^©e i? HHeii's PeZfesunivepsileif
Verkoudheden
SOCIALE STELSELS
SPAANSCHE KUNST
IN BALLINGSCHAP
DE MEESTERWERKEN
VAN HET PRADO
Lichamelijke geschiktheid
om een voertuig
te besturen
Pyriet en de erkenning van Franco
A.R-B.O.
REEKS
DE DOCTRINE VAN
SAINT-SIMON
nieuwe
Waar chantage gepaard gaat niet nalatigheid
Soc. Boekhandel
"DE VLAM"
VANGT OVER
KORTEN
TIJD AAN
MET ZIJN
9especialiseerde g_.
WiwRS behandelingen Dlf
VlCKS
Va-tro-nol
\/ICKS
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
Voor socialistische kadervorming
TIENDE LES
(Vervolg)
SLOTBESCHOUWING
NOTA'S
BIBLIOGRAFIE
VRAGEN
RECHTSKUNDIGE KRONIEK
r4 - Voor Allen 26 Febr. 1939f*"=*""*"'^—
TOEN in Asturië de strijd nog in
volle woede aan gang was tegen
Franco's troepen, hebben wij
hier gewezen op het belang der
pyrietmijnen voor de industrieele
West>-Europeesche landen. Pyriet is
het zwavelhoudend ijzererts dat ge
bruikt wordt om zwavelzuur (vitriool)
te maken. Als men weet dat dit
zuur het belangrijkste is dat voor
komt in de scheikundige nijverheid,
dat daarmede kunstmeststoffen en
springstoffen gemaakt worden, dat,
wat België betreft, de fabrikatie
dezer produkten een gewichtige fak-
tor is voor onze ekonomie, en dat
groote Belgische kapitalen belegd zijn
in de Spaansche pyrietmijnen, dan
zal het geen verwondering baren dat
onze industrieelen en financiers er
alle belang bij hadden dat Franco
meester werd in Asturië, net alsof
er geen vergelijk kon getroffen wor
den met de regelmatige Republikein-
scihe Regeering.
Bilbao, de uitvoerhaven van py
riet, moest vallen. Toen het viel,
jubelden niet alleen de Italianen en
de Duitschers.
Deze wisten wel waarom.
Ook de Belgische, Engelsche en
Fransche kapitalisten en hun pers
gingen op in vreugde want hun
winsten waren opnieuw voor een
tijd verzekerd.
Maar daarmee was Franco nog niet
erkend. Voor de Belgische pyriet-
St. Pietersnieuwstr., 64
GENT
INHOUD BETER DAN OOIT
VERZORGING EENVOUDIG,
KEURIG, SMAAKVOL
PRIJS IN IEDERS BEREIK.
Vraagt ons uitM>erig prospektus
importateurs was die erkenniing met
noodzakelijk. Want sedert twee jaar
bleef men hier het Spaansche erts
invoeren, op één voorwaarde echter
het in ons land ingevoerde erts
mocht niet naar Frankrijk uitge
voerd worden Dat was een zet van
Duitschland en Italië. Deze hadden
er alle belang bij dat Frankrijk een
tekort had aan zwavelzuur. Want
dit beteekende een vertraging in zijn
bewapening.
Net zooals in België onze handels
belangen in Spanje als chantage
middel werden aangewend in de zaak
der erkenning van Burgos, hebben
ook de Fransche industriemagnaten
en financiers met de kwestie van
het pyriet druk uitgeoefend op de
Fransche officieele middens, tenein
de een gezant naar Franco-Spanje te
sturen. Ruim twee jaar werd door
de Fransche reaktie door dik en dun
beweerd dat de bewapening niet kan
geschieden zonder het Spaansche
erts, dat in handen was van Franco.
Deze, gehoor gevende aan zijne
vreemde meesters en medeplichtigen,
heeft altijd geweigerd pyriet naar
Frankrijk uit te voeren.
Dat alles weet het groot publiek.
Maar wat het niet weet is, dat ge
durende dien tijd de Fransche schei-
kund'ge nijverheid, en diensvolgens
de Fransche bewapening, zich bij
dien abnormalen toestand hebben
aangepast, door een nieuwe fabrieka-
tiewijze van zwavelzuur in voege te
brengen, zoodat voor een groot deel
het Spaansche erts kan gemist wor
den. Hierdoor vervalt het argument
der Fransche Franco-vriend en, als
zou de weigering van het leveren
van pyriet een drukmiddel op Frank
rijk zijn. Dit wordt door onzen partij
genoot Leon Blum in «Le Populaire*
van 18 Februari 1.1. aangetoond.
Blum is integendeel van oordeel
dat die toestand een gunstigen in
vloed uitgeoefend heeft op de Fran
sche industrie, in dezen zin dat
daardoor de scheikundige nijverheid
zich voor een groot deel heeft los
gemaakt van het buitenland. Dit
is van zeer groot belang, zegt hij.
Want, moest Frankrijk in een oor
log worden gewikkeld, dan kan het
gedurende geruimen tijd gebruik
maken van de stocks zwavelzuur, die
het door eigen middelen heeft aan
gelegd. Daarmede zijn in deze zaak
het chantagemiddel der Fransche
reactionnaire kapitalisten eenerzijds
en de drukking vanwege Duitschland
en Italië teniet gedaan.
De Fransche oorlogsindustrie, die
onder Staatskontrole staat, heeft
voorzorgsmaatregelen getroffen, en
heeft oe erkenning van Franco niet
afgewacht, al heoben de vijanden
der demokratie niet opgehouden te
beweren dat Franco's erkenning de
belangen der bewapening en der
veiligneid zou dienen.
In ons land heeft het probleem van
het Spaansch pyriet een andere op
lossing gekreun. Al hebben onze
voorstanders der Burgos-erkenning
steeds geschermd met onze ekono-
mische belangen, toch hebben zij
niet lang den nadruk gelegd op het
pyriet, dat uit de streek van Huelva
werd ingevoerd.
Wij hebben er gekregen, en de
aanmaak van zwavelzuur ging zijn
gang. Want Duitschland en Italië
heboen voor België geen vrees.
Maar nu kan hier de vraag worden
gesteld, hoe wij, in oorlogstijd, ge
durende denwelken wij volledig neu
traal en onafhankelijk zouden blij
ven, ons van de noodige grondstof
zouden kunnen voorzien, indien de
invoer ervan uit Spanje zou worden
belemmerd. Want wie zal zeggen of
eens of morgen Franco de pyriet-
leveringen aan de demokratische
landen niet zal staken Deze kwes
tie werd reeds vroeger door Frank
rijk gesteld en opgelost.
Kan de Belgische industrie de
voetstappen niet volgen van deze
onzer zuiderburen Of zijn de haat
voor de demokratie en de eigenbe
langen bij onze nijveraars sterker
dan de wil de Belgische gemeenschap
te dienen
Dit laatste zal wel het geval zyn.
Tot nu toe heeft de Staat niets te
zien in de oorlogs- en scheikundige
industrieën. Daarom zijn het lot der
verbruikers van kunstmeststoffen en
onze zekerheid gebonden aan de
eventueele grillen van een fascistisch
Spanje. Dit is de keerzijde der me-
dalje.
VOORKOMT vole verkoudheden
Een paar druppels ln de neus
gaten bij het eerste niezen
V VapoRub
EINDIGT vlug verkoudheden
Wrijf deze verdampende
zalf op keel, borst en rug.
1. Verscheidenheid. Htt leerstel
sel van Saint-Simon ligt aan de ba-
su van de gedachtenstrocmingen
die zich in den loop der negentiende
eeuw hebben ontwikke d. en wel
door de vier volgende karaktertrek
ken
a) De maatschappelijke s.rooming:
de wijs eer Montesquieu (1689-1755)
had reeds de noodzakelijkheid eener
methodische studie der maatschap
pelijke verhoudingen ingezien; Saint-
Simon bepaalt nader, dat deze studie
veeleer moet gaan over de ekono-
mische verschijnselen dan over de
politieke feiten. Zoo schrijft hij in Le
Catéchisme des Industriels (1823)
«de geschiedenis is een sociale na
tuurkunde». Deze uitspraak heeft
een zekeren invloed gehad op de ge
schriften van Auguste Com.e 1798-
1857) (1). Franschen filosoof, stichter
der maatschappijleer (sociologie) en
grondlegger van het positivisme.
b) De internationalistische stroo
ming In 1802 stelt Saint-Simon de
stichting voor van een Tempel van
Newton(2), met een raad van 21 le
den. Deze instel ing moest een wer
kelijk instituut zijn voor intellek-
tueèle koöperatie. In 1814 wijdt hij
zijn Reorganisation de la Société
Européenne aan de noodzakelijkheid
en aan de middelen om de Europee-
sche volkeren in één enkel politiek
lichaam te vereenigen, waarin ieder
zijn nationale onafhankelijkheid zou
bewaren. Hij oppert de gedachte van
het oppergezag van een algemeen
Parlement en "van een konfederaal
goevernement, dat voor taak zou heb
ben het Europeesch patriottisme te
kweeken.
c) De industrialistische strooming:
ijveren voor den vooruitgang van
het menschdom door één s'.eeds ver
der doorgedreven ontwikkeling der
technische produktiemidde'en.
d) De socialistische strooming
reorganisatie van het ekonomisch le
ven, waardoor het levenspeil der
massa's kan worden verbeterd.
Het zijn vooral deze twee laatste
punten die wij nader zullen onder
zoeken.
2. KriJek der huidige maatschap
pij. De wereld waarin Saint-Simon
leeft komt dezen voor als slecht ge
maakt en verkeerend in een anar-
chistischen toestand die onaan
nemelijk is. Niemand bevindt er zich
op zijn juiste plaats. «Een regime,
schrijft hij, dat gebaseerd is op so
ciale tegenstellingen en op de uit
buiting van den mensch door den
mensch is een omgekeerde wereld,
aangezien de minst begceden dage
lijks een deel hunner behoeften moe
ten ontbeeren om den overta ligen
rijkdom der machtige bezitters nog
te vergrooten. Tot nu tce hebben
de menschen om zoo tc zeggen
slechts een individueele of afzonder
lijke macht op de natuur uitgeoe
fend. Er is meer hun krachten heb
ben zich steeds grootendeels weder
zijds vernietigd, omdat het mensche-
lijk geslacht tot op hedpn verdeeld
was in twee ongelijke deelen, waar
van het kleinste al zijne krachten
heeft aangewend om het grootste
deel te onderdrukken. Tot welken
graad van welstand zouden de men
schen niet gekomen zijn moesten de
heerschers opgehouden hebben de
anderen te onderdrukken, moesten
allen zich georganiseerd nebben om
hun vereenigde krachten te richten
op de onderwerping der natuur, en
moesten alle naties eensgezind dit
stelsel hebben gevogd!»
3. Elementen der toekomstige maat
schappij. De wereld moet dus her
schapen worden, verklaart Saint-
Simon. Deze is een goed wiskundige
en een knap technieker Het zal
dan ook niemand verwonderen dat
hij schrijft «De wijsbegeerte der 18e
eeuw was kritisch en revoiutionnair;
deze der 19e eeuw zal in het licht
staan der uitvindingen en der orga
nisatie».
Saint-Simon koestert geen twijfel
aangaande het principe dat aan de
basis der nieuwe maatschappij moet
liggen «De produktie van nuttige
zaken is het eenige redelijk en po
sitief doel dat de politieke maat
schappijen kunnen nastreven.
Gansch de samenleving berust op
de industrie. Deze is de eenige waar
borg voor haar bestaan». Hieruit
trekt dan Saint-Simon het bes uit
«De politiek is de wetenschap der
produktie.»
Wat de individueele persoonlijke
eigendom betreft, schijnt er by
Saint-Simon nog eenigen twijfel te
bestaan; beslist veroordeelt bij het
erfrecht «de Staat, zegt hy, of
de vereeniging van werkers, en niet
de familie zal de opeengestapelde
rijkdommen erven». Het zal de S.aat
zijn die den verplichten arbeid van
alle burgers zal organiseeren. Iede
reen zal een plaats vinden volgens
zijn kapaciteit en bezoldigd ivorden
volgens zijn arbeid». Alleen ouder
lingen. kinderen en zieken zullen
recht hebben op rust.
De Staat zal moeten gereorgani
seerd worden om zijne nieuwe taak
te vervullen het koningdom zal zich
moeten vereenigen met de produktie-
ve krachten en de banden breken
die het binden aan wetgevers en mi
litairen. De wereldiyke macht zal
behooren aan de voortbrengers
(hieronder moet worden verstaan
alle klassen die nuttig en produk-
tieven arbeid presteeren; dit zijn de
landbouwers, de industrieele arbei
ders, de handelaars, zoowel bazen als
loonstrekkenden)
Een vefbindings- en bestuursrol zal
aan de banken worden voorbehou
den. De geestelijke macht zal in de
handen der geleerden berusten: deze
zullen te zorgen Lebben voor de ze
delijke opleiding en de wetenschap
pelijke formatie der maatschappy,
die daardoor hare oontbeerlijke een
heid zal bereiken. Er moet een nieu
we godsdienst komen, met positieve
wetten, o.a. deze volgens dewelke
iedereen moet arbeiden in het be
lang der gemeenschap. Dit wil niet
zeggen dat a'le geloof moet verban
nen worden; want «alleen het geloof
laat toe dat de mensch groote dingen
verwezeniykt.»
Kan men Saint-Simon een socialist
noemen? Deze term zelf komt in zyn
geschriften niet voor. Bij hem vor
men patroons en loontrekkenden een
geheel; het is duidelijk dat voor
Saint-Simon deze laatsten niets kun
nen bereiken zonder hun «natuur
lijke» oversten. Zijn ideeën zijn soms
zeer wisselvallig, zelfs ir. tegen
spraak. Hier zegt hij dat het eenig
doel der sociale organisatie zijn moet:
de bevrediging der menschelijke be
hoeften door de wetenschap, de
kunst en de techiek; elders luidt het:
het zedelijk en physisch bestaan der
meest talrijke klasse moet zoo ran
mogelijk verbeterd worden; nog el
ders: de ontwikkeling c'.er mdustriee-
le produktie zal voldoende zijn om
het geluk der massa's te verzekeren,
daarom wordt de vooruitgang der
produktie het doel. Men zou zelfs
zeggen dat op zekere plaatsen Saint-
Simon meeningen vooruitzet die aan
het korporatisme grenzen.
Het zou Saint-Simon onrecht aan
doen zün, moest men hem gaan be
schouwen als een uitsluitend uto
pisch socialist. Want hy heeft Ideeën
verkondigd die een zin voor werke
lijkheid bevatten, naast andere die
een meer wijsge^rig en abstrakt ka
rakter bezaten. Hij werkte trouwens
meer door zyn persoon dan door zyn
geschriften.
(1) Auguste Comte, de vurige aan
hanger van Saint-Simon, ontwikkelde
ln zijn nieuwe positieve of stellige phi
losophic, het geheele systeem der be
staande wetenschappen; dit, leidde tot
den eisch van een wetenschap van de
maatschappijdie alle sociale weten
schappen in zich vereenigde.
(«Cours de Philosonhie Positieve»
1829-1842)Comte's positivisme neemt
niet alleen stelling tegen de gods
diensten. als wegen naar de waarheid
en tegen de andere wijsbegeerten,
maar heeft zelfs de bedoeling deze
geheel te vervangen. Het positivisme
heeft de geest der lntellektueelen on
betwist een halve eeuw. tot 1880. be-
heerscht.
(2) Isaac Newton (1642-17251. En
gelsche wis-, natuur- en sterrekundige,
die tot een der grootste geesten van
alle tijden gerekend moet worden, en
wel ln de allereerste plaats wegens
zijn schepping van de lnfinitlmaal-
rekening 'en de toepassing zijner nieu
we mechanische theorieën on de be
weging der hemel-llchamen gravitatie
wet)
J. J. Von Schmid Hoofdlijnen der
Sociologie (Arbeiderspers 1937, Am
sterdam)
1. Welke plaats Kent Salnt-Simon
toe aan de techniek ln de maatschap
py?
2. In hoeverre staat dalnt-Simon
reeds dichter tot het wetenschappe
lijk socialisme?
Antwoorden, vergezeld van een post
zegel van 0.75 fr. sturen aan G. De
Vos. Zwynaardsche steenweg, 78,
Gent.
De weduwe van
Lenin de Kroups-
kaia stierf te Mos
kou in den ouder
dom van 70 jaar.
Alhoewel zij in het
theoretisch werk
van Lenin geen
al te zeer overwe
gende rol speelde,
stond ze tijdens de
groote omwente
ling van 1917
steeds aan de zijde
van haar echtge
noot en bewees ze
hem onschatbare
diensten door haar
kalm, moedig tem
perament, die
steeds de toestan
den optimistisch
inzag.
Van de oude
garde der bolche-
wisten blijft nu
bijna niets meer
over. Want velen
vielen in dien on-
begrijpelijken en
wreeden broeder
strijd, die toch een
verzwakking was
voor de leiding van
den Sovjet-staat.
Goya Zelfportret
«smidse van Vulkaan»het ruiter
beeld van den hertog van Olivarez,
dat sedert lang het symbool is -gewor
den van de Spaansche kunst, de por
tretten van Philip de vierde, van de
infante Margareta, het wonderlijke
stemmingsbeeld «De Spinsters» en
zijn laatste werk De drinkers zya
nu allen vluchtelingen geworden.
Uit Sevilla stamt eveneens Bariho
lome Estdban Murillo (1618-1682) die
Velasquez zelfs als schilder van volk
en volksleven voortzet maar dan
weer de godsdienstige wegen inslaat
en populair wordt als schilder van
elegante engelen. Voor de eerste
kategorie van zijn kunst Is de
Meloeneneterin München zeer
typisch waartegenover zyn sHemel-
vaart van Maria», «De Visie van
St-Bernarden de s. Dorst» (Moeea
doet water ontspringen uit de rot
sen) nu alle in Genève als zyn
schoonste religieuze komposities ver
maard zyn.
Ten zeerste afwijkend van deze
Spaansche overlevering en toch nog
innig met haar verworteld is de
grootmeester van de achttiende eeuw:
Francisco José de Goya y Lucientes
(1746-1828). Hij werd in Fuenta de
Todes, in Aragonië geboren, bezocht
de akademie van Saragossa, ging
naar Madrid, bracht lange maanden
door in Italië en stitrl op hoogen
leeftijd te Bordeaux. In zijn kunst
toy is eerst en vooral een etser
kan hij zoowel gelden als een latere
nakomeling van Velasquez dan als
tevens een voortijdige bode van het
Fransch nationalisme en impressio-
nisme. Hij doorbreekt als revolution-
nair de kunst der klassieke vorimen-
discipline die in de Spaansche schil
derkunst aanwezig was en bereid den
triomf voor van een wozig-helder
lente-achtig palet. Als grafleker,
(etser) is Goya vooral de groote schil
der van den tijd en is hy de eerste
Spanjaard die er begrip van heeft,
rein menschelijke thema's, de gru
wel van den oorlog en van de revo
lutie, satirisch te behandelen. Zyn
groote erts-cyclus sDesistres de la
guerra» of Tauromachiezijn leven
dige getuigenissen van de geweldige
revolutionnaire Ideeën van zijn tijd.
Zijn vermaardste tafereelen uit het
Prado, de tNaakteen de «Gekleede
Maja», ede Jaargetijden» tapijt-
ontwerp voor het eskuriaal, de
eNeerkogeling van de opstandelingen
te Madridhet Heksensabbaten
zelfportretten waarin Goya het
sterkst naar voren treedt als voor-
looper van het impressionisme
samengeteld 115 werken maken
heden deel uit van de onvrijwillige,
vermaarde gasten van het Volken
bondspaleis te Genève.
H. M. MAVTHNER.
Velasquez
De Infante Margareta Theresia
van Spanje
DE massa-uittocht van de mees
terwerken uit het Prado naar
het Volkenibondspaleis te Genè
ve is zond r voor:'fgaande in de
geschiedenis. Nooit te voren werd
zoo 'n aantal wereldberoemde kunst
werken men schat er de totale
waarde van op honderd millioen
Zwitsersche frank in honderden
kisten verpakt om een ballingschap
van onbes.emden duur tegemoet te
gaan. Ieder van deze werken is met
zyn traditioneele plaats in de ten
toonstelling in het Prado sedert vele
generaties vergroeid en verworteld.
en zou in elke andere omgeving
daar kan ook de meest moderne
tentoonstellingstec'r.niek niets aan
veranderen terstond een zeer groot
deel van zyn effekt er by inboeten.
Desondanks kan men, juist van uit
het standpunt der kunstgeschiedenis,
in deze massa-uittocht slechts den
eenig juisten uitweg zien om te
ontsnappen aan een katastrofaal
gjvaar waarin zich deze onschatbare
kunstwerken sedert zoo langen tyd
bevonden, een gevaar die met het
uur steeds dreigender werd. Iedere
beschadiging of vernietiging van een
dezer kunstwerken zou gelyk staan
met de vernietiging van een juweel
der westersche kuituur.
Men zal het zeker ook den intellek-
tueel niet kwalijk nemen als hy niet
in staat is zich op den man af van
de ongeveer vyfhonderd «meester
werken van het Prado» in kwestie
een juist idee t>e vormen. De persoon-
Iyke kennis met het Prado behoort
net zooals b.v. het bezoek aan de
«Ermitage» tot de zeer zeldzame
geschenken van het leven.
Laat ons tenminste in den geest
een wandeling doen doorheen het
Prado, t.t.z. doorheen... het Voliken-
bondspaleis in Genève. Om met een
korte studie de Spaansche kunstge
schiedenis te doorloopen, volstaat
het eigeniyk, zes kunstenaars in
deze volgorde in ons geheugen
te prenten: Greco, Herrera, Ribera,
Velasquez, Murillo, Goya. Met deze
zes namen zouden we juist uitvallen,
t.t.z. de geheele geschiedenis van
de Spaansche baroksohilderkunst
hebben doorloopen.
Domenlco Totocopuli, bygenaamd
El Greco, is eerst door de vorschin-
gen van onze eeuw tot zyn ware
beteekenis erkend geworden. Hij is
de vader van de Spaansche barok-
schilderkunst die vaak nog de vor
mentaal spreekt van de gothiek maar
tevens naar de vrije rhythmen van
de Hoog-Renaissance en van den
baroc-styl overhelt. Zijn lievelir.gs-
N een vorig artikel werd er op ge
wezen dat er in de ontworpen
wetgeving op de verplichte ver
zekering voor autovervoer geen
voorafgaandelijke toelating om te
sturen is voorzien. Er bestaat te dien
aanzien in het reglement op het ge-
ry een bepaling waarbij ieder wegge
bruiker in staat moet zyn te sturen,
de noodige lichamelijke eigenschap
pen vertoonen, de gewenschte ken
nissen en behendigheid bezitten. Wij
hebben hier dus af te rekenen met
feitelijke elementen waarover de
rechtbanken op souvereine wyze zul
len beslissen.
De meeste gevallen waarby dit ar
tikel in aanmerking zal komen, zyn
de overtredingen waarby een min
dere of meerdere mate van dron
kenschap is gemoeid. Het ligt voor
de hand dat de appreciatie van de
dronkenschap zeer dikwyis tot ern
stige meeningsverschil zal leiden
er bestaat vooralsnog geen absoluute
graadmeter voor de vaststelling van
dit verschynsel van lichamelijke en
geestelijke onevenwichtigheid. Hier
zyn zeer uiteenloopende graden van
verantwoordelijkheid voorhanden die
gaan van de smoordronkenheid tot
de lichte alkoholdosis, welke by be
paalde personen een verzwakking
van reflexen voor gevolg heeft die
by andere niet het minste uitwerk
sel heeft. Andere nog kunnen zon
der bepaald dronken te zijn, in een
staat van opwinding zijn, voort
vloeiend uit een matige aangescho
tenheid.
Op dit terrein is het voor de
rechtbanken dikwijls zeer delikaat
een oordeel te vellen. Waarop gaan
de verbaliseerenden meest voort om
de dronkenschap vast te stellen? Be
paalde teekenen van zenuwachtig
heid, van onthutsing, van opgewon
denheid zullen zeer gemakkelijk uit
gelegd worden als uitingen van on
matigheid. Hoe dikwijls helaas zal
men hierbij niet als oorzaak nemen
wat feitelijk alleen als gevolg dient
opgenomen te worden. Hoeveel per
sonen zullen na een botsing niet
minstens enkele oogenblikken van
zenuwalteratie doormaken die in ver
scheidene symptomen zzl doen den
ken op dronkenschap? Wanneer men
op het zelfde oogenblik tot overmaat
van ramp betrapt wordt op een adem
die naar drank riekt, ook indien dit
slechts het normale gevolg is van
een enkel genomen glas, loopt men
een groot risico er klaar op te staan.
Niet enkel de dronkenschap geldt
als een element van physlsche onbe
kwaamheid. Ook de omstandigheid
dat men in een dergelijken toestand
van vermoeidheid was dat de be-
heersching van het voertuig er on
der leed, is niet van aard om de ver
antwoordelijkheid voor een ongeval
te verzachten. In dit geval heeft men
tot plicht dubbel vorzichtig te zyn
en desnoods zelfs zijn tocht te on
derbreken tot men zyn gewenschte
ryvaardigheid teruggevonden heeft.
Ook de lichamelijke gezondheids
toestand zal by de beoordeeling van
overtredingen een rol spelen. Het
Verbrekingshof heeft aldus een von
nis bekrachtigd waarby een persoon
werd veroordeeld die by het terug
ln gang steken van zijn auto van een
staat van zenuwachtigheid getuigde
die de tusschenkomst van de politie
wettigde; toen door den politie&om-
missaris een dokter ontboden werd
om over den toestand van den auto
voerder advies uit te brengen, bleek
het dat hij aangedaan was van een
zenuwaandoening die niet vereenig-
baar was met het normale wegver
keer. Terzelfder gelegenheid werd
bevestigd dat de rechtbank tot plicht
heeft een persoon, die aldus blijkt
ongeschikt te zijn een auto te be
sturen, te verbieden nog met een
auto te rijden; dit verbod zal ofwel
een bestendig karakter hebben, of
wel den duur bedragen van de be
staande ongeschiktheid. Zelfs nog
indien de strafmaatregel die tegen
den onbekwamen autovoerder wordt
uitgesproken voorwaardelijk is, zal de
rechtbank er niet toe gehouden zyn
deze schorsende voorwaarde toe te
passen op het verbod te sturen, daar
deze laatste maatregel genomen
wordt in het belang van de openbare
veiligheid.
De Boetstraffelijke Rechtbank en
het Beroepshof van Luik zijn nog
verder gegaan de personen die een
begeleider vergezellen dien ze onbe
kwaam weten om de auto te bestu
ren, die ze bezetten, zullen in ge
val van ongeluk een deei verantwoor
delijkheid oploopen; doordien ze zich
laten voeren door een persoon die
ongeschikt is, begaan ze een zware
fout, waarvan ze de schadelijke ge
volgen moeten ondergaan; daarbij
is het onverschillig, indien de ge
leider een vriend of een onderhoori-
ge was.
In het algemeen valt een zeer be-
gry'pelijke tendens vast te stellen
vanwege de rechtbanken om een
groote strengheid aan den dag te leg
gen tegenover dronken autov-Tders.
De veiligheid van het dl .ke he-
dendaagsche verkeer kan daar enkel
by winnen.
Velasquez HERTOG OLIVERA Murillo DE H. JOHANNES DE DOOPER
kleuren azuurbis uw en zeegroen zijn
de bliksemflitsen van de Spaansche
schilderkunst die slechts langzaam
aan de knel ontsnapt van de zwaar
moedige oorstersch-maureske traditie
en zelfstandig wordt. Meer dan
veertig van zyn meest waardevolle
gewrochten zijn nu ook den Zwi-tser-
schen ballingsweg opgegaan. De
biographie van El Greco begint eerst
in de jongste tyden een duidelykeren
vorm te krygen. Hij werd in 1547
het Grieksche eiland Kreta ge-
toren, bracht zijn jeugd in Venetië
door, volmaaktte zich by Tintoretto,
leefde in 1570 te Rome, en fip zyn
minst sinds 1577 te Toledo, waar
hy vermoedelyk ook maar het
jaar is niet bepaald gekend over
leed.
Francisco de Herrrna, de oude,
(1576-1856) mag men niet verwarren
met den grooten Spaanschen bouw
kundige Juan de Herrera. Terwyl
Juan de Herrera het door Philip de
tweede gestichte Escuriaal in 1584
voleindigt, tooit Francisca de Herrera
de Spaansche paleizen en kerken van
de zeventiende eeuw met zyn groot-
sche freaken en schildert hy vrome
tafereelen de beroemdste, de
«Heilige Basilius» in het Louvre. Hy
wordt, naast Pacheco, de persooniy-
ke leeraar van Velasquez en plant al
dus de kiem wn den opbloei der
Spaansche schilderkunst. Men kan
byna zyn gansche -levenswerk op de
wanden van het Prado nagaan.
Terwyl Greco byaantynsche en
Italiaansche elementen der kunst
naar Spanje importeerdewerd
Jusepe (in het Italiaansch: Giusep
pe) de Ribera de grootste uitvoerder
van Spaansche kunstelementen
(1588-1656). Zyn weg gaat in tegen
overgestelde richting en daarom
rekenen de Italianen hem evenzeer
tot de hunnen als de Spanjaarden.
De Italianen noemen hem overigens
zeer treffend «Lo Spagnoletto» om
dat hy in 1588 in Valencia geboren
werd, in 1616 naar Napels kwam en
rooit in zyn leven zyn Spaanschen
oorsprong kon verloochenen. Zyn
meesterwerken uit het Prado «Het
martelaarschap van den Heiligen
Bcrtholomeus* en de «Eremijt Pau-
lus» zyn nu eveneens geëxileerden
geworden. Het meest gekend is wel
zijn knielende «Heilige Agnes» van
de Dresdensche Galery waarvan de
weelderige, tot aan den grond reiken
de haarpraohit een Spaansche ver
raadt.
De grootste vertegenwoordiger van
d - Spaansche baroksohilderkunst is
echter Diego d,e Silva y Velasquez
(1599-1660) die uit de school van
Se villa voortspruit. Ook hy vertoef
de tweemaal in Italië, eerst in 1629-
1630, later w:er in 1643-1650, ter
gelegenheid we rvan hij het beroem
de portret konterfeit* van Paus Inno-
centius de tiende (Rome, Galery
I Jria). Het nationaal karakter van
zyn kunst bleef echter door de twee
reizen omzeggens onbeïnvloed zooals
eveneens de reis naar Spanje van
Rubens (1603) den grooten Vlaming
niet kon beïnvloeden. Als eerste
werk pakt Velasquez uit met het
traditioneel «religieuze thema» en
werpt zich op de schildering van
het hem omringende volks- en hof
leven. Geroepen aan het hof van
Philip de vierde (1623) konterfeit hy
niet alleen herhaaldelijk de leden
van de koninklijke familie tot aan de
pasgeboren infanten, maar ook de
hansworsten, &n de dwergen van het
hof. Zoo ontstaat zyn beroemd schil-
dery «Las meninasdat nu met 44
andere in Genève is waarop hy zich
zelf konterfeit staande voor den
schildersezel temidden van de eere
dames van het l\of.
De meesterly.ke beheersohing van
het licht en het tooverachtig koloriet
stellen Velasquez als verfynde tech
nicus ver boven zijn tydgenooten.
-«.eden deelen al zyn meesterwerken
zeker eenzelfde lot: de heeriyke