tjglL> REUS arBEiq
11
ÉÉN MEI 1931
HET FABRIEKSKIND
A A A Ak Ar A A A A AA
I Leve het Feest
Soc. Weekblad voor het Arr. Aalst.
ivv-.'
van den Arbeid!
ft
Hoezee, hoezee juicht allen blij
En jubelt thans, o zwoegersscharen
't Is Éérsten /We/, het hooggetij,
Het wereldfeest der proletaren
Gij die alom kracht en leven haarde
Rukt op, o werkersscharen
Waarom, o Arbeider?
5 Jaargang Ni 17
Prijp per nummér 30 centiemen
26 April 1931
JHEID
Verantwoordelijke Uitgever
ALFONS BERGHMAN
Uokaal Volkshuis MoleDdries, 11 Aalst
£BTKL B. W. P.
AKR. I EDiRiTH - Volkshuis AAI.ST.
PORTOHKOK - R KKKNINO 85li88. Tw.lfOON 572
Zktel B. W. P.
vi
Wij slaan üoor een historische Een-
Meiviering. rDe arbeiders uil alle
landen worden verpletterd onder den last can de
oo rlogssch ulden.
De loonen worden besnoeid.
Werkloosheid heerscht in alle landen en breidt
zich meer en meer uil.
Het spook van den honger danst voor elk Wer
kersgezin.
Kapitalistische ^rca/urcn houden in tal van
landen de leidsels en sturen in 't geniep naar
nieuw oorlogsgeweld.
Openbaar wordt er voor den urede geijverd en
in.'t geheim worden de bewapeningen op een uit
zinnige Wijze opgedreven.
De verschrikkelijkst moordmachienen worden
beproefd de gruwelijkste gifstoffen uilgevonden.
De wetenschap dient den gcorganiscerden
massamoord.
De kapitalisten, in 't bezit van politieke en eco
nomische macht, vallen de uierkers en hun ver
worven rechten aan.
Tal van burgerregeeringen ontnemen de wr< e-
ters hun pas verworven vrijheden.
Gansch Europa wordt
met armoede bedreigd.
De arbeiders vragen werkt maar de baatzuch
tigeonberedeneerde politiek van de leidende klasse
heeft de meeste afzetmarkten gesloten. De inter
nationale handel is ontredderd, gek'uislerd door
honderden en nog toltarieven.
Beursschuimers hebben het geld gestolen cn
Verdonkermaand van duizenden en honderddui
zenden arbeiderskleine burgers cn boeren. De
spaarpot is leeg de broodkast eveneens.
Bijna Mtllioen werkloozen slenteren moe
deloos en hongerig langs de straten.
Intusschen heeft de reactie haar schaapkens ge
schoren en kan ze teeren op uW geleVerden arbeid.
Op Eén Mei moet di internationale solidariteit
gevierd worden.
Nood en bedreiging moeten ons dichter aaneen
sluiten.
Wanneer er geen grenspalen de volkeren nog
zullen scheiden, maar alleen gemeenschappelijke
belangen en broederlijke samenwerking zullen be
staan, dan zal alle armoede voor eeuwig verban
nen zijn.
Spijts ras- en talenverschil mag er maar één
geest, deze van de internationale broederlijkheid
in de harten van hel proletariaat leven.
Op Eén Mei moeten wc vastbesloten op de
straat komen en k/achtig, eensgezind laten klin
ken
Wij eischen
De uitroeiing in alle landen van het ruinec-
rende militarisme
Een internationale vredespolitiek
De socialisatie der productiemiddelen
De vervanging van hel kapitalisme door een
internationalen Koöperatieven Staat
Verheffing van den levensstandaard voor de
werkende klasse
Solidariteit en eensgezindheid onder het pro
letariaat Van alle landen
PROLETAREN
Vereenigl uW pogen om van dezen Eén Mei
dag de sterkste uiting van solidariteit te maken,
die ooit gezien werd.
Het moet uit zijn met uW onderworpenheid en
Verdeeldheid, waarvan de reactie maar steeds pro
fileert om u te knechten.
Toont dat ge waakt
In dichte drommen opgerukt
De reartie moet schrikken «'ii zich lie-
vend achteruit trekken, in plaats van 11
verder aan te vallen.
Uw eenige bezieling op Eén-MHtlay
moet zijn
Omver met het Kapitalistisch gedoe
Kr over. ja. over de puinen der uilhul-
tcrsniaatseliappij, naar één betrachting,
naai'één verzuchting
DAT KEUS AKBEID IIEEKSCIIK!
A. Berghman.
t Is Mei in 't land...
Het instellen van een hoogdag voor den arbeid
was een gelukkige gebeurtenis.
Reeds jaren wordt de le Mei daarvoor genomen.
Die dag overtreft alle andere feestdagen.van liet
jaar omdat de arbeid alles schept, /onder ar
beid is geen samenleving denkbaar.
Dat de rijke klasse het overbodig vond den ar
beid te vieren, is zeer begrijpelijk.
Zij werkt in 't algemeen niet ol toch zeer wei
nig. Ze leeft op het zweet van die noeste arbei
dende klasse die jaar in jaar uit immer zwoegt en
werkt en voortbrengt.
Moest de rijke klasse erkentelijk willen zijn
tegenover de arbeiderszij zei! zou de eerste
moeten zijn om den arbeid met een feestdag te
verheerlijken.
Ze zal dat niet doen
Daarvoor zijn de rijken te hoogmoedig, te ver"
waand en ook te kortzichtig.
De Fen-Meidag wekt de herinnering op aan
den jarenlangen kamp van twee klasseu van men
schen bezitters en niei-bezitters. uitbuiters en
uitgebuitcnen
De arbeiders hebben nog kun rechten niet
Meer dan ooit verwenscbeu wij iet kapitalistisch
regiem, dat de oorzaak is van de economische
krisis waardoor duizenden en duizenden arbei
ders werkloos zijn. Ken-Meidag wordt dit jaar
gevierd door een massa menschen die om werk
en brood vragen.
Door die periodieke economische krisissen
eener/.ijds, en den grooten oorlog anderzijds, be
wijst het kapitalisme dat het niet in staat is de
maatschappelijke kwestie op te lossen.
Na zooveol jaren kapitalistische beschaving be-
siatigen wij dat de geesels der menschheid geble
ven ziin armoede en oorlog. De Katholieke
Kerk heeft in deze beschaving ruim haar deel.
)'>k zii is dus onmachtig en kan ons geen oplos
sing brengen.
Alleen het Socialisme integraal toegepast
kan het maatschappelijk vraagstuk oplossen.
Daarvoor behoeven wij den steun der gansche
ai beidende klasse.
Nog te veel arbeiders loopen verloren en geven
hun steun aan hun vijanden.
Moge met het Ken-Mei feest de arbeidende klasse
meer dan ooit bewust worden van haar plicht en
van de taak die ze te volbrengen heeft.
Kens breekt de Ken-Meidag aan dat wij zullen
kunnen vieren den triom! onzer gedachten, den
zege van het Socialisme.
A. Vijverman.
Het is al jaren dat zij gaat
voorbij het morgenraain,
dat blonde kind, ik ken haar niet
bij stemme noch bij naam.
ik ken alleen b.iar jurig gezicht,
dat leer en bleek trezoor,
Maar ginds weet ik de steenen poort
waardoor ze gaal teloor
Ik ken het uu/ van komen aan
het loeien der sireea,
die. als ee« beest met rauwen roep,
brult naar den hemel heen
Vaak maakt haar rrfnk voorbijgaan mij
den dag melancolrck.
Want welke bel luidt droever dan
de bel van de labriek
Wanneer de vogel langs mijn pad
zal roepen. tol ik zing,
Dan weet ik tusschen riem en rad
mijn kind. mijn lieveling.
Wanneer in 't park de rozelaar,
zijn bh ei houdt opgebeurd
Hoe schijnt haar smal gelaat mij toe
gelijk een bloem die treurt
Ik weet niet van haar werk, ik ken
geen meester en geen knecht....
Ik ken Jen muur. die haar omsluit,
en die is grauw en recht
Ken ander weet haar kleine plaats,
haar plicht en daag'lijksch deel
Ik enkel hoor de rad'ren slaan,
en die zijn luid cn veel
Het is al jaren, dat ze gaat
en keert cn weder gaat.
De lenten en de winters duor
dezelfde
grijze straat.
lllllllllllllilllllllillllllllllllllllllllllllllllllllillUlllllllllllllllllllllllilllllillllllillllllllllllllllllllllllllllllllIilllllllliilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Is 't om haar zelf. haai blonde haar,
haar oogen, dat ik zjeg i
Ach nfcen, 't is om welk leed. (iod weet.
dat altijd met haar ging.
W
Madonna, die uit nissen naar
de wereld treedt en lacht.
O, liefde, houdt bij deze dan
uw overtced re wacht.
Geen draagt het allerheiligste
door nevel en muziek.
/oo glorievol en moeizaam als
het kind uit de fabriek
Marti en beversluis.
(Uit a Liederen van den Arbeid 1920. N. V. De
Arbeiderspers, Amsterdam.)
O. arbeidslièn waarom bebouwt
Gij 't veld voor die u 't loon onthoudt
Ach, waarom weeft uw noeste hand
Het purper voor den dwingeland I
Waarom geelt gij het hommel broed
Dat enkel van uw zweet en bloed
Zich onderhoudt, nog steeds Je vrucht,
Uws arbeids, wijl gij weent en zucht
/egt, nij'vre werklièn, waarom smeedt
Alleen tot eigen schade en leed
Gij wapens. keet'nen«altijd maar
Voor eene trotsche rooversschaar b
Alleen voor andren zaait gij graan
Slechts aridren brengt gij rijkdom aan,
Voor andren weeft gij 't prachtgewaad
Terwijl gij zelf in lompen gaat.
/aait koorn, maar niet den schalm tot kr&wd
Graaft zilver, maar voor geen despoot
Weeft kleeren. geen tiran tot nut
Smeedt wapens, maar tot eigen schut
In 't hok der armoe wordt gij oud.
Wijl gij den vorst paleizen bouwt
Wat klaagt ge dan uw noodlot aan 1
Gij laat met eigen zwaard u slaan
Weeft gij uw eigen doodskleed maar
Met hamer, spade en ploeg en schaar,
Haalt in de hel der kolenmijn
He schoot der aard zal 't graf u zijn.
iftb'A