WIJ STELLEN ONS TEWEER utiles vcoi? iel socialisme Naar een regeering Soudan I Hef levende lijk REGEERING PIERLOT IN 'T WATER GEVALLEN 'sNachts Hoesten M. Richard, minister, geen minister, toch minister en tenslotte toch niet Bouwarbeiderv van Oost-V laanderen l Politiek weekeind 't ROOS KRUIS Vraagstukken van den middenstand ONS WEKELIJKSCH BULLETIJN BETREFFENDE DE FAILLISSEMENTEN N. De eerste openbare aanval der reac tie is afgeslagen, Mr. Gutt mocht het aftrappen. Voorloopig wordt aan de loonen der arbeiders niet getornd. We schrijven «v-corloopig» omdat we de zekerheid hebben dat het bij dezen eersten aanval niet blijven zal. De «Société Generales trots haar meer dan honderd millioen zuiver winst voor het afgeloopen jaar, heeft in het verslag bes vernet voor haar be heerraad, het ordewoord gegeven. De uitgaven voor het «uitgevend gedeelte der bevolking» moeten ver minderen opdat het «sparend gedeel te» terug vertrouwen krijgen zou. Tot het «uitgevend gedeelte» behoo- wier inkomsten hun toelaten iedere week uitgegeven worden om net hoogst noodige te koopen, voeding en klee- ding. Het ware natuurlijk veel een voudiger geweest onmiddellijk te schrijven de arbeiders en kleine be dienden, de werkloozen, de zieken en de ouderlingen. Het «spaiend gedeelte» dat zijn zij wier inkomsten hen toelaten iedere week nog iets over te houden, genoeg over te houden om hun overschot aan de banken te overh-ndigen. Dit vertrouwen is te verwezenlijken door hun overschot grooter te maken. Mr. Gutt heeft in 't parlement geen andere taal gesproken. De dokwerkersbazen te Antwerpen spreken ook dezelfde taal en in het zoo pas verschenen verslag van het Centraal Nijverheldskomiteit, de nati onale strijdorganisatie, wordt nogmaals hetzelfde gezegd. Alleen krijgt het daar den vorm van een openlijken aanval op de werkloosheidsverzekering. In het parlement werden ze tot den aftocht gedwongen. Te Antwerpen stellen onze vrienden dokwerkers zich te weer. Onze vak bonden moeten ook aan het Centraal N ijver heidskomiteit het gepaste ant woord geven. M-ar een aanval afslaan is onvol doende als verdediging. Ben aanval moet door een tegenaanval beant woord worden. Partij en vakbonden moeten zich hierbij bijstaan met raad en daad. De reaktie zal zich niet gewonnen geven en wij zelf zouden bij haar af tocht in feite niets veroverd hebben. Wij zelf moeten ten aanval. Voor sommigen is de krisis hiervoor een hinderpaal. De arbeiders zijn inder daad in de allereerste plaats bekom merd om het behoud van hun werk, maar de krisis teistert ook neg andere lagen van de bevolking. Anderzijds is het wellicht goed er aan te herinneren dat ons programma, ons onm.ddellijk te verwezenlijken pro gramma opgem-akt werd tijdens de krisisjaren 1932-33 en dus vandaag meer dan aktueel Is. De op te lossen vraagstukken zijn dezelfde gebleven, onze oplossingen zijn nog zoo goed als vóór 5 jaar. De nood van de bevolking is op nieuw even groot en de uitbuiting van zekere groepen vum burgers nog even schandalig. Wie het ook moge zijn die morgeit de regeering leiden zal, een socialist of iemand anders, hij zal af te reke nen hebben met den kreet voor bespa ringen. Welnu daartegenover moeten wij ons programma stellen. Wij moe ten «er opnieuw mee voor de bevolking schijnen, er op wijzen dat de lapmid delen van 1935-36 ons niet vooruit brachten en haar zeggen dat buiten ons programma geen heil te vinden is. Ons wacht dus een schoone taak en hoe eerder we ex aan beginnen, hoe beter. Roeffel. Waarom lijden aan HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP RHEUM ATIEK ZENUWKOORTSEN PIJN DER MAANDSTONDEN als de WONPERBARE BRUINE POEDERS van der Apotheek DE POORTERE. te ST-NI KLAAS-WA ASU oogenbllk- kelljk zonder schadelijke gevolgen van deze pijnen zullen bevrijden. De doos van 8 poeders 4 frank. De drledubb doos 25 poeders 10 fr. Te verkrijg in aUe goede apotheken of vrachtvrij tegen postmandaat Gebruikt ze eens. zult nooit geen andere meer gebruiken. '3 - Voor Allen - 5 Maart 1939! Zich verheugen om de lotgevallen van iemand die graag miniter worden zou en het tenslotte slechts voor en kele uren werd, is niet heel mooi. Wij zouden het dan ook niet doen moest het om iemand gaan waarvan wij overtuigd zijn dat hij slechts het algemeen belang of het belang der kleine menschen wat op hetzelfde neerkomt voor oogen had. Dit kan echter van den heer Ri chard, grooten baas van de SOFINA niet gezegd worden. Spijtig voor hem dat het, ministerie Pierlot gevallen Is; hij zat er nochtans in goed gezelschap om de belangen van de middenstanders te verdedigen. Hoedat? Wel, zat naast hem niet de heer Gutt, de man van de Société Générale en van het Comité Indus- triel Als er nu toch in België twee man nen moeten gevonden worden om de middenstanders te helpen, zijn zij er toch voor aangewezen Wat vragen onder vele andere zaken de middenstanders Goedkoope elektriciteit. Goedkoop krediet. Volla, dat kunnen immers niemand beter dan hoogervernoemde heeren be zorgen dank zij hun invloed in de «bevoegde» middens. Dat ze er niet zouden aan denken hun invloed als minister te gebruiken om in het voordeel der middenstanders te pleiten? Waarom niet? Omdat zij weten dat het minister- schap in België evengoed als elders van voorbijgaanden aa^d is en dat zij toch moeten denken aan de nadeelige gevolgen dat wat menschelijkheid te genover de middenstanders voor ge volg zou hebben, niet enkel voor hun soortgenooten, doch ook voor hen-zelf in de naaste toekomst. En... het hemd is nader dan den rok... Wat er te be sluiten valt, uit deze historie: onbaat zuchtige menschen, die nooit ln de hooge wereld hebben verkeerd moeten aan het hoofd van de depar tementen gesteld worden. Wie het on langs schreef had gelijk; politiek is geen wetenschap, doch een kunst In andere woorden: om een goed mi nister te zijn, moet men er iets voor voelen, doch er geen belang bij heb ben. Mannen als Richard en Cie kun nen gemist worden. J. C. Een heel slechte bulletin deze week; meer dan 2 faillissementen per dag uitgesproken. En intusschen blijven wij door de schuld der liberalen steeds zonder re- geenng. FAILLISSEMENTEN IN BELGIE. Er werden over de week eindigende 24/2/39 in België 14 faillissementen uitgesproken, tegenover 7 over hetzelf de tijdperk van het vorige jaar. Uitgesproken faillissementen per branche gedurende de week. 17/2/39 tot 24/3/39. 10 diversen, 1 elektri cien, 1 schoenenhandelaar, 1 caféhou der, 1 bierhandelaar. In totaal werden er van 1/1/39 tot 24/2/39 in België 109 faillissementen uitgesproken, tegenover 104 over het zelfde tijdperk van 1938. CONCORDATEN. Van 1/1/39 tot 24/2/39 werden in België 43 aanvragen ingediend tot het bekomen van een concordaat en 24 aanvragen gehomo logeerd tegenover resp. 27 en 17 over hetzelfde tijdperk van 1938. PROTESTEN. Over de week ein digende 24/2/39, werden in België 1733 protesten geregistreerd tegenover 1717 over hetzelfde tijdperk van 1938. Van 1/1/39 tot 24/2/39 werden ln België 18039 protesten geregistreerd, tegenover 14129 over hetzelfde tijdperk van 1938. Op dit ocgenblik zou uw loon moeten bedragen. Geschoolden te Gent 5.73 te Aalst, Dendermonde, Lokeren, Ronse 5.63 te Gee ra' rdsbergen, Ninove 5.32 te Temsche 5.32 te Eekloo 5.23 te Deirze 5.23 en in de kleine gemeenten 5.17 Vergelijkt uw loon daarmee. Uw patroons betalen u niet wat u toekomt. Immers, bovenstaande LOONEN werden vastgesteld, GOEDVINDINGEN VAN PATROONS EN WERLIEDEN, in den schoot der landelijke p;rtitaire kommissie.. Ze zijn dus geenszins overdreven. Alle redenen die uw bazen aanvoeren om een deel van uw loon achter te houden zijn enkel voorwendsels en ultvluchtsels. Zij hebben geprofiteerd van den onzekeren tijd. Zorgt er voor dat zulks niet voort dure. Versterkt daartoe uw vakbond, de SOCIALISTISCHE ALGEMEENE CENTRALE VAN BOUW-, AMEUBLEMENT- EN GEMENGDE VAKKEN. Ongeschoolden 4.58 4.51 4.26 4.36 4.31 4.18 4.16 bij algemeene En de Société Générale trok te velde. Ze spaarde noch moeite noch kosten. Want haar ver?lag, dat een oorlogsverklaring was aan een gezonde ekonomische po litiek ten voordeele der meerderheid van het volk, zag zelfs het licht in 't Vlaamsch. De Société Générale wilde de ergste deflatie. En het geval Martens was een uitstekend schild om de reaktionnaire politiek te beschutten. De liberalen marcheerden. Het socialistisch blok stond paraat. Den eersten zwaren slag wonnen we. De eerste-minister Pierlot kon niet blijven na de kordate houding der socialisten. Trouwens, de minister van financiën Gutt had hem te ver willen meeslepen. De vorming van de nieuwe regeering werd aan onzen bekwamen vriend Soudan opgedragen. We herinneren ons hoe Soudan hardnekkig de finan- cieele ontwerpen van Rik de Man (die wegens ziekte de regeering had moeten verlaten) verdedigde. We hebben vertrouwen in de kunde van Soudan. Maar we willen er dit aan toevoegen In de eerste plaat?, zal die regeering als ze tot stand komt een stoute ekonomische politiek moeten volgen, die onmid dellijk de werkloosheid aantast. In de tweede plaats moet ze het vraagstuk Walen Vlamingen regelen langs den weg der kultureele zelf standigheid. En dan zal men goed doen de liberalen niet in het departement van Onderwijs te laten zetelen. Want die heeren zijn soms te sterk in het sabotagewerk. Iets staat ook vacf. Men kan, wil men in het land opbouwend werk verrichten, niet tegen de socialisten regeeren. De arbeidersklasse is sterk geworden en eischt mede zeggenschap. Maar dat de arbeiders het nooit vergeten Het is maar door het socialistisch blak te versterken, door rond de socialistische partij strijdvaardig te staan, dat we naar onze oplossingen kunnen gaan, die besten dig- beterschap kunnen geven aan den moeilijken toe- stad waarin het arbeidende volk van het land verkeert. VOOR ALI.EN De socialisten van ons land setten ae prachtige solidariteiisaktie voor Spanje voort. Want wat er ook moge gebeuren, het vrije Spanje zal tenslotte zegevieren. Weer kwamen de arme kindertjes van Spanje in ons land toe. Kameradengij deedt reeds zooveel voor die onschul dige slachtoffertjes. Nog een inspanning. Steunt mild. Laat u opschrij ven om een kindje gedurende enkele maanden wat vreugde en geluk te bezorgen. plaatsen er ons krachtdadig tegen om ze uit al onze macht te bekampen. Naar ons oordeel, is het de groote fout ven den heer Pierlot geweest, zoo maar onmiddellijk zijn lot, én van gansch zijn regeeringsploeg, aan dit van den minister van financies te bin den. De keuze was vanzelf al niet best; laat staan dan, te verklaren dat het lot van den eerste-minister steeds aan het lot van den minster van financies zal vertoonden zijn. Neen dit was geep beste houding; •want de heer Pierlot moest uit het nabije verleden toch weten dat een ander minister vun financies was moe ten aan kant gezet worde zonder daar om gansch de regeeringsploeg naar den grafkelder mee te sleuren. Aldus deed de heer Pierlot eigen handig de brug opblazen die zoo moei- tevol was op:etrokken worden. Wat onze gemandateerde socialisti sche ministers betreft, deze kunnen slechts onze volledigste goedkeuring genieten van de wijze waarop zij zich hebben gedragen. Geen oogeniblik hebben zij er aan ge dacht langer in de regeeringskombina- tie betrokken te worden daar hun aan wezigheid daar van eenig nut zijn kon. En de pogingen welke zij hebben aan gewend gesteund door onze groe- ring om den eerste-minister Pierlot tot betere inzichten te doen neigen, kunnen niets anders dan bij onze men schen de overtuiging versterken dat zij geen gelegenheid onaangewend la ten om te volkszaak te behartigen. Zij hebben de diskussde zoo ver ge dreven en volgehouden, tot duidelijk bewezen kon worden dat er, zooals onze ministers het verklaarden, tus schen den minister van financies en zijn socialistische kollega's onverzoen lijke meeningsverschillen bestaan. Van dit oogenblik af aan, was de lijn, welke twee tegenovergestelde po litieke opvattingen van mekaar scheidt getrokken. En het was dan ook begrijpelijk dat onze afgevaardigde-ministers aan den heer Pierlot lieten weten dat: in deze voorwaarden de socialistische ministers oordeélen dat zijn hun medewerking niet kunnen voortzetten aan de regee ring voorgezeten door den heer Pier lot. Anders handelen, zou niet begrepen zijn geworden; want zooals in de ver klaring onzer ministers duidelijk voor komt, was het gebleken, dat een groo te meerderheid van het parlement de gedachte van de deflatie als middel om de begrooting in evenwicht te brengen, verwerpt. Daarmede was de teerling gewor pen, en kon den heer Pierlot, die zijn lot aan dit van zijn minister van fi nancies had verbonden, er het bijltje bij neerleggen. Dit is een klinkende waarschuwing en verwittiging aa, alwie er morgen aan denken zou een politiek te voe ren regelrecht gekant en indruischend tegen de volksbelangen. Wij hopen dat de volgende katoinets- vormer wie het ook weze— daar rekening zal willen mee houden, en geen gedragslijn tot de zijne zal willen maken die van aard kon zijn de volks massa te tanden en te tergen in haar besta ansvoorwaarden. Ook de koning zal verstandig han delen met deze vingerwijzingen re kening te houden bij het aanduiden van een kabinetsvormer. J. DE CONINCK. -STJ'— simpel wilt oplossen. DUTSKE. Enfin, we hebben toch een goed resultaat, en ik geef het toe, dank aan de socia listen. JAN. 't Is niet voldoende. Die heeren van 't bankkapitaal ontwapenen niet. Ze willen van de deflatie een levend lijk maken, dat de atmosfeer van het land moet verpesten. We moeten kost wat kost de macht van die heeren inkrim pen. We hebben niet opgehouden het te zeggen. En om dit te kunnen moeten alle arbeiders aaneengesloten staan. DUTSKE. Dat is wel waar! JAN. 't Is altijd waar als ik met u spreek, maar ge moet het ook op uwe vergaderingen, in uw midden, verdedigen. DUTSKE. Ik doe dat soms! JAN. Niet «soms*, Dutske! Altijd moet ge er voor in de bres staan. 't Maneuver was zoo schoon. Besnoeien op de loonen en wed den van de aangestelden in staatsdienst om dan het offensief te nemen tegen de arbeiders uit de private nijverheid, tegen den werkloozensteun en 't ouderdoms pensioen. DUTSKE. 't Is erg als men eraan denkt. JAN. Die hooge heeren denken daar niet aan. Wat weten zij af van het miserabele leven van de ouderdomsgepensionneer- den? Wat weten zij af van het onmogelijke dat de arbeiders vrouw moet doen om rond te komen! (en 't is dan nog bij wijze van spreken) met den werkloo zensteun? De arbeiders vragen toch niet om werkloos rond te loopen? Dat men hun werk geeft! DUTSKE. Spreekt ge daar niet een beetje te gemakkelijk over? JANRedeneert gij er niet te veel over? Als men dat kapitalistisch volkshuishouden verandert, kan er werk gegeven worden. DUTSKE. Kan dat zoo vlug gebeuren? JANWe waren toch altijd gematigd? Wij, socialisten, stel den voorop en nu meer dan ooit, de nationalisatie van 't bank wezen en van de sleutelnijver heden (gas, elektriciteit, enz.) die er rijp voor zijn. DUTSKE. Dat druischt in t:gen de encyclieken! JAN. Eerst zien! Maar, ten andere, het is zeker niet de ency cliek die verlangt dat de werk loosheid bestendigd wordt? Met het verouderde gaat het niet meer. En zie, toen de heer Gutt in de Kamer sprak, werd alles zeer duidelijk. DUTSKE. Hoezoo? JAN. Menheer Gutt is vlie genier. En hij stijgt op enkele minuten van het lage, het laag ste plafond van de loonen tot de hoogste atmosfeer waar hij dan de hoogerebelangen van de natie verdedigt. DUTSKE. Zeg verder? JAN. De loonen naar be neden, besparingen riep de heer Gutt en teen pikeerde hij naar omhoog. «Och Heerenvervolgde hij, dat men toch niet denke dat ik een klassebelang verdedig DUTSKE. Hm! JAN. Zeker hm! Als hij de loonen, de inkomsten van alls kleinen zou verminderd hebben, en dat die getroffenen nu juist tot de arbeidende klassen be- hooren, zou men dan nog moe ten aannemen dat het absoluut, maar absoluut niet gericht was tegen die klassen? DUTSKE. Dezen keer hebt ge gelijk, Jan. JANZeg, vriend, wie plaatst de kwestie op het terrein van den klassenstrijd? Dat ziet ge, beste vriend, zult ge moeten beseffen, en als ge dat werkelijk wilt begrijpen dan worden wij de sterken, dan wor den wij de machtigen en zal het uit zijn met het opdringen aan ons door die heeren van de reak tie van een onzeker leven, met de miserie van de werkeloosheid steeds aan de deur. Denk eraan, Gutt mit uns* is voor de reaktie. Maar als gij met ons, socialistische arbeiders, medemarcheert, dan is het uit en defintief uit met 't lijk van de deflatie en met onze minder waardige positie Kom, ivij verwachten ergen strijd, dat sterkt ons. Kom bij kameraad! Ofschoon het niet in onze bedoeling lag, de zoo moeilijke tot stand gekomen regeering Pierlot op voorhand te ver- oordeelen zonder haar een kans op wel- lukken te gunnen, waarschuwden wij er dan toch tegen dat, wanneer het regeeringsbeleid zich tegen het volks belang zou keeren, onze houding zich vanzelf zou wijzigen en de toestand ons zou opleggen terug in de oppositie te treden om een gevaar uit al onze krachten te bekampen en te bestrij den. De heer Pierlot schijnt naar onze waarschuwing en verwittiging niet al te veel te hebben geluisterd; zooniet zou hü ietwat van zijn koppigheid heb ben afgelegd en minstens een bemid- delintgspoging hebben aangewend. Doch neen, zelfs een roerend be roep vanwege onzen afgetreden eer ste minister Spaak, om dan toch in schikkelijk te willen zijn en het lot van zoovele duizenden gering bezoldig de arbeidersmensohen te willen begrij pen. vermocht niet van aard te zijn het hart van den heer Pierlot te ver murwen. Onwrikbaar bleef hij erop gesteld dat er een symbolische venmindering van 5 procent diende te worden toegepast op de loonen en wedden van het staats- perscneel, en verder op andere uit gaven van sociaal karakter. Het 831 den eerste-minister Pierlot alras duidelijk zijn voorgekomen dat, indien hij een weg van besnoeiing en vermindering wilde bewandelen, en daarmee het domein van een defla- tiepolitiek wilde betreden, van dit oogenblik af, zijn regeeringskansen verbeurd waren. Alhoewel hij zooiets kon voorzien, heeft hij dit niet willen inzien. Aldus miEg van hem gezegd worden, dat hij het graf van zijn eigen regeering heeft gegraven. Nu zal niet kunnen gezegd worden <tat de socialisten het vormen van een regeering waarvan zij niet het eer- gte-ministerschap werden toegekend, ofschoon neg altijd de sterkste parle mentaire groepeering hebben onmo gelijk gemaakt. Het zal ons niemand kunnen ten kwade duiden tenminste niet als men begrip heeft van de toestanden dat wij socialisten, aan den heer Pierlot de gelegenheid hebben gelaten om een regeering samen te stellen. Maar anders is het natuurlijk ge steld, wanneer wij een regeering zou den aankleven en vertrouwen verlee- ne die door haar inzichten en program mapunten te kennen geeft dat zij het volksbelang aal negeeren, en een ver- armingspolitiek wil inluiden. Van dit oogenblik af, zijn onze gedragslijn en houding duidelijk en be paald. Dan zeggen wij ronduit en on middellijk onzen -steun op, en laten deze regeering aan haar lot over. Maar Is vlug te verhelpen door keel, borst en rug flink met deze aangename zalf in te wrijven. Behandeling voor het naar bed gaan voorkomt bijna altijd nachtelijke hoestaanvallen. DUTSKE. En gij staat zoo maar toe te kijken Jan, terwijl er 'n mensch in 't water ligt? JAN. Springt er dan zelf achter? DUTSKE. Ik kan niet zwem men. JAN. En gij zoudt willen dat ik verzuip om dat kreng eruit te halen? DUTSKE. Ik zie zoo goed niet meer. Is die man dan dood? JAN. 't Is mijnheer deflatie. DUTSKE. Ah! nu begrijp ik. JAN. 't Wordt tijd. Zeg eens, beste vriend, ge waart weeral zeer voorzichtig en diplomatisch? DUTSKE. Wat beteekent dat nu? JAN. Wel, wel! Gij hebt eerst eens afgewacht wat die socialisten gingen doen. Hadden de socialisten Gutt mit unsgeholpen, ge zoudt medegestemd hebben, om daarna op onzen rug te vallen. Maar de socialisten moesten zich niet bedenken, en naar u zelfs niet opzien. Ze zeiden neen, en «plof* Gutt vloog naar beneden. DUTSKE. Dat deed mij toch plezier. JAN. En mij niet, zeker! Maar vriend, het zou mij veel meer plezier gedaan hebben moesten de kristenen op voor hand zich hebben uitgesproken, en blok hebben gevormd met ons. DUTSKE. Gij zijt daar weer? JAN. En ge zult er moeten toe komen, wilt ge die erge vijan den van de arbeiders eens nek ken. DUTSKE. Wij zijn zoo strijd lustig niet. JAN. Daar zit het hem in! Altijd afwachten. Smijt die min derwaardigheid van u af en ge zult vrij als wij in den levens kamp naar de zege gaan. DUTSKE. Wij behooren toch tot het Katholieke Blok? JAN. Zeer waar. Gij houdt er rekening mede, maar die ver stokte katholieke heeren van het blok denken geen oogenblik aan de levenstoestanden van de arbeiders, zelfs niet van de kris- telijke werklieden. DUTSKE. Dat is allemaal zoo eenvoudig niet! JAN. Omdat gij het niet Wordt Dantzig een brandend punt in de Oost-Europeesche politiek Men ziet hier op de foto's bovenaan hoe de jodenhetze woedt te Dantzig. Magazijnen zijn gesloten. Doodsbedreigingen staan op de muren. Het nazisme bestuurt! In de oude Hansastad komen de zee schepen tot in het hartje der stede. En onderaan defileeren de troepen van de vrijstad Dantzig, bijna volledig in Duitsch uniform. Het nazisme wil niet van vredelievende oplossingen weten.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 3