betreffend die spekulative Auflagerung von
Nahrungs- und Genuss-Mitteln sowie von
notwendigen Bedarfartikeln.
Das nicht im Ralimen eines regelmassigen Geschaftsbelriebes erfol-
gende Lagern und Zurückhallen von Nahrungs- und Genussmittcln, sowie
von notwendigen Bcdarlarlikeln (Seile, Lichter u. s. vv.) in der Absicht, sie
bei einlretender knappheit unter Ausnulzung der Not lage der Bevölke-
rung mil hohem Gewinn abzusetzen, ferner das Verbergen solcher Vor-
rate in der Absicht eine konlrolle der vorhandenen Bestande unmöglich
zij machen, vvird mil Geldstrafe bis zu 10000 >1 (im Worten Zehnlausend
Mark) und Gefaengnis bis zu zwei Jaliren, oder mil einer dieser Stralen
bestralt.
Die vorgedachle Absicht ist olme weiteres anzunehmen bei Personen,
die dem belr. Handelszweig vor kriegsbeginn lern geslanden liaben.
Die in Frage kommenden Beslaende sirnl einznziehen und, soweit
darüber nicht im Eiuzelfalle besondere Verlügung getroffen wird, dein
Verbiauch der belgischen Zivilbevölkeruug zum durchschnittlichen Tages-
preise zuzuführen.
3.
Straffrei bleibt, wer bis zum 10. Mai 1910 seine unter diese Verord-
nung lallenden Laeger der Etappenkominandantur des Lagerungsortes
anmeldel und in einem dem regelmaessigen Gescliaeftsbetriebe entspre-
chenden Lmlange dem öffentlichen Bedarf zugeführl hal
4.
Zuslaeudig siixl die deutsche Militaerbehoerden und Militaergerichte.
E. 11. O., den -20. April 1910.
Der Elappeninspekleur,
von UNGER,
General der Kavallerie.
betreffende hel speculatief opzolderen van eetwa-
rengenotmiddelen en noodzakelijke gebruiks
artikelen.
Hel buiten de perken van een regelma handelsbedrijf gaande opzol
deren en achterhouden van eetwaren, genotmiddelen en noodzakelijke
gebruiksartikelen (zeep, kaarsen enz,) met hel doel deze bij het intreden
van schaarsehtegebruik makende van den noollottigen toestand der bevol
kingmet groote winst te verkoopenalsook hel verbergen zulker voorra
den met het doel de controle over de bestaande hoeveelheden onmogelijk te
makenwordt met ten hoogste 10000 MARK (woordelijk tien duizend
Mark) geldboete en met ten hoogste twee jaren gevangenis of met een dezer
straffen gestraft.
Het hierboven omschreven bedoeling wordt onmiddellijk vooronder
steld bij die personen die het bewuste handelsbedrijf vóór den oorlog niet
hebben uitgeoefend.
De voorraden in kwestie zijn in beslag te nemen en, indien hierover
in enkele gevallen geen bijzondere schikkingen worden genomen, aan den
gemiddelden prijs van den dag ter beschikking der lieïgische burgerlijke
bevolking te stellen.
3.
Blijft straffeloos, degene welke vóór den 10 Mei 1910 zijne door deze
verordening bedoelde voorraden aan de Etappenkominandantur der be
waarplaats aangeeft en de goederen in voldoenden omvang, zooals een
regelmatig handelsbedrijf hel vereischt, voor hel openbare behoel toegan
kelijk heeft gemaakt.
Zijn bevoegd de Duitschemilitaire overheden en de militaire recht
banken.
E. H. O., den 20 April 1910.
Der Elappeninspekleur,
VON UNGER,
General der Kavallerie.