Provincial Bestuur van Oost-VIaanderen. Gezien de wet van 4" Augustus 1914 en het Koninklijk besluit van 14 Augus tus 1914 genomen in uitvoering dier wel Sn aanmerking nemende dat veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de openbare voeding te verzekeren 0,25 fr. den liter voor de melk met eene vetgehalte van 20 tot 24 graden. 0,55 Ir. id. id. id. van 25 tot 29 graden. 0,40 Ir. id. id. id. van 50 ol meer graden, Bern hei in. Bon de Kerchove d'Exaerde. Gouvernement Provincial de la Flandre Oriëntale. Vu la loi du 4 aoüt 1914 et l'arrêlé royal du 14 aoüt 1914 pris en exéeution de cette loi Considérant que des mesures de precaution doivent prises pour assurer 1'alimentation publique 0,25 Ir. le litre pour le lait de 20 a 24 degrés. .0,55 id id. de 25 a 29 degrés. 0,40 id. id. de 50 degrés ou plus. Bern bei tn. Bon de Kerchove d'Exaerde. Artikel 1. De handel in melk en de daaruit voortkomende produkten is vrij. De hoeveelheid VOLLE melk noodig voor de kinders tot 6 jaar, zwangere vrouwen, zieken en ouderlingen boven de 70 jaar, wordt echter in beslag genomen. Ai>(, 2. De Plaatselijke Bevoorradingscommissiën stellen de hoeveelheid melk vast welke noodig is voor de behoeften van kinders, zwangere vrouwen, ouderlingen en zieken met een maximum van 35 zieken voor 4000 inwo ners. Het rantsoen der rechthebbenden is vastgesteld op een HALVEN LITER, behalve datgene der kinders van 5 tot 48 maanden, voor welke het rantsoen vastgesteld is op ÉÉN LITER, alsook voor gansch bijzondere gevallen, waar het rantsoen ook tot ÉÉN LITER kan stijgen. De op die wijze vastgestelde hoeveelheid melk wordt aangevraagd door de Plaatselijk Bevoorradingscommissie aan den Burgemeester der gemeente, die de noodige melk opeischt bij de houders van melkkoeien in de gemeente. Art. 3. Wanneer het getal koeien in de gemeente onvoldoende is om te voorzien in de behoeften der recht hebbenden, richt de Plaatselijke Commissie zich tot de Provinciale Bevoorradingscommissie of tot de bevoegde Onder-Commissie, om melk uit andere gemeenten te bekomen. De Provinciale of de bevoegde Onder-Commissie duidt de gemeenten aan die mede in de behoeften moeten voorzien van andere gemeenten, en de hoeveelheid door iedere dier gemeenten te leveren. Daartoe wordt rekening gehouden van de opgaven der veelijsten in iedere gemeente op te maken. Art. 4. De aflevering der melk gebeurt in iedere gemeente op bevel en onder toezicht van den Burgemeester die, bijgestaan door eenen melkkontroleur der Provinciale Bevoorradingscommissie, de hoeveelheid melk vaststelt te leveren door iederen landbonwer, rekening houdende van het getal en de hoedanigheid zijner koeien, de samen stelling van zijn huisgezin en de melk noodig voor zijne kalveren van min dan 8 weken. De Burgemeester en de toezichters der Provinciale Bevoorradingscommissie hebben het meest uitgebreid recht van opzoeking en huiszoeking tot het uitvoeren van deze verordening. Art. 5. De melk wordt aan den leveraar betaald volgens hare vetgehalte als volgt inbegrepen de kosten van vervoer der melk door den leveraar tol op de verzamelplaats. De kosten van afhalen en behandelen der melk worden gedragen door de Plaatselijke Commissiën die den prijs van de melk, te betalen door de rechthebbenden vaststelt in overeenkomst met de Provinciale Bevoorradingscommis sie of de bevoegde Ondercommissie. Art. 6. De prijs van de melk wordt uitgeplakt in de verzamelplaatsen en verkoophuizen. De controol op de afgeleverde melk (meten, wegen en ontleden) wordt uitgeoefend door den Burgemeester en de Provinciale Bevoorradiugscommissie (en hare onderafdeelingen) tegensprekelijk met de leveraars. Art. 7. Elke overtreding der hier voorafgaande bepalingen zal blootgesteld zijn aan de straffen, voorzien bij Koninklijk besluit van 44 Augustus 4944. Deze straffen zijn van 4 tot 8 dagen gevangenis en van eene geldboete van 50 tot 500 franken zonder af te zien van art. 34 4 van het Strafwetboek dat met eene straf van I maand tot 2 jaar gevangenis en van 300 tot 40,000 fran ken boete dreigt. Gezien en goedgekeurd Gentden 22n November 4948. De Luitenant-Generaal Commandant der 4e Leg er af deelingDe Gouverneur van Oost-VIaanderen, Aalst, drukkerij Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, 51. Article 4. Le commerce du lait et de ses sous-produits est libre. La quantilé de lait PLEIN nécessaire pour les enfants jusque 6 ans, femmes enceintes, malades et vieillards au dessus de 70 ans est cependnnt saisi. Art. 2. Les Commissions Locales de ravitaillement fixent la qnantité de lait nécessaire aux besoins dés en fants, des femmes enceintes, des vieillards et des malades, avec un maximum de 35 malades pour 4000 habitants. La ration des ayants-droit est fixée a un DEMI-LITRE, sauf celle des enfants de 5 a 48 moisdont la ration est fixée a UN LITRE et pour des cas tout-a-fait particuliers, pour lesquels la ration peut également être d'UN LITRE. La quantilé de lait ainsi fixée est demandée par la Commission Locale de ravitaillement, au Bourgemestre de la* commune, qui réquisitionne le lait nécessaire chez les personnes possédant des vaches lailières. Art. 5. Si le nombre de vaches dans la commune est'insuffisant pour subvenir aux besoins dés ayants-droit, la Commission Loeale s'adresse a la Commission Provinciale de ravitaillement ou a la Sous-Commission compétent*?, pour obtenir du lait dans d'autres communes. La Commission Provinciale ou la Sous-Commission compétente in- dique les communes qui doivent aider a subvenir aux besoins des autres communes, et fixe la quantilé a livrer par chacune de ces communes. Pour cela il est tenu compte des données des listes du bétail a dresser dans chaque connnuue. Art. 4. La livraison du lait se fait dans chaque commune par ordre et sous la surveillance du Bourgmestre,. qui, assisté par un controleur du lait de la Commission Provinciale de ravitaillement, fixe la quantilé de lait a four- nir par chaque cultivateur, en tenant compte du nombre et de la qualité de ses vaches, de la composition de son ménage et du lait nécessaire aux veaux de moins de 6 semaines. Le Bourgmeslre et les controleurs de la Commission Provinciale de ravitaillement ont le droit le plus étendu d'enquête et de perquisition pour Fexécution du présent arrêté. Art. 5. Le lait est payé au fournisseur d'après sa teneur en graisse comme suit r y compris les frais de transport du lait par le fournisseur jusqu'au lieu de rassemblement. Les frais résultant du transport et de la manipulation du lait sonl supportés par la Commission de ravitaillement locale qui fixe le prix du lait, a payer par les ayants-droit, d'accord avec la Commission Provinciale de ravitaillement ou la Sous-Commission compétente. Art. 6. Le prix du lait est afliché dans les places de rassemblement et les maisons de veute. Le controle du lait livré (mesure, poids et analyse) est fait par le Bourgmestre et la Commission Provinciale do ravitaillement (et ses sons-divisions) contradictoirement avec le fournisseur. Art. 7. Les contraventions aux dispositions du présent reglement sont punies des peines prévue par l'arrêté royal du 44 aoüt 4944. Ces peines sont de 4 a 8 jours de prison et d'une amende de 50 a 500 francs, sans prejudice de lapplicalion de Farticle 54 4 du Code pénal qui stipule une peine de 1 mois a 2 ans d'emprisonnement et de 300 a 40,000 francs d'amende, Vu et ratifié Le Lieutenant-Général Gandle 22 Novembre 4918. Commandant de la 4e Division d'ArméeLe Gouverneur de la Flandre Oriëntale, Alost, Van de Putte-Goossens, Rue courte de Sel, 54. Mj?T J2i Ii EN ONDEBPRODliKTEN. BESLUIT L A IT ET SOES-PKODIÏBTS. ARBÉTEj

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Tekstaffiches | 1918 | | pagina 1