Naar de Meerderheid Voor 't Volk Geofferd MIJN HOEKJE 25e Jaargang N° 45 Prijs per nummer 50 centiemen 4 November 1928 Socialistisch Weekblad voor het Arrondissement Aalst Aangename en nuttige reis Recht en Geen rechten zonder plichten Geen plichten zonder rechten POSTCHECK-REKENIliG B'elgischo Werklieden-Part^ Arrondissements-Federatie Aalst Nr. 8 5 6 8 6. Telefoon 8 7 2 Wel, welWie zou het gelooven? De Katho lieke partij gaat naar de meerderheid Wie zulks zegt Moet ge dit vragen 't Zijn de Katholieken zelf, die dit vertelsel ken de wereld inzenden en ze denken door dergelijken bluf, de massa tot zich te krijgen. Hoe meer ze boffen, hoe grooter hunne nederlaag zal zijn, dat is zeker. En toch is het verwonderlijk, dat die heeren Katholieken zooveel toupet hebben en hunne illusieën groot kunnen zijn, van te denken, dat ze nog ooit de meerderheid zullen verove ren. Maar van welke meederheid is er sprake? zult ge vragen. Wel van de meerderheid in Kamer en Senaat, van de politieke meerderheid, van de meerderheid van het Kiezerskorps, om wet ten te maken op hun ééntje, zonder hulp van andere partijen. Ze zijn nu wel de overgroote meerderheid in den Ministerraad, maar toch de enkele liberale ministers, die ze om eene meerderheid te kunnen vormen, noodig heb ben, zouden ze graag van kant zetten, om gansch alleen, heer en meester te kunnen spe len. Ze droomen van den goeden ouden tijd, die ze beleefden vóór den oorlog, toen de Katholieke partij, dank aan het meervoudig stemrecht, den meester was, in Kamer, Senaat, Provincie en de meeste ge- meentens van ons land. 'k Weet nu waarlijk niet, waarop zij zich meenen te kunnen steunen, om opnieuw de meerderheid te kunnen worden. Was het tijdens het Katholiek bestuur vóór den oorlog, zoo lekker en zoet voor de bevol king Laat ons eens zien. Was het zoo aangenaam voor de werklieden, als ze een werkdag te tobben hadden van elf, twaalf en meer uren per dag Was het zoo vermakelijk voor de werklieden, dat zij bij een slecht nummer getrokken in de loting soldaat mochten spelen, terwijl de rij ken voor 16oo franken konden vrij koopen van hun soldatendienst Zijn de werklieden hun kreten tot het beko men van het algemeen stemrecht niet in hun bloed gesmoord door de Heeren Katholieken Hoeveel moorden heeft de Katholieke partij niet op haar geweten, moorden gepleegd in de werkersrangen, omdat ze op straat kwamen, om algemeen stemrecht te eischen Denken ze met hun negen centen per dag pensioen, die ze vóór den oorlog gaven aan onze ouderlingen, dat ze hiermede het volk tot hun gaan krijgen Neen, neen, het zal niet gaan heeren kleri- kalen, want waren uwe daden vóór den oor log schadelijk voor den kleinen man, na den oorlog zijn ze niet veel beter. Het belastingstelsel dat ze in zwaug houden drukt te veel op den rug der werklieden, klei ne burgers en kleine landbouwers, opdat dezen hun vertrouwen zouden stellen in dezen, die hen op dit gebied altijd hebben gepluimd en nog pluimen. De geldverspillingen die ze gedurig nog ver meerderen aan het militarisme, zal de bevol king de keel uithangen, te meer, omdat dit geld beter kan gebruikt worden. De verwerping van den zes maanden dienst tijd voor onze soldaten, zoozeer door hen be tracht, zal geen deugd doen aan de heeren klerikalen, want de kiezers worden het moe, altijd hunne kiesbeloften te zien verloochenen. En de boerkens zullen heel zeker toch ook eens hunne oogen gaan openen, en eindelijk begrijpen dat ze ge fopt worden, door die heeren Katholieken Hoeveel jaar wachten ze niet reeds op ééne pachtwet van negen jaar Vóór den oorlog als ze alleen heer en mee ster waren, hebben de katholieken er niet aan gedacht, de boerkens hunne pachtwet te stem men. Waarom Omdat de groote, rijke heeren, de grondeigenaars er niet van willen. En nu, na den oorlog, nog over enkele maanden, vóór de vacantie waren het de so cialisten, die van week tot week, in de Kamer aandrongen, om de pachtwet in bespreking te brengen en van week tot week, waren de hee ren Liberalen en Katholieken daar, om te stemmen, dat de pachtwet niet op de dagorde kwam. Eene goede pachtwet, is de redding van den pachter, hij zal vrij en onafhankelijk staan tegenover zijn heer, en niet gedurig schrik voe len, zijn land ODtnomen te zullen worden. Kijk naar de voorvallen te Aalst De boeren zijn in staking tegenover het be stuur van den Openbaren Onderstand. De pachtprijs was te hoog gesteld en een groot deel der pachters hebben het gegeven ordewoord niet te pachten, gevolgd. 'k Zal hier voor den oogenblik niet onder zoeken, of die staking, een regelmatige ver loop heeft gehad, of ze niet beter kon geleid en georganiseerd worden, of ze door een wijs beleid niet kon vermeden worden, neen, de staking is er, dat is een feit, en hoe er uitge raakt. Welnu, om de zaak niet te vermoeilijken, heb ik, wat ik hieronder ga neerpennen, niet. in 't midden willen brengen, tijdens de be spreking in onzen gemeenteraad, van vrijdag 1.1. omdat ik meen, dat alles moet in 't werk gesteld worden, om als er eene oplossing is te vinden, ze moet gezocht worden, maar hier is de plaats, om eens de punten op i 's te zetten. Het Bestuur van den Openbaren Onderstand, is samenge steld uit 4 Katholieken waaronder den voor zitter 2 Socialisten, 1 Fronter, 1 Liberaal. Voeg daarbij, dat den Heer Burgemeester, van rechtswege er deel van maakt, alle zittin gen dus mag bij wonen en mede mag stemmen. De Katholieken hebben daar dus de meerder heid. Die commissie is gekozen door de leden van den gemeenteraad, dus die commissie is het uitvloeisel van een politiek lichaam en nie mand zal het ontkennen, de boerkens zijn in het overgroot getal katholieke kiezers. In andere woorden als de Katholieken iets wilden doen voor hunne kiezers konden ze dus in de eerste plaats, aan hunne vragen voldoen in het Bestuur van den Openbaren Onder stand. Is het er niet gebeurd, 't is een bewijs, dat ze van de Katholieken te Aalst zijn verlaten. De boerkens kunnen zich nog wenden tot de Katholieke Bestendige Deputatie, tot onze provinciale meesters. De Katholieke Bestendige Deputatie is uit sluitend Katholiek, 't is het uitvloeisel van de Provincials verkiezingen, en waaraan de boer kens hun vertrouwen hebben geschonken. Daar nog kunnen zij voldoening bekomen. 't Zijn hunne vrienden, hunne gekozenen doen zij het niet, 't is, dat ze voortaan die hee ren Katholieken, hun vertrouwen moeten wei geren ofwel voorts blijven stemmen voor dezen die hen verlaten als ze hem het meest noodig hebben. Maar komen we nu terug, tot de ondervra ging in den gemeenteraad. Hier gingen de Katholieke gekozenen tegen elkander goed op. 't Zijn allen gekozenen op één en dezelfde lijst, en nu de boeren hen noo dig hebben staan ze verdeeld. Zullen ze die les onthouden Zullen ze inzien, dat de heeren Katholieken, j beloftens hebben met de vleet bij iedere ver j kiezing, voor ieders welzijn zullen zorgen, ter- wijl ze water en vuur op één lijst stellen Er zijn onderkruipers jf Volgens den eenen moeten ze weg, volgens de anderen zullen ze blijven. Weten de boerkens niet, dat de onderkrui pers altijd de lievelingen zijn geweest van de rijke heeren en dat zelfs zij die er nu op bassen dezen zijn, die er hun stielken van maken, onderkruipers te leveren Doen de Groenkruissers ooit iets anders dan onderkruipers te leveren Bij iedere werksta king hebben de socialisten met die knechten der rijke meDSchen af te rekenen. De staking vaa Torley onlangs geëindigd, is nog een der klaarste bewijzen. Was het niet een chef der Katholieke, die zbijM. Moens een aantal slachtoffers maakte, ze deedt vervangen door onderkruipers En nu zouden de Katholieke zich kanten te gen de onderkruipers der boeren 1... Kluchtspel beste vrienden! Zand in uwe oogen. Vergeet het nooitde onderkruipers zijn de eeuwige lievelingen, in de Katholieke partij. Ziehier nog een treffend voorbeeld Een paar jaar geleden, waren de drukkers in werkstaking M. Van Schuylenbergh, het Katholiek Kamerlid, de gekozenen der Katho lieke werklieden, bleef t'huis van de Kamers hij ging zelf niet naar Brussel, om bij hem t'huis in de drukkerij te werken, terwijl zijn gast in staking was. Hebben de Katholieken hem vermaledijdt, hem overboord geworpen Neen, hij is nog altijd hun vertegenwoordi ger, hij is nog altijd de gekozenen dier men- schen, die hij zelf onderkroop. De Katholieken zouden de laatsten moeten zijn, om tegen de onderkruipers te donderen, maar uit kiesbelang doen zij veel. De boerkens zullen heel wijselijk handelen, met te onthouden, dat zij altijd voorde Katho lieken hebben gestemd en nu zij hen kunnen helpen, zij door de Katholieken in den steek worden gelaten. Zij zijn voor de zooveelste maal de bedrogenen. NICHELS ALFRED. Zit het vorig artikel blad van 21 October (Vervolg) Dus zooals het gezegd was, den Dinsdag morgend was ieder op post om 7 ure. Met den tram tot de Place St. Lambert van waar men een eindje te voet moet gaan om den tram naar Fléron te nemen. Honderde duiven vliegen over de Place St. Lambert en 's namiddags na de school uren, bijzonderlijk, ziet men er vele moeders met hunne kinderen, eten brengen voor deze duiven, die daar in 't wilde verblijven. Deze duiven komen op den schouder zitten derge nen die eten in hun hand houden. Ventsters verkoopen pakjes met eten voor de bevingen van groot en klein en één verzekerde ons dat er zeer prachtige vogels bij zijn. Een uur tram tot Fléron. door een bijzonder schilderachtige streek, hellingen af en op, voor bij nijverheidsinrichtingen, komen we aan het Home du loisir of beter gezegd plaats voor den vrijen tijd - ter beschikking der arbei ders gesteld door de Union Coöperatieve Het is een uitgestrekt gebouw, waar de wer kers familiën kunnen samen komen om gezel lig de vrije tijd door te brengen concerten worden er ingericht, ook een restaurant is er aan gehecht, allerhande vermakelijkheden worden er ingericht en bij goed weder, worden er feesten gegeven in den schoonen hof. Langs den anderen kant van den steenweg, is de too neel- en cinemazaal met 2?5o zitplaatsen, gansch moderne inrichting, een prachtige zaal. Er is daar ook een terrein voor voetbal en andere sport- en turnoefeningen. Het is met honderden dat elke week de wer- kersfamiliën samen komen te Fléron, om ont spanning te zoeken en de broederschap onder elkander inniger te maken. Dat er nevens ontspanning ook voor ont wikkeling wordt gezorgd, hoeft niet gezegd. Als wij dit zien, dan komt onwillekeurig de vraag in ons op, waarom bezitten wij dit toch niet bij ons, maar het antwoord is er ook gauw omdat onze partijgenooten zoo niet getrouw zijn aan hunne coöperatief als de vrienden van Luik, omdat onze menschen nog te veel elders hunne aankoopen doen, dus omdat zij gcene cooperateurs zijn in den echten zin van 't woord. Het gebeurt wel eens dat wij zelf partijgenooten hier ontmoeten, die ons de vraag stellen, hoe het komt dat wij hier niet kunnen, wat de Luiksche vrienden hebben kunnen tot stand brengen en als wij aan die zelfde partijgenooten dan vragen, waarom zij dan al hunne aankoopen niet doen in hun eigen inrichting, als zij wenschen dat wij zpuden doen wat er in Luik is gedaan, blijven zij het antwoord schuldig of halen een arbarmelijk uitvlucht aan. En nu per trein van Fléron naar Micheroux en elk neemt overzicht van de nijverheids- streek, men ziet de hooge terrils van de kolen mijnen, de schouwen der gestichten. eu men tracht zich voor te stellen wat een bedrijvig heid er daar moet heerschen. In Micheroux aangekomen, bezoeken wij een winkel van de Union Cooperative voor al eer ons naar de fabrieken van de Societó Genérale des Coopérativès te begeven en wij vernemen daar van de gérant dat de partijge nooten, die niet naar den winkel komen, een groote zeldzaamheid zijn. Hij toont ons de aankoop bulletijns van sommige cooperateurs en wij kunnen er bestatigen dat de arbeiders in deze streek, zich niet tevreden stellen met zich als lid der cooperatiefte laten inschrijven, of dat zij niet denken dat het voldoende is bij woorden socialist te zijn, zij stellen de daad bij het woord: zij koopen alles voor hun huisgezin noodig, in hun eigen winkel. En waarom zou den ODze cooperateurs zulks niet kunnen was onze eerste gedachte. En nu het bezoek aan de inrichtingen van de - Societé Genérale des Coopérativès het is misschien noodig eerst aan onze lezeressen en lezers te verklaren dat de Societé Générale des Coopérativès eene maatschappij is door de kooperatieven van 't land gesticht en waarin dus de leden onzer kooperatief als van andere ook belang hebben. Deze maatschappij is ge sticht met het doel zelf voortbrengers te wor den van wat we noodig hebben in onze koope ratieven, en de verdere beschrijving van ons bezoek zal aan onze lezeressen laten te oor- deelen over wat er reeds is verwezentlijkt. ,t Was gedurende den oorlog, toen voor de arbeiders in 't bijzonder het leven zoo moeilijk was, en wel het meest in de nijverheidsstreken dat de Union Coopératieve van Luik is ge sticht geweest en elk herrinnert zich ook nog hoe moeilijk het was aan pleksel voor het brood te geraken toen heeft de Union Coopéra tieve de confituurfabriek aangekoekt dewelke uitbreiding heeft genomen en nu den eigen dom is van de - Societé Générale Op den koer van de confituur-fabriek liggen er duizende kilos appelen en peeren en voegen er onmiddelijk bij, dat men slechts fruit van goede hoedanigheid aankoopt. In de fabriek is alles net ingericht en kamaraad Pletsers geeft ons uitleg over de bewerking en elk kan zich overtuigen over de zuiverheid, dewelke daar in acht genomen wordt en wij hebben cok kun nen bestatigen dat alles wat er gebruikt wordt voor liet vervaardigen der confituur van eerste kwaliteit is. Er is nog al veel afval van het fruit, deze af val kan minder zijn, maar dan is ook de hoe danigheid van het produkt minder. De afval is echter geen puur verlies, want deze dient als beestenvoeder. De blikke inpakdoozen worden te Micheroux zelf gemaakt, en dit is ook een interessante instelling. Wat zullen we over de chocolade fabriek zeg gen? dan ook wijzen op de volstrekste netheid en op de zuiverheid der gebruikte grondstof fen; hetzelfde geldt voor de margarine-fabriek, wij kunnen het niet genoeg herhalen, de zui- Zondag aanstaande en we feesten de tiende verjaring van den wapenstilstand, na 52 lange maanden oorlog gevoerd te hebben. Welk een vreugde, wolk geluk straal de dien dag op ons aller wezen. 'tWas overal feest, tot indekleinsts dorpen. Er was genoeg gemoord, gebrand ver nield 1 De gesneuvelden en da vermink ten telden zich met mlllioenen. Het was vrede 1 Do volkeren staaaten hunne vijandelijkheden er waren over winnaars en overwonnenen. Maar overal was or armoede en gebrek, want alle oorlogvoerende landen waren uitgeput en 't was met milliarden dat de schulden ontcjjferd wiorden. Wy hebben de gruwelen beleefd, wy hebben hot massa moorden gezien en iedereen vervloekt den oorlog. Allen hui veren we, by de gedachte, dat die vreese- Ijjk ramp, nogmaals de volkeren zou teis teren. Het is daarom, dat de Belgisohé Socia listische Werkliedenpartij. besloten heeft ten allen kante, op 11®November Vredes betoogingen in te richten Het volk moet zijn wil, zjjn afgrijzea laten kennen tegen don oorlog. Zij moeten in massa do straat op. Wy moeten achter doRoode Vlsg, het zinne beeld van Verbroedering en Vrede. Wy moeten volgen de opschriften, die tn den Stoetzullengedragen worden endieonze wenschen, onzen wil zuilen or3nbaron. 11° November, moet wezen, den dag dat de volkeren aan de oorlog zuchtigen zullen zeggen Wy hebben er genoeg van, ons bloed te vergieten om te vernielen en te moor- en en te branden. Wy vechten niof neer tegen onze broeders, die uitgebuu.ren zijn als wy. Wy .echten niet meer voor 'tbelang van cenige Kapitalisten,wy wil len vrede voor iedereen. De werkende klasse is de spil waarop de wereld draait. Wanneer zy wil liggen alle raderen stil. Dat alle werklieden zich dit goed in 't hoofd prenten en weten, dat wanneer zü willen er geen oorlog meer kan ge voerd worden. 'tls om die overtuiging er in te krijgen, om de broederbanden dichter om dichter te halen, dat de Vre des betoogingen ingericht worden, en daarom ook zal er niemand van ons nala ten in den stoet op te marcheeren, want hy moet grootsoh en indrukwekkend wezen. Allen op 11® November in den stoét, dat vraagt U FFIEDERIK. verheid is vooral op vallend en de bewerking geschiedt mekanisch, zoodat de beraiding en de inpakking geschiedt zonder dat iemand me» de handen aande produkten komt; ook de klee ding der werksters en werkers is bijzonder rein gehouden. (Zie vervolg £e bladzijde 1» kolom). roman door Ed. Anseele En er moet een einde aan dat lollen ko men de kleine zal tot voorbeeld strekken riep de overste barsch. Als er hier iemand een voorbeeld moet geven dan zijt gij het, die u verstandig en menschlievend zoudt moeten toonen. Dat kind zult gij niet meêvoeren. Wie zal 't mij beletten Ik, sprak de man. En ik ook, riepen de omstanders. Dauws, help mij hier riep de overste tot een zijner beambten. Verheest, riep hij tot den andere, smijt dat krapuul overhoop. Er ging gevochten worden, toen eene vrouw in 't midden van het gewoel sprong, roepend Mijn zoon mijn zoon Moeder 1 kermde het kind en wilde zich oprichten. De overste belette hetde moeder zag het, wierp zich op hem, trok aan zijn baard en beet hem. 't Was wreed om zien. Een© bloedige worsteling ging volgen, toen de mannen der zolderkamer tusschen kwamen. Opeens ston den de drij beambten, die op het punt waren hunne wapen3 te trekken, midden van een groep mannen. Men sprak reeds van slaan, en wilde beginnen, toen Hendrik tusschen beide kwam cn vroeg de beambten gerust te laten vertrekken. Dit voorstel werd verschillend ont haald de eenen traden 't bij, anderen wilden er niet van hooren de redetwist was echter kort de laatsten lieten zich gauw overtuigen de beambten hadden immers voor plicht de toi lers te vervolgen, en 't was ook maar voor een stuksken brood dat zij het deden. Zoo redeneer den de medelijdende hongerlijders. De tolbeambten vertrokken, de overste grommend, mompelend dat zullen zij mij be talen, enz., de twee andere bedienden blijk baar tevreden. De jongen was opgestaan. Helaas 1 De twee brooden die hij onder zich had geworpen, zoo dra hij zich gevangen voelde nemen, waren vermorzeld door de zwaarte van zijn lichaam en bevuild door de vochtigheid van den grond. Weenendnamhij de brokken op, terwijl zijne moeder op hartverscheurenden toon uitriep Wee l wee mijne brooden zijn bedorven, en 't waren mijne laatste centen waarmede ik ze gekocht heb 1 O, mijne kinderen 1 En hui- leud, zich van wanhoop de haren uit het hoofd J rukkend, verliet de ongelukkige moeder met haar zoon de treurige plaats. Nauwelijks waren i zij weg ol kinderen, die ook bij gansch dit too- neel aanwezig waren geweest, wierpen zich I uitgehongerd op de onreine overblijfselen van het brood, door den jongen achtergelaten, be twistten ze aan elkander, en slikken ze in, na ze een weinig aan broek of rok te hebben aige- vaagd. De vrouwen gingen langzaam weg; een groep mannen, waaronder al de gezellen der zolder kamer, bleef staan. Zij spraken over het voor gevallene en aan hunne gebaren kou men be merken dat zij verontwaardigd waren en dat hun gemoed kookte. Hun gesprek werd afgebroken door het rij den van een wagen, die stil naderde. Het was den lijkwagen, door een groep mannen en vrouwen gevolgd. Hij bleef aan liet straatje staan. Twee zwart gekleede lijkbidders gingeu voorbij den thans zwijgende groep mannen, en verdwenen in een naburig huis. Korts daar na traden zij er uit, eene doodkist op de schou ders dragend. Tot viermaal toe hernieuwden zij hunne sombere wandeling. Eenige mannen uit den groep hielpen do kistendragen. Jan hielp de laatste in den wagen steken. Ach riep hij uit, er liggen reeds zeven kisten in 1 Er moeten er nog vier bij komen, sprak een der lijkbidders met gebroken stem. Ge weent man zeide Jan. Mijne moeder ligt er ook bij. Uwe moeder Pas was zulks gezegd, toen eene der onder ste kisten onder liet gewicht der andere kraak te. De kar werd haastig gesloten. Gedaan 1 werd er geroepen. Hu 1 was het antwoord. En gevolgd door een steeds aangroeiënden groep mannen, vrouwen en kinderen, reed de doodwagen, eene triomfkar voor de overleden, weg. Twaalf kisten op ééne kar 1 En welke kisten! Vier ruwe, haastig aaneeiigeslagen planken. Arm volk 1 Na gansch uw leven den slaaf, den zondeblok,na aan allerlei vernederingen onder worpen te zijn geweest, maakt men het de wormen der aarde nog gemakkelijk uw lijk te verslinden. Gedurende gansch dit tooneel hadden de naaste bloedverwanten der afgestorvenen veel geweend. Het stoffelijk lijden dier ongeluk- kigen werd nog verhoogd door nijpende ziels- foltering. De getuigen van dat weenen, van die smart gevoelden medelijden, maar het alge meen gedacht was toch die dooden zijn ge lukkiger dan de levenden met hun leven ein digde ook hun lijden. Dergelijke tooneelen hadden op dezelfden avond in vele volkswijken plaats, en brachten de gemoederen in eene onrustwekkende stem ming. Korts na het wegrijden van den doodwagen, stonden slechts nog enkele mannen in hel straatje. Wenscht gij naar huis terug te keeren vroeg Hendrik. Nu nog niet, was liet algemeen antwoord. Gelieft mij dus te volgen, ik wil u over ernstige dingen spreken. De mannen volgden Hendrik naar de zolder kamer. Daar brandde nog het lampje, thans zwakker als vroeger, en lagen nog de ongeluk kige zieltogenden, wien het aan de noodige kracht of aan lust ontbrak zich op te riekten. Hendrik's kinderen hadden zich, na het ver trek van vader, naar hun slaapkamertje bege ven. De mannen namen plaats. Hendrik zat zich te bedenken alvorens te spreken. Het was stil. Die toestand zou wellicht nog lang ge duurd hebbeu. ware niet op eens met hevigheid op de deur geklopt geworden. Bij dit geklop zagen de aanwezigen elkander verbaasd aan en sprongen recht. Wat gebeurde Wie, wat mocht het zijn Was het een vluchteling, of de overste der tolbeambten die met de wacht terugkeerde Die vragen vlogen iedereen pijl snel door den geeat. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1928 | | pagina 1