REDEVOERING Voor 'tVolk Geofferd 25e Jaargang N0 57 Prijs per nummer 50 centiemen 9 September 1928 Socialistisch Weekblad voor het Arrondissement Aalst uitgesproken in de Kamer, door Gezel Nichels Alfred, in zitting van 24 Oogst over HET MILITAIRE WETSONTWERP Arrondissemenls Federatie Kloppen wij er op Recht Geen rechten zonder plichten Geen plichten zonder rechten POSTCHECK-REKENING Belgische W e r k 1 i e d e n - P a r t y Arrondissements-Federatie Aalst Nr. 8 5 6 8 6. Telefoon 5 7 2 Mijne heep-en, Het militaire wetsontwerp dat we thans be spreken zal eene ware ontgoocheling teweeg brengen bij de landelijke bevolking, zoowel als bij onze nijverheidswerklieden der steden en nijverheidsgemeenten, wanneer het wordt gestemd, en de meerderheid, bestaande uit katholieken, christcne werklieden en liberalen, is wel besloten het te stemmen, omdat de re geering het wil. Het arbeidende volk is er op gesteld den zes-maanden diensttijd te bekomen. Inderdaad, onze oud-strijders hebben tijdens den oorlog kunnen bestatigen dat er geen zes maanden noodig waren, om een soldaat te vor men, om hem zijn dienst aan te leeren, om hem naar de loopgrachten te zenden. Onze jongens die hedendaags tien en twaalf maanden bij het leger ingelijfd zijn, weten dat ze geen zes maanden noodig hebben om volle dig hun dienst te kennen, en dat ze gedurende al dien overigen tijd niets meer nuttig verrich ten in de kazernen, en meestal degenen waar mede ik heb gesproken, zeggen me dat zij be ter hun dienst kennen wanneer ze zes maanden zijn ingelijfd dan wanneer zij na tien en twaalf maanden in de kazerne te zijn gebleven, naar huis mogen keeren. Waarom wil men dan mordicus een langeren diensttijd dan zes maanden, wanneer zes maan den volstaan om hun dienst volledig teken nen Zijn ei' niet ufficiecen zelfs generaals, met de vleet, die erkennen dat zes maanden voldoende zijn om een soldaat te vormen De zesmaanden diensttijd is een volkseisch, en men dacht algemeen dat den oogenblik aangebroken was om hem in te voeren. En waarlijk, het volk macht zich aan die demokratische hervorming m het leger ver wacht omdat het ervan overtuigd is dat er hier in deze Kamer eene meerderheid is om onmid- delijk de zes maanden in te voeren. De socialisten zijn in blok bereid de zes maanden te stemmen. Zij zijn acht en zeventig in getal. Voeg daarbij de fronters en twee communisten en we komen reeds lot zes en tachtig, dan wanneer het volstaat dat er vier en negentig stemmen uitgebracht worden om den zesmaandendiensttijd te doen triomfeeren. De christene democraten hebben zich sedert lang uitgesproken ten voordeele van den diensttijd van zes maanden en tisM. Van Hoeck, een der gekozenen van de christene democraten, die in de legercommissie verklaar de dat er in de Kamer honderd en drie voor staanders waren van de democratische hervor ming van den zesmaandendiensttijd. Zulks wal seggew dat de afgevaardigden der christene werklie den zeventien mannen tellen, die allen voor standers zijn van de zes maanden. Hielden zij woord dan kwamen de zes maan den er, maar wij weten dat zulks niet zal ge beuren; ze houden zoo weinig van hunne kies- beloften. En toch zijn er nog menscaen die zeggen dat ze niet allen meineedig zullen zijn. Indien er enkel acht onder hen getrouw willen blijven aan hun verpande woord, dan nog komen de zes maanden er door. Zal zulks gebeuren i Neen, zij zijn te zeer verbonden aan de heeren reactionnairs opdat ze dezen zouden verlaten om de ware democraten, de socialisten, te vol gen, om eene democratische hervorming er door te krijgen. i Zij zullen volgen den heer de Broqueville en de reactionnaire regeering en zullen stemmen het militair wetsontwerp, dat niet zes maan- den diensttijd voorziet, maar gemiddeld elf maanden en twintig dagen, zooals de heer i minister van landsverdediging zelf zegde, j Inderdaad, hij zegde in zijne rede i Rekening houdende van de wederoproe- i pingen, is, onder het huidig stelsel, de gemid- 1 delde diensttijd twaalf maanden en vijftien dagen; voortaan, met het voorgestelde stelsel, zal hij gemiddeld elf maanden en twintig da gen bedragen. Dergelijke dienstvermindering is niet van aard om het volk te bevredigen en het stelsel van de zes maanden blijft dus gesteld. Hooren we niet dagelijks het liedje der hee ren nijveraars en fabrikanten, dat ze een lange ren werkdag willen, dat den achturigen werk dag hen de concurrentie met andere landen onmogelijk maakt Met de invoering van den zesmaanden diensttijd geven we aan die heeren een aantal werkkrachten, en dooven we hunne stem te gen den achturigen werkdag, waaraan, overi gens, de werkende klasse toch niet zal laten komen. D?. moeders die met het hart vol hunne zonen naar de ka zerne zien gaan, krijgen ze zooveel maanden vroeger 't huis. De huisgezinnen die nu een zwaren last te dragen hebben, wanneer er een der hunnen soldaat is, zijn zooveel vroeger van dien gelde lijken last ontslagen, en den soldaat zelf zal zich in zijn schik bevinden wanneer hij van den soldatendienst ontslagen wordt na zes maanden, zijn ouders, zijn broeders, zusters, familie en zijn werk terug gevonden te hebben. Voor de Staatskas zelf zal het eene groote ontlasting zijn, want de uitgaven zullen met millioenen verminderen terwijl nu volgens de verklaring van den heer minister van lands verdediging, er jaarlijks 7) milioen frank meer zullen worden uitgegeven dan op dit oogen blik. Alles laat ons veronderstellen dat den heer minister van landsverdediging hier ver onder de werkelijkheid is gebleven, want volgens beramingen van bevoegde personen zal de meerdere uitgave aan het leger, met het voor gestelde ontwerp, meer dan tweehonderd mil- lioen meer uitgaven vergen En dit alles zal gestemd worden tegen den wil van de overgroote meerderheid van het volk Ets als wijt socialisten, vragen om de lasten die op den werkman druk ken wat te verlagen, wat te verminderen, dan kan zulks niet omdat de Staatskas het niet ver mag. Als we vragen te denken om onze ouderlin gen hun karig pensioen te verhoogen, dan is er geen geld 1 Nochtans, mijne heeren, onze ouderlingen verkeeren in nood; zij hebben de hulp noodig van hunne naastbestaanden of ze .zouden leven in de meeste armoede. Zij eerst en vooral, hebben eene verhoogiDg noodig, aan hen eerst moet er gedacht worden want 't zijn zij toch die gedurende gansch hun leven hebben gewerkt en gezwoegd en hunne krachten aan het vaderland hebben gegeven. Redt ze dus van den honger en de ellende in hunne oude dagen, want dat toch hebben ze niet verdiend. Geld voor een langen diensttijd geld voor het leger, geld voor forten, geld voor bewapening zooveel ge wilt, dat is uwe leus. Er is hier ook tijdens de algemeene bespre king van dit militair ontwerp gehandeld over onze gesneuvelde soldaten, over onze invalie- den, onze opgeeischten, onze weduwen en weezen Men heeft ze er niet bijgehaald om den oor log te verafschuwen, maar er op gewezen om ons meer te wapenen, een langen dienstter- mijn te verdedigen, de meer voorziene uitga ven te wettigen. Wij die dicht bij de menschen wonen, die er dagelijks mede omgaan, wij mogen hier ver klaren dat al die menschen den oorlog ver vloeken, en zij steeds bereid zijn in de mate van het mogelijke mede te helpen èn te offe ren wat ze kunnen opdat er nooit meer oorlog zoude komen. Zij vragen dat België zich vredelievend zou toonen door zoo weinig mogelijk aan het leger geld te verspillen en den diensttijd zoo kort mogelijk temaken. Zij hebben hun leven voor het vaderland geofferd, zij hebben hun man, hun vader, hun kind verloren; zij hebben geleden, zij zijn ge marteld en verminkt teruggekeerd, en terwijl zij helden worden genoemd, is hun steun, is hun pensioen te gering en lijden zij gebrek in hun vaderland, dat zich terecht op hen be roemd, maar hen een pensioen weigert om be hoorlijk er mede te kunnen leven. Als pp dus millioenen in de Staatskas te vinden zijn, kunnen die best gebruikt worden om het lot der slachtoiters van den oorlog zoo draaglijk mogelijk te ma ken, want velen van hen verkeeren in de groo ste armoede. Wij, socialisten, voeren van bij ons ontstaan niet alleenlijk een strijd om het volk een beter bestaan te bezorgen, maar onzen strijd is inter nationaal en trachten de verbroedering der volkeren te bewerken, om aldus de internatio nale moeilijkheden uit den weg te ruimen en de oorlogen tot het verleden te doen behooren want alle menschen zijn broeders en Christus heeft toch wel bevolen Gij zult niet dooden. En het is dit ideaal dat wij graag zouden zien ingang vinden bij alle volkeren. De kerk leert ons dat we allen kinderen zijn van dezelf den vader waarom moeten we dan boeder- moorders worden Waarom zegent de geestelijkheid dan de wapenen der soldaten vóór ze naar den oorlog trekken Beter zou ze 2anstuwen om niet te vechten en het volk voor te houden dat er niet mag ge dood worden. Helaas, die taak wordt alleen overgelaten aan de socialisten en deze scheldt men dan uit voor vaderlandsloozen, omdat ze de leer van Christus verkonden. Wij zullen steeds voortgaan op dien weg, omdat het voor ons, socialisten, een heiligen en duurzamen plicht is het steeds in de hoof den der menschen te prenten dat men Diet mag dooden. Wij hebben destijds gehoord dat er men schen waren die uit gewetensplicht weiger den naar 't slagveld te trekken, omdat ze wei gerden te dooden. Hierin de Kamer, tijdens deze bespreking, hebben wij van die verstokte patriotards ge hoord. christene menschen. katholieke man data! issen, die ons volk zouden wapenen van kop tot teen, maar zelf niet gaarne gewapend zijn, dus niet gaarne hun vaderland verdedi gen, en dit kraweitje aan anderen overlaten. Voor hem was het onmogelijk zijn vaderland te verdedigen, want als de oorlog uitgebroken is op 4 Oogst 1914, dan kon hij geen soldaat worden, want op 23 Oogst moest hij bij zijne moeder zijn, die ziek alsdan te bed lag. Als in 't vervolg er soldaten het voorbeeld zullen volgen van dit katholiek Kamerlid bij het uitbreken van den oorlog, en later tot hun verdediging zullen inroepen dat zij hunne moe der, hun vrouw, hun kinderen niet konden ver laten, omdat ze ziek waren, dan zullen zij door de katholieke patriotards als lafaards worden uitgescholden, terwijl deze die hier, in deze Kamer, dergelijke taal voerde, eenvoudig weg door diezelfde vaderlanders toegejuicht is geworden. Zulks bewijst ons eenvoudig dat de vader landsliefde bij de katholieken veel meer in woorden bestaat dan in daden. De zee maanden diensttijd zullen dus niet gestemd worden, omdat de christene volksvertegenwoordigers door hunne bazen, de reactionnairen, verplicht worden er tegen te stemmen. De kwestie blijft dus gesteld. Wij, sociali sten, laten ze niet los, wij zullen ze doen zege vieren trots uen tegen u, evenals wij de boer- kens hun pachtwet zullen bezorgen, die nu door uwe meerderheid van kant wordt gescho ven. Het volk wil dat de zes maanden er komen het volk wil dat onze ouderlingen een degelijk pensioen wordt toegekend, en wanneer de landbouwers ons willen helpen, dan zegevie ren we in 't kort op gansch de lijn. Wat nu de wederoproepingen betreft die in uw leger-ontwerp worden voorzien, die zijn fel overdreven. Inderdaad, gedurende de eerste tien jaren van hunnen militietermijn, zullen de miliciens gehouden zijn tot eene wederoproe- ping onder de wapens van zes weken. De zes weken kamp die dan nog aangevuld worden door twee wederroepingen van acht dagen gedurende denzelfdeü termijn, zoodat onze soldaten twee volle maanden bij hun gewonen diensttermijn zullen te kloppen hebben. Wij, socialisten, vermeenen, dat de twee oproepingen van acht dagen volstaan en de zes weken kamp gerust kunnen daar gelaten worden, want het zijn meestal afmattende en nuttelooze verrichtingen, die bovendien in zeer vele gevallea onze teruggeroepene solda ten hun werk doen verliezen. Zij hebben dan hun vaderlaüschen plicht volbracht en onze patriotards zorgen er veelal voor dat er hun daarna werkloosheid en met dit honger en ellende staat te wachten. Indien dus de christen democraten daar ook een einde willen aan stellen, hebben ze maar het amendement, dat door de socialisten is in gediend, te stemmen. Onze soldaten vragen, eens hunnen militai ren dienstplicht volbracht, gerust aan hun werk te mogen blijven en te zorgen dat vrouw en kinderen geen gebrek moeten lijden, daar ze op tijd en stond wel hun plicht zullen weten te vervullen. Artikel 12 van het militaire wetsontwerp voorziet ook eene maandelijksche vergoeding van 400 frank voor al dezen die gedwongen worden meer dan acht maanden dienst te ver richten. Daarenboven zal er ook eene wekelijksche vergoeding betaald worden van 150 frank aan de militianen die aan de wederroepingen moe- ten voldoen. Hierdoor erkent de regeering dat haar mili- tair wetsontwerp eene te zware pil is voor ons volk en bij middel van eene geldelijke vergoe ding tracht men de slikking van die pil te ver zachten. Er was een tijd dat de kinderen der rijke menschen zich vrij kochten voor 1600 frank en aldus hun vader- landschen plicht lieten vervullen door arme, ongelukkige drommels. Helaas hoevelen van die ongelukkigen lig gen er niet ginder ver gesneuveld, bij h t ver vullen van vaderlandschen dienst van anderen van burgers, waarvoor zij die kleine som geld hadden ontvangen, en midderwijl konden die heeren hier op hun gemak geld verdienen met de macht. Ja, de burgerij heeft altijd een groote voor liefde gehad om ons land te laten verdedigen door anderen. En toch zijn wij niet gekant tegen die voor ziene vergoedingen. Wat wij bekampen is het feit, is dat ook de rijke menschen zullen betaald worden voor dien meerderen dienst, en ook hierom is er van onze zijde een amendement ingediend dat enkel aan de kleine burgers, landbouwers en werklieden die vergoedingen toekent. De christene werklieden zullen zeker toch zoo aan den muilband niet liggen dat ze dit amendement ook niet zullen mogen stemmen In alle geval, we zullen zien of ze zich mogen of durven roeren. En om te sluiten, mijne heeren, zeg ik u ge kunt en ge zult het militaire ontwerp er door drijven; gij hebt cr uwe meederheid voor. Hedoch de overgroote meerderheid van de be volking wil er niet van. Wees er van verzekerd deze zal het u met de aanstaande verkiezingen betaald zetten. Morgen, Maandag 10 September, om 2 1/2 ure namiddag, vergadert het Be stuur der Arr. Federatie in het AehtureD- huis te Denderleeuw. DAGORDE De Verkiezingen De leden van het Federaal Bestuur ezen op post. Nooit is er een beter en schooner santen- treflen, om de werklieden ran ons arrondisse ment in de gelegenheid te stellen, eene zoete wraak te koelen. In 't Parlement verraden op dit oogenblik de Christen democraten hun programma want z'hebben nu gelegenheid den zes maanden diensttijd voor onze soldaten te doen triom feeren en ze stemmen er tegen. In de werkstaking van 't fabriek Torley die negentien weken heeft geduurd, was er een comploot gesmeed, tusschen de leiders van de Christene, Fronters en Liberale syndikaten, om de Socialisten in 't zand te doen bijten, slachtoffers te maken met de vleet en het voornaamste punt oorzaak van den strijd, te doen afwijzen. Gansch de Aalstersche bevolking stelde zich aan de zijde van de socialistische strijders, en de stakers der andere verraders syndikaten volgden hunne leiders niet, zoodat zij ver broederden met hunne socialistische zusters en broeders. Nooit is er meer socialidariteit betoond door de werkersbevolking van Aalst, dan verleden we? *n s°lidariteit is nog vermeerderd, nadat M. Moyersoen als burgemeester zich aan de zijde schaarde van de verraderskliek door van zijne macht als hoofd der politie mis bruik temaken en den Staat van beleg in Aalst uit te roepen. Deprotest meeting gehouden in den Hof van Hand in Hand, ivierd bijgewoond door meer dan 3000 toehoorders, I Welnu, het is niet genoeg dat de verraders den terug toegekeerd worden van een aantal hunner leden, zij moeten hun verraad ook be taald gezet worden binnen veertien dagen. Hoe dat? Wel de Bestendige Deputatie heeft de kie zing verbroken van J' Juni 1.1. voor wat do su pleantenvoor den Werkrechtersraad betreft en roman door B?d- «nseele VooTtvootd van den Schrijver Mijn vriend De Backer, der Samenwerkerie Volksdrukkerij verzoekt mij een voorwoord te schrijven voor de derde uitgave van mijn eer sten roman. Ik voldoe gaarne aan dit verzoek, en meen niet beter te kunnen doen dan kort te vertellen hoe en waarom Voor 't volk geofferd geschreven werd Dit zal een licht werpen op den moeilij ken strijd der gentsche socialisten m vroegere iaren.en deredenen opgeven waarom sommige deelen van het boek niet genoeg werden afge bet'was in het jaar 1880. De socialistische nartii te Gent was zwak en arm. De Socialisti sche Propagandaclub had weinig inkomen en veel onkosten voor do propaganda, die lnj grootendeels betaalde door beroemde romans m wekelijksche afleveringen uit te geven. De opbrengst was niet groot, maar toch wa ren de winsten voldoende om een onzer beste en meest getroffen partijgenooten een onat- hankelijk bestaan te verzekeren en nog wat voor de propaganda over te laten. Ten dien tijde gaf de Socialistische Propa- I gandaclub uit De Mysteriën van het volk door de J eeuwen heen, door Eugeen Sue. Op zekeren dag kwam onze partijgenoot-ronddrager der afleve ringen, in de zitting verklaren dat het werk van Sue ten einde liep, en er malgré bongré een nieuwen, goeden, boeienden roman moest ge vonden worden of dat hij anders zijn brood verloor en de Socialistische Propagandaclub een schoon deel zijner inkomsten zou moeten ontberen Bij het vernemen dezer treurig tijding waar aan wij ons toch wel een beetje verwachtten werd goede raad duur. Een goed roman vinden boeiënd, meeslepend en met socialistische strekking, was niet gemakkelijk. Wij dachten allen eens na, aanzagen elkander, maar nie mand vond een goed boek. Terwijl ik zelf zocht, dacht ik bij mij zelf «Maar indien ik eens een boek schreef Wel, waarom niet Ik zou dit ook wel kun nen 't Was niet zoo gauw gepeinsd of't was er uit en ik zegde Mannen, wil ik een ro man schrijven Toen de vrienden zulks hoorden waren de een- en kwaad en noemden het droeve lollekens in zulk een moeilijk geval terwijl anderen in eenen lach schoten 'K lachte meê, doch her haalde mijne vraag, steeds stelliger en stelliger verklarend dat ik een roman zou schrijven. Geef mij veertien dagen, 3 weken ik zal met mijn plan komen en gij zult zien dat het goed zijn zal. De eenen geloofden mij, den anderen niet, maar toch werd mijn voorstel aangenomen. Ik begon dan aan het boek te denken, zette mij aan het schrijven en zoo verscheen kort daarna Prospectus van Voor 't Volk geofferd, ro man door E. Anseele, uitgegeven in wekelijk sche aflevering aan 0,10 centiemen. De prospectus werd goed onthaald, de in schrijvers stroomden toe en met de uitgave werd een nieuwe aanvang gemaakt. Maar dan begonnen voor mij de moeilijk heden... Een roman schrijven was zwaarder werk dan ik gedacht had. Daarbij moest ik wekelijks kopij aan de drukkerij geven en zelfs kopij voor eenige afleveringen op voor hand bezorgen. Ik moest als letterzetter mijn brood verdienen, kopij leveren voor ons blad De Toekomst, dat tweemaal in de week ver scheen, propaganda maken, meetings, voor drachten geven en ander propagandawerk meer verrichtten. In den beginne ging het nog al ik kon de letterzetters goed bijhouden, maar op het einde wat gejaagdheid en welke marteling 1 Ik kon de zetters moeilijk volgen en daar ik zelf een groot deel van mijn boek zette, zijn verschei dene afleveringen verschenen die nooit ge schreven worden. Ik zette een deel van mijn boek uit het hoofd, zonder kopij. Achter mij, op den groo- ten steen, nevens pakken gezetsel, lag wat pa pier en potlood, en telkens ik, onder het zet- teu, een nieuw gedacht kreeg, schreef ik het op aldus geraakte de aflevering ten einde en verdiende ik mijn brood als letterzetter terwijl ik mijn plicht als socialist volbracht. Ik vertel dit alhoewel ik weet dat het de waarde van mijn roman voor een deel kan verminderen, om aan de jongere partijgenoo- ten te tooneu hoe er vroeger gewroet en ge streden werd en dat, als de Partij tot iets is gekomen, het niet al spelend is gegaan. Te Gent en in andere steden van Vlaanderen bezit de Partij lokalen, en bladen, eenige hulpmiddelen, en dit mocht sommigen onzer jonge vrienden doen gelooven dat alles van zelf is gekomen, hunnen strijdlust en hunnen op- oneringsgeest verminderen. Neen, jonge gezellen, er werd nijdig, hard nekkig gewerkt, geleden, gestreden; daardoor alleen hebben wij iets verkregen, en willen wij nog hcoger klimmen, 't zal maar zijn door strijd nog strijd en altijd strijd. Te midden mijner veelzijdige werkzaamhe den voor de Partij, heb ik het altijd betreurd dat ik niet kon voortgaan volksromans te schrij ven en geen enkele jonge vriend ooit den lust of de behoefte gevoelde ook eens te beproeven een volksboek samen te stellen. 't Is teurig om zien hoe, bij gemis aan de goede verhalen in den volkstrant geschreven, ons volk schier moet vergiftigd worden door vertaling der fransche moordromans en meer andere dwaze en onnatuurlijke geschiede nissen. Waarom stond in Vlaanderen nog geen ro manschrijver op als Zetternam Geen streek biedt een ruimer, vruchtbaarder veld aan de zeehavens, de groote fabrieksteden en fabriekdorpen; de kunstnijverheden ais het kantwerk de luxe-nijverheden als het naaien van handschoenen, het maken van passemen- teriën, broderiên, die hare werksters niet kun nen voeden; de moordende nijverheden als het fosfoorwerk, de loodwitfabrieken, enz. eene arme boerenbevolking zuchtend onder den trotschen kasteelheer, en gansche streken door den priester beheerscht. Det een tweede Zetternam opsta en met zij- ne pen keert hij Vlaanderen voorden helft om. Mocht ik door mijn werk en door dezen op roep aan de komst van den Vlaamschen volksromanschrijver hebben meegeholpen, het ware voldoende om mij voor de verdrukte maar moedig strijdende vlaamsche werkers- familië nuttig gemaakt te hebben. En gij, Voor 't Volk geofferd voor de derde maal uitgegeven in 'tvlaamsch na vertaald te zijn geworden in 't fransch, duitsch, spaansch en finlandsch, stort in de harten mijner arme broe ders en zusters een woord van troost en een straal van hoop in den eindelijken triomf der arbeidende klasse. Ed. Anseele,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1928 | | pagina 1