Naar de Meerderheid
Voor 't Volk
Geofferd
MIJN HOEKJE
25e Jaargang N° 45
Prijs per nummer 50 centiemen
4 November 1928
Socialistisch Weekblad
voor het Arrondissement Aalst
Aangename en nuttige reis
Recht en
Geen rechten zonder plichten
Geen plichten zonder rechten
POSTCHECK-REKENIliG
B'elgischo Werklieden-Part^
Arrondissements-Federatie Aalst
Nr. 8 5 6 8 6. Telefoon 8 7 2
Wel, welWie zou het gelooven? De Katho
lieke partij gaat naar de meerderheid
Wie zulks zegt Moet ge dit vragen
't Zijn de Katholieken zelf, die dit vertelsel
ken de wereld inzenden en ze denken door
dergelijken bluf, de massa tot zich te krijgen.
Hoe meer ze boffen, hoe grooter hunne
nederlaag zal zijn, dat is zeker.
En toch is het verwonderlijk, dat die heeren
Katholieken zooveel toupet hebben en hunne
illusieën groot kunnen zijn, van te denken,
dat ze nog ooit de meerderheid zullen verove
ren.
Maar van welke meederheid is er sprake? zult
ge vragen. Wel van de meerderheid in Kamer
en Senaat, van de politieke meerderheid, van
de meerderheid van het Kiezerskorps, om wet
ten te maken op hun ééntje, zonder hulp van
andere partijen. Ze zijn nu wel de overgroote
meerderheid in den Ministerraad, maar toch
de enkele liberale ministers, die ze om eene
meerderheid te kunnen vormen, noodig heb
ben, zouden ze graag van kant zetten, om
gansch alleen, heer en meester te kunnen spe
len.
Ze droomen van den goeden
ouden tijd, die ze beleefden vóór den oorlog,
toen de Katholieke partij, dank aan het
meervoudig stemrecht, den meester was, in
Kamer, Senaat, Provincie en de meeste ge-
meentens van ons land.
'k Weet nu waarlijk niet, waarop zij zich
meenen te kunnen steunen, om opnieuw de
meerderheid te kunnen worden.
Was het tijdens het Katholiek bestuur vóór
den oorlog, zoo lekker en zoet voor de bevol
king Laat ons eens zien.
Was het zoo aangenaam voor de werklieden,
als ze een werkdag te tobben hadden van elf,
twaalf en meer uren per dag
Was het zoo vermakelijk voor de werklieden,
dat zij bij een slecht nummer getrokken in de
loting soldaat mochten spelen, terwijl de rij
ken voor 16oo franken konden vrij koopen
van hun soldatendienst
Zijn de werklieden hun kreten tot het beko
men van het algemeen stemrecht niet in hun
bloed gesmoord door de Heeren Katholieken
Hoeveel moorden heeft de Katholieke partij
niet op haar geweten, moorden gepleegd in de
werkersrangen, omdat ze op straat kwamen,
om algemeen stemrecht te eischen
Denken ze met hun negen centen per dag
pensioen, die ze vóór den oorlog gaven aan
onze ouderlingen, dat ze hiermede het volk tot
hun gaan krijgen
Neen, neen, het zal niet gaan heeren kleri-
kalen, want waren uwe daden vóór den oor
log schadelijk voor den kleinen man, na den
oorlog zijn ze niet veel beter.
Het belastingstelsel dat ze in zwaug houden
drukt te veel op den rug der werklieden, klei
ne burgers en kleine landbouwers, opdat dezen
hun vertrouwen zouden stellen in dezen, die
hen op dit gebied altijd hebben gepluimd en
nog pluimen.
De geldverspillingen die ze gedurig nog ver
meerderen aan het militarisme, zal de bevol
king de keel uithangen, te meer, omdat dit
geld beter kan gebruikt worden.
De verwerping van den zes maanden dienst
tijd voor onze soldaten, zoozeer door hen be
tracht, zal geen deugd doen aan de heeren
klerikalen, want de kiezers worden het moe,
altijd hunne kiesbeloften te zien verloochenen.
En de boerkens
zullen heel zeker toch ook eens hunne oogen
gaan openen, en eindelijk begrijpen dat ze ge
fopt worden, door die heeren Katholieken
Hoeveel jaar wachten ze niet reeds op ééne
pachtwet van negen jaar
Vóór den oorlog als ze alleen heer en mee
ster waren, hebben de katholieken er niet aan
gedacht, de boerkens hunne pachtwet te stem
men.
Waarom Omdat de groote, rijke heeren, de
grondeigenaars er niet van willen.
En nu, na den oorlog, nog over enkele
maanden, vóór de vacantie waren het de so
cialisten, die van week tot week, in de Kamer
aandrongen, om de pachtwet in bespreking te
brengen en van week tot week, waren de hee
ren Liberalen en Katholieken daar, om te
stemmen, dat de pachtwet niet op de dagorde
kwam.
Eene goede pachtwet, is de redding van den
pachter, hij zal vrij en onafhankelijk staan
tegenover zijn heer, en niet gedurig schrik voe
len, zijn land ODtnomen te zullen worden.
Kijk naar de voorvallen te Aalst
De boeren zijn in staking tegenover het be
stuur van den Openbaren Onderstand.
De pachtprijs was te hoog gesteld en een
groot deel der pachters hebben het gegeven
ordewoord niet te pachten, gevolgd.
'k Zal hier voor den oogenblik niet onder
zoeken, of die staking, een regelmatige ver
loop heeft gehad, of ze niet beter kon geleid
en georganiseerd worden, of ze door een wijs
beleid niet kon vermeden worden, neen, de
staking is er, dat is een feit, en hoe er uitge
raakt.
Welnu, om de zaak niet te vermoeilijken,
heb ik, wat ik hieronder ga neerpennen, niet.
in 't midden willen brengen, tijdens de be
spreking in onzen gemeenteraad, van vrijdag
1.1. omdat ik meen, dat alles moet in 't werk
gesteld worden, om als er eene oplossing is te
vinden, ze moet gezocht worden, maar hier is
de plaats, om eens de punten op i 's te zetten.
Het Bestuur
van den Openbaren Onderstand, is samenge
steld uit 4 Katholieken waaronder den voor
zitter 2 Socialisten, 1 Fronter, 1 Liberaal.
Voeg daarbij, dat den Heer Burgemeester,
van rechtswege er deel van maakt, alle zittin
gen dus mag bij wonen en mede mag stemmen.
De Katholieken hebben daar dus de meerder
heid.
Die commissie is gekozen door de leden van
den gemeenteraad, dus die commissie is het
uitvloeisel van een politiek lichaam en nie
mand zal het ontkennen, de boerkens zijn in
het overgroot getal katholieke kiezers.
In andere woorden als de Katholieken iets
wilden doen voor hunne kiezers konden ze dus
in de eerste plaats, aan hunne vragen voldoen
in het Bestuur van den Openbaren Onder
stand.
Is het er niet gebeurd, 't is een bewijs, dat ze
van de Katholieken te Aalst zijn verlaten.
De boerkens kunnen zich nog wenden tot de
Katholieke Bestendige Deputatie, tot onze
provinciale meesters.
De Katholieke Bestendige Deputatie is uit
sluitend Katholiek, 't is het uitvloeisel van de
Provincials verkiezingen, en waaraan de boer
kens hun vertrouwen hebben geschonken.
Daar nog kunnen zij voldoening bekomen.
't Zijn hunne vrienden, hunne gekozenen
doen zij het niet, 't is, dat ze voortaan die hee
ren Katholieken, hun vertrouwen moeten wei
geren ofwel voorts blijven stemmen voor dezen
die hen verlaten als ze hem het meest noodig
hebben.
Maar komen we nu terug, tot de ondervra
ging in den gemeenteraad.
Hier gingen de Katholieke gekozenen tegen
elkander goed op. 't Zijn allen gekozenen op
één en dezelfde lijst, en nu de boeren hen noo
dig hebben staan ze verdeeld.
Zullen ze die les onthouden
Zullen ze inzien, dat de heeren Katholieken, j
beloftens hebben met de vleet bij iedere ver j
kiezing, voor ieders welzijn zullen zorgen, ter-
wijl ze water en vuur op één lijst stellen
Er zijn onderkruipers jf
Volgens den eenen moeten ze weg, volgens
de anderen zullen ze blijven.
Weten de boerkens niet, dat de onderkrui
pers altijd de lievelingen zijn geweest van de
rijke heeren en dat zelfs zij die er nu op bassen
dezen zijn, die er hun stielken van maken,
onderkruipers te leveren
Doen de Groenkruissers ooit iets anders dan
onderkruipers te leveren Bij iedere werksta
king hebben de socialisten met die knechten
der rijke meDSchen af te rekenen.
De staking vaa Torley onlangs geëindigd,
is nog een der klaarste bewijzen.
Was het niet een chef der Katholieke, die
zbijM. Moens een aantal slachtoffers maakte,
ze deedt vervangen door onderkruipers
En nu zouden de Katholieke zich kanten te
gen de onderkruipers der boeren 1... Kluchtspel
beste vrienden! Zand in uwe oogen.
Vergeet het nooitde onderkruipers zijn de
eeuwige lievelingen, in de Katholieke partij.
Ziehier nog een treffend voorbeeld
Een paar jaar geleden, waren de drukkers in
werkstaking M. Van Schuylenbergh, het
Katholiek Kamerlid, de gekozenen der Katho
lieke werklieden, bleef t'huis van de Kamers
hij ging zelf niet naar Brussel, om bij hem
t'huis in de drukkerij te werken, terwijl zijn
gast in staking was.
Hebben de Katholieken hem vermaledijdt,
hem overboord geworpen
Neen, hij is nog altijd hun vertegenwoordi
ger, hij is nog altijd de gekozenen dier men-
schen, die hij zelf onderkroop.
De Katholieken zouden de laatsten moeten
zijn, om tegen de onderkruipers te donderen,
maar uit kiesbelang doen zij veel.
De boerkens zullen heel wijselijk handelen,
met te onthouden, dat zij altijd voorde Katho
lieken hebben gestemd en nu zij hen kunnen
helpen, zij door de Katholieken in den steek
worden gelaten. Zij zijn voor de zooveelste
maal de bedrogenen.
NICHELS ALFRED.
Zit het vorig artikel blad van 21 October
(Vervolg)
Dus zooals het gezegd was, den Dinsdag
morgend was ieder op post om 7 ure.
Met den tram tot de Place St. Lambert
van waar men een eindje te voet moet gaan
om den tram naar Fléron te nemen.
Honderde duiven vliegen over de Place
St. Lambert en 's namiddags na de school
uren, bijzonderlijk, ziet men er vele moeders
met hunne kinderen, eten brengen voor deze
duiven, die daar in 't wilde verblijven. Deze
duiven komen op den schouder zitten derge
nen die eten in hun hand houden. Ventsters
verkoopen pakjes met eten voor de bevingen
van groot en klein en één verzekerde ons dat
er zeer prachtige vogels bij zijn.
Een uur tram tot Fléron. door een bijzonder
schilderachtige streek, hellingen af en op, voor
bij nijverheidsinrichtingen, komen we aan het
Home du loisir of beter gezegd plaats
voor den vrijen tijd - ter beschikking der arbei
ders gesteld door de Union Coöperatieve
Het is een uitgestrekt gebouw, waar de wer
kers familiën kunnen samen komen om gezel
lig de vrije tijd door te brengen concerten
worden er ingericht, ook een restaurant is er
aan gehecht, allerhande vermakelijkheden
worden er ingericht en bij goed weder, worden
er feesten gegeven in den schoonen hof. Langs
den anderen kant van den steenweg, is de too
neel- en cinemazaal met 2?5o zitplaatsen,
gansch moderne inrichting, een prachtige zaal.
Er is daar ook een terrein voor voetbal en
andere sport- en turnoefeningen.
Het is met honderden dat elke week de wer-
kersfamiliën samen komen te Fléron, om ont
spanning te zoeken en de broederschap onder
elkander inniger te maken.
Dat er nevens ontspanning ook voor ont
wikkeling wordt gezorgd, hoeft niet gezegd.
Als wij dit zien, dan komt onwillekeurig de
vraag in ons op, waarom bezitten wij dit toch
niet bij ons, maar het antwoord is er ook gauw
omdat onze partijgenooten zoo niet getrouw
zijn aan hunne coöperatief als de vrienden
van Luik, omdat onze menschen nog te veel
elders hunne aankoopen doen, dus omdat zij
gcene cooperateurs zijn in den echten zin
van 't woord. Het gebeurt wel eens dat wij
zelf partijgenooten hier ontmoeten, die ons de
vraag stellen, hoe het komt dat wij hier niet
kunnen, wat de Luiksche vrienden hebben
kunnen tot stand brengen en als wij aan die
zelfde partijgenooten dan vragen, waarom zij
dan al hunne aankoopen niet doen in hun eigen
inrichting, als zij wenschen dat wij zpuden
doen wat er in Luik is gedaan, blijven zij het
antwoord schuldig of halen een arbarmelijk
uitvlucht aan.
En nu per trein van Fléron naar Micheroux
en elk neemt overzicht van de nijverheids-
streek, men ziet de hooge terrils van de kolen
mijnen, de schouwen der gestichten. eu men
tracht zich voor te stellen wat een bedrijvig
heid er daar moet heerschen.
In Micheroux aangekomen, bezoeken wij
een winkel van de Union Cooperative voor
al eer ons naar de fabrieken van de Societó
Genérale des Coopérativès te begeven en wij
vernemen daar van de gérant dat de partijge
nooten, die niet naar den winkel komen, een
groote zeldzaamheid zijn. Hij toont ons de
aankoop bulletijns van sommige cooperateurs
en wij kunnen er bestatigen dat de arbeiders
in deze streek, zich niet tevreden stellen met
zich als lid der cooperatiefte laten inschrijven,
of dat zij niet denken dat het voldoende is bij
woorden socialist te zijn, zij stellen de daad bij
het woord: zij koopen alles voor hun huisgezin
noodig, in hun eigen winkel. En waarom zou
den ODze cooperateurs zulks niet kunnen was
onze eerste gedachte.
En nu het bezoek aan de inrichtingen van de
- Societé Genérale des Coopérativès het is
misschien noodig eerst aan onze lezeressen en
lezers te verklaren dat de Societé Générale
des Coopérativès eene maatschappij is door
de kooperatieven van 't land gesticht en waarin
dus de leden onzer kooperatief als van andere
ook belang hebben. Deze maatschappij is ge
sticht met het doel zelf voortbrengers te wor
den van wat we noodig hebben in onze koope
ratieven, en de verdere beschrijving van ons
bezoek zal aan onze lezeressen laten te oor-
deelen over wat er reeds is verwezentlijkt.
,t Was gedurende den oorlog, toen voor de
arbeiders in 't bijzonder het leven zoo moeilijk
was, en wel het meest in de nijverheidsstreken
dat de Union Coopératieve van Luik is ge
sticht geweest en elk herrinnert zich ook nog
hoe moeilijk het was aan pleksel voor het brood
te geraken toen heeft de Union Coopéra
tieve de confituurfabriek aangekoekt dewelke
uitbreiding heeft genomen en nu den eigen
dom is van de - Societé Générale
Op den koer van de confituur-fabriek liggen
er duizende kilos appelen en peeren en voegen
er onmiddelijk bij, dat men slechts fruit van
goede hoedanigheid aankoopt. In de fabriek is
alles net ingericht en kamaraad Pletsers geeft
ons uitleg over de bewerking en elk kan zich
overtuigen over de zuiverheid, dewelke daar
in acht genomen wordt en wij hebben cok kun
nen bestatigen dat alles wat er gebruikt wordt
voor liet vervaardigen der confituur van eerste
kwaliteit is.
Er is nog al veel afval van het fruit, deze af
val kan minder zijn, maar dan is ook de hoe
danigheid van het produkt minder. De afval is
echter geen puur verlies, want deze dient als
beestenvoeder.
De blikke inpakdoozen worden te Micheroux
zelf gemaakt, en dit is ook een interessante
instelling.
Wat zullen we over de chocolade fabriek zeg
gen? dan ook wijzen op de volstrekste netheid
en op de zuiverheid der gebruikte grondstof
fen; hetzelfde geldt voor de margarine-fabriek,
wij kunnen het niet genoeg herhalen, de zui-
Zondag aanstaande en we feesten de
tiende verjaring van den wapenstilstand,
na 52 lange maanden oorlog gevoerd te
hebben.
Welk een vreugde, wolk geluk straal
de dien dag op ons aller wezen.
'tWas overal feest, tot indekleinsts
dorpen.
Er was genoeg gemoord, gebrand ver
nield 1 De gesneuvelden en da vermink
ten telden zich met mlllioenen.
Het was vrede 1 Do volkeren staaaten
hunne vijandelijkheden er waren over
winnaars en overwonnenen. Maar overal
was or armoede en gebrek, want alle
oorlogvoerende landen waren uitgeput
en 't was met milliarden dat de schulden
ontcjjferd wiorden.
Wy hebben de gruwelen beleefd, wy
hebben hot massa moorden gezien en
iedereen vervloekt den oorlog. Allen hui
veren we, by de gedachte, dat die vreese-
Ijjk ramp, nogmaals de volkeren zou teis
teren.
Het is daarom, dat de Belgisohé Socia
listische Werkliedenpartij. besloten heeft
ten allen kante, op 11®November Vredes
betoogingen in te richten
Het volk moet zijn wil, zjjn afgrijzea
laten kennen tegen don oorlog.
Zij moeten in massa do straat op. Wy
moeten achter doRoode Vlsg, het zinne
beeld van Verbroedering en Vrede. Wy
moeten volgen de opschriften, die tn den
Stoetzullengedragen worden endieonze
wenschen, onzen wil zuilen or3nbaron.
11° November, moet wezen, den dag
dat de volkeren aan de oorlog zuchtigen
zullen zeggen
Wy hebben er genoeg van, ons bloed
te vergieten om te vernielen en te moor-
en en te branden. Wy vechten niof neer
tegen onze broeders, die uitgebuu.ren
zijn als wy. Wy .echten niet meer voor
'tbelang van cenige Kapitalisten,wy wil
len vrede voor iedereen.
De werkende klasse is de spil waarop
de wereld draait. Wanneer zy wil liggen
alle raderen stil.
Dat alle werklieden zich dit goed in
't hoofd prenten en weten, dat wanneer
zü willen er geen oorlog meer kan ge
voerd worden. 'tls om die overtuiging
er in te krijgen, om de broederbanden
dichter om dichter te halen, dat de Vre
des betoogingen ingericht worden, en
daarom ook zal er niemand van ons nala
ten in den stoet op te marcheeren, want
hy moet grootsoh en indrukwekkend
wezen.
Allen op 11® November in den stoét, dat
vraagt U
FFIEDERIK.
verheid is vooral op vallend en de bewerking
geschiedt mekanisch, zoodat de beraiding en
de inpakking geschiedt zonder dat iemand me»
de handen aande produkten komt; ook de klee
ding der werksters en werkers is bijzonder
rein gehouden.
(Zie vervolg £e bladzijde 1» kolom).
roman door Ed. Anseele
En er moet een einde aan dat lollen ko
men de kleine zal tot voorbeeld strekken
riep de overste barsch.
Als er hier iemand een voorbeeld moet
geven dan zijt gij het, die u verstandig en
menschlievend zoudt moeten toonen. Dat kind
zult gij niet meêvoeren.
Wie zal 't mij beletten
Ik, sprak de man.
En ik ook, riepen de omstanders.
Dauws, help mij hier riep de overste tot
een zijner beambten. Verheest, riep hij tot den
andere, smijt dat krapuul overhoop.
Er ging gevochten worden, toen eene vrouw
in 't midden van het gewoel sprong, roepend
Mijn zoon mijn zoon
Moeder 1 kermde het kind en wilde zich
oprichten.
De overste belette hetde moeder zag het,
wierp zich op hem, trok aan zijn baard en beet
hem. 't Was wreed om zien. Een© bloedige
worsteling ging volgen, toen de mannen der
zolderkamer tusschen kwamen. Opeens ston
den de drij beambten, die op het punt waren
hunne wapen3 te trekken, midden van een
groep mannen. Men sprak reeds van slaan, en
wilde beginnen, toen Hendrik tusschen beide
kwam cn vroeg de beambten gerust te laten
vertrekken. Dit voorstel werd verschillend ont
haald de eenen traden 't bij, anderen wilden
er niet van hooren de redetwist was echter
kort de laatsten lieten zich gauw overtuigen
de beambten hadden immers voor plicht de toi
lers te vervolgen, en 't was ook maar voor een
stuksken brood dat zij het deden. Zoo redeneer
den de medelijdende hongerlijders.
De tolbeambten vertrokken, de overste
grommend, mompelend dat zullen zij mij be
talen, enz., de twee andere bedienden blijk
baar tevreden.
De jongen was opgestaan. Helaas 1 De twee
brooden die hij onder zich had geworpen, zoo
dra hij zich gevangen voelde nemen, waren
vermorzeld door de zwaarte van zijn lichaam
en bevuild door de vochtigheid van den grond.
Weenendnamhij de brokken op, terwijl zijne
moeder op hartverscheurenden toon uitriep
Wee l wee mijne brooden zijn bedorven,
en 't waren mijne laatste centen waarmede ik
ze gekocht heb 1 O, mijne kinderen 1 En hui-
leud, zich van wanhoop de haren uit het hoofd
J rukkend, verliet de ongelukkige moeder met
haar zoon de treurige plaats. Nauwelijks waren
i zij weg ol kinderen, die ook bij gansch dit too-
neel aanwezig waren geweest, wierpen zich
I uitgehongerd op de onreine overblijfselen van
het brood, door den jongen achtergelaten, be
twistten ze aan elkander, en slikken ze in, na
ze een weinig aan broek of rok te hebben aige-
vaagd.
De vrouwen gingen langzaam weg; een groep
mannen, waaronder al de gezellen der zolder
kamer, bleef staan. Zij spraken over het voor
gevallene en aan hunne gebaren kou men be
merken dat zij verontwaardigd waren en dat
hun gemoed kookte.
Hun gesprek werd afgebroken door het rij
den van een wagen, die stil naderde. Het was
den lijkwagen, door een groep mannen en
vrouwen gevolgd. Hij bleef aan liet straatje
staan. Twee zwart gekleede lijkbidders gingeu
voorbij den thans zwijgende groep mannen,
en verdwenen in een naburig huis. Korts daar
na traden zij er uit, eene doodkist op de schou
ders dragend. Tot viermaal toe hernieuwden
zij hunne sombere wandeling. Eenige mannen
uit den groep hielpen do kistendragen. Jan
hielp de laatste in den wagen steken.
Ach riep hij uit, er liggen reeds zeven
kisten in 1
Er moeten er nog vier bij komen, sprak
een der lijkbidders met gebroken stem.
Ge weent man zeide Jan.
Mijne moeder ligt er ook bij.
Uwe moeder
Pas was zulks gezegd, toen eene der onder
ste kisten onder liet gewicht der andere kraak
te. De kar werd haastig gesloten.
Gedaan 1 werd er geroepen.
Hu 1 was het antwoord.
En gevolgd door een steeds aangroeiënden
groep mannen, vrouwen en kinderen, reed de
doodwagen, eene triomfkar voor de overleden,
weg.
Twaalf kisten op ééne kar 1 En welke kisten!
Vier ruwe, haastig aaneeiigeslagen planken.
Arm volk 1 Na gansch uw leven den slaaf, den
zondeblok,na aan allerlei vernederingen onder
worpen te zijn geweest, maakt men het de
wormen der aarde nog gemakkelijk uw lijk te
verslinden.
Gedurende gansch dit tooneel hadden de
naaste bloedverwanten der afgestorvenen veel
geweend. Het stoffelijk lijden dier ongeluk-
kigen werd nog verhoogd door nijpende ziels-
foltering. De getuigen van dat weenen, van die
smart gevoelden medelijden, maar het alge
meen gedacht was toch die dooden zijn ge
lukkiger dan de levenden met hun leven ein
digde ook hun lijden.
Dergelijke tooneelen hadden op dezelfden
avond in vele volkswijken plaats, en brachten
de gemoederen in eene onrustwekkende stem
ming.
Korts na het wegrijden van den doodwagen,
stonden slechts nog enkele mannen in hel
straatje.
Wenscht gij naar huis terug te keeren
vroeg Hendrik.
Nu nog niet, was liet algemeen antwoord.
Gelieft mij dus te volgen, ik wil u over
ernstige dingen spreken.
De mannen volgden Hendrik naar de zolder
kamer. Daar brandde nog het lampje, thans
zwakker als vroeger, en lagen nog de ongeluk
kige zieltogenden, wien het aan de noodige
kracht of aan lust ontbrak zich op te riekten.
Hendrik's kinderen hadden zich, na het ver
trek van vader, naar hun slaapkamertje bege
ven. De mannen namen plaats. Hendrik zat
zich te bedenken alvorens te spreken. Het was
stil. Die toestand zou wellicht nog lang ge
duurd hebbeu. ware niet op eens met hevigheid
op de deur geklopt geworden. Bij dit geklop
zagen de aanwezigen elkander verbaasd aan en
sprongen recht. Wat gebeurde Wie, wat
mocht het zijn Was het een vluchteling, of
de overste der tolbeambten die met de wacht
terugkeerde Die vragen vlogen iedereen pijl
snel door den geeat. (Wordt voortgezet).