t)e Fiskale Wetsontwerpen voor den Senaat J-fef Einde van hef Fiskaal T)ebat Voor 'tVolk Geofferd 27e Jaargang N° 27 Prijs peraumtaer 50 centiemen 6 Jul' 19oö Socialistisch Weekblad voor het Arrondissement Aalst Bewijzen we eerst onze cijfers. Een tweede bewijs Korting voor vervroegde betaling Zal men ons aanhooren 1 Een voorstel vol fouten De Vlamingen steeds gefopt Berekening van den Beroepstaks EEN LES VAN KLASSENSTRIJD Geen rechten zonder plichten G68n plichten zonder rechten POSTeHECK-REKEMIMG Belgische W a r k 1 i e d e n - P a r t ty Arrondissements-Federatie Aalst Nr. 98686. Telefoon 6 72. De Volksvertegenwoordigers hebben ge durende vier weken de financieele wetsont werpen der regeering in aide onderdeelen uitgepluisd. Onze lezers toeten hoe de socialisten en voornamelijk onze gezellen Merlot, Carlier en Uytroever, hun best hebben gedaan om de belangen der kleinen to dienen. Na die lange en grondige bespreking in de Kamer, mocht de Senaat zich bij de bt- zonderste punten bepalen grondbelasting bedrijfsbelastingsupertaks, er fenisr echten, zegelrechtentol- en accijnsrechten De gezellen De Brouckère, Francois, I Vinck werden belast met de algemeene be- spreking wijl makker De Bruyn opdracht kreeg om voornamelijk de bedrijfsbelasting j te behandelen en eventueel ook in de ac cijnsrechten op de lucifers en de taksen op de vischkaarten. In zitting van Vrijdag 27 Juni sprak ge zel De Bruyn volgende rede over de bedrijfs belasting. DE BRUYN. Wij hebben aan artikel 19 twee amendementen voorgesteld het eer ste heeft voor doel de cijfers 4800 fr. voor de gemeenten van minder dan 5000 inwoners, 5600 fr. voor de gemeenten van 5000 tot 30.000 inwoners en 7200 fr. voor de gemeenten boven de 50.000 inwoners, te ver vangen door de volgende cijfers 12.000 fr. 13.500 fr. en 15.000 fr. In 1920,eerste jaar van toepassing van de wet op de bedrijfsbelasting, bestonder aan den basis eene vrijstelling van 1353 goudfranken. Sedertdien werd deze vrijstelling voortdu rend verminderd om in 1927 nog S06 goud- franken te bedragen en thans vastgesteld te worden op 1028 goudfranken. Er is dus nog een verschil van 325 goudfranken met 1920. Het indexcijfer voor 't jaar 1920 was 396 in Januari, en 468 in December, dus gemiddeld 436 over heel het jaar. Op het huidig oogenblik bereikt de index het cijfer 866, dus hot dubbel van 1920. NDe groote penitentie schijnt nu voorbij we komen in een normale toestand. Diens volgens mogen we terecht eene dubbele vrij- stelling eischen van deze van 1920, of nage noeg 2700 goudfranken. Vermenigvuldigt nu met 7, basis der waar devermindering van den frank, en ge zult zien dat de werkende klasse gerechtigd is eene vrijstelling van nagenoeg 18.000, 19.000 fr. te vergen. Het Arbeidsblad van Mei 1.1. publiceert een statistiek die onze redeneering volle kracht bijzet. Men heeft voer het tijdperk Januari 1922. Oogst 1923 den kostprijs van het jzven berekend. De zelfde berekening op dsn dag van heden •wijstaan dat er eene verduring of verhooging JS gekomen van 2,22 maal den prijs van 1923. Volgens de tabel opgenomen in het verslag van deu achtbaren Keer Pussemier, was de vrijstelling voor de bcroepstaks in 1923 juist lV,l goudfranken. Vandaag gezien de duurte van't leven 2,22 maal hooger is dan in 1923, is hetlogisch de vermenigvuldiging te maken hetgeen eene vrijstelling geeft van 2.133 goudfranken of 14.943 papierenfracken. Ons cijfer van 15.000 fr. is dus juist vastge steld. Hetiszelfbeneden de vrijstelling van 19i0. Nu do toestand der Staatskas bet toelaat hoeft er aan de eischen der werkende klasse voldoening gegeven. Door ons tweede amendement vragen we eene korting van 10 o/o wanneer de beroeps taks rechtstreeks op de loonen wordt afge houden, zooals dit voor al de arbeiders ge beurt. Voor de groote inkomsten, voor vrijë be roepen en andere, wordt niet aan den basis afgehouden. De taksen worden slechts één jaar nadien, soms twee jaar betaald. Met ons voorstel van 10 o/o korting vragen we slechts de intrest van het geld der arbei ders dat de Staat onmiddelijk opstrijkt en ge durende twee jaar kan benuttigen. Men zal me wel opwerpen dat het niet mo gelijk is deze billijk© eischen in te willigen. Wanneer wij akkoerd gaan dat iedereen moet tusschonkomon in bet onderhoud van den Staat, moet nochtans voeraf eene vrij stelling van alle belasting worden bepaald op zoodanige wijze dat een ordentlijk leven ge garandeerd is. De kleine loonen en wedden zijn nog te zeer belast; de werkende klasse betaalt te veel, daar de grootste inkomsten van den Staat voortkomen van de taksen op het verbruik. De werkende klasse betaalt meer dan de rijke klasse. Boven de onrechtstreekscbe be lastingen worden er nog eene heelo boel rechtstreeksche op den rug der kleinen ge schud. Zie de grondbelasting. De verhuur ders weten wel deze taksen in den huurprijs te begrijpen. Ik wil u ook, Heer Minister, zeggen dat uw voorstellen krioelen van onnauwkeurigheden, 't Is onze rol niet deze te verbateren. Is het nochtans aan te nemen dat go de ver mindering voer bedrijfslasten vaststelt op 3500 fr. op eon vierde der inkomsten van 14090fr. tot loOOCfr. en op een vijfde voorde inkemsten bov6nde 15.000 fr. Is het mogelijk dat ge geen grensmoerbopaalt? Vooreer mocht de afrekening de 10.000 fr. niet overschrijden, me: bet «icuwa stelsel zal de afkorting steeds een vijfde bedragen. Een voorbeeld: een inkomen van 1 millioen van een beheerder van aaamlooze maatschap pijen dio misschien slechts twee drie verga deringen van de beheerraad heeftbijgewoond, zal een ontlasting kennen van 200.000 fr. Dat is eon schandaal. Wanneer ge de vrijstelling bepaalt volgens de inwoners der gemeente, stelt ge een zelfde basis voor, voor alleman 4800 fr. 5600 fr. of 7200 fr. De vermeerdering voor familielast is ook dezelfde voor iedereen. Waarom dan zoo 'n onderscheid maken voor de aftrekking voor bedrijfslasten Het is niet logisch Ge moet een grens stellen. D»or koninklijk besluit moogt ge ook som mige gemeenten in een hoogere reeks rang schikken. Als Vlaming zou ik u kunnen ver wijten maar al te weinig besluiten te nemen ten overstaan van Vlaamsche gemeenten. Ik zal u per g.schriftde lijst der gemeenten vragon van 5600 inwoners on minder en deze van 5006 tot S0.000, die in een hoogere rooks zijn gesteld geworden. Wanneer ge dan de indeolicg in Vlaamsche en Waalsche ge meenten zult hebben gedaan, zult ge zelf verstomd staan over hot groote verschil. Ik wil nu een ander punt, dezelfde zaak aan- belangende, bespreken: de berekening van den beroepstaks. In algemcenen zin beklagen de menschen zich meer omdat ze niet begrijpen hoe hunne taksen worden berekend, dan omtrent de tak sen zelf die ze te betalen hebben. Ik heb do overtuiging dat het Beheer zijne berekeningen maakt in tegenstrijd met den wil van don wetgever.Nemen we bijvoorbeeld een inkomen van 14.000 fr. Hoe zal de bere kening gebeuren Vooraf eon aftrok van 8500 fr. voor beroeps- lasten, er blijft nog 10.500 fr. over te verdoe len in reeksen va* 5ÜC0 fr. De eerste wordt getakseerd op 2 o/o of loo fr. de tweede betaald 3 o/o of 15ofr. er blijft nog 500 fr. over waarop 4 0/0 moet be taald of ?o fr. De totale bolasting bedraagt dus loo en i5o en 2o fr. is 27O fr. Het vrijgestelde minimum voor een ge meente met minidan 5ooo inwoners is 48oo fr de belasting op tiit vrijgesteld gedeelte is 2 0/0 of 96 fr. Er blijit te betalen 27o fr. min 96 fr. is 174 fr. Aldus rekent het Beheer. Maar de belastingschuldige rekent en telt heel anders. Op mijn 14000 fr. inkomen, zegt hij, heb ik eerst recht op eene ontlasting van 48oo fr. j volgens de bevolking mijner gemeente, daar na op 3»oo fr. voor bsrecpslasteB, totaal 83oo fr.Er blijft dus te takseeren 14ooofr.min 8300 fr. of57eo fr. Voor de eerste reeks van 5ooo fr. is de be lasting 2 0/0 of 109 fr. Voor de rest van 7OO fr. betaalt men 3 0/0 of 21 fr. Totaal loo fr. en 21 is 121 fr. Welnu ge doet 174 fr. betalen of 53 fr. te veel. Indien ge nu dezelfde redeneering houdt voor andere mkomstendanzultgesoortgelijke uitslagen bekomen. Van 't oogonblik af dat go door de wet eene ontlasting of vrijstelling bepaalt, verschillend volgens do belangrijkheid der gemeenten, eene vrijstelling voor familielast en een an dere voor beroepslastoii, zouden al de vrijge stelde sommen moeten samengesteld worden om daarna van het inkomen af te trekken. De overschot alleen mag belast worden. D«t is eerlijk en logisch. Ge zoudt kunnen Z3ggen dat op d &e manier de groote inkomsten zouden bevwrrfeeligd worden. 't Akkoord. Maar wanneer een wot is ge stemd moet ze eerlijk toegepast worden. Er zouden minder klachtenoprijzen. Een eenvoudig stelsel zou door de lasten- betalers worden begrepen en gezien iedereen weet dat de Staat inkomsten noodig heeft, zou men gewilliger zijn aandeel betalen. Ik hoop dat de woordvoerders van de rech terzijde die als wij de syndikaten vertegen woordigen, zullen rechtstaan cm een behoor lijke vrijstelling aan den basis te bekomen. Op het oogenblik dat een nieuw regiem van belastingen wordt ingesteld ware hot te betreuren dat de rijkon alleen er profijt zou den uit trekken en dat maar alleen de krui meltjes aan de werkende klasse worden voor behouden. Zeer wel bij de socialisten). Daarmee zijn de scherven vaD het regee- ringshuishcuden weer eens aan elkaar ge lijmd. De heer Houtart kan naar den Senaat gaan, waar hem een gemakkelijke overwin ning wacht. De 2.400 kunnen zeker zijn hun koekte krijgen. De h.h. Devèze en Hyrnans hebben de leiding van deliberale groep weer overgenomen van den heer Marquet. Het na f.ionaal jubileum kan voortgaan. Dc razende brandkoffers zullen kunnen tot kalmte ko- Dat verklaart de groote woede van dezon die gisteren nog het geld en de stem aan vaardden van den heer Marquet en die van daag tegen hem geen scheldwoorden genoeg vinden, omdat hij trouw gebleven is aan wat vroeger hun programma en hun overtuiging WP.S. Veel geschreeuw en weinig wol, zal men misschien zeggen in verband met den uit- eindelijken afloop van dit lang debat. Ik deel die meening niet. De heer Marquet zegde vóór enkele dagen I dat Merlot en zijn vrienden de overwinraars waren in deze diskussie, waarbij deregeering het slechts had kunt en halen, door volgens hun oordeel belangrijke toegevingen te deen aan ons. Misschien. Maar het groote punt, de groote uitslag van deze merkwaardigeinspan- ning, is dat, door hun tegenstanders te ver plichten zich bloot te geven, door hen to ver plichten uitleg te verstrekken, door een schril licht te werpen op de drijfveeren, waaraan het eigenbelang niet altijd vreemd was. op hun ommekeer en hun woordbreuken, zij aan de Belgische arbeiders een les zullen gegeven hebben van klassenstrijd, die zij niet zoo gauw zullen vergeten. Dat men daarover een oogenblik naden ken. Zelfs na de overwinning der geldmachten in Mei 1929, of beter in Mei 1926, bleef er in de Kamer een meerderheid voor d© handhaving van de supertaks en tegen de ontlasting van de groote erfenissen. Welnu, op die beide punten, die verband houden met het beginsel zelf van ons fiskaal stelsel, heeft men onder de drukking van de ergste bourgeoisregeerirg die we sinds den oorlog hebben gekend, do liberale en chri- sten-demokratische elementen van de meer derheid openlijk hooren verklaren dat zij per slot van rekening liever tegen hun geweten stemden dan tegen het ministerie. De rede van den hoer Poullet in verbaBd met de supertaks was dienaangaande bijzon der leorrijk. Er waren in den schoot van de rechterzijde op zijn minst een twintigtal leden ora t« den ken en zelfs te zeggen dat de supertaks moet worden aangepast maar niet afgeschaft; dat door de handhaving van een half milliard ver bruiksbelastingen, di« hij plechtig had be loofd te zullen afschaffen, de heer Houtart een j onrechtvaardige en gevaarlijke politiek voerde, dat de regeering de meest getrouwe fraktie van haar meerderheid kronkte, door haar te verplichten haar overtuiging en haar programma op te ofierea en de verbintenissen ie verloochenen die zij had aangegaan tegen over haar kiezers. Maar men moestin do eer ste plaats de eenheid van de rechterzijde red den. Men moest ook het rantsoen betalen voor de toegevingen op taalgebied die de an dere groepen van de anti socialistische koali- tie reeds hadden gedaaD en nog moeten doen. Kortom, de christen-demokraten hebben toe gegeven, zooals zij hebben toegegeven voor den zesmaandendienst, en na dit silts meg men zich afvragen of de arbeiders die ze ver tegenwoordigen nog langer blind aullen blij ven voor deze waarheid, dat in een land waar hun godsdienstige gezindheid door niemand wordt bedreigd, het voortbestaan var het anachronisme eener konfessioneele partij, de ergste hinderpaal is voor de verwezenlijking van hun klasse eischen. Dit gezegd zijnde voor den rechtervleugel, laten we overgaan tot den linkervleugel van de regseringskoalitie. In 1919 had de gansche liberale partij, on der de stuwkracht van den heer Devèze, zich eeu programtpa gevormd, het produktivi- stisch programma van Ernest Selvay, dat teen aan do ludépeadance Beige zijn millioe- nen oa zijn denkbeeld*» schonk, denkbeel den waaraan hijzelf veel meer gehecht was dan aanzijn milliofeaen. Dit programma be vatte nl. de progressieve belasting op het werkelijk inkomen (waarvan het stelsel der indiciën het tegendeel is), en de progressieve belasting op de erfenissen, als middel om te streven naar degelijkheid van het vertrekpunt. Wat is ©r gewerden van dit programma, nu Solvay er niet meer is om de Indépendance te financieeren t De h. Devèze itlf, schrijft het blad, lachte luid keels, toen men hem de resoluties voorlas van de liberale kongressen, die de theorieën van EmestSolvay toejuich ten. Wij begrijpen de vreugde van den voorzitter van den landsraad der liberale partij. Moest men vandaag in het dagblad al de resoluties naast elkaar stellen door de liberale kongressen gestemd sinds ipip, het zou on weerstaanbaar komisch zijn. Vooral als men zou denken aau wat van die resoluties is geworden Welkebekentenis, maar ook welke lts voordo arbeiders, als er nog zijn die aan do liberale demokratie gelooven. Wat men van hot liberaal proaramma hoeft gemaaktDat is zeer eeavondif de beer Lemonoier is er gaan ep zitten. De beer De vice die in 1919 de belasting op het werkelijk inkomen eischte, stemde ia 1930 de afschaf fing van de belasting op het werkelijk inko men. De tien liberalen, die gedurende vier dsgenin den heer Marquet, hun geweten ver persoonlijkt zagen, hebboa uit meorderkeids- tuckt bun stemming verloochend. Dank zij die verloochening blijft de regee^ ring aan. Maar wat ook blijft, dat is be1 weergaloos spektakel gedurende enkele da gen geleverd door een meerderheid die niet kan aanblijven, die niet kan leven, zonder dat het esne na het andere al kaar elementen, hun beginselen en hun programma en al wat in de oogen dar kiezers hun reden van bestaan uitmaakt, vorloechenenom tegen het socialis me te kunnen regeeren. En het is een feit, dat de betoekenis heeft van een symbool, dat to elfder ure, na het ver raad van de christen-domokratie, ca het stille en gedwoBgen verraad van de laatste ver tegenwoordigers van do liberale demokratie, er op do bank van de meerderheid maar één man mier werd gevonden een man die zich soms nog schijnt te herinneren oat bij stamt uit het volk, om aan de anderen te zeggen Gil verwijt mij mijne millioenen En de uwe Laten wij ze behouden gednronde ons leven. Maar daarna valt er terug te geven. Dat de gemeenschap ten minste haar deel hrbbe in do rijkdommen die haar arbeid, veel meer dan do onz«, heeft voortgebracht. Laten wij ten minste aan den staat een kindsgedeelte geven het deel van den arme...» Da Kamer van de meerderheid heeft zich doof gebaard. Maar met bet land zal zulks het geval niet zijn. En ik z«g het omdat het mijn overtuiging is de gebeurtenissen van de laat ste maanden, de afschaffing van de supertaks, da ontlasting vau de groote erfenissen, de overwinning vau de 2.400, de kristallisatie van de anti socialistische meerderheid rond deharde karn van kapitalistische bourgeoisie, zullen meer hebben gedaan voor da verbrei ding van onze denkbeelden onder de groote massa, dan tien jaar doktrinale propaganda door woord en schrift. Zie onder aan kolom 3. 91 roman floor Ed. flufeelf Waaneer Emiel hier geweest is, moet ffii weten, mejuffer, waar hij zich thans be vindt, en ik ben verzekerd, dat gu mij mot weigeren zult de coodige inlichtingen te I geven. Mijnheer Emiel zien, spreken, de hand drukken... bezitten, dat is voor nwe dochter het leven, niet waar, mevrouw vroeg Louise koortsachtig. Mejuffer, waarveor die vragen, die koorta? Gij verschrikt mij. T)at is het leven voor mejuffer Ehse,niet waar ging Lenise in klimmende koorts voort en ais hadde zij niet gehoord wat mevrouw Verbeest zeidedat is het leven voor haar, maat luist dat, mevrouw, sou de dood van een ander eerlijk meisje voor gevolg kunnen heb- b8^'wat wilt gijzaggeD, mejaffe? 1 Zij zoa hem willen terug hebben, ik ge- looi het wel, maar wat heeft zij er voor ge daan Niets 1 Waar was zij toen hij leed Aan het treureD misschien, maar zij bleef werke loos, terwijl hij honger moest lijde*. Honger lijden, mijn hemel Ja hongerlijden, mevrouw. Waar was danawédochter? la,honger lijden, door de schuld der aristokraten. En daa hebben de armen hom gesteund, mevrouw, als de rijken hem verwierpen. Ia, honger lijden, en daa heeft een arm meisje met hem eenige dagen gedeeld wat zij had. En dan heeft men haar beklapt, haren eerlijken nasm bezoedeld, ha ren vader voorgelogen 1 Ea waar was daa uwe dochter? Gij sijt onredelijk, mejuffer Mijne doch ter wist niets van dit alias, en kou.... Uwe dochter moest ia opstand kernen tegen allen en alles, liever dan ia onzeker heid te blijven. Het teedere kiad in opstand komea 1 Hot teedere kind dat, naKmie! te heb ben laten lijden, anderen den deodsteek toe brengt. Ztj zal hem bezitten, hem kussen zij zal leveh en anderen sullen sterven. Maar wat geeft het voorarme meisjes, die zijn immers Biets waard, men moet er zich Biet om bekreu nen zij gevoeleh niet, zij beminnen niet, zij hebben goen hart, die rnwe klompen Lonise bad dit alios gezegd met een gloeiend aangezicht en buiten zich zeiven. Mevrouw Verbeest was aangedaan en ver schrikt. Maar dat meisje, sprak zij, zich op kal- men toon tot Louise richtend, dut Emi.l heeft geholpen, dat meisje, mejuffer... Dat meisje, mevrouw? Ea opeens in tranen lesbarsterid, riep Louise uit: Maar ziet gij dan Biet dat ik hem bemin Het vermoeden der rijke dame was gegrond doeh de havigbeid der smart siendo, vergal zij Lonise van harte wat zij daar zoo even had gezegd ea zij hield een eerbiedwaardig stil zwijgen, zoolang Louisa's snikken duurde. Deze had zich omgewend, haargelzat met beide huuden bodekt, ea huilde veeleer dan te weenen. Zij had schaamte in hare trsneu en kon ze toch niet weèrhouden, zoodat zij haar overvloedig langs de wangearoldeB. Net was een harde strijd in haar binnenste geweest, tij wist het. Emiel dacht er niet eens aan dat zij hem zoo hartstoehtolijk beminde dit griefde, dit pijnigde haar masr te weten dat hij nog niemand behoorde, dat zij hem ook niet bezat die hem aanbad, dat was eene ver zachting. Zij zou dat meisje geen kwaad heb ben gewenscht, noch toegebracht, zijzouvoor Emiel alles hebben gedaan, maar aldus onver wachts die zoete begoocheling, dien leugen- achtigen, doch streelenden droom: «hij be hoort liemand, wie weet wat er nog voorval len kan teverliezen. dat was te erg, dat kon zij niet doorstaan. Sn nu had zij nochtans tc kiezen. Geene in lichtingen geven, zwijgen, haremedediogsier doen lijden, sterven en ze misschien vervan gen, alles zeggen wat zij wist, aan anderen Emiel en het leven schenken, zelf lijden, kwijnen, nog iets erger misschien, en dan sterven, zorder dat hij wist wat men voor hem geleden had, zonder een handdruk, een glimlach van bedanking voorde ijselijke fol tering, voor de onmetelijke opoffering. En de hardnekkige strijd tusschen hare edelmoedigheid en hare liefde had haar koortsachtig, ziek, bitsig, medelijdend ge maakt, had baar doen weenen als een kind. Het duurde wel tien minuten alvorens Lenise gansch hersteld was, en gedurende al dien tijd had mevrouw Verbeest geen woord geeproken. Zij raadde tbars den iDnerlijkcn strijd, die Louis© had gevoerd, en vroeg zich af of zij wel het lijden van dit arme meisje als balsem voor de wonden barer Eliso mocht aanwenden. Zijzelvoloed in dien s'ord. Was het niet gsnoeg dat haar bestaan, haar leven geofferd werd voor Elise, moest dit engelach tig en onschuldig kind dan nog anderen in het verderf storten om, wie weet, misschien toch te bezwijken Dit somber denkbeeld wierp de moeder etiB© rilling over b*t lichaam en, het hoefd gebogen, staarde zij onafgebroken op den slechten, dech zaivortn plankenvloer. Loui9e brak de eerste het stilzwijgen af. Vergeef mij, mevrouw, wat daarzoo even is gebeurd ik koa mij «iet meer bedwingen. Gij biheeft geeno vergiffenis te vragen, Mejoöer Lonise, antwoordde de edele dame opstaand on haar d*> hand reikend. Ik begrijp ten volle wat gij hebt moeten lijde». Het is thans gedaan, mevrouw wacht een oogenblik, ik zal n aanstonds de uoodige inlichtingen geven. Gij zijt waarlijk to goed, mejufftr. Ik weet niet cf ik aanvaarden mag. Ik bid n, mevrouw, sprak Lonise smee- kend, aanvaard wat ik u geven zalmijn be sluit staat thans vastmaak do uitvoering niet moeilijker. (Wordt voortgeut).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Recht en Vrijheid | 1930 | | pagina 1