WIJ STELLEN ONS
TEWEER
utiles vcoi? iel socialisme
Naar een regeering Soudan I
Hef
levende lijk
REGEERING PIERLOT
IN 'T WATER GEVALLEN
'sNachts Hoesten
M. Richard, minister, geen
minister, toch minister en
tenslotte toch niet
Bouwarbeiderv van Oost-V laanderen l
Politiek weekeind
't ROOS KRUIS
Vraagstukken van den middenstand
ONS WEKELIJKSCH
BULLETIJN BETREFFENDE
DE FAILLISSEMENTEN
N.
De eerste openbare aanval der reac
tie is afgeslagen, Mr. Gutt mocht het
aftrappen. Voorloopig wordt aan de
loonen der arbeiders niet getornd.
We schrijven «v-corloopig» omdat we
de zekerheid hebben dat het bij dezen
eersten aanval niet blijven zal.
De «Société Generales trots haar
meer dan honderd millioen zuiver
winst voor het afgeloopen jaar, heeft
in het verslag bes vernet voor haar be
heerraad, het ordewoord gegeven.
De uitgaven voor het «uitgevend
gedeelte der bevolking» moeten ver
minderen opdat het «sparend gedeel
te» terug vertrouwen krijgen zou.
Tot het «uitgevend gedeelte» behoo-
wier inkomsten hun toelaten iedere
week uitgegeven worden om net hoogst
noodige te koopen, voeding en klee-
ding. Het ware natuurlijk veel een
voudiger geweest onmiddellijk te
schrijven de arbeiders en kleine be
dienden, de werkloozen, de zieken en
de ouderlingen.
Het «spaiend gedeelte» dat zijn zij
wier inkomsten hen toelaten iedere
week nog iets over te houden, genoeg
over te houden om hun overschot aan
de banken te overh-ndigen.
Dit vertrouwen is te verwezenlijken
door hun overschot grooter te maken.
Mr. Gutt heeft in 't parlement geen
andere taal gesproken.
De dokwerkersbazen te Antwerpen
spreken ook dezelfde taal en in het
zoo pas verschenen verslag van het
Centraal Nijverheldskomiteit, de nati
onale strijdorganisatie, wordt nogmaals
hetzelfde gezegd. Alleen krijgt het
daar den vorm van een openlijken
aanval op de werkloosheidsverzekering.
In het parlement werden ze tot den
aftocht gedwongen.
Te Antwerpen stellen onze vrienden
dokwerkers zich te weer. Onze vak
bonden moeten ook aan het Centraal
N ijver heidskomiteit het gepaste ant
woord geven.
M-ar een aanval afslaan is onvol
doende als verdediging. Ben aanval
moet door een tegenaanval beant
woord worden.
Partij en vakbonden moeten zich
hierbij bijstaan met raad en daad.
De reaktie zal zich niet gewonnen
geven en wij zelf zouden bij haar af
tocht in feite niets veroverd hebben.
Wij zelf moeten ten aanval. Voor
sommigen is de krisis hiervoor een
hinderpaal. De arbeiders zijn inder
daad in de allereerste plaats bekom
merd om het behoud van hun werk,
maar de krisis teistert ook neg andere
lagen van de bevolking.
Anderzijds is het wellicht goed er
aan te herinneren dat ons programma,
ons onm.ddellijk te verwezenlijken pro
gramma opgem-akt werd tijdens de
krisisjaren 1932-33 en dus vandaag
meer dan aktueel Is.
De op te lossen vraagstukken zijn
dezelfde gebleven, onze oplossingen
zijn nog zoo goed als vóór 5 jaar.
De nood van de bevolking is op
nieuw even groot en de uitbuiting van
zekere groepen vum burgers nog even
schandalig.
Wie het ook moge zijn die morgeit
de regeering leiden zal, een socialist
of iemand anders, hij zal af te reke
nen hebben met den kreet voor bespa
ringen. Welnu daartegenover moeten
wij ons programma stellen. Wij moe
ten «er opnieuw mee voor de bevolking
schijnen, er op wijzen dat de lapmid
delen van 1935-36 ons niet vooruit
brachten en haar zeggen dat buiten
ons programma geen heil te vinden is.
Ons wacht dus een schoone taak en
hoe eerder we ex aan beginnen, hoe
beter.
Roeffel.
Waarom lijden aan
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPIJN
GRIEP
RHEUM ATIEK
ZENUWKOORTSEN
PIJN DER
MAANDSTONDEN
als de
WONPERBARE BRUINE POEDERS
van
der Apotheek DE POORTERE. te
ST-NI KLAAS-WA ASU oogenbllk-
kelljk zonder schadelijke gevolgen
van deze pijnen zullen bevrijden.
De doos van 8 poeders 4 frank.
De drledubb doos 25 poeders 10 fr.
Te verkrijg in aUe
goede apotheken of
vrachtvrij tegen
postmandaat
Gebruikt ze eens.
zult nooit geen
andere meer
gebruiken.
'3 - Voor Allen - 5 Maart 1939!
Zich verheugen om de lotgevallen
van iemand die graag miniter worden
zou en het tenslotte slechts voor en
kele uren werd, is niet heel mooi.
Wij zouden het dan ook niet doen
moest het om iemand gaan waarvan
wij overtuigd zijn dat hij slechts het
algemeen belang of het belang der
kleine menschen wat op hetzelfde
neerkomt voor oogen had.
Dit kan echter van den heer Ri
chard, grooten baas van de SOFINA
niet gezegd worden.
Spijtig voor hem dat het, ministerie
Pierlot gevallen Is; hij zat er nochtans
in goed gezelschap om de belangen
van de middenstanders te verdedigen.
Hoedat? Wel, zat naast hem niet
de heer Gutt, de man van de Société
Générale en van het Comité Indus-
triel
Als er nu toch in België twee man
nen moeten gevonden worden om de
middenstanders te helpen, zijn zij er
toch voor aangewezen
Wat vragen onder vele andere zaken
de middenstanders
Goedkoope elektriciteit.
Goedkoop krediet.
Volla, dat kunnen immers niemand
beter dan hoogervernoemde heeren be
zorgen dank zij hun invloed in de
«bevoegde» middens.
Dat ze er niet zouden aan denken
hun invloed als minister te gebruiken
om in het voordeel der middenstanders
te pleiten?
Waarom niet?
Omdat zij weten dat het minister-
schap in België evengoed als elders
van voorbijgaanden aa^d is en dat zij
toch moeten denken aan de nadeelige
gevolgen dat wat menschelijkheid te
genover de middenstanders voor ge
volg zou hebben, niet enkel voor hun
soortgenooten, doch ook voor hen-zelf
in de naaste toekomst. En... het hemd
is nader dan den rok... Wat er te be
sluiten valt, uit deze historie: onbaat
zuchtige menschen, die nooit ln de
hooge wereld hebben verkeerd
moeten aan het hoofd van de depar
tementen gesteld worden. Wie het on
langs schreef had gelijk; politiek is
geen wetenschap, doch een kunst
In andere woorden: om een goed mi
nister te zijn, moet men er iets voor
voelen, doch er geen belang bij heb
ben. Mannen als Richard en Cie kun
nen gemist worden.
J. C.
Een heel slechte bulletin deze week;
meer dan 2 faillissementen per dag
uitgesproken.
En intusschen blijven wij door de
schuld der liberalen steeds zonder re-
geenng.
FAILLISSEMENTEN IN BELGIE.
Er werden over de week eindigende
24/2/39 in België 14 faillissementen
uitgesproken, tegenover 7 over hetzelf
de tijdperk van het vorige jaar.
Uitgesproken faillissementen per
branche gedurende de week. 17/2/39
tot 24/3/39. 10 diversen, 1 elektri
cien, 1 schoenenhandelaar, 1 caféhou
der, 1 bierhandelaar.
In totaal werden er van 1/1/39 tot
24/2/39 in België 109 faillissementen
uitgesproken, tegenover 104 over het
zelfde tijdperk van 1938.
CONCORDATEN. Van 1/1/39 tot
24/2/39 werden in België 43 aanvragen
ingediend tot het bekomen van een
concordaat en 24 aanvragen gehomo
logeerd tegenover resp. 27 en 17 over
hetzelfde tijdperk van 1938.
PROTESTEN. Over de week ein
digende 24/2/39, werden in België 1733
protesten geregistreerd tegenover 1717
over hetzelfde tijdperk van 1938.
Van 1/1/39 tot 24/2/39 werden ln
België 18039 protesten geregistreerd,
tegenover 14129 over hetzelfde tijdperk
van 1938.
Op dit ocgenblik zou uw loon moeten bedragen.
Geschoolden
te Gent 5.73
te Aalst, Dendermonde, Lokeren, Ronse 5.63
te Gee ra' rdsbergen, Ninove 5.32
te Temsche 5.32
te Eekloo 5.23
te Deirze 5.23
en in de kleine gemeenten 5.17
Vergelijkt uw loon daarmee.
Uw patroons betalen u niet wat u toekomt.
Immers, bovenstaande LOONEN werden vastgesteld,
GOEDVINDINGEN VAN PATROONS EN WERLIEDEN, in den schoot
der landelijke p;rtitaire kommissie..
Ze zijn dus geenszins overdreven.
Alle redenen die uw bazen aanvoeren om een deel van uw loon achter
te houden zijn enkel voorwendsels en ultvluchtsels.
Zij hebben geprofiteerd van den onzekeren tijd.
Zorgt er voor dat zulks niet voort dure.
Versterkt daartoe uw vakbond, de SOCIALISTISCHE ALGEMEENE
CENTRALE VAN BOUW-, AMEUBLEMENT- EN GEMENGDE VAKKEN.
Ongeschoolden
4.58
4.51
4.26
4.36
4.31
4.18
4.16
bij algemeene
En de Société Générale trok te velde. Ze spaarde
noch moeite noch kosten. Want haar ver?lag, dat een
oorlogsverklaring was aan een gezonde ekonomische po
litiek ten voordeele der meerderheid van het volk, zag
zelfs het licht in 't Vlaamsch. De Société Générale
wilde de ergste deflatie.
En het geval Martens was een uitstekend schild om
de reaktionnaire politiek te beschutten.
De liberalen marcheerden. Het socialistisch blok stond
paraat. Den eersten zwaren slag wonnen we.
De eerste-minister Pierlot kon niet blijven na de
kordate houding der socialisten. Trouwens, de minister
van financiën Gutt had hem te ver willen meeslepen.
De vorming van de nieuwe regeering werd aan onzen
bekwamen vriend Soudan opgedragen.
We herinneren ons hoe Soudan hardnekkig de finan-
cieele ontwerpen van Rik de Man (die wegens ziekte de
regeering had moeten verlaten) verdedigde.
We hebben vertrouwen in de kunde van Soudan.
Maar we willen er dit aan toevoegen In de eerste
plaat?, zal die regeering als ze tot stand komt een
stoute ekonomische politiek moeten volgen, die onmid
dellijk de werkloosheid aantast.
In de tweede plaats moet ze het vraagstuk Walen
Vlamingen regelen langs den weg der kultureele zelf
standigheid. En dan zal men goed doen de liberalen niet
in het departement van Onderwijs te laten zetelen. Want
die heeren zijn soms te sterk in het sabotagewerk.
Iets staat ook vacf. Men kan, wil men in het land
opbouwend werk verrichten, niet tegen de socialisten
regeeren.
De arbeidersklasse is sterk geworden en eischt mede
zeggenschap. Maar dat de arbeiders het nooit vergeten
Het is maar door het socialistisch blak te versterken,
door rond de socialistische partij strijdvaardig te staan,
dat we naar onze oplossingen kunnen gaan, die besten
dig- beterschap kunnen geven aan den moeilijken toe-
stad waarin het arbeidende volk van het land verkeert.
VOOR ALI.EN
De socialisten van ons land setten ae prachtige solidariteiisaktie voor
Spanje voort. Want wat er ook moge gebeuren, het vrije Spanje zal
tenslotte zegevieren. Weer kwamen de arme kindertjes van Spanje
in ons land toe. Kameradengij deedt reeds zooveel voor die onschul
dige slachtoffertjes. Nog een inspanning. Steunt mild. Laat u opschrij
ven om een kindje gedurende enkele maanden wat vreugde en geluk
te bezorgen.
plaatsen er ons krachtdadig tegen om
ze uit al onze macht te bekampen.
Naar ons oordeel, is het de groote
fout ven den heer Pierlot geweest, zoo
maar onmiddellijk zijn lot, én van
gansch zijn regeeringsploeg, aan dit
van den minister van financies te bin
den.
De keuze was vanzelf al niet best;
laat staan dan, te verklaren dat het
lot van den eerste-minister steeds aan
het lot van den minster van financies
zal vertoonden zijn.
Neen dit was geep beste houding;
•want de heer Pierlot moest uit het
nabije verleden toch weten dat een
ander minister vun financies was moe
ten aan kant gezet worde zonder daar
om gansch de regeeringsploeg naar den
grafkelder mee te sleuren.
Aldus deed de heer Pierlot eigen
handig de brug opblazen die zoo moei-
tevol was op:etrokken worden.
Wat onze gemandateerde socialisti
sche ministers betreft, deze kunnen
slechts onze volledigste goedkeuring
genieten van de wijze waarop zij zich
hebben gedragen.
Geen oogeniblik hebben zij er aan ge
dacht langer in de regeeringskombina-
tie betrokken te worden daar hun aan
wezigheid daar van eenig nut zijn kon.
En de pogingen welke zij hebben aan
gewend gesteund door onze groe-
ring om den eerste-minister Pierlot
tot betere inzichten te doen neigen,
kunnen niets anders dan bij onze men
schen de overtuiging versterken dat
zij geen gelegenheid onaangewend la
ten om te volkszaak te behartigen.
Zij hebben de diskussde zoo ver ge
dreven en volgehouden, tot duidelijk
bewezen kon worden dat er, zooals
onze ministers het verklaarden, tus
schen den minister van financies en
zijn socialistische kollega's onverzoen
lijke meeningsverschillen bestaan.
Van dit oogenblik af aan, was de
lijn, welke twee tegenovergestelde po
litieke opvattingen van mekaar scheidt
getrokken.
En het was dan ook begrijpelijk dat
onze afgevaardigde-ministers aan den
heer Pierlot lieten weten dat: in deze
voorwaarden de socialistische ministers
oordeélen dat zijn hun medewerking
niet kunnen voortzetten aan de regee
ring voorgezeten door den heer Pier
lot.
Anders handelen, zou niet begrepen
zijn geworden; want zooals in de ver
klaring onzer ministers duidelijk voor
komt, was het gebleken, dat een groo
te meerderheid van het parlement de
gedachte van de deflatie als middel
om de begrooting in evenwicht te
brengen, verwerpt.
Daarmede was de teerling gewor
pen, en kon den heer Pierlot, die zijn
lot aan dit van zijn minister van fi
nancies had verbonden, er het bijltje
bij neerleggen.
Dit is een klinkende waarschuwing
en verwittiging aa, alwie er morgen
aan denken zou een politiek te voe
ren regelrecht gekant en indruischend
tegen de volksbelangen.
Wij hopen dat de volgende katoinets-
vormer wie het ook weze— daar
rekening zal willen mee houden, en
geen gedragslijn tot de zijne zal willen
maken die van aard kon zijn de volks
massa te tanden en te tergen in haar
besta ansvoorwaarden.
Ook de koning zal verstandig han
delen met deze vingerwijzingen re
kening te houden bij het aanduiden
van een kabinetsvormer.
J. DE CONINCK.
-STJ'—
simpel wilt oplossen.
DUTSKE. Enfin, we hebben
toch een goed resultaat, en ik
geef het toe, dank aan de socia
listen.
JAN. 't Is niet voldoende.
Die heeren van 't bankkapitaal
ontwapenen niet. Ze willen van
de deflatie een levend lijk maken,
dat de atmosfeer van het land
moet verpesten.
We moeten kost wat kost de
macht van die heeren inkrim
pen. We hebben niet opgehouden
het te zeggen.
En om dit te kunnen moeten
alle arbeiders aaneengesloten
staan.
DUTSKE. Dat is wel waar!
JAN. 't Is altijd waar als ik
met u spreek, maar ge moet het
ook op uwe vergaderingen, in uw
midden, verdedigen.
DUTSKE. Ik doe dat soms!
JAN. Niet «soms*, Dutske!
Altijd moet ge er voor in de bres
staan.
't Maneuver was zoo schoon.
Besnoeien op de loonen en wed
den van de aangestelden in
staatsdienst om dan het offensief
te nemen tegen de arbeiders uit
de private nijverheid, tegen den
werkloozensteun en 't ouderdoms
pensioen.
DUTSKE. 't Is erg als men
eraan denkt.
JAN. Die hooge heeren
denken daar niet aan. Wat weten
zij af van het miserabele leven
van de ouderdomsgepensionneer-
den? Wat weten zij af van het
onmogelijke dat de arbeiders
vrouw moet doen om rond te
komen! (en 't is dan nog bij wijze
van spreken) met den werkloo
zensteun?
De arbeiders vragen toch niet
om werkloos rond te loopen?
Dat men hun werk geeft!
DUTSKE. Spreekt ge daar
niet een beetje te gemakkelijk
over?
JANRedeneert gij er niet
te veel over?
Als men dat kapitalistisch
volkshuishouden verandert, kan
er werk gegeven worden.
DUTSKE. Kan dat zoo vlug
gebeuren?
JANWe waren toch altijd
gematigd? Wij, socialisten, stel
den voorop en nu meer dan ooit,
de nationalisatie van 't bank
wezen en van de sleutelnijver
heden (gas, elektriciteit, enz.)
die er rijp voor zijn.
DUTSKE. Dat druischt in
t:gen de encyclieken!
JAN. Eerst zien! Maar, ten
andere, het is zeker niet de ency
cliek die verlangt dat de werk
loosheid bestendigd wordt?
Met het verouderde gaat het
niet meer.
En zie, toen de heer Gutt in de
Kamer sprak, werd alles zeer
duidelijk.
DUTSKE. Hoezoo?
JAN. Menheer Gutt is vlie
genier. En hij stijgt op enkele
minuten van het lage, het laag
ste plafond van de loonen tot de
hoogste atmosfeer waar hij dan
de hoogerebelangen van de
natie verdedigt.
DUTSKE. Zeg verder?
JAN. De loonen naar be
neden, besparingen riep de heer
Gutt en teen pikeerde hij naar
omhoog.
«Och Heerenvervolgde hij,
dat men toch niet denke dat ik
een klassebelang verdedig
DUTSKE. Hm!
JAN. Zeker hm! Als hij de
loonen, de inkomsten van alls
kleinen zou verminderd hebben,
en dat die getroffenen nu juist
tot de arbeidende klassen be-
hooren, zou men dan nog moe
ten aannemen dat het absoluut,
maar absoluut niet gericht was
tegen die klassen?
DUTSKE. Dezen keer hebt
ge gelijk, Jan.
JANZeg, vriend, wie plaatst
de kwestie op het terrein van den
klassenstrijd?
Dat ziet ge, beste vriend, zult
ge moeten beseffen, en als ge
dat werkelijk wilt begrijpen dan
worden wij de sterken, dan wor
den wij de machtigen en zal het
uit zijn met het opdringen aan
ons door die heeren van de reak
tie van een onzeker leven, met de
miserie van de werkeloosheid
steeds aan de deur.
Denk eraan, Gutt mit uns* is
voor de reaktie. Maar als gij met
ons, socialistische arbeiders,
medemarcheert, dan is het uit
en defintief uit met 't lijk van
de deflatie en met onze minder
waardige positie
Kom, ivij verwachten ergen
strijd, dat sterkt ons. Kom bij
kameraad!
Ofschoon het niet in onze bedoeling
lag, de zoo moeilijke tot stand gekomen
regeering Pierlot op voorhand te ver-
oordeelen zonder haar een kans op wel-
lukken te gunnen, waarschuwden wij
er dan toch tegen dat, wanneer het
regeeringsbeleid zich tegen het volks
belang zou keeren, onze houding zich
vanzelf zou wijzigen en de toestand
ons zou opleggen terug in de oppositie
te treden om een gevaar uit al onze
krachten te bekampen en te bestrij
den.
De heer Pierlot schijnt naar onze
waarschuwing en verwittiging niet al
te veel te hebben geluisterd; zooniet
zou hü ietwat van zijn koppigheid heb
ben afgelegd en minstens een bemid-
delintgspoging hebben aangewend.
Doch neen, zelfs een roerend be
roep vanwege onzen afgetreden eer
ste minister Spaak, om dan toch in
schikkelijk te willen zijn en het lot
van zoovele duizenden gering bezoldig
de arbeidersmensohen te willen begrij
pen. vermocht niet van aard te zijn
het hart van den heer Pierlot te ver
murwen.
Onwrikbaar bleef hij erop gesteld dat
er een symbolische venmindering van
5 procent diende te worden toegepast
op de loonen en wedden van het staats-
perscneel, en verder op andere uit
gaven van sociaal karakter.
Het 831 den eerste-minister Pierlot
alras duidelijk zijn voorgekomen dat,
indien hij een weg van besnoeiing en
vermindering wilde bewandelen, en
daarmee het domein van een defla-
tiepolitiek wilde betreden, van dit
oogenblik af, zijn regeeringskansen
verbeurd waren.
Alhoewel hij zooiets kon voorzien,
heeft hij dit niet willen inzien. Aldus
miEg van hem gezegd worden, dat hij
het graf van zijn eigen regeering heeft
gegraven.
Nu zal niet kunnen gezegd worden
<tat de socialisten het vormen van een
regeering waarvan zij niet het eer-
gte-ministerschap werden toegekend,
ofschoon neg altijd de sterkste parle
mentaire groepeering hebben onmo
gelijk gemaakt.
Het zal ons niemand kunnen ten
kwade duiden tenminste niet als
men begrip heeft van de toestanden
dat wij socialisten, aan den heer
Pierlot de gelegenheid hebben gelaten
om een regeering samen te stellen.
Maar anders is het natuurlijk ge
steld, wanneer wij een regeering zou
den aankleven en vertrouwen verlee-
ne die door haar inzichten en program
mapunten te kennen geeft dat zij het
volksbelang aal negeeren, en een ver-
armingspolitiek wil inluiden.
Van dit oogenblik af, zijn onze
gedragslijn en houding duidelijk en be
paald. Dan zeggen wij ronduit en on
middellijk onzen -steun op, en laten
deze regeering aan haar lot over. Maar
Is vlug te verhelpen door keel, borst
en rug flink met deze aangename zalf
in te wrijven. Behandeling voor het
naar bed gaan voorkomt bijna altijd
nachtelijke hoestaanvallen.
DUTSKE. En gij staat zoo
maar toe te kijken Jan, terwijl
er 'n mensch in 't water ligt?
JAN. Springt er dan zelf
achter?
DUTSKE. Ik kan niet zwem
men.
JAN. En gij zoudt willen dat
ik verzuip om dat kreng eruit te
halen?
DUTSKE. Ik zie zoo goed
niet meer. Is die man dan dood?
JAN. 't Is mijnheer deflatie.
DUTSKE. Ah! nu begrijp ik.
JAN. 't Wordt tijd.
Zeg eens, beste vriend, ge
waart weeral zeer voorzichtig en
diplomatisch?
DUTSKE. Wat beteekent dat
nu?
JAN. Wel, wel! Gij hebt
eerst eens afgewacht wat die
socialisten gingen doen.
Hadden de socialisten Gutt
mit unsgeholpen, ge zoudt
medegestemd hebben, om daarna
op onzen rug te vallen.
Maar de socialisten moesten
zich niet bedenken, en naar u
zelfs niet opzien.
Ze zeiden neen, en «plof* Gutt
vloog naar beneden.
DUTSKE. Dat deed mij toch
plezier.
JAN. En mij niet, zeker!
Maar vriend, het zou mij veel
meer plezier gedaan hebben
moesten de kristenen op voor
hand zich hebben uitgesproken,
en blok hebben gevormd met ons.
DUTSKE. Gij zijt daar weer?
JAN. En ge zult er moeten
toe komen, wilt ge die erge vijan
den van de arbeiders eens nek
ken.
DUTSKE. Wij zijn zoo strijd
lustig niet.
JAN. Daar zit het hem in!
Altijd afwachten. Smijt die min
derwaardigheid van u af en ge
zult vrij als wij in den levens
kamp naar de zege gaan.
DUTSKE. Wij behooren toch
tot het Katholieke Blok?
JAN. Zeer waar. Gij houdt
er rekening mede, maar die ver
stokte katholieke heeren van het
blok denken geen oogenblik aan
de levenstoestanden van de
arbeiders, zelfs niet van de kris-
telijke werklieden.
DUTSKE. Dat is allemaal zoo
eenvoudig niet!
JAN. Omdat gij het niet
Wordt Dantzig een brandend punt in de Oost-Europeesche politiek
Men ziet hier op de foto's bovenaan hoe de jodenhetze woedt te
Dantzig. Magazijnen zijn gesloten. Doodsbedreigingen staan op de
muren. Het nazisme bestuurt! In de oude Hansastad komen de zee
schepen tot in het hartje der stede. En onderaan defileeren de troepen
van de vrijstad Dantzig, bijna volledig in Duitsch uniform. Het
nazisme wil niet van vredelievende oplossingen weten.