen heeft, omdat zij steeds als ruggesteun
had de Coöperatie.
Dat de arbeiders, in deze dagen van strijd
zich herinneren wat zij door coöperatie be
kwamen, dat alle syndikalisten, dat al degenen
die zich socialist noemen hun plicht tegenover
de coöperatie vervullen, want zij hebben haar
alles te danken.
Wie zegt ik ben bewuste arbeider, wie zegt
ik ben een socialist, wie zegt ik ben een syndi-
kalist, moet ook kunnen zeggen ik ben een
goede samenwerker.
Aan de propaganda voor de coöperatie en
wij werken voor 0113 Ideaal, eene betere samen
leving.
G. DE NAUW.
In de Gemengde Militaire Com
missie (verslag, blzl 248) heeft M.
DEVEZE zich als volgt uitge
sproken
Ofwel zal men moeten beslis
sen dat sommige miliciens langer
zullen dienen om de dekking te ver
zekeren en dan zou men eene ont-
zaglijkc ongelijkheid tot stand bren
gen. Ik heb over verschillende op
lossingen hooren spreken ik wijs
die af, omdat men niet mag beslis
sen dat de eone langer en de ande
ren minder lang zullen dienen,
omdat men ook niet mag diegenen
betalen die langer willen dienen. Dit
is nog eene oplossing die ik vol
strekt verwerp.
Ongehoorde Geldverspilling
Bij de aanneming van de oor-
logsbegrooting is het moeilijk kre
dieten te bekomen. Welnu wan
neer men het geld waarover men
beschikt, gebruikt om te bekomen
van miliciens, mits betaling, dat zij
laDger dienen, dan begaat inen
eene ongehoorde geldverspilling.
Zoo U over geld beschikt, maakt
dan uwe toerusting vollediger. De
Staf heeft kritiek uitgeoefend over
den toestand van deze toerusting.
Hier ook zou men aan den rand
staan van de kiesdraverij ik zal
er niet aan meedoen.
Doch M. DEVEZE heeft ver
klaard, op i9Juli, ter Kamer, dat
hij met de liberalen
De ontwerpen zal stemmen
die deze ongelijkheid en de-
ie geldverspilling invoerenl
ZITTING VAN 26 JULI 1928
Mijne Heeren,
Het verwondert mij, Heer Kreglinger, bij
zonder na de prachtige speech die daar zoo
even gehouden is geworden door mijn vriend
Eekeleers, dat de Liberalen ons programma in
zake legerwet nog niet kennen.
Ons programma, Heeren, is altijd geweest en
blijft de volledige ontwapening, geen
oorlog meer, de wapens neer
Het verwondert mij nog meer dat de ver
klaring van den Heer Kreglinger door toejui
chingen wordt begroet door menschen die
zetelen aan de rechterzijde en die zich beroe
pen op de leer van dien grooten weldoener der
menschen, van Christus die heeft gezegd Gij
zult niet dooden, alle menschen zijn broeders.
Wij zijn praktische menschen. Vanaf het
ontstaan van de socialistische partij is er ge
ijverd niet alleen in ons land maar oreral om
toenadering te brengen tusschen de volkeren
omdat er met oorlog niets te winnen is. Wij
kunnen wijzen op al de pogingen door onze
partijgenooten gedaan om overal die gedach
ten van verbroedering in het hart der men
schen te doen dringen
Ik wil niet opklimmen tot vóór den oorlog
maar u alleen voorleggen wat we sedert den
wapenstilstand hebben gepresteerd.
Mijn vriend Eekeleers heeft daar even een
dagorde herinnerd die doorliet Internationaal
Vakverbond op het kongres te Rome is ge
stemd geweest. Woorden 1 zult gij zeggen.
Neen Heeren, ook daden hebben wij gesteld.
Herinnert U het konflikt in 192U tusschen Po
len en Rusland. Van weinig hiDg het af, of wij
hadden den oorlog.
Had toen de werkende kas geen initiatief
genomen, dan hadden wij misschien een
wereldramp zooals in 1914 gekend. Hier zijn
de feiten. Toen Fransche munitiefabrikanten
hebben getracht munities door ods land te
smokkelen, hebben wij gezegd Dat zal niet
gebeuren. En, op het oogenblik datde muni
tiewagens in Antwerpen gereed waren om ver
over zee vervoerd te worden, hebben wij ze
tegengehouden ik meen dat wij zoo hebben
bijgedragen om liet konflikt te vermijden.
Dit gezegd zijnde, wil ik onmiddellijk in
gaan op het voorstel van onzen achtbaren
Voorzitter en het huidig wetsontwerp be
spreken.
Het grieft ons ten zeerste telkenmale dat er
hierover landsverdediging gesproken wordt,
te hooren zeggen, zooals de Heer Sinzot het
gisteren nog gedaan heeft, dat wij slechte
vaderlanders zouden zijn. In het geheel niet.
Wij ijveren voor den wereldvrede, voor de ont
wapening maar in afwachting dat wij deze
vredesgedachte hebben kunnen doen door
dringen, begrijpen wij dat een leger noodzake
lijk is, niet om aan te vallen, maar om ons te
verdedigen. En wij zijn bereid de wapens te
nemen om het land te verdedigen de werken
de klas heeft het in IOI4 getoond.
Maar als gij van de duizenden slachtoffers
van den oorlog, van de duizenden opgeëisch-
ten komt spreken, dan keeren wij u het argu
ment terug en zeggen Aan welke klas be
hoorden die opgepischten
Het is niet hier dat de menschen opgeëischt
werden maar in het etappen gebied. Gij allen
volksvertegenwoordigers van het etappenge-
bied kunt met mij bevestigen dat de zonen
der rijke burgers niet opgeëischt werden; het
waren alleen de kinderen der werklieden, en
dit vooral in Vlaanderen. Terecht zegden ons
menschen dat het Duitsche militarisme hand
in hand ging met het Belgische kapitalisme.
Dat is zoo. Als gij zooveel wilt spreken over
die soldaten, over de gesneuvelden en over de
duizenden opgeëischten, als 't blieft heeren,
waar laat gij u dan zoo bij de jas trekken
als het er op aan komt aan hunne we
duwen en weezen, aan die duizenden vermink
ten die hunne ellende langs de straten moeten
toonen een degelijke vergoedingen toe te
staan
Zal Iedereen marcheeren
Wij komen tot het ontwerp terug. We zijn
dus 't akkoord dat het land moet verdedigd
worden, maar wij kunnen ons volstrekt niet
vereenigen met een stelsel zooals gij het opvat.
In uw ontwerp voorziet gij een lichting van
44.000 man en in de gegevens die gij hebt ver
strekt zegt gij dat er jaarlijks 66.000 militie
plichtigen zijn. Gij stelt dus op voorhand een
derde van de militieplichtigen vrij. De wer
kende klas is eerlijker dan gij. Zij zegt van het
oogenblik dat het Vaderland aangevallen wordt
elkeen zijn plicht moet doen. Zij weet maar al
te best dat in de raden waar de voorbereidende
bewerkingen worden gedaan menigvuldige
jongelingen komen aangedreven met een
briefje van den pastoor, van den onder-pastoor,
van den burgemeester of van een volksver
tegenwoordiger van uw zijde mijnheereu om
op de een of andere wijze te worden vrijge
steld. Die werkmenschen weten dat enkel die
genen die goed aangeteekend staan aan den
militairen dienst kunnen ontsnappen.
Wij zeggen dus als er een leger moet zijn,
t'akkoora, maar dan moet alleman marcheeren.
Geen uitzonderingen, noch voor rijken, noch
voor armen.
De Diensttijd.
Wat de diensttijd nu betreft voorziet gij voor
de eene 8 maanden voor de andere lz, 13 of 14
maanden. Tegen dat verschil van diensttijd
komt het geweten van den eenvoudigen werk
man weeral eens in opstand. Onze werkmen
schen zijn rechtvaardig, onze werkmenschen
zijn eerlijk en zij kunnen maar Diet begrijpen
dat er in een gebuurte, of in een dorp, van de
jongelingen die in hetzelfde jaar geboren wer
den, die samen naar school zijn gegaan, die
samen hun eerste kommunio hebben gedaan,
de eene 8 maanden, de andere 12, I3 of 14
maanden moeten dienen. Het eerlijkheidsge
voel van die menschen verzet zich daartegen.
De Heer Van Hoelandt. Zeer wel
Gezel Prosper Do Bruyn. Eerst en
vooral legt gij een dienst van 12 maanden op
aan de eerstgeborenen van een gezin. Er was
nochtans een tijd dat men er naar zocht die
eeistgeborenen vrij te houden van dienst. Gij
weet immer zoo goed als wij dat wanneer het
in een gezin waar veel kinderen zijn noodig is
dat ouders geholpen worden om hun gezin in
het leven te houden, het doorgaans weg de
oudste is die daar moetin voorzien. Welnu, nu
gaat gij den oudste van een gezin waarvan de
vader en de moeder misschien reeds afgesloofd
zijn, verplichten 12 maanden dienst te doen 1..
Gij legt ook 12 maanden dienst op aan diege
nen die het geluk of het ongeluk hebben ik
weet niet of net een geluk of een ongeluk is
in staatsdienst te zijn, of in dienst van eene in
stelling, provincie of gemeente, die door den
Staat gekontroleerd wordt. Daar verzetten wij
ons ten stelligste tegen niet alleen nochtans ten
bate en ten voordeele van de belanghebbend» n
zelf, maar ook ten bate en ten voordeele van
't leger. Herinnert gij u niet meer de gebeurte
nissen van 1914 De mobilisatie is alsdan heel
3nel kunnen geschieden, omdat gij hebt kun
nen rekenen op de toewijding van het perso
neel van ijzeren wegen. Ware de organisatie
anders geweest er zou ongetwijfeld groote ver
warring ontstaan zijn.
Gij weet wel dat gij beter zoudt doen de
agenten van de spoorwegen en van de open
bare diensten buiten het leger te houden; want
als het land in nood verkeert en jongens noo
dig heeft, kunnen die menschen in burgerlij
ken dienst veel meer diensten bewijzen door
werk waartoe zij geschikt zijn, dan in militai
ren dienst.
Wat erger is en hier moet ik mij weer
richten tot onze goede brave kollegas die ook
de kristene vakbonden vertegenwoordigen.
Wij hebben dikwijls met mekaar een eitje te
pellen, 't Is nog niet lang geleden dat wij hier
een fameuze bespreking hadden omtrent de af
houding van de 3 en 7 0/0 heel het land heeft
toen gevoeld in welke moeiëlijke positie wij die
heeren hadden gebracht. Ten slotte, is die be
spreking toch uitgeloopen op eene voldoening
voor het personeel, en daarin hebben wij ons
verheugd.
Voor wat betreft het militaire vraagstuk,
moet ik weeral een weinig uw geheugen op
frisschen en ik stel de volgende vraag aan ae
regeeriDg Hebt gij, regeering. het recht door
eene wet die gij ons wilt opdringen, de schik
kingen te niet te doen van eene andere wet,
welke gij hebt gestemd, ik bedoel de wet
van Juli 1926 op de regie van de Spoorwegen,
de stichting der Nationale Maatschappij
Kunt gij die wet zoo maar eenvoudig over het
hoofd zien of vernietigen
Herinnert gij u niet dat wij gezamentlijk
moesten optreden, gij en wij, om de rechten
van het personeel ter doen eerbiedigen de be
sprekingen die wij hebben gevoerd de Heer
Heyman zal zich dat wel geheugen en hoe
wij zorgden dat het personeel zijn statuut zou
krijgen, dat statuut dat moest opgemaakt wor
den door eene bijzondere paritaire kommissie,
waarin niet alleen de vertegenwoordigers van
de Nationale Maatschappij zetelden, maar ook
die van de vakbonden van het Nationaal Syn-
dikaat, van het Kristen Syndikaat en de Fede
ratie van Bedienden en Ambtenaren. Weet gij
niet dat die bijzondere paritaire kommissie
waarvan ik de eer heb deel uit te maken reeds
het kapittel van dit statuut heelt klaar gemaakt
waarin de aanwervingen de bevordering van
het personeel geregeld worden, en dat daarin
voornamelijk werd bepaald hoe voortaan de
aanwerving zal gebeuren
Ziehier
De aanwerving deschiedtmet inachtneming
vun den datum der vragen en in onderstaande
volgorde
lc Categorie. Do zonen dochters, vrouwen
en weduwen van bedienden van de Maatschap
pij welke overleden of ongeschikt tot elk werk
geworden, zijn ingevolge in de uitoefening, of
ter gelegenheid van de oefening van hun ambt
opgeloopen verwondingen, zelfs wanneer het
ongeval dagteekent van vóór de overneming
van de exploitatie der Spoorwegen door de
Nationale Maatschappij.
2e Ca egorie. De zonen, dochters en wedu
wen van gepensioeneerde, overleden of ge
brekkig worden vaste bedienden
de zonen, dochters vrouwen en weduwen
van bedienden, die buiten staat gesteld zijn
liet hun opgedragen werk te vervullen ingevol
ge in de oefening, ol ter gelegenheid van de
uitoefening van hun ambt opgeloopen verwon
dingen doch aan wie de Maatschappij een
ander met hunnen lichaamstoestand overeen
te brengen werk heeft, of had kunnen toever
trouwen
de zonen, dochters van in werkelijken dienst
zijnde bedienden, die ten minste 2o jaar dienst
tellen.
3H Categorie. Tijdelijke bedienden, met
ten minste één jaar werkelijken dienst.
4" Categorie. Alle andere candidate».
En nu, voor wat bevordering aangaat.
Tusschen haakjes gezegd moeten wij hier
herinneren dat het opklimmen van de werklie
den tot liet kader van bedienden veel is ver
gemakkelijkt geworden tijdens het minister
schap van den Heer Anseele, en dat, wat hij
als minister in praktiek had weten te
stellen, overgenomen werd in de Nationale
Maatschappij. Aldus hebben wij daar beslist
dat de lijst van de bedienden in de volgorde
die ik opgegeven heb, in 't vervolg zullen toe
gekend worden bij voorkeur aan de werklieden
die reeds in dienst zijn.
En nu zoudt ge willen beslissen, dat de
gene die zich terug aangeven, na vier jaar
dienst, het voorrecht zullen krijgen om eeu
openbaar ambt te bekleeden
Indien wij moeten gelooven wat een liberaal
blad van Luik? La Meuse schreef in datum
van 4 den Juni 1928, zou de verzekering reeds
gegeven zijn dat al degene die vier jaar militai
ren dienst zouden gedaan hebben een voor
recht zouden bekomen voor een ambt bij den
Staat of bij eene maatschappij door den Staat
gecontroleerd.
Niet alleen het personeel van de Belgische
staatsspoorwegen komt daartegen op ik heb
hier eenen langen brief van hetpersoueel der
Kompagnie van den Nord Beige die ook daar
tegen protest aanteekent.
Immers, dat personeel heeft het geluk een
statuut te bezitten waardoor de aanwerving en
de bevordering zijn geregeld geworden in ge
meen overleg tusschen het bestuur der Kom
pagnie en vertegenwoordigers der werklieden.
Wanneer wij dit in ons blad hebben geschre
ven en de aandacht van het personeel hebben
gevestigd op den toestand die ging geschapen
worden, wanneer wij door officieuze inlichtin
gen hebben vernomen dat in de toekomst 100
bedieningen van klerk, deurwaarder, tol- en
accijnsbeambten 85 bedieningen van bureel
klerken van postondermeesters 25O bedienin
gen van brievenbesteller 250 ambten van
ordeklerk aan de spoorwegen I50 van aange
stelde 160 van treinconducteurs en wachters,
enz... zullen voorbehouden worden voor de
gene die langeren militairen dienst zullen ge
daan hebben dan vragen wij ons afWat gaat
er dan overblijven voor degene die, als bij voor
beeld de kleine telegramdragers of de bericht-
dragers, die van af hun vierde jaar in dienst zijn
van de maatschappij
En als we dan vragen welk daaromtremt de
meening is van de christene gesyndikeerden,
lezen wij in uw blad van 21 Juli, dit verbazend
antwoord
Het roode vakblad ontdekt hier nogmaals
een verraad der kristenen en stelt ons de
vraag, wat wij denken over de nieuwe mili-
taire wet.
Dat het N. S. daar een meening over heeft
komt iedere» 11 begrijpelijk voor door den
band zijn de leiders van het groot syndi-
kaat er steeds bii, om ook hun oordeel over
zaken uit te spreken die niets te zien hebben
met de beroepsorganisatie.
't Komt er maar op aan hunne menschen
gaar te houden voorde socialistische politiek.
Wij bekennen graag dat ons den tijd ont-
breekt om ons in te laten met zuivere poli-
tieke vraagstukken dat valt volledig buiten
het kader onzer organisatie, en wij hebben
daarbij de handen vol om de redelijke en
stoffelijke beroepsbelangen van liet spoor- en
staatspersoneel te behartigen.
En dat komt bij het N. S. maar op het
achterplan ziet ge 1
Gelukkig dat ook de meerderheid van het
personeel daar klaar in ziet.
Welnu, wij stellen U voor de vraag Wan
neer gij met ons hier in de Kamer, en uwe
vertegenwoordigers in de paritaire Kommis
sies, het statuut van het personeel hebt verde-
dedigd en gestemd, waart gij rechtzinnig Als
gij rechtzinnig zijt geweest, dan heb ik het
recht te zeggen, dat gij hier een stemming gaat
uitbrengen, die zal vernietigen wat gij daar
gestemd hebt.
Hoe zult gij dat betitelen Hebben wij het
recht niet te zeggen dat het nogmaals een ver
raad is Dat is zelfs niet sterk genoeg. Wij ver-
hopen dat uwe partijgangers u streng zullen
beoordeelen als gij in uw boosheid volhardt.
Wat ons betreft. wij protesteeren uit gan-
icher harte, uit al onze kracht tegen die hou
ding. en wij durven verhopen dat de christene
werklieden over het hoofd van hun leiders,
met ons zullen denken en voelen.
(Zitr wil of dt Socialistische banken).
POSTCHECK-REKERIVfG
Belgische Werklieden-Party
Arrondigsements-Federatie Aalst
Nr. 8 5 6 8 8. Telefoon 5 7 2