fir
m
li
ill
w
128.
Verordnung
betreffend Verbot der Ausfuhr und Durchfuhr
von Metallgeld.
Der Generalgourerneur in Belgienr
Freiherr von BISSING.
Generaloberst.
Der Oberbefehlshaber,
Herzog Albrecht von Wiirttemberg.
128.
Verordening.
betreffend het verbod van uit- en doorvoer
van geldmunt.
Der Generalgoarerneur in Belgien
Freiherr von BISSING.
Generaloberst.
Der Oberbefeklshabc)\
Herzog Albrechl von Hor Hemberg.
m
Hlf
Ipf.
il|f
Artikel 1.
Die Ausfuhr und Durchfuhr von inliindischen und auslandischen Gold-, Silber-,
Nickel-, Zink- und Eupfermünzen ist verboten.
Im lleiseverkehr wird die Mitnahme von Silbermiinzen bis zu 20 Mark und von
ISickel-, Zink- und Kupfermünzen bis zum Gesamtbelrage von 2 Mark gestattel.
Artikel 2.
Wer es unternimmt, dein Verbole des Artikels 1 zuwider Miinzen aus Relgien
auszuiühren mier durch Belgien durchzuführen, wird, sofern nicht nach anderen
Stratet'selzeii eine höhere Slrafe angedroht ist, mil Gefangnis b.s zu dre. Jahren und
mil Geldslrafe in Höhe des doppellen Wertes der Miinzen, mindestens jedoch in Hohe
von 50 Mark bestraft. Sind mildernde Umstiinde vorhanden, so kann ausschlieshch
nuf Geldstrale erkannt werden.
Die Münzen sind einzuziehen, sofern sie dem Tater oder einem Teilnehmer
gehören.
Zustiind ig sind die Militargerichte.
Artikel 5.
Der Generalkoinmissar für die Banken in Belgien wird ermachtigl, Ausnahmen
von den Vorschriflen des Artikels I zuzulassen. Er wird mil der Ausfuhrung dieser
Verordnung beauftragt.
Brüssel, den 17 Dezember 1915.
Vorstehende Verordnung wird für das Etappengebied der 4. Armee in Wirksamkeit
gesetzt.
A. H. Q., den 24 Februar 1916.
Artikel 1.
Uit- en doorvoer van in- en buitenlandsche goud-, zilver-, nikkel-, zink- on koper
muntstukken is verboden.
In het reisverkeer wordt het meenemen van zilvermunt tot 20 mark en van nikkel-
zink- cn kopermunt tot liet gezamentlijk bedrag van 2 mark toegelaten.
Artikel 2.
W ie beproeft, in strijd met het verbod van art. 1 munten uit België uit te voeren
of door België door te voeren, wordt, zooverre niet naar andere strafwetten eene
hoogere straf bepaald wordt, met ten hoogste drie jaar gevangeois en ten hoogste eene
boete van de dubbele waarde der munten, ten minste edoch van dertig mark gestraft.
Zijn er verzachtende omstandigheden voorhanden, zoo kan uitsluitend geldboete uitge
sproken worden.
De munten worden verbeurd verklaard, zooverre zy den dader of eenen deelnemer
toehehooren.
Bevoegd zijn de krygsrechtbanken.
Artikel 3.
De Generalkoinmissar voor de banken in België is gemachtigd, uitzonderingen
op de voorschriften van art. I toetestaan. Hij is met de uitvoering van deze verordening
belast.
Brussel, den 17 December 1915.
De bovenstaande verordening wordt voor het etappengebied van het 4e leger in wer*
king gesteld.
A. H. Q., den 24 Februari 1916.
Drukkerij Karei AMANT, Groote Markt Aalst.
fklljk l&.f
;f?^(
•jfaÉSÉ
mm
;t-;
elf-i
l
r&m*£
für das ETAPPENGEBIET der IV. ARMEE
VERORD
NINGSBLAD
voor het Etappengebied van het 4(> Leger
.®N
v
I