STAD AELST.
De dienstdoende Burgemeester J. Van den
komt vanwege de Duitsche Kommandantur het volgen
de te ontvangen
1. Nadat bij eenen hond in Kortrijk en in Gent hondsdolheid vastgesteld worden
is, wordt de vastlegging (aanketting of afsluiting) van allen in het gevaarde gebied
voorhandene honden, ook wanneer zij naar verordening der sluiting in dit gebied
ingevoerd worden, vooreerst op de duur van 3 maanden verordend
2. Als vastgelegd zijn zulke honden aan te zien, die met een zeker muilband voor
zien aan de lijn gevoerdt worden
3. Den uitvoer van honden, die in bezit der burgerlijke bevolking zijn, uit het
gevaarde gebied is verboden
Den gebruik der honden voor het trekken wordt onder de voorwaarde ver
gund, dat zij daarbij vast ingespannen en met een zeker muilband voorzien zijn.
Den gebruik van herderhonden voor begeleiden van kudden wordt slechts met
muilband veroorloofd.
4. Zijn er bij eenen hond of bij andere dieren kenteekens te bemerken, die de uit
barsting van hondsdolheid laten vreezen, zoo moet den bezitter onverwijld de
Kommandantur daarvan in kennis zetten. Den betreffenden hond is tot verders
in eenen zekeren bewaarplaats op te sluiten. Honden, die in tegenhandeling je
gens deze bepalingen ronddwalend betrapt worden, zijn dadelijks te dooden.
Opzettelijke tegenhandelingen jegens deze verordeningen worden met gevan
genis tot 2 jaren of met geldboete van 1500 tot 3000 mark gestraft.
Aelst, den 28 Juli 1915.
De Duitsche Kommandantur.
Aalst, SP1TAELS-SCHUERMANS.
Verordeningen wegens
flbfc