t)e Fiskale Wetsontwerpen
voor den Senaat
J-fef Einde van hef Fiskaal T)ebat
Voor 'tVolk
Geofferd
27e Jaargang N° 27 Prijs peraumtaer 50 centiemen 6 Jul' 19oö
Socialistisch Weekblad
voor het Arrondissement Aalst
Bewijzen we eerst onze
cijfers.
Een tweede bewijs
Korting voor vervroegde
betaling
Zal men ons aanhooren 1
Een voorstel vol fouten
De Vlamingen steeds gefopt
Berekening van den
Beroepstaks
EEN LES VAN KLASSENSTRIJD
Geen rechten zonder plichten
G68n plichten zonder rechten
POSTeHECK-REKEMIMG
Belgische W a r k 1 i e d e n - P a r t ty
Arrondissements-Federatie Aalst
Nr. 98686. Telefoon 6 72.
De Volksvertegenwoordigers hebben ge
durende vier weken de financieele wetsont
werpen der regeering in aide onderdeelen
uitgepluisd.
Onze lezers toeten hoe de socialisten en
voornamelijk onze gezellen Merlot, Carlier
en Uytroever, hun best hebben gedaan om
de belangen der kleinen to dienen.
Na die lange en grondige bespreking in
de Kamer, mocht de Senaat zich bij de bt-
zonderste punten bepalen grondbelasting
bedrijfsbelastingsupertaks, er fenisr echten,
zegelrechtentol- en accijnsrechten
De gezellen De Brouckère, Francois, I
Vinck werden belast met de algemeene be-
spreking wijl makker De Bruyn opdracht
kreeg om voornamelijk de bedrijfsbelasting j
te behandelen en eventueel ook in de ac
cijnsrechten op de lucifers en de taksen op
de vischkaarten.
In zitting van Vrijdag 27 Juni sprak ge
zel De Bruyn volgende rede over de bedrijfs
belasting.
DE BRUYN. Wij hebben aan artikel
19 twee amendementen voorgesteld het eer
ste heeft voor doel de cijfers 4800 fr. voor de
gemeenten van minder dan 5000 inwoners,
5600 fr. voor de gemeenten van 5000
tot 30.000 inwoners en 7200 fr. voor de
gemeenten boven de 50.000 inwoners, te ver
vangen door de volgende cijfers 12.000 fr.
13.500 fr. en 15.000 fr.
In 1920,eerste jaar van toepassing van de wet
op de bedrijfsbelasting, bestonder aan den
basis eene vrijstelling van 1353 goudfranken.
Sedertdien werd deze vrijstelling voortdu
rend verminderd om in 1927 nog S06 goud-
franken te bedragen en thans vastgesteld te
worden op 1028 goudfranken. Er is dus nog
een verschil van 325 goudfranken met 1920.
Het indexcijfer voor 't jaar 1920 was 396 in
Januari, en 468 in December, dus gemiddeld
436 over heel het jaar.
Op het huidig oogenblik bereikt de index
het cijfer 866, dus hot dubbel van 1920.
NDe groote penitentie schijnt nu voorbij
we komen in een normale toestand. Diens
volgens mogen we terecht eene dubbele vrij-
stelling eischen van deze van 1920, of nage
noeg 2700 goudfranken.
Vermenigvuldigt nu met 7, basis der waar
devermindering van den frank, en ge zult zien
dat de werkende klasse gerechtigd is eene
vrijstelling van nagenoeg 18.000, 19.000 fr. te
vergen.
Het Arbeidsblad van Mei 1.1. publiceert
een statistiek die onze redeneering volle
kracht bijzet. Men heeft voer het tijdperk
Januari 1922. Oogst 1923 den kostprijs van het
jzven berekend.
De zelfde berekening op dsn dag van heden
•wijstaan dat er eene verduring of verhooging
JS gekomen van 2,22 maal den prijs van 1923.
Volgens de tabel opgenomen in het verslag
van deu achtbaren Keer Pussemier, was de
vrijstelling voor de bcroepstaks in 1923 juist
lV,l goudfranken. Vandaag gezien de duurte
van't leven 2,22 maal hooger is dan in 1923,
is hetlogisch de vermenigvuldiging te maken
hetgeen eene vrijstelling geeft van 2.133
goudfranken of 14.943 papierenfracken.
Ons cijfer van 15.000 fr. is dus juist vastge
steld.
Hetiszelfbeneden de vrijstelling van 19i0.
Nu do toestand der Staatskas bet toelaat
hoeft er aan de eischen der werkende klasse
voldoening gegeven.
Door ons tweede amendement vragen we
eene korting van 10 o/o wanneer de beroeps
taks rechtstreeks op de loonen wordt afge
houden, zooals dit voor al de arbeiders ge
beurt.
Voor de groote inkomsten, voor vrijë be
roepen en andere, wordt niet aan den basis
afgehouden. De taksen worden slechts één
jaar nadien, soms twee jaar betaald.
Met ons voorstel van 10 o/o korting vragen
we slechts de intrest van het geld der arbei
ders dat de Staat onmiddelijk opstrijkt en ge
durende twee jaar kan benuttigen.
Men zal me wel opwerpen dat het niet mo
gelijk is deze billijk© eischen in te willigen.
Wanneer wij akkoerd gaan dat iedereen
moet tusschonkomon in bet onderhoud van
den Staat, moet nochtans voeraf eene vrij
stelling van alle belasting worden bepaald op
zoodanige wijze dat een ordentlijk leven ge
garandeerd is.
De kleine loonen en wedden zijn nog te zeer
belast; de werkende klasse betaalt te veel,
daar de grootste inkomsten van den Staat
voortkomen van de taksen op het verbruik.
De werkende klasse betaalt meer dan de
rijke klasse. Boven de onrechtstreekscbe be
lastingen worden er nog eene heelo boel
rechtstreeksche op den rug der kleinen ge
schud. Zie de grondbelasting. De verhuur
ders weten wel deze taksen in den huurprijs
te begrijpen.
Ik wil u ook, Heer Minister, zeggen dat uw
voorstellen krioelen van onnauwkeurigheden,
't Is onze rol niet deze te verbateren.
Is het nochtans aan te nemen dat go de ver
mindering voer bedrijfslasten vaststelt op
3500 fr. op eon vierde der inkomsten van
14090fr. tot loOOCfr. en op een vijfde voorde
inkemsten bov6nde 15.000 fr.
Is het mogelijk dat ge geen grensmoerbopaalt?
Vooreer mocht de afrekening de 10.000 fr.
niet overschrijden, me: bet «icuwa stelsel zal
de afkorting steeds een vijfde bedragen.
Een voorbeeld: een inkomen van 1 millioen
van een beheerder van aaamlooze maatschap
pijen dio misschien slechts twee drie verga
deringen van de beheerraad heeftbijgewoond,
zal een ontlasting kennen van 200.000 fr.
Dat is eon schandaal.
Wanneer ge de vrijstelling bepaalt volgens
de inwoners der gemeente, stelt ge een zelfde
basis voor, voor alleman 4800 fr. 5600 fr. of
7200 fr. De vermeerdering voor familielast is
ook dezelfde voor iedereen.
Waarom dan zoo 'n onderscheid maken voor
de aftrekking voor bedrijfslasten
Het is niet logisch Ge moet een grens
stellen.
D»or koninklijk besluit moogt ge ook som
mige gemeenten in een hoogere reeks rang
schikken. Als Vlaming zou ik u kunnen ver
wijten maar al te weinig besluiten te nemen
ten overstaan van Vlaamsche gemeenten.
Ik zal u per g.schriftde lijst der gemeenten
vragon van 5600 inwoners on minder en deze
van 5006 tot S0.000, die in een hoogere rooks
zijn gesteld geworden. Wanneer ge dan de
indeolicg in Vlaamsche en Waalsche ge
meenten zult hebben gedaan, zult ge zelf
verstomd staan over hot groote verschil.
Ik wil nu een ander punt, dezelfde zaak aan-
belangende, bespreken: de berekening van
den beroepstaks.
In algemcenen zin beklagen de menschen
zich meer omdat ze niet begrijpen hoe hunne
taksen worden berekend, dan omtrent de tak
sen zelf die ze te betalen hebben.
Ik heb do overtuiging dat het Beheer zijne
berekeningen maakt in tegenstrijd met den
wil van don wetgever.Nemen we bijvoorbeeld
een inkomen van 14.000 fr. Hoe zal de bere
kening gebeuren
Vooraf eon aftrok van 8500 fr. voor beroeps-
lasten, er blijft nog 10.500 fr. over te verdoe
len in reeksen va* 5ÜC0 fr.
De eerste wordt getakseerd op 2 o/o of loo
fr. de tweede betaald 3 o/o of 15ofr. er
blijft nog 500 fr. over waarop 4 0/0 moet be
taald of ?o fr. De totale bolasting bedraagt dus
loo en i5o en 2o fr. is 27O fr.
Het vrijgestelde minimum voor een ge
meente met minidan 5ooo inwoners is 48oo fr
de belasting op tiit vrijgesteld gedeelte is
2 0/0 of 96 fr.
Er blijit te betalen 27o fr. min 96 fr. is 174 fr.
Aldus rekent het Beheer.
Maar de belastingschuldige rekent en telt
heel anders.
Op mijn 14000 fr. inkomen, zegt hij, heb ik
eerst recht op eene ontlasting van 48oo fr. j
volgens de bevolking mijner gemeente, daar
na op 3»oo fr. voor bsrecpslasteB, totaal
83oo fr.Er blijft dus te takseeren 14ooofr.min
8300 fr. of57eo fr.
Voor de eerste reeks van 5ooo fr. is de be
lasting 2 0/0 of 109 fr. Voor de rest van 7OO fr.
betaalt men 3 0/0 of 21 fr. Totaal loo fr. en 21
is 121 fr.
Welnu ge doet 174 fr. betalen of 53 fr. te
veel. Indien ge nu dezelfde redeneering houdt
voor andere mkomstendanzultgesoortgelijke
uitslagen bekomen.
Van 't oogonblik af dat go door de wet eene
ontlasting of vrijstelling bepaalt, verschillend
volgens do belangrijkheid der gemeenten,
eene vrijstelling voor familielast en een an
dere voor beroepslastoii, zouden al de vrijge
stelde sommen moeten samengesteld worden
om daarna van het inkomen af te trekken.
De overschot alleen mag belast worden.
D«t is eerlijk en logisch.
Ge zoudt kunnen Z3ggen dat op d &e manier
de groote inkomsten zouden bevwrrfeeligd
worden.
't Akkoord. Maar wanneer een wot is ge
stemd moet ze eerlijk toegepast worden.
Er zouden minder klachtenoprijzen.
Een eenvoudig stelsel zou door de lasten-
betalers worden begrepen en gezien iedereen
weet dat de Staat inkomsten noodig heeft,
zou men gewilliger zijn aandeel betalen.
Ik hoop dat de woordvoerders van de rech
terzijde die als wij de syndikaten vertegen
woordigen, zullen rechtstaan cm een behoor
lijke vrijstelling aan den basis te bekomen.
Op het oogenblik dat een nieuw regiem
van belastingen wordt ingesteld ware hot te
betreuren dat de rijkon alleen er profijt zou
den uit trekken en dat maar alleen de krui
meltjes aan de werkende klasse worden voor
behouden. Zeer wel bij de socialisten).
Daarmee zijn de scherven vaD het regee-
ringshuishcuden weer eens aan elkaar ge
lijmd. De heer Houtart kan naar den Senaat
gaan, waar hem een gemakkelijke overwin
ning wacht. De 2.400 kunnen zeker zijn hun
koekte krijgen. De h.h. Devèze en Hyrnans
hebben de leiding van deliberale groep weer
overgenomen van den heer Marquet. Het na
f.ionaal jubileum kan voortgaan. Dc razende
brandkoffers zullen kunnen tot kalmte ko-
Dat verklaart de groote woede van dezon
die gisteren nog het geld en de stem aan
vaardden van den heer Marquet en die van
daag tegen hem geen scheldwoorden genoeg
vinden, omdat hij trouw gebleven is aan wat
vroeger hun programma en hun overtuiging
WP.S.
Veel geschreeuw en weinig wol, zal men
misschien zeggen in verband met den uit-
eindelijken afloop van dit lang debat.
Ik deel die meening niet.
De heer Marquet zegde vóór enkele dagen I
dat Merlot en zijn vrienden de overwinraars
waren in deze diskussie, waarbij deregeering
het slechts had kunt en halen, door volgens
hun oordeel belangrijke toegevingen te deen
aan ons. Misschien. Maar het groote punt, de
groote uitslag van deze merkwaardigeinspan-
ning, is dat, door hun tegenstanders te ver
plichten zich bloot te geven, door hen to ver
plichten uitleg te verstrekken, door een schril
licht te werpen op de drijfveeren, waaraan
het eigenbelang niet altijd vreemd was. op
hun ommekeer en hun woordbreuken, zij aan
de Belgische arbeiders een les zullen gegeven
hebben van klassenstrijd, die zij niet zoo
gauw zullen vergeten.
Dat men daarover een oogenblik naden
ken.
Zelfs na de overwinning der geldmachten in
Mei 1929, of beter in Mei 1926, bleef er in de
Kamer een meerderheid voor d© handhaving
van de supertaks en tegen de ontlasting van
de groote erfenissen.
Welnu, op die beide punten, die verband
houden met het beginsel zelf van ons fiskaal
stelsel, heeft men onder de drukking van de
ergste bourgeoisregeerirg die we sinds den
oorlog hebben gekend, do liberale en chri-
sten-demokratische elementen van de meer
derheid openlijk hooren verklaren dat zij per
slot van rekening liever tegen hun geweten
stemden dan tegen het ministerie.
De rede van den hoer Poullet in verbaBd
met de supertaks was dienaangaande bijzon
der leorrijk.
Er waren in den schoot van de rechterzijde
op zijn minst een twintigtal leden ora t« den
ken en zelfs te zeggen dat de supertaks moet
worden aangepast maar niet afgeschaft; dat
door de handhaving van een half milliard ver
bruiksbelastingen, di« hij plechtig had be
loofd te zullen afschaffen, de heer Houtart een
j onrechtvaardige en gevaarlijke politiek
voerde, dat de regeering de meest getrouwe
fraktie van haar meerderheid kronkte, door
haar te verplichten haar overtuiging en haar
programma op te ofierea en de verbintenissen
ie verloochenen die zij had aangegaan tegen
over haar kiezers. Maar men moestin do eer
ste plaats de eenheid van de rechterzijde red
den. Men moest ook het rantsoen betalen
voor de toegevingen op taalgebied die de an
dere groepen van de anti socialistische koali-
tie reeds hadden gedaaD en nog moeten doen.
Kortom, de christen-demokraten hebben toe
gegeven, zooals zij hebben toegegeven voor
den zesmaandendienst, en na dit silts meg
men zich afvragen of de arbeiders die ze ver
tegenwoordigen nog langer blind aullen blij
ven voor deze waarheid, dat in een land waar
hun godsdienstige gezindheid door niemand
wordt bedreigd, het voortbestaan var het
anachronisme eener konfessioneele partij, de
ergste hinderpaal is voor de verwezenlijking
van hun klasse eischen.
Dit gezegd zijnde voor den rechtervleugel,
laten we overgaan tot den linkervleugel van
de regseringskoalitie.
In 1919 had de gansche liberale partij, on
der de stuwkracht van den heer Devèze, zich
eeu programtpa gevormd, het produktivi-
stisch programma van Ernest Selvay, dat teen
aan do ludépeadance Beige zijn millioe-
nen oa zijn denkbeeld*» schonk, denkbeel
den waaraan hijzelf veel meer gehecht was
dan aanzijn milliofeaen. Dit programma be
vatte nl. de progressieve belasting op het
werkelijk inkomen (waarvan het stelsel der
indiciën het tegendeel is), en de progressieve
belasting op de erfenissen, als middel om te
streven naar degelijkheid van het vertrekpunt.
Wat is ©r gewerden van dit programma, nu
Solvay er niet meer is om de Indépendance
te financieeren
t De h. Devèze itlf, schrijft het blad, lachte luid
keels, toen men hem de resoluties voorlas van de liberale
kongressen, die de theorieën van EmestSolvay toejuich
ten. Wij begrijpen de vreugde van den voorzitter van
den landsraad der liberale partij. Moest men vandaag
in het dagblad al de resoluties naast elkaar stellen door
de liberale kongressen gestemd sinds ipip, het zou on
weerstaanbaar komisch zijn. Vooral als men zou denken
aau wat van die resoluties is geworden
Welkebekentenis, maar ook welke lts voordo
arbeiders, als er nog zijn die aan do liberale
demokratie gelooven.
Wat men van hot liberaal proaramma hoeft
gemaaktDat is zeer eeavondif de beer
Lemonoier is er gaan ep zitten. De beer De
vice die in 1919 de belasting op het werkelijk
inkomen eischte, stemde ia 1930 de afschaf
fing van de belasting op het werkelijk inko
men. De tien liberalen, die gedurende vier
dsgenin den heer Marquet, hun geweten ver
persoonlijkt zagen, hebboa uit meorderkeids-
tuckt bun stemming verloochend.
Dank zij die verloochening blijft de regee^
ring aan. Maar wat ook blijft, dat is be1
weergaloos spektakel gedurende enkele da
gen geleverd door een meerderheid die niet
kan aanblijven, die niet kan leven, zonder
dat het esne na het andere al kaar elementen,
hun beginselen en hun programma en al wat
in de oogen dar kiezers hun reden van bestaan
uitmaakt, vorloechenenom tegen het socialis
me te kunnen regeeren.
En het is een feit, dat de betoekenis heeft
van een symbool, dat to elfder ure, na het ver
raad van de christen-domokratie, ca het stille
en gedwoBgen verraad van de laatste ver
tegenwoordigers van do liberale demokratie,
er op do bank van de meerderheid maar één
man mier werd gevonden een man die zich
soms nog schijnt te herinneren oat bij stamt
uit het volk, om aan de anderen te zeggen
Gil verwijt mij mijne millioenen En de
uwe Laten wij ze behouden gednronde ons
leven. Maar daarna valt er terug te geven. Dat de
gemeenschap ten minste haar deel hrbbe in
do rijkdommen die haar arbeid, veel meer
dan do onz«, heeft voortgebracht. Laten wij
ten minste aan den staat een kindsgedeelte
geven het deel van den arme...»
Da Kamer van de meerderheid heeft zich
doof gebaard. Maar met bet land zal zulks het
geval niet zijn. En ik z«g het omdat het mijn
overtuiging is de gebeurtenissen van de laat
ste maanden, de afschaffing van de supertaks,
da ontlasting vau de groote erfenissen, de
overwinning vau de 2.400, de kristallisatie
van de anti socialistische meerderheid rond
deharde karn van kapitalistische bourgeoisie,
zullen meer hebben gedaan voor da verbrei
ding van onze denkbeelden onder de groote
massa, dan tien jaar doktrinale propaganda
door woord en schrift.
Zie onder aan kolom 3.
91
roman floor Ed. flufeelf
Waaneer Emiel hier geweest is, moet
ffii weten, mejuffer, waar hij zich thans be
vindt, en ik ben verzekerd, dat gu mij mot
weigeren zult de coodige inlichtingen te I
geven.
Mijnheer Emiel zien, spreken, de hand
drukken... bezitten, dat is voor nwe dochter
het leven, niet waar, mevrouw vroeg Louise
koortsachtig.
Mejuffer, waarveor die vragen, die
koorta? Gij verschrikt mij.
T)at is het leven voor mejuffer Ehse,niet
waar ging Lenise in klimmende koorts voort
en ais hadde zij niet gehoord wat mevrouw
Verbeest zeidedat is het leven voor haar,
maat luist dat, mevrouw, sou de dood van een
ander eerlijk meisje voor gevolg kunnen heb-
b8^'wat wilt gijzaggeD, mejaffe? 1
Zij zoa hem willen terug hebben, ik ge-
looi het wel, maar wat heeft zij er voor ge
daan Niets 1 Waar was zij toen hij leed Aan
het treureD misschien, maar zij bleef werke
loos, terwijl hij honger moest lijde*.
Honger lijden, mijn hemel
Ja hongerlijden, mevrouw. Waar was
danawédochter? la,honger lijden, door de
schuld der aristokraten. En daa hebben de
armen hom gesteund, mevrouw, als de rijken
hem verwierpen. Ia, honger lijden, en daa
heeft een arm meisje met hem eenige dagen
gedeeld wat zij had. En dan heeft men haar
beklapt, haren eerlijken nasm bezoedeld, ha
ren vader voorgelogen 1 Ea waar was daa uwe
dochter?
Gij sijt onredelijk, mejuffer Mijne doch
ter wist niets van dit alias, en kou....
Uwe dochter moest ia opstand kernen
tegen allen en alles, liever dan ia onzeker
heid te blijven.
Het teedere kiad in opstand komea 1
Hot teedere kind dat, naKmie! te heb
ben laten lijden, anderen den deodsteek toe
brengt. Ztj zal hem bezitten, hem kussen zij
zal leveh en anderen sullen sterven. Maar wat
geeft het voorarme meisjes, die zijn immers
Biets waard, men moet er zich Biet om bekreu
nen zij gevoeleh niet, zij beminnen niet, zij
hebben goen hart, die rnwe klompen
Lonise bad dit alios gezegd met een
gloeiend aangezicht en buiten zich zeiven.
Mevrouw Verbeest was aangedaan en ver
schrikt.
Maar dat meisje, sprak zij, zich op kal-
men toon tot Louise richtend, dut Emi.l heeft
geholpen, dat meisje, mejuffer...
Dat meisje, mevrouw?
Ea opeens in tranen lesbarsterid, riep
Louise uit:
Maar ziet gij dan Biet dat ik hem bemin
Het vermoeden der rijke dame was gegrond
doeh de havigbeid der smart siendo, vergal
zij Lonise van harte wat zij daar zoo even had
gezegd ea zij hield een eerbiedwaardig stil
zwijgen, zoolang Louisa's snikken duurde.
Deze had zich omgewend, haargelzat met
beide huuden bodekt, ea huilde veeleer dan
te weenen. Zij had schaamte in hare trsneu en
kon ze toch niet weèrhouden, zoodat zij haar
overvloedig langs de wangearoldeB.
Net was een harde strijd in haar binnenste
geweest, tij wist het. Emiel dacht er niet eens
aan dat zij hem zoo hartstoehtolijk beminde
dit griefde, dit pijnigde haar masr te weten
dat hij nog niemand behoorde, dat zij hem ook
niet bezat die hem aanbad, dat was eene ver
zachting. Zij zou dat meisje geen kwaad heb
ben gewenscht, noch toegebracht, zijzouvoor
Emiel alles hebben gedaan, maar aldus onver
wachts die zoete begoocheling, dien leugen-
achtigen, doch streelenden droom: «hij be
hoort liemand, wie weet wat er nog voorval
len kan teverliezen. dat was te erg, dat
kon zij niet doorstaan.
Sn nu had zij nochtans tc kiezen. Geene in
lichtingen geven, zwijgen, haremedediogsier
doen lijden, sterven en ze misschien vervan
gen, alles zeggen wat zij wist, aan anderen
Emiel en het leven schenken, zelf lijden,
kwijnen, nog iets erger misschien, en dan
sterven, zorder dat hij wist wat men voor
hem geleden had, zonder een handdruk, een
glimlach van bedanking voorde ijselijke fol
tering, voor de onmetelijke opoffering.
En de hardnekkige strijd tusschen hare
edelmoedigheid en hare liefde had haar
koortsachtig, ziek, bitsig, medelijdend ge
maakt, had baar doen weenen als een kind.
Het duurde wel tien minuten alvorens
Lenise gansch hersteld was, en gedurende al
dien tijd had mevrouw Verbeest geen woord
geeproken. Zij raadde tbars den iDnerlijkcn
strijd, die Louis© had gevoerd, en vroeg zich
af of zij wel het lijden van dit arme meisje als
balsem voor de wonden barer Eliso mocht
aanwenden. Zijzelvoloed in dien s'ord. Was
het niet gsnoeg dat haar bestaan, haar leven
geofferd werd voor Elise, moest dit engelach
tig en onschuldig kind dan nog anderen in
het verderf storten om, wie weet, misschien
toch te bezwijken
Dit somber denkbeeld wierp de moeder
etiB© rilling over b*t lichaam en, het hoefd
gebogen, staarde zij onafgebroken op den
slechten, dech zaivortn plankenvloer.
Loui9e brak de eerste het stilzwijgen af.
Vergeef mij, mevrouw, wat daarzoo even
is gebeurd ik koa mij «iet meer bedwingen.
Gij biheeft geeno vergiffenis te vragen,
Mejoöer Lonise, antwoordde de edele dame
opstaand on haar d*> hand reikend. Ik begrijp
ten volle wat gij hebt moeten lijde».
Het is thans gedaan, mevrouw wacht
een oogenblik, ik zal n aanstonds de uoodige
inlichtingen geven.
Gij zijt waarlijk to goed, mejufftr. Ik
weet niet cf ik aanvaarden mag.
Ik bid n, mevrouw, sprak Lonise smee-
kend, aanvaard wat ik u geven zalmijn be
sluit staat thans vastmaak do uitvoering
niet moeilijker.
(Wordt voortgeut).