AKKERTJE
DE WENSCHRING
Ik dacht dat Laura's kleed wit
was, maar... ik had het nog nooit
gezien naast het hemd van uw
man, dat met Soleil gewasscher
y/erd
Neem 'n "AKKERTJE
"AKKERTJES (Pijnstillende cachets)
Belgisch Product. Recept Apotheker Dumont
Naak propaganda
met "Voor Allen..
S. A. R.O.V.
Voor onze lezeressen
Een pisilover met ajourvcrsiering
Neem
een
Proef
Voor
slechts
één Fran
-jxi&e^-n-
op 1 Mei
-
VCÖRPANB
Een verhaal voor onze kinderen
Geloof me, tiefstej\ I
innen 's don
alleen werkelijk wit,
wanneer het met
(Soteitgewasschen wondt
Toegegeven,maar ik
heb steeds gedacht
dat Soleil het linnen
.beschadigt
Voorin vergist ge tVs I
Soleil is een speciaal
ig mengsel van zuivere
yV zeep en zuurstof; hij bevat
niets dat het teerste
weefsel zou kunnen
aan fas teru^s
Dan gebruik F\ ij
ge wellicht
Soleil voor uw
fjn goed
Voor allesdus ook
voor mijn z'gden
en wollen goed
en ik beweer
bovendien, dab
hg het steeds afs
nieuw houdt.
Zorg en drukte van
dezen tijd hoeven ons
niet te ondermijnen.
Overspanning, Prikkeligheid ontaarden al
te dikwijls in volslagen Zenuwuitpulting.
Maar dadelijk komt 'l wijze KABOUTERTJE,
'1 AKKER-mannetje U voor den geest:
lil 'n omzien, trekt de hoofdpijn weg, klaren
Uw hersenen op, komt de rust over U-
En 't „AKKER-MANNETJE" lacht voldaan.
Overspanning, Zenuwuitputting, Lusteloosheid,
peloosheid, Hoofdpijn, Tandpijn, Migraine, Zenir
wetenschappelijke
samenstelling, snel en
uiterst doeltreffend,
volkomen onschade
lijk, 't middel bij uit
nemendheid tegen
Sla-
Zenuwpijn
ELLDEE ZILVERWERK
ELLDEE COUVERTS
«DE VRIJDENKER
DE KEUKEN
fcM
,kker;
- 8 - Voor Allen - 30 April 1939
Verantwoordelijke uitgever R. Vercammen. St. Pletersnleuv «tr. 64, GENT
Z
SE. 139-079 BFL
RAfFINERIES DU CONGO BEIGE BRUXELLES
Par doos van 12 stuks fr. 9.50. Per doos van 6 stuks fr. 5.-. Verkrijgbaar bij alle Apothekers.
Om O to overtuigen hoe mei en ho#
reker "AKKERTJES* Uw pijn of Uw griep
verdrijven zijn ihans overal verkrijgbaai
Proefdoosies met 1 "AKKERTJE voor fr.
Vo
30
'0
Toen de boer sliep trok hij ongemerkt den wenschring van zijn vinger.
Een jonge boer, dien riet. niet zoo
erg voor de wind. ging, zat op zijn
ploeg en rustte een oogenoiik uit, om
zich het zweet van het voorhoold te
wissen. Daar kwam een oude heks
terwijl ze braken, kwam er uit het
ge u zelf toch, zonder dat ge het toch
tot iets brengt. Ga twee dagen lang
steeds maar rechtuit, tot ge een groote
den ziet, die vrij in het bosch staat,
hooger dan alle andere boomen om
haar heen! A.s ge die omhakt, is uw
fortuin gemaakt.
De boer liet zjch dit ge in tweemaal
zeggen, nam zijn bijl cn'gmg op zoek
naar de den.
Na twee dagen vond hij die weide
lijk. Hij begon onmiddellijk te kap
pen. Toen hij omstortte en met geweld
op de grond terechtkwam, viel er uit
de kruin een nest met twee eieren. De
eieren gingen door de val kapot en
terwijl ez braken, kwam er uit het
eene ei een jonge adeaar en uit het
andere ei rolde een kleine gouden
ring. De adelaar groeide zienderoog,
tot hij zoo groot was als een flinke
jonge man, hu schudde zijn vee^en,
als om ze te protoeeren, hij verhief
zich even van den grond, en riep toen:
- Ge hebt mij verlost! Neem tot
dank de ring, die in het andere zat!
Het is een wenschring. Als ge die aan
uw vinger doet en dan ronddraait en
daarbü een wensch uitspreekt, dan
zal die wensch dadelijk in vervulling
gaan. Maar gij moogt maar één wensch
doen... Is die gedaan, dan heeft de
ring alle verdere kracht verloren en
wordt het weer een gewone ring. Daar.
om, bedenk u wel, wat het zal zün
wat ge wenscht, opdat ge er naderhand
geen berouw van hebt.
Daarop verhief de adelaar zich in
de lucht, zweefde nog even in wijde
bogen boven den boer zijn hoofd en
schoot toen a s een pül uit de boog
weg, de zon tegemoet.
De boer nam de ring, schoof die
aan zijn vinger en begaf zich op de
terugweg. Toen het avond geworden
was, kwam hij in een stad aan. Daar
zag hü een goudsmid voor zijn winkelr
deur staat, en vele kostbare ringen
lagen in de étalage. De boer liet hem
zijn ring zien en vroeg hefn, wat die
wel waard was.
Geen rijksdaalder, zei de goud
smid. De boer begon nu luid te lachen
en vertelde den man, dat het een
wenschring was, en dat die meer waard
was, dan alle ringen samen, die de
goudsmid in zijn winkel had.
De goudsmid nu, was een valsche,
sluwe man. Hij noodigde den boer uit,
de nacht bij hem door te brengen. Hij
zei
Een man als gij te herbergen, die
zulk een kostbaar kleinood bezit, moet
•geluk aan mijn huis brengen. Blü'f
vannacht Ibfj mij!
En hü spee.de den voortreffelüken
gastheer. Hij schonk den boer wijn,
en deed hem allerlei graopige verha
len. Toen de boer eindelek sliep, trok
hij hem ongemerkt de wenschring van
den vinger, en schoof er een gewone
gouden rmg, die precies op den wensch
ring leek, voor in de plaats.
De volgende morgen kon de goud
smid nauwelijks het uur afwachten,
dat de 'boer zou wakker worden en
vertrekken. Al heel vroeg in den mor
gen wekte hij hem en sprak
Ge hebt nog een heele wandeling
voor den boeg. Het is beter, dat ge
vroeg op pad gaat.
De 'boer was nog niet goed en wel
verdwenen ,of de goudsmid ging zijn
winkel blinden, sloot de deur af, deed
de blinden voor de ramen, zoodat nie
mand iets kon zien, ging toen zün
kamer binnen, grendelde ook ka
merdeur sekuur af, ging teen in mid
den van de kamer staan, draaide de
ring aan zijn vinger om en zei, hard
op
Ik wil onmiddellük honderddui
zend guldens hebben.
Nauwelü'ks had hij deze wensch uit
gesproken, of een ware guldensregen
daalde op hem neer, harde blanke,
zilveren guldens, die hem op het hoofd
vielen ,op de schouders ,öd de armen,
die hem in hem in het gezicht sloegen
als een zilveren hagelbuit. Hij 'begon
te jammeren en te kermen, om mede
lijden te smeken, hij deed een poging
om de deur te beTei'icen, maar voorc«u
hü die bereikt had, stortte hü, met
builen en wonden overdekt, neer.
Maar de guldensregen hield niet op,
en spoedig daarop 'boog de vloer door
onder het gewicht van de metalen last,
de p.anken, kraakten, braken... en de
goudsmid, mét zün. guldens stortte
in de diepe kelder. En het regende
steeds maar guldens, guldens, totdat
de honderduizend vol waren. Na een
poos hield het op en daar lag de goud
smid, dood, begraven onder de blanke,
zilveren guldens in de kelder.
Buren waren op het lawaai van
het ineenstorten van den vloer toe
gesneld, en toen zü den hebzuchtigen
man dood in de kelder vonden, onder
al dat geld, spraken zij
Het is toch geen ge,uk, als de
welvaart zoo ineens op u neerstort.
Toen kwamen de erven en verdeel
den de 'buit.
Intusschen was de boer vergenoegd
naar huis gegaan; hü liet de ring
aan zijn vrouw zien.
Nu kan ons niets meer gebeuren,
lieve vrouw, zei hü, ons fortuin is
gemaakt. Laten wij nu eens goed na
denken, wat wij wenschen zullen.
Maar de vrouw wist het al.
Wat zoudt ge denken, als we ons
nog wat land er bij zouden wenschen?
Wü hebben maar zoo'n klein stukje.
Er is juist een mooi lapje grond naast
onze akker dat moeten wü ons maar
wenschen.
Maar vrouw, natuurlük zou dat
prettig zün, maar als we een beetje
flink doorwerken, kunnen we die grond
misschien wel koopen.
En de boer en zijn vrouw werkten
een jaar lang heel hard, zooveel en
zoo hard ze maar konden en zie, toen
de oogst daar was, hadden ze nog
nooit zooveel 'binnengehaald als dit
keer, zoodat ze werkelijk dat stuk
grond konden koopen en nog geld over
hielden bovendien.
Ziet ge, zei de man, nu hebben
wü de grond en de wensch is nog
steeds viü.
Toen zei de vrouw, dat het wel nut
tig zou zün, als zü er nu een koe en
een paard bü hadden.
Vrouw, antwoordde de man dit
maal, terwijl nij met het overgebleven
geld rammelde, waarom zouaen wij
voor een onnoozel paard en een koe
onze wens.ch verspelen; de soe en het
paard kunnen wij ons misschien ook
zoo wei koopen.
En zoo gepeurde het werkelijk. Na
nog een paar jaar van hard werken
waren de koc en het paard ruimschoots
verdiend. De boer wreef zich verge
noegd in de handen en zei
Weer een paar jaar, dat wü de
wensch opgespaard hebben, en toch
alles gekregen, wat wij ons wenschten.
Dat noem ik geluk hebben.
Maar de vrouw sprak haar man ern
stig toe Hü moest eindelü'k maar
eens de wensch uitspreken.
Ik herken je heelemaal niet meer,
klaagde zij, vroeger klaagde en kermde
ge a.tijd, en wenschte gij van alles en
nu, nu ge alles zoudt kunnen krügen,
wat ge maar wenscht, plaagt gij uzelf
en werkt als een paard en ge laat zoo
de mooiste paren voorbügaan. Koning,
keizer, baron, een groote, gezeten
boer zoudt ge kunnen zü'n, al uw trog
gen vol geld zou ge kunnen hebben
en nu weet ge zelf niet eens meer wat
ge wilt.
-Houdt toch op met uw verwüten,
en praat toch niet zoo dom, antwoord
de de 'boer... Wij zün beiden immers
toch nog jong. Het heele leven ligt
nog voor ons. Eén wensch runnen we
maar doen met de ring en die is gauw
gedaan. Wie weet in wat voor omstan
digheden wü nog komen, dat wij blü
zijn nog de ring te hebben. Heoben
we dan gebrek? Zijn we niet zoolang
we oen ring nebben, al zoo vooruit
gegaan, dat iedereen er versteld van
staat! Wees toch verstandig! Ge kunt
intusschen uw tijd zoek orengen met
na te denken, wat ge wel zoudt kun
nen wenschen.
En daarmee was de zaak voorloopig
van de baan. En het leek er heusch op,
of met de ring de zegen op het hu.s
van den boer was neergedaald. Want
de schuren werden elk jaar voller, de
akker elk jaar grooter ,en na een lan
ge .reesk jaren was er uit den kleinen
ooer van vroeger een flinke, gezeten
boer gegroeid, die overdag met vele
knechts ploegde en zaaide en oogstte,
alsof hü de heele wereld verdienen
wilde en 's avonds als het vesperklokje
geluid had, zat hü tevreden en genoe-
gelijk voor de huisdeur en liet zich
goedenavond wenschen door de men-
schen.
Zoo gingen de jaren voorbij. Nu en
dan, a s ze heel alleen waren en nie
mand hen kon hooren, sprak de vrouw
nog wel eens over de ring en deed zij
hem allerlei voorstellen. Maar daar hij
steeds maar antwoordde, dat men pas
het allerlaatst aan het allerbeste
dacht, dat er nog altijd volop tüd was,
om te bedenken, wat ze zich wenschen
zouden, deed ze dit hoe langer hoe
minder en op het laatst werd er over
de ring nauwehjks meer gesproken.
En toch, wel elke dag een twintig
maal draaide de boer de ring aan zün
vinger om, maar hü paste wel op,
daarbij geen wensch uit te spreken.
Dertig en veertig jaren gingen voor.
bü en de boer en zijn vrouw waren
sneeuwwit geworden de wensch was
echter nog steeds niet uitgesproken.
Toen stierven de boer en zijn vrouw
beiden in dezelfden nacht, zoodat ze
ook hierin gelukkig waren.
Kinderen en kleinkinderen stonden
om het graf. En toen een van hen de
ring van vaders vinger wilde nemen en
bij zich wilde steken, sprak de oudste
zoon
Laat vader zijn ring meenemen
in het graf. Zijn heele leven heeft hij
eraan gehecht en zün plezier ervan
gehad. Het zal wel een dierbare her
innering voor hem geweest zijn, dat
hij er zoo aan gehecht was. En moe
der keek ook dikwijls naar de ring;
waarschijnlük heeft zü hem vader in
haar jeugd geschonken.
Zoo werd de oude boer met zün
ring 'begraven, de ring, die een wensch
ring moest zijn en er geen was, en
die toch zooveel geluk in huis had ge
bracht, als een mensch zich maar
wenschen kon.
Want dit is het eigenaardige met
goed en kwaad Een slechte zaak in
goede handen is altijd nog meer waard,
dan een goede zaak in slechte han
den...
zyn een leven lang
gewaarborgd.
<9
Te koop bij ROGER OSTYN, n. 27,
Bruggestraat, te M E E N E N
INDIEN GIJ begeert op de hoogte c<
zijn der vrydenkersbeweging, lees
wekelijks
PER NUMMER 0,60 fr
Voor drie maanden 8.fr
Voor één jaar 32.fr
VOOR ANTWERPEN
E. LAURIJSSEN, St. Lsaureysstraai
56, Antwerpen.
Postcheckrekening nr. 430.529.
VOOR GENT
Richard CLEREBAUT. 35. Schaap
straat, Gent.
Postcheckrekening nr. 470 649.
Vrijdenkersbond van Gent kost het Jaar
lijks slechts 20.frank. 62 74
Voor de leden van den socialistischen
Zooals ieder jaar zendt SAROV uit op 1 Mei a.s. en is deze uit
zending gewijd aan het Feest van den Arbeid.
In het programma stippen wij aan
9.u. Aankondiging van het Feest van den Arbeid, door
klaroengeschal en de Internationale.
9.05 MEI-REDE door HENDRIK DE MAN.
9.25 u. Alle menschen worden Broeders (Schiller-Beet
hoven).
9.45 u. Credo on Sanctus uit Hymne aan het Leven
(H. Roland-Holst)
9.55 u. De Socialistenmarsch.
10.u. Einde van de morgenuitzending.
12.u. Gramofoon Hei, 't is de Mei s>
17.45 u. KINDERUUR Bont 1 Mei-programma.
18.30 u. Gramofoon Zang Ernst Busch.
18.45 u. REDE van KAM1EL I1UYSMANS De 50ste ver
jaring der 1 Mei-vicring
19.u. Deklamatie van Stella Blanchaert en Frans
Roggen, afgewisseld met gramofoonplaten.
20.u. Uitvoering van het groot koorwerk JEMAND
(Tekst van Hans Sahl, geïnspireerd door de hout
sneden De Lijdensweg van een Mensch van
Frans Masereel, uit het Duitsch vertaald door
Arm. Suis, muziek van Victor Halder, met mede
werking van het Groot Symphonisch Orkest on
der leiding Van den heer Franz André, en het
versterkt koor onder leiding van Leonce Gras)
20.45 u. REDE door Prof. AUG. VERMEYLEN De Kunst
en de Arbeiders
22.10 u. Gramofoonplaten.
Materiaal: ong. 220 gram 2-dr.ads
parelwol, 2 lang breinaalden no. 3, 1
hulppen, 1 haakpen no. 3, 6 sierknoop-
jes, 2 kleine knoopjes.
Maten: bovenwijdte 90 cm. ruglengte
(van de opzetrand tot aan de schou
der), 49 cm., voorlemgte 50 cm., bin,-
nenmouwlengte 15 cm.
30 steken zijn ca. 10 cm, breed, 40
toeren zijn ongeveer 10 cm. hoog.
Afkortingen: a'=avereehts, r^rechts,
omsl. =oms!aan ede werkdraad van
voren naar achteren om de reehter-
naald slaan), overh. ov rhalen (1
steek ongebreid afhalen, 1 steek recht
breien, dan de ongebreid afgehaalde
steek over de recht gsbreide steek ha
len), sbr.=2 steken tot 1 rechte steek
samenbreien.
Voorpand. Wü beginnen aan de
onderrand en zetten 126 et ken op (42
cm.). Dan volgt het patroon
le toer (bovenkant van het werk):
36 r, 3 a, 6 r, 3 a. 6 r, 3 a, 12 r, 3 a,
6 r, 3 a, 6 r, 3 a, 36 r.
2e toer (achterzijde): 36 a, sbr, 1
omsl, 1 r, 6 a, sbr, 1 omsl, 1 r. 6 a,
sbr, 1 omsl, 1 r, 12 a, sbr, 1 omsl, 1 r,
6 a, sbr, 1 omsl,l r, 6 a, sbr, 1 omsl,
1 r, 36 a.
3e toer: als de le toer.
4e toer: 36 a, 1 r, 1 omsl, overh, o
a, 1 r, 1 omtl, overh, 6 a, 1 r, 1 omsl,
overh, 12 a, 1 r, 1 omsl, overh, 6 a
1 r, 1 omsl, overh, 6 a, 1 r, 1 omsl,
overh, 36 a.
le tot 4e toer voortdurend herhalen.
Bij de 12e, 16e, 20e, 24e toer aan
weerskanten tokens 1 steek minderen.
Bij de 24e toer heeft het weric, van de
opzetrand gemeten, een hoogte van 6
cm. Bij de 26e toer tot de 124e toer om
de 11 toeren, aan weerskanten telkens
1 steek meerderen. Voor de armsgaten
kant men bü de 125e en 126e toer tel
kens aan het begin 5 steken af en von
de 127e toer af tot de 132e toer tel
kens 3 steken. Voor de halsuitsnijding
kant men bij de 173 e toer de middens te
12 steken' in een lün af en voltooit de
toer met behulp van een derde pen.
Boven de h:t laatst gebreide steken
wordt het reehtervoorpand opgewerkt.
Van de 175 tot de 185e toer af om de
twee toeren aan de halszijde telkens
2 steken afkanten. Voor de schouder-
afschuining aan de armsgatkant van
de 188e tot 198e toer af om de 2 toe
ren telikens 6 steken afkanten.
Linkerhelft: op d zelfde wijze.
Achterpand. Tot aan het begin
van de armsgaten breien wü op de
zelfde wüze als voor het voorpand be
schreven. Voor de armsgaten kanten
wij de 125e en 126e toer aan het begin
telkens 5 steken af en van de 185e tot
de 192e toer af telkens 3 steken. Voor
de schouderafschuining van de 185e tot
ae 192e toer af aan het begin van elke
toer telkens 6 steken afkanten. Bij de
193e toer aan het begin 6 steken af
kanten, dan de middenste 16 steken in
een lijn af kanten en de toer met be
hulp van een derde pen voltooien.
Boven de h?t laatst gebreide steken
wordt de linkerhelft opgewerkt. Bij
de 194e toer aan het begin voor de
schouderafschuining 6 steken afkan-
ten. Bij de 195e toer aan het begin
aan de halszijde 10 steken afkanten.
196e toer: als de 194e toer. Rechter
helft: op dezelfde wijze breien.
Mouw. Aan de onderrand begin
nen en 84 steken opzetten (28 cm.).
Hier volgt de stekenindeeling van de
le toer: 15 r. 3 a, 6 r, 3 a, 6 r, 3 a,
12 r, 3 a, 6 r, 3 a, 6 r 3 a, 15 r. Van de
5e tót de 60e toer af om de 5 toeren
aan weerskanten telkens 1 steek meer
deren. Voor de kop van de mouw van-
de 61e tot de 68e toer af, aan het begin
van elke toer telkens 3 stek:n afkan-
ten. Bij de volgende toeren aan weers
kanten telkens 1 steek minderen: 70e,
73e, 76e, 79e, 82e, 85e. 88e, 91e, 94e,
96e, 98e, 100e, 102e, 103e, 104e, 106e.
107e, 108e, 110e, 111e, 112e, 114e, 115?
tot 121e. 122e toer: afkanten.
Kraaghoekjes. Voor ieder kraag
hoekje 30 steken opzetten (10 cm.) en
7 om. hoog breien. De beide zijkanten
en de onderrand worden met 2 toeren
vasten omgehaakt.
De deelen worden vochtig gemaakt
en g-'spannen. Nadat ze goed droog
zijn worden ze aan elkaar genaaid. De
kop van de mouw moet in plooien ko
men te liggen. De linkerschouder blijf:
2 cm. breed open, teneinde het klee-
dingstuk beter te kunnen aandoen.
Deze schoudecsplitsing en de halsuit
snijding worden met 1 toer vasten om-
gehaakt. De schouder;plit~ing wordt
door 2 kleine knoopj s en lusjes geslo
ten. De kraaghoekjes zooals op de af
beelding te zien is, opnaaien. De on
derrand en de mouwkanten worden,
met 1 toer vesten omgehaakt. De
mouw wordt tot een smal manchetje 2
cm. omgeslagen. Het manchetje wordt
aan de buitenk nt met 2 knoopjes ver
sierd. Op het midden van het voor
pand 4 eierknoopj s naaien.
Heden ten dage maakt de keuken-
uitrusuiig het onderwerp van een
speciale, grondige stuaie voor den
uic. Inderdaad.,
wanneer de bouwers van «buildings»
zi„.i zien de afmetin
gen van de keuken tot een mini
mum te herleiden, dan moet deze
ruimtebeperKing vergoed worden
door een doelmatige uitrusting, waar
alles op «efficiency» berekend is.
Maar zelfs wanneer gij u nog niet
verheugen kunt in het bezit van de
standaardkeuken, met haar prakti
sche wandkasten, strcomlijn-iornui-
zen en automatische jjskast, dan
zijn toch uw gelakte meubels, uw
mooie gasstel, kachel en gootsteen
uw beste zorgen overwaard. Daarom
is het ons ook een genoegen u
enkele wenken te geven, die u zul
len helpen uw al of niet moderno
keuken in volmaakten staat te hou
den.
um uw gelakte meubels glanzend
te houden, volstaat het er lichtjes
over te gaan met een vochtig zeem
leer. Vlekken worden met een licht
sopje verwijderd; vervolgens naspoe
len met helder water, drogen en
het meubel opwrijven met een fla
nellen doek waarop een paar drup
pels slaolie.
Om van de geëmailleerde binnen
kant en braadsleden van gasfornuis
en kachel de vetspatten te verwij
deren, is het noodig ze dagelijks te
onderhouden met een zeer fijn
schuurpoeder. Vim b.v. is hier uit
stekend geschikt, omdat hij dade
lijk alle vuil en vet opslorpt zonder
ooit de oppervlakten te krassen.
Ook voor het onderhoud van goot
steen en wandtegels komt Vim in
aanmerking.
Druipbord en tafel, en in 't alge
meen al het wit hout onderhoudt
men het beste met een heet sopje
Hetzelfde geldt voor den buitenkant
van het fornuis. Wasdoek reinigt
men met een heel licht en koud sop
je, waarna men grondig spoelt en
goed droogt. Een goed middeltje ter
voorkoming van barstjes in wasdoek
is wel een geregelde behandeling
met een zacht doekje, waarop een
paar slaolie gsprenkeld zijn.