^©e i? HHeii's PeZfesunivepsileif Verkoudheden SOCIALE STELSELS SPAANSCHE KUNST IN BALLINGSCHAP DE MEESTERWERKEN VAN HET PRADO Lichamelijke geschiktheid om een voertuig te besturen Pyriet en de erkenning van Franco A.R-B.O. REEKS DE DOCTRINE VAN SAINT-SIMON nieuwe Waar chantage gepaard gaat niet nalatigheid Soc. Boekhandel "DE VLAM" VANGT OVER KORTEN TIJD AAN MET ZIJN 9especialiseerde g_. WiwRS behandelingen Dlf VlCKS Va-tro-nol \/ICKS CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming TIENDE LES (Vervolg) SLOTBESCHOUWING NOTA'S BIBLIOGRAFIE VRAGEN RECHTSKUNDIGE KRONIEK r4 - Voor Allen 26 Febr. 1939f*"=*""*"'^— TOEN in Asturië de strijd nog in volle woede aan gang was tegen Franco's troepen, hebben wij hier gewezen op het belang der pyrietmijnen voor de industrieele West>-Europeesche landen. Pyriet is het zwavelhoudend ijzererts dat ge bruikt wordt om zwavelzuur (vitriool) te maken. Als men weet dat dit zuur het belangrijkste is dat voor komt in de scheikundige nijverheid, dat daarmede kunstmeststoffen en springstoffen gemaakt worden, dat, wat België betreft, de fabrikatie dezer produkten een gewichtige fak- tor is voor onze ekonomie, en dat groote Belgische kapitalen belegd zijn in de Spaansche pyrietmijnen, dan zal het geen verwondering baren dat onze industrieelen en financiers er alle belang bij hadden dat Franco meester werd in Asturië, net alsof er geen vergelijk kon getroffen wor den met de regelmatige Republikein- scihe Regeering. Bilbao, de uitvoerhaven van py riet, moest vallen. Toen het viel, jubelden niet alleen de Italianen en de Duitschers. Deze wisten wel waarom. Ook de Belgische, Engelsche en Fransche kapitalisten en hun pers gingen op in vreugde want hun winsten waren opnieuw voor een tijd verzekerd. Maar daarmee was Franco nog niet erkend. Voor de Belgische pyriet- St. Pietersnieuwstr., 64 GENT INHOUD BETER DAN OOIT VERZORGING EENVOUDIG, KEURIG, SMAAKVOL PRIJS IN IEDERS BEREIK. Vraagt ons uitM>erig prospektus importateurs was die erkenniing met noodzakelijk. Want sedert twee jaar bleef men hier het Spaansche erts invoeren, op één voorwaarde echter het in ons land ingevoerde erts mocht niet naar Frankrijk uitge voerd worden Dat was een zet van Duitschland en Italië. Deze hadden er alle belang bij dat Frankrijk een tekort had aan zwavelzuur. Want dit beteekende een vertraging in zijn bewapening. Net zooals in België onze handels belangen in Spanje als chantage middel werden aangewend in de zaak der erkenning van Burgos, hebben ook de Fransche industriemagnaten en financiers met de kwestie van het pyriet druk uitgeoefend op de Fransche officieele middens, tenein de een gezant naar Franco-Spanje te sturen. Ruim twee jaar werd door de Fransche reaktie door dik en dun beweerd dat de bewapening niet kan geschieden zonder het Spaansche erts, dat in handen was van Franco. Deze, gehoor gevende aan zijne vreemde meesters en medeplichtigen, heeft altijd geweigerd pyriet naar Frankrijk uit te voeren. Dat alles weet het groot publiek. Maar wat het niet weet is, dat ge durende dien tijd de Fransche schei- kund'ge nijverheid, en diensvolgens de Fransche bewapening, zich bij dien abnormalen toestand hebben aangepast, door een nieuwe fabrieka- tiewijze van zwavelzuur in voege te brengen, zoodat voor een groot deel het Spaansche erts kan gemist wor den. Hierdoor vervalt het argument der Fransche Franco-vriend en, als zou de weigering van het leveren van pyriet een drukmiddel op Frank rijk zijn. Dit wordt door onzen partij genoot Leon Blum in «Le Populaire* van 18 Februari 1.1. aangetoond. Blum is integendeel van oordeel dat die toestand een gunstigen in vloed uitgeoefend heeft op de Fran sche industrie, in dezen zin dat daardoor de scheikundige nijverheid zich voor een groot deel heeft los gemaakt van het buitenland. Dit is van zeer groot belang, zegt hij. Want, moest Frankrijk in een oor log worden gewikkeld, dan kan het gedurende geruimen tijd gebruik maken van de stocks zwavelzuur, die het door eigen middelen heeft aan gelegd. Daarmede zijn in deze zaak het chantagemiddel der Fransche reactionnaire kapitalisten eenerzijds en de drukking vanwege Duitschland en Italië teniet gedaan. De Fransche oorlogsindustrie, die onder Staatskontrole staat, heeft voorzorgsmaatregelen getroffen, en heeft oe erkenning van Franco niet afgewacht, al heoben de vijanden der demokratie niet opgehouden te beweren dat Franco's erkenning de belangen der bewapening en der veiligneid zou dienen. In ons land heeft het probleem van het Spaansch pyriet een andere op lossing gekreun. Al hebben onze voorstanders der Burgos-erkenning steeds geschermd met onze ekono- mische belangen, toch hebben zij niet lang den nadruk gelegd op het pyriet, dat uit de streek van Huelva werd ingevoerd. Wij hebben er gekregen, en de aanmaak van zwavelzuur ging zijn gang. Want Duitschland en Italië heboen voor België geen vrees. Maar nu kan hier de vraag worden gesteld, hoe wij, in oorlogstijd, ge durende denwelken wij volledig neu traal en onafhankelijk zouden blij ven, ons van de noodige grondstof zouden kunnen voorzien, indien de invoer ervan uit Spanje zou worden belemmerd. Want wie zal zeggen of eens of morgen Franco de pyriet- leveringen aan de demokratische landen niet zal staken Deze kwes tie werd reeds vroeger door Frank rijk gesteld en opgelost. Kan de Belgische industrie de voetstappen niet volgen van deze onzer zuiderburen Of zijn de haat voor de demokratie en de eigenbe langen bij onze nijveraars sterker dan de wil de Belgische gemeenschap te dienen Dit laatste zal wel het geval zyn. Tot nu toe heeft de Staat niets te zien in de oorlogs- en scheikundige industrieën. Daarom zijn het lot der verbruikers van kunstmeststoffen en onze zekerheid gebonden aan de eventueele grillen van een fascistisch Spanje. Dit is de keerzijde der me- dalje. VOORKOMT vole verkoudheden Een paar druppels ln de neus gaten bij het eerste niezen V VapoRub EINDIGT vlug verkoudheden Wrijf deze verdampende zalf op keel, borst en rug. 1. Verscheidenheid. Htt leerstel sel van Saint-Simon ligt aan de ba- su van de gedachtenstrocmingen die zich in den loop der negentiende eeuw hebben ontwikke d. en wel door de vier volgende karaktertrek ken a) De maatschappelijke s.rooming: de wijs eer Montesquieu (1689-1755) had reeds de noodzakelijkheid eener methodische studie der maatschap pelijke verhoudingen ingezien; Saint- Simon bepaalt nader, dat deze studie veeleer moet gaan over de ekono- mische verschijnselen dan over de politieke feiten. Zoo schrijft hij in Le Catéchisme des Industriels (1823) «de geschiedenis is een sociale na tuurkunde». Deze uitspraak heeft een zekeren invloed gehad op de ge schriften van Auguste Com.e 1798- 1857) (1). Franschen filosoof, stichter der maatschappijleer (sociologie) en grondlegger van het positivisme. b) De internationalistische stroo ming In 1802 stelt Saint-Simon de stichting voor van een Tempel van Newton(2), met een raad van 21 le den. Deze instel ing moest een wer kelijk instituut zijn voor intellek- tueèle koöperatie. In 1814 wijdt hij zijn Reorganisation de la Société Européenne aan de noodzakelijkheid en aan de middelen om de Europee- sche volkeren in één enkel politiek lichaam te vereenigen, waarin ieder zijn nationale onafhankelijkheid zou bewaren. Hij oppert de gedachte van het oppergezag van een algemeen Parlement en "van een konfederaal goevernement, dat voor taak zou heb ben het Europeesch patriottisme te kweeken. c) De industrialistische strooming: ijveren voor den vooruitgang van het menschdom door één s'.eeds ver der doorgedreven ontwikkeling der technische produktiemidde'en. d) De socialistische strooming reorganisatie van het ekonomisch le ven, waardoor het levenspeil der massa's kan worden verbeterd. Het zijn vooral deze twee laatste punten die wij nader zullen onder zoeken. 2. KriJek der huidige maatschap pij. De wereld waarin Saint-Simon leeft komt dezen voor als slecht ge maakt en verkeerend in een anar- chistischen toestand die onaan nemelijk is. Niemand bevindt er zich op zijn juiste plaats. «Een regime, schrijft hij, dat gebaseerd is op so ciale tegenstellingen en op de uit buiting van den mensch door den mensch is een omgekeerde wereld, aangezien de minst begceden dage lijks een deel hunner behoeften moe ten ontbeeren om den overta ligen rijkdom der machtige bezitters nog te vergrooten. Tot nu tce hebben de menschen om zoo tc zeggen slechts een individueele of afzonder lijke macht op de natuur uitgeoe fend. Er is meer hun krachten heb ben zich steeds grootendeels weder zijds vernietigd, omdat het mensche- lijk geslacht tot op hedpn verdeeld was in twee ongelijke deelen, waar van het kleinste al zijne krachten heeft aangewend om het grootste deel te onderdrukken. Tot welken graad van welstand zouden de men schen niet gekomen zijn moesten de heerschers opgehouden hebben de anderen te onderdrukken, moesten allen zich georganiseerd nebben om hun vereenigde krachten te richten op de onderwerping der natuur, en moesten alle naties eensgezind dit stelsel hebben gevogd!» 3. Elementen der toekomstige maat schappij. De wereld moet dus her schapen worden, verklaart Saint- Simon. Deze is een goed wiskundige en een knap technieker Het zal dan ook niemand verwonderen dat hij schrijft «De wijsbegeerte der 18e eeuw was kritisch en revoiutionnair; deze der 19e eeuw zal in het licht staan der uitvindingen en der orga nisatie». Saint-Simon koestert geen twijfel aangaande het principe dat aan de basis der nieuwe maatschappij moet liggen «De produktie van nuttige zaken is het eenige redelijk en po sitief doel dat de politieke maat schappijen kunnen nastreven. Gansch de samenleving berust op de industrie. Deze is de eenige waar borg voor haar bestaan». Hieruit trekt dan Saint-Simon het bes uit «De politiek is de wetenschap der produktie.» Wat de individueele persoonlijke eigendom betreft, schijnt er by Saint-Simon nog eenigen twijfel te bestaan; beslist veroordeelt bij het erfrecht «de Staat, zegt hy, of de vereeniging van werkers, en niet de familie zal de opeengestapelde rijkdommen erven». Het zal de S.aat zijn die den verplichten arbeid van alle burgers zal organiseeren. Iede reen zal een plaats vinden volgens zijn kapaciteit en bezoldigd ivorden volgens zijn arbeid». Alleen ouder lingen. kinderen en zieken zullen recht hebben op rust. De Staat zal moeten gereorgani seerd worden om zijne nieuwe taak te vervullen het koningdom zal zich moeten vereenigen met de produktie- ve krachten en de banden breken die het binden aan wetgevers en mi litairen. De wereldiyke macht zal behooren aan de voortbrengers (hieronder moet worden verstaan alle klassen die nuttig en produk- tieven arbeid presteeren; dit zijn de landbouwers, de industrieele arbei ders, de handelaars, zoowel bazen als loonstrekkenden) Een vefbindings- en bestuursrol zal aan de banken worden voorbehou den. De geestelijke macht zal in de handen der geleerden berusten: deze zullen te zorgen Lebben voor de ze delijke opleiding en de wetenschap pelijke formatie der maatschappy, die daardoor hare oontbeerlijke een heid zal bereiken. Er moet een nieu we godsdienst komen, met positieve wetten, o.a. deze volgens dewelke iedereen moet arbeiden in het be lang der gemeenschap. Dit wil niet zeggen dat a'le geloof moet verban nen worden; want «alleen het geloof laat toe dat de mensch groote dingen verwezeniykt.» Kan men Saint-Simon een socialist noemen? Deze term zelf komt in zyn geschriften niet voor. Bij hem vor men patroons en loontrekkenden een geheel; het is duidelijk dat voor Saint-Simon deze laatsten niets kun nen bereiken zonder hun «natuur lijke» oversten. Zijn ideeën zijn soms zeer wisselvallig, zelfs ir. tegen spraak. Hier zegt hij dat het eenig doel der sociale organisatie zijn moet: de bevrediging der menschelijke be hoeften door de wetenschap, de kunst en de techiek; elders luidt het: het zedelijk en physisch bestaan der meest talrijke klasse moet zoo ran mogelijk verbeterd worden; nog el ders: de ontwikkeling c'.er mdustriee- le produktie zal voldoende zijn om het geluk der massa's te verzekeren, daarom wordt de vooruitgang der produktie het doel. Men zou zelfs zeggen dat op zekere plaatsen Saint- Simon meeningen vooruitzet die aan het korporatisme grenzen. Het zou Saint-Simon onrecht aan doen zün, moest men hem gaan be schouwen als een uitsluitend uto pisch socialist. Want hy heeft Ideeën verkondigd die een zin voor werke lijkheid bevatten, naast andere die een meer wijsge^rig en abstrakt ka rakter bezaten. Hij werkte trouwens meer door zyn persoon dan door zyn geschriften. (1) Auguste Comte, de vurige aan hanger van Saint-Simon, ontwikkelde ln zijn nieuwe positieve of stellige phi losophic, het geheele systeem der be staande wetenschappen; dit, leidde tot den eisch van een wetenschap van de maatschappijdie alle sociale weten schappen in zich vereenigde. («Cours de Philosonhie Positieve» 1829-1842)Comte's positivisme neemt niet alleen stelling tegen de gods diensten. als wegen naar de waarheid en tegen de andere wijsbegeerten, maar heeft zelfs de bedoeling deze geheel te vervangen. Het positivisme heeft de geest der lntellektueelen on betwist een halve eeuw. tot 1880. be- heerscht. (2) Isaac Newton (1642-17251. En gelsche wis-, natuur- en sterrekundige, die tot een der grootste geesten van alle tijden gerekend moet worden, en wel ln de allereerste plaats wegens zijn schepping van de lnfinitlmaal- rekening 'en de toepassing zijner nieu we mechanische theorieën on de be weging der hemel-llchamen gravitatie wet) J. J. Von Schmid Hoofdlijnen der Sociologie (Arbeiderspers 1937, Am sterdam) 1. Welke plaats Kent Salnt-Simon toe aan de techniek ln de maatschap py? 2. In hoeverre staat dalnt-Simon reeds dichter tot het wetenschappe lijk socialisme? Antwoorden, vergezeld van een post zegel van 0.75 fr. sturen aan G. De Vos. Zwynaardsche steenweg, 78, Gent. De weduwe van Lenin de Kroups- kaia stierf te Mos kou in den ouder dom van 70 jaar. Alhoewel zij in het theoretisch werk van Lenin geen al te zeer overwe gende rol speelde, stond ze tijdens de groote omwente ling van 1917 steeds aan de zijde van haar echtge noot en bewees ze hem onschatbare diensten door haar kalm, moedig tem perament, die steeds de toestan den optimistisch inzag. Van de oude garde der bolche- wisten blijft nu bijna niets meer over. Want velen vielen in dien on- begrijpelijken en wreeden broeder strijd, die toch een verzwakking was voor de leiding van den Sovjet-staat. Goya Zelfportret «smidse van Vulkaan»het ruiter beeld van den hertog van Olivarez, dat sedert lang het symbool is -gewor den van de Spaansche kunst, de por tretten van Philip de vierde, van de infante Margareta, het wonderlijke stemmingsbeeld «De Spinsters» en zijn laatste werk De drinkers zya nu allen vluchtelingen geworden. Uit Sevilla stamt eveneens Bariho lome Estdban Murillo (1618-1682) die Velasquez zelfs als schilder van volk en volksleven voortzet maar dan weer de godsdienstige wegen inslaat en populair wordt als schilder van elegante engelen. Voor de eerste kategorie van zijn kunst Is de Meloeneneterin München zeer typisch waartegenover zyn sHemel- vaart van Maria», «De Visie van St-Bernarden de s. Dorst» (Moeea doet water ontspringen uit de rot sen) nu alle in Genève als zyn schoonste religieuze komposities ver maard zyn. Ten zeerste afwijkend van deze Spaansche overlevering en toch nog innig met haar verworteld is de grootmeester van de achttiende eeuw: Francisco José de Goya y Lucientes (1746-1828). Hij werd in Fuenta de Todes, in Aragonië geboren, bezocht de akademie van Saragossa, ging naar Madrid, bracht lange maanden door in Italië en stitrl op hoogen leeftijd te Bordeaux. In zijn kunst toy is eerst en vooral een etser kan hij zoowel gelden als een latere nakomeling van Velasquez dan als tevens een voortijdige bode van het Fransch nationalisme en impressio- nisme. Hij doorbreekt als revolution- nair de kunst der klassieke vorimen- discipline die in de Spaansche schil derkunst aanwezig was en bereid den triomf voor van een wozig-helder lente-achtig palet. Als grafleker, (etser) is Goya vooral de groote schil der van den tijd en is hy de eerste Spanjaard die er begrip van heeft, rein menschelijke thema's, de gru wel van den oorlog en van de revo lutie, satirisch te behandelen. Zyn groote erts-cyclus sDesistres de la guerra» of Tauromachiezijn leven dige getuigenissen van de geweldige revolutionnaire Ideeën van zijn tijd. Zijn vermaardste tafereelen uit het Prado, de tNaakteen de «Gekleede Maja», ede Jaargetijden» tapijt- ontwerp voor het eskuriaal, de eNeerkogeling van de opstandelingen te Madridhet Heksensabbaten zelfportretten waarin Goya het sterkst naar voren treedt als voor- looper van het impressionisme samengeteld 115 werken maken heden deel uit van de onvrijwillige, vermaarde gasten van het Volken bondspaleis te Genève. H. M. MAVTHNER. Velasquez De Infante Margareta Theresia van Spanje DE massa-uittocht van de mees terwerken uit het Prado naar het Volkenibondspaleis te Genè ve is zond r voor:'fgaande in de geschiedenis. Nooit te voren werd zoo 'n aantal wereldberoemde kunst werken men schat er de totale waarde van op honderd millioen Zwitsersche frank in honderden kisten verpakt om een ballingschap van onbes.emden duur tegemoet te gaan. Ieder van deze werken is met zyn traditioneele plaats in de ten toonstelling in het Prado sedert vele generaties vergroeid en verworteld. en zou in elke andere omgeving daar kan ook de meest moderne tentoonstellingstec'r.niek niets aan veranderen terstond een zeer groot deel van zyn effekt er by inboeten. Desondanks kan men, juist van uit het standpunt der kunstgeschiedenis, in deze massa-uittocht slechts den eenig juisten uitweg zien om te ontsnappen aan een katastrofaal gjvaar waarin zich deze onschatbare kunstwerken sedert zoo langen tyd bevonden, een gevaar die met het uur steeds dreigender werd. Iedere beschadiging of vernietiging van een dezer kunstwerken zou gelyk staan met de vernietiging van een juweel der westersche kuituur. Men zal het zeker ook den intellek- tueel niet kwalijk nemen als hy niet in staat is zich op den man af van de ongeveer vyfhonderd «meester werken van het Prado» in kwestie een juist idee t>e vormen. De persoon- Iyke kennis met het Prado behoort net zooals b.v. het bezoek aan de «Ermitage» tot de zeer zeldzame geschenken van het leven. Laat ons tenminste in den geest een wandeling doen doorheen het Prado, t.t.z. doorheen... het Voliken- bondspaleis in Genève. Om met een korte studie de Spaansche kunstge schiedenis te doorloopen, volstaat het eigeniyk, zes kunstenaars in deze volgorde in ons geheugen te prenten: Greco, Herrera, Ribera, Velasquez, Murillo, Goya. Met deze zes namen zouden we juist uitvallen, t.t.z. de geheele geschiedenis van de Spaansche baroksohilderkunst hebben doorloopen. Domenlco Totocopuli, bygenaamd El Greco, is eerst door de vorschin- gen van onze eeuw tot zyn ware beteekenis erkend geworden. Hij is de vader van de Spaansche barok- schilderkunst die vaak nog de vor mentaal spreekt van de gothiek maar tevens naar de vrije rhythmen van de Hoog-Renaissance en van den baroc-styl overhelt. Zijn lievelir.gs- N een vorig artikel werd er op ge wezen dat er in de ontworpen wetgeving op de verplichte ver zekering voor autovervoer geen voorafgaandelijke toelating om te sturen is voorzien. Er bestaat te dien aanzien in het reglement op het ge- ry een bepaling waarbij ieder wegge bruiker in staat moet zyn te sturen, de noodige lichamelijke eigenschap pen vertoonen, de gewenschte ken nissen en behendigheid bezitten. Wij hebben hier dus af te rekenen met feitelijke elementen waarover de rechtbanken op souvereine wyze zul len beslissen. De meeste gevallen waarby dit ar tikel in aanmerking zal komen, zyn de overtredingen waarby een min dere of meerdere mate van dron kenschap is gemoeid. Het ligt voor de hand dat de appreciatie van de dronkenschap zeer dikwyis tot ern stige meeningsverschil zal leiden er bestaat vooralsnog geen absoluute graadmeter voor de vaststelling van dit verschynsel van lichamelijke en geestelijke onevenwichtigheid. Hier zyn zeer uiteenloopende graden van verantwoordelijkheid voorhanden die gaan van de smoordronkenheid tot de lichte alkoholdosis, welke by be paalde personen een verzwakking van reflexen voor gevolg heeft die by andere niet het minste uitwerk sel heeft. Andere nog kunnen zon der bepaald dronken te zijn, in een staat van opwinding zijn, voort vloeiend uit een matige aangescho tenheid. Op dit terrein is het voor de rechtbanken dikwijls zeer delikaat een oordeel te vellen. Waarop gaan de verbaliseerenden meest voort om de dronkenschap vast te stellen? Be paalde teekenen van zenuwachtig heid, van onthutsing, van opgewon denheid zullen zeer gemakkelijk uit gelegd worden als uitingen van on matigheid. Hoe dikwijls helaas zal men hierbij niet als oorzaak nemen wat feitelijk alleen als gevolg dient opgenomen te worden. Hoeveel per sonen zullen na een botsing niet minstens enkele oogenblikken van zenuwalteratie doormaken die in ver scheidene symptomen zzl doen den ken op dronkenschap? Wanneer men op het zelfde oogenblik tot overmaat van ramp betrapt wordt op een adem die naar drank riekt, ook indien dit slechts het normale gevolg is van een enkel genomen glas, loopt men een groot risico er klaar op te staan. Niet enkel de dronkenschap geldt als een element van physlsche onbe kwaamheid. Ook de omstandigheid dat men in een dergelijken toestand van vermoeidheid was dat de be- heersching van het voertuig er on der leed, is niet van aard om de ver antwoordelijkheid voor een ongeval te verzachten. In dit geval heeft men tot plicht dubbel vorzichtig te zyn en desnoods zelfs zijn tocht te on derbreken tot men zyn gewenschte ryvaardigheid teruggevonden heeft. Ook de lichamelijke gezondheids toestand zal by de beoordeeling van overtredingen een rol spelen. Het Verbrekingshof heeft aldus een von nis bekrachtigd waarby een persoon werd veroordeeld die by het terug ln gang steken van zijn auto van een staat van zenuwachtigheid getuigde die de tusschenkomst van de politie wettigde; toen door den politie&om- missaris een dokter ontboden werd om over den toestand van den auto voerder advies uit te brengen, bleek het dat hij aangedaan was van een zenuwaandoening die niet vereenig- baar was met het normale wegver keer. Terzelfder gelegenheid werd bevestigd dat de rechtbank tot plicht heeft een persoon, die aldus blijkt ongeschikt te zijn een auto te be sturen, te verbieden nog met een auto te rijden; dit verbod zal ofwel een bestendig karakter hebben, of wel den duur bedragen van de be staande ongeschiktheid. Zelfs nog indien de strafmaatregel die tegen den onbekwamen autovoerder wordt uitgesproken voorwaardelijk is, zal de rechtbank er niet toe gehouden zyn deze schorsende voorwaarde toe te passen op het verbod te sturen, daar deze laatste maatregel genomen wordt in het belang van de openbare veiligheid. De Boetstraffelijke Rechtbank en het Beroepshof van Luik zijn nog verder gegaan de personen die een begeleider vergezellen dien ze onbe kwaam weten om de auto te bestu ren, die ze bezetten, zullen in ge val van ongeluk een deei verantwoor delijkheid oploopen; doordien ze zich laten voeren door een persoon die ongeschikt is, begaan ze een zware fout, waarvan ze de schadelijke ge volgen moeten ondergaan; daarbij is het onverschillig, indien de ge leider een vriend of een onderhoori- ge was. In het algemeen valt een zeer be- gry'pelijke tendens vast te stellen vanwege de rechtbanken om een groote strengheid aan den dag te leg gen tegenover dronken autov-Tders. De veiligheid van het dl .ke he- dendaagsche verkeer kan daar enkel by winnen. Velasquez HERTOG OLIVERA Murillo DE H. JOHANNES DE DOOPER kleuren azuurbis uw en zeegroen zijn de bliksemflitsen van de Spaansche schilderkunst die slechts langzaam aan de knel ontsnapt van de zwaar moedige oorstersch-maureske traditie en zelfstandig wordt. Meer dan veertig van zyn meest waardevolle gewrochten zijn nu ook den Zwi-tser- schen ballingsweg opgegaan. De biographie van El Greco begint eerst in de jongste tyden een duidelykeren vorm te krygen. Hij werd in 1547 het Grieksche eiland Kreta ge- toren, bracht zijn jeugd in Venetië door, volmaaktte zich by Tintoretto, leefde in 1570 te Rome, en fip zyn minst sinds 1577 te Toledo, waar hy vermoedelyk ook maar het jaar is niet bepaald gekend over leed. Francisco de Herrrna, de oude, (1576-1856) mag men niet verwarren met den grooten Spaanschen bouw kundige Juan de Herrera. Terwyl Juan de Herrera het door Philip de tweede gestichte Escuriaal in 1584 voleindigt, tooit Francisca de Herrera de Spaansche paleizen en kerken van de zeventiende eeuw met zyn groot- sche freaken en schildert hy vrome tafereelen de beroemdste, de «Heilige Basilius» in het Louvre. Hy wordt, naast Pacheco, de persooniy- ke leeraar van Velasquez en plant al dus de kiem wn den opbloei der Spaansche schilderkunst. Men kan byna zyn gansche -levenswerk op de wanden van het Prado nagaan. Terwyl Greco byaantynsche en Italiaansche elementen der kunst naar Spanje importeerdewerd Jusepe (in het Italiaansch: Giusep pe) de Ribera de grootste uitvoerder van Spaansche kunstelementen (1588-1656). Zyn weg gaat in tegen overgestelde richting en daarom rekenen de Italianen hem evenzeer tot de hunnen als de Spanjaarden. De Italianen noemen hem overigens zeer treffend «Lo Spagnoletto» om dat hy in 1588 in Valencia geboren werd, in 1616 naar Napels kwam en rooit in zyn leven zyn Spaanschen oorsprong kon verloochenen. Zyn meesterwerken uit het Prado «Het martelaarschap van den Heiligen Bcrtholomeus* en de «Eremijt Pau- lus» zyn nu eveneens geëxileerden geworden. Het meest gekend is wel zijn knielende «Heilige Agnes» van de Dresdensche Galery waarvan de weelderige, tot aan den grond reiken de haarpraohit een Spaansche ver raadt. De grootste vertegenwoordiger van d - Spaansche baroksohilderkunst is echter Diego d,e Silva y Velasquez (1599-1660) die uit de school van Se villa voortspruit. Ook hy vertoef de tweemaal in Italië, eerst in 1629- 1630, later w:er in 1643-1650, ter gelegenheid we rvan hij het beroem de portret konterfeit* van Paus Inno- centius de tiende (Rome, Galery I Jria). Het nationaal karakter van zyn kunst bleef echter door de twee reizen omzeggens onbeïnvloed zooals eveneens de reis naar Spanje van Rubens (1603) den grooten Vlaming niet kon beïnvloeden. Als eerste werk pakt Velasquez uit met het traditioneel «religieuze thema» en werpt zich op de schildering van het hem omringende volks- en hof leven. Geroepen aan het hof van Philip de vierde (1623) konterfeit hy niet alleen herhaaldelijk de leden van de koninklijke familie tot aan de pasgeboren infanten, maar ook de hansworsten, &n de dwergen van het hof. Zoo ontstaat zyn beroemd schil- dery «Las meninasdat nu met 44 andere in Genève is waarop hy zich zelf konterfeit staande voor den schildersezel temidden van de eere dames van het l\of. De meesterly.ke beheersohing van het licht en het tooverachtig koloriet stellen Velasquez als verfynde tech nicus ver boven zijn tydgenooten. -«.eden deelen al zyn meesterwerken zeker eenzelfde lot: de heeriyke

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4