(Sfeeds sccialislisch cx<yeez?eii
IN 'T PARLEMENT
ALLEEN ZAL 'T
NIET GAAN I
BETAALD VERLOF
I
WIELRIJDERS!
V
Y
Er is plaats voor de
middenstanders en voor
een middenstands
beweging in onze partij
1.1 >éa
Een strikvraag van
Hendrik De Man in Leiding
DE OPENBARE BESTUREN
VERWAARLOOZEN DE
OPENBARE SCHOLEN
PÓLITIEK WEEK-END
LA PREVOYANCE SOCIALE
Vraagstukken van den middenstand
Algemeen Vlaamsch Verbond ter
Bevordering van het Officieel Onderwijs
!3 - Voor Allen - 2 Juli 1939'
Volgens een eerste tieslisslng moesten
de Kamers met verlof gaan van 23
Juni af.
Terwijl ik bezig ben dit te schrijven
zijn ze nog altijd bijeen.
Dat zulks niet naar de zin Is van
tal van ministers is maar al te duide
lijk.
Tot wat dient het «bijzondere vol
machten» gevraagd en bekomen te
hebben indien het parlement bijeen
blijft en indien de ministers iederen
dag op den rooster gelegd worden?
En hoe langer het duurt, des te meer
zijn de ministers verplicht bun masker
af te leggen.
De regeering Pierlot ging een demo-
kratische regeering zijn; beloofde zij
zelfs niet de loonen niet te verminde
ren; de verplichte verzekering tegen
werkloosheid te deen stemmen; de
kwestie der invaliditeitsverzekering te
doen voorbereiden?
Wat blijft er van over van al die
beloften?
Minister Gutt komt er nu openlijk
voor uit dat de iconen der staats: gen
ten met 3 t.h. zullen verminderd wor
den; niet cm de pensioenen van wedu
wen en weezen te verzekeren, maar
omdat hij 40 millioen te kort in kas
heeft.
Minister Delfosse heeft alle moeite
van de wereld om maar de allerklein
ste toegeving te bekomen van de tradi-
tionneele rechterzijde; zelfs het stem
men der bijdrage te storten door de
patroons maakten zij tot een vrije
kwestie.
Minister Sap, laat de boeren van
Heyst-opkten-Berg in de steek en ver
dedigt de koolmijnibarons, die vierdui
zend mijnwerkers op de straat jagen
om de dividenten verdiend in hun
andere putten te behouden.
Minister Janson, gevolgd door al de
anderen, is verplicht kleur te kiezen
in de kwestie der gevraagde amnestie
voor de jongens die naar Spanje togen
om er de demokraitie te verdedigen en
voor de werklieden die sedert 1936 voor
stakingsfeiten veroordeeld werden.
Geen amnestie is hun standpunt; het
waren immers toch maar allen arme
dompelaars.
Minister d'AspremcmtLynden heeft
last niet de melkboeren. Hij geeft toe,
dat ze schandalig uitgebuit worden;
hij weet dat ze slechte 0,70 fr. per
liter krijgen en dit de melkerijen aan
meer dan het dubbel voortverkoopen.
Hij zagt geen kwaad van de stakende
boeren maar hij durft het niet aan
de melkerijen tot de orde te roepen.
Niemand zegt het openlijk maar een
ieder weet dat de strijd va.n het «Boe-
renfront» gericht is tegen den «Boeren
bond» en daarin nestelen toch de
vriendjes van de regeering.
En zoo brengt iederen da.g een nieuw
feit. Zij die op 2 April voor geel of
blauw gekozen hebben kunnen zich de
handen wrijven. Dat was het toch wat
ze wilden.
In de vorige rageering zaten nog
ministers waarop de kleinen beroep
konden doen, d*"5 moesten er uit. Nu
zijn opnieuw de grooten alleen baas
en zij dienen hun zaak en nairmate ze
vorderen, zullen ze onbeschaamder wor.
den.
Ons moet dit niet verwonderen, we
kennen ze toch reeds van vroeger.
Wat ons wel verwonderd is de
houding van d€ partij. In het parle
ment doen onze kameraden hun plicht.
Stap voor stop bevechten zij iederen
reaktionneelen maatregel, maar daar
zijn zij op voorband geklopt vermits
zij in de minderheid zijn.
Maar wat wordt er buiten het parle
ment gedaan?
Ik weet dat onze nieuwe partijvoor
zitter en gmsch het partijbureau naar
stig werkt, aan de voorbereiding van
innerlijk hervorming van 't partij
wezen, maar er zijn zaken die buiten
het parlement moeten uitgevccbten
worden op het oogenblik dat ze gesteld
worden.
De zaak van Flénu werd aan de
mijnwerkers overgelaten en zelfs het
verzoekschrift aan den koning heeft
het sluiten der putten niet kunnen
beletten.
De kwestie der 3 t.h. schijnt ook
maar alleen de direkte belanghebben
den te interesseeren.
En zoo zouden we kunnen voortgaan.
Opbouwende oppositie wil toch niet
zeggen passief toezien?
De regeering Pierlot zal haar weg
gaan, den weg der verarming en ver
drukking indien zij geen macht ont
moet buiten het parlement.
Zal dit tijdig begrepen worden?
ROEFFEL
HE7T tijdstip waarop in het alge
meen het betaald verlof wordt
toegekend, is daaromtrent of
mgenoeg aangebroken.
Danlk zij een krachtige syndikale
werking, waarvan de oorsprong in de
algemeene beweging van 1936 is te
vinden, kon deze verdragende hervor
ming in ons land onmiddellijk door
gevoerd worden.
Enkele jaren terug had men nog
van het betaald verlof niet durven
droomen, Iaat staan het op zulk een
kortstondige tijdfaze te bereiken.
En omdat het zoo onverwachts en
zoo overijlds is gekomen, heeft het
omzeggens san tijd ontbreken ons aan
de op voeding tot deze hervorming ge
woon te maken en het gebruik van het
verlof aan te leeren.
Het betaald verlof werd voor som
migen zoo maar als een soort weelde
artikel toegekend waarmede men niet
goed wist wat aangevangen. En ook,
was men omzeggens nergens erop voor
bereid om het verlof zijn goede uit
werking te verzekeren.
D:.ar vakantie-aangelegenheden wei
nig voorhanden waren in ons land, en
dat toerisme nog maar weinig in de
zeden van ons volk was gedrongen,
b:vind men zich plots voor een be
langrijk waagstuk, waaraan in de
mate van het mogelijke bevrediging
moest gegeven worden.
Het is niet gemakkelijk geweest om
de eerste verlofperiodes eenigszins te
regelen. En menigeen wist niet al te
best wat met het verlof aangevangen.
Doch, tijd brengt raad. en de onder
vinding leert; en zoo zal men wel spoe
dig alles in ons land hebben ingericht
en zal het volk zich spoedig er hebben
naar geschikt om het verlof op een
fatsoenlijke en degelijke wijze door te
brengen.
Dit neemt niet weg, dat er toch nog
zaken zijn vast te stellen welke niet
heelemaal in orde zijn. Ook het feit
dat de veralgemeening van het betaald
verlof op zich heeft laten wachten, en
dat uitvoeringsmodaliteiten een tijd
lang uitgebleven zijn, hebben mede
gebracht dat zelfs dit jaar nog niet
alles zonder schokken of stooten zal
gaan.
Maar er is meer; daar zijn zooals
met meer andere sociale wetten het
geval is misbruiken vast te stellen en
aan te klagen die waarlijk pijn aan
het hart doen.
En het zijn niet altijd en alleen
patroons die zich aan overtreding plich-
ting maken, mtar ook zijn er arbeiders
en werksters die misbruik plegen.
Is het niet droevig om aan te stip
pen dat sommige arbeiders en werk
sters alleen maar belust zijn op de
betaling van het verlof, en geenszins
op de rustdagen van het verlof!
Ja, er zijn zulke treurige vaststel
lingen op te doen, die weinig verkwik
kelijk aandoen en verre van stichtend
zijn, die heelemaal niet pleiten In
het belang van sommige werkmenschen
en die een nadeeligen invloed moeten
uitoefenen.
't Is gelukkig niet de algemeene
regel, en het bepaalt zich bij uitzon
deringen; maar dan toch is het niet
te begrijpen.
Een schooner hervorming dan het
betaald verlof kon men zich wellicht
niet indenken; en deze dan door som
migen als waardeloos met de voeten
te zien treden, moet zeker een pijn
lijken indruk verwekken.
Ware het dan nog maar dat deze
personen hun eigenzelf henadeeligen
door tegen de sociale en arbeidswet
geving te zondigen, dan zou dit mis
schien als een minste kwaad kunnen
beschouwd worden, maar het beperkt
zich daar niet bij, en het is maar
ongelukkig waar dat zulk een verkeer
de doeniwjjze al de andere arbeiders
en werksters in het gedrang brengt.
Het gevaar kan er ontstaan dat deze
hervorming wordt Verminkt of teniet
gedaan, want het patronaat is er nu
precies niet zoo goed om geluimd dat
het zich bij deze hervorming heef*
moeten neerlegt:en.
En de pogingn zuilen vanwege de
reaktie niet uitblijven om te beproe
ven iets of wat van deze hervorming
af te nemen.
Bijgevolg zij het niet sommige arbei
ders of werksters die de reaktie troef
in de kaart moeten spelen door het
aannemen van een schuldige houding.
De zoo pas veroverde hervorming van
het betaald verlof is te schoon en te
prachtig cm toe te laten dat zü maar
in iets van hare waarde zou vermin
derd worden.
Wij durven hopen, in deze begrepen
te zijn geworden; en dat alwie ons
leest, het zijne ertoe zal willen bijdra
gen om het betaald verlof onaangeroerd
en ongeschonden te behouden.
Meer dringen we aan op een bij
zondere inspanning vanwege de arbei
ders en werksters opdat zij er zorg
zouden willen voor dragen dat het ver
lof zoo goed mogelijk wordt doorge
bracht.
En in deze kunnen we wijzen op
goede initiatieven welke hier en daar
werden genomen met betrekking tot
het behoorlijk kunnen doorbrengen van
het verlof.
Er zijn plaatselijke of gewestelijke
organisaties die onmiddellijk de han
den aan 't werk hebben geslagen om
spaarfondsen in te richten, 't Is te
zeggen, spaarfondsen speciaal inge
richt om bij het aanbreken van het
verlof, de genietende arbeiders en
werksters in de gelegenheid te stellen
over iets meer te besclnrakei. dan over
de uitgekeerde verlofvergoeding.
Dit is een uitstekend idee welke voor
uitbreiding en veralgeimeendng vatbaar
is. In elk geval last dit toe, aan de
arbeidersfamilie met des te meer ge
mak van het verlof te genieten.
Zooiets verdient ten zeerste aange
moedigd te worden.
Andarzijds valt er nog ontzaglijk
veel te doen om de toeristische op
vattingen bij onze menschen te ont
wikkelen.
Dit is een opvoedingswerk dat zeker
niet op een jaar tijds kan voltooid
worden.
Onze groote bekommering en be
zorgdheid is het, dat alle arbeiders en
werksters het veroverd betaald verlof
hervorming schooner nog dan onze
droomen eere zouden willen aan
doen, en in niets aanleiding noch oor
zaak ervan zouden willen zijn dat deze
zoo pas veroverde hervorming in ge
vaar zou worden gebracht.
Er .gaan immers hier en daar stem
men op in reaktionnaire middens die
getuigen van haat en nijd tegenover
het betaald verlof.
Welnu, het beste antwoord dat
wij daarop kunnen geven is, het be
tuigen van een bijzondere belangstel
ling voor het betaald verlof.
Aan deze hervorming wordt niet ge
raakt, moet het ordewoord zijn.
J. DE CONINCK
JAN: Ik krijg toch nog melk
vandaag, Omer?
OMER: Natuurlijk, 'k draag
zelf mijn melk uit.
JAN: Ja, maar, vergis u niet.
Ik begrijp de misnoegdheid van
onze boeren.
OMER: Dat doet mij plezier.
JAN: Maar 't zou mij nog meer
plezier doen, moesten al de boe
ren begrijpen dat de arbeiders
voor beter loon, dus meer inko
men strijden.
OMER: We zijn toch zoo slecht
ingelicht.
JAN: Verwondert u dat? Gij
leest slechte gazetten: katholie
ke bladen.
OMER: Gij zijt weer op dreef.
JAN: 't Is toch zoo!
OMER: Maar ik ook heb er
onder te lijden. Als ik te veel
melk heb, dan moet ik ze ver-
koopen aan de melkerij.
JAN: Is er een melkerij in uw
streek?
OMEREen samenwerkende
maatschappij zelfs.
JAN: Ja, maar, Omer, nu her
inner ik me de zaak. 't Is een
van die talrijke valsche samen
werkende maatschappijen. Het
zijn de twee brouwers uit de
streek, die er hun geld hebben
ingestoken en de boerkens zien
niets van de winst op 't einde
van 't jaar.
OMER: Ge zijt juist ingelicht,
vriend Jan. Ik kreeg in den laat-
sten tijd 65 centimes per liter
melk van de melkerij. 'n Ar
moedje!
JAN: Terwijl ge als samenwer-
ker van een ware koöperatieve
deelgenoot zoudt wezen in de
Wl7lSt6Tl
Maar Omer, hebt ge gehoord
wat er in het parlement werd
gezegd over de melkstaking?
OMER: Nog niet.
JAN. Dat was zeer interessant.
Ge weet hoe de katholieken
schermen met de belangen der
middenstanders?
OMER: Ze spreken er gedurig
over.
JAN: Maar ze doen niet veel.
Ze vielen nu de tusschenper-
sonen aan die de melk opkoopen
aan lagen prijs en ze verkoopen
aan een hoogen prijs aan de ver
bruikers van de stad.
OMER: Dat is waar.
JAN: Zeker. Maar vriend, die
tusschenpersonen, dat zijn mid
denstanders of die tusschenper-
soon kan ook een maatschappij
zijn, wier belangen ze ook ver
dedigen.
OMER: En ivat bedoelt ge?
JAN: Dat die heeren katholie
ken, die hun mond vol hebben
over middenstands- en boeren-
belangen, geen oplossing kunnen
brengen aan de moeilijke toestan
den.
OMER: Hebt gij, socialisten,
dan een oplossing?
JAN: Onze woordvoerders in
VERGEET NIET dat elk oogenblik. aan een gevaarlijken
draai, aan een kruisweg, op de baan, u een ongeval
kan overkomen voor hetwelk gij verantwooraelijk kuut
worden gesteld.
DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan het verlies
van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die u
te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtoffer
worden van een ongeval
LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL
mits een jaariyksche premie van 55 frank, biedt u
een verzekering aan die uw burgerlijke veisntwoorde-
lijkheid tegenover derden waarborgt en de ongevalim
die u persoonlijk kunnen overkomen dekt, in de
volgende voorwaarden
BURGEJtLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
ï'remie van 25 fr.
50.000 fr. voor lichamelijke schade.
10.000 fr. voor stoffelijke schade.
PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van 30 fr.
20.000 fr. bij doodelijk ongeval.
20.000 fr. bij gebrekkelijkheid.
10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werken.
KOOPT DEZE GERUSTSTELLING
Beschermt u tegen de gevaren die u bedreigen en onder
schrijft aanstonds een volledige wlelrydersverzekering.
26
de Kamer, Chalmet en Wauters,
hebben ze voor de zooveelste
maal voorgelegd.
OMER: En welke is die?
JAN: Ziet ge wel, dat ge goed
zoudt doen onze geschriften te
lezen!
OMER: Ik begin het te geloo-
ven.
JAN: Chalmet zei het zoo een
voudig en klaar.
«Boerenfront»zei hij, de be
naming alleen toont dat langs
dien weg de oplossing niet zal
gevonden worden
De boeren moeten niet tegen
de verbruikers zijn en niet tegen
de massa der verbruikers: de ar
beiders. Het is maar als er een
front van boeren en arbeiders
zal zijn, dat boeren en arbeiders
over een goed inkomen zullen
beschikken.
OMER: Bravo!
JAN: Ja, maar help dan ook
mede.
Als de arbeider goed zijn brood
verdient, dan kan hij wat meer
betalen voor de verbruikswaren.
Als de boer zal begrijpen, dat
langs den weg van de ware koö
peratieve zijn belangen oprecht
verdedigd worden, zal hij ook
een vast bestaan verkrijgen.
OMER: En die tusschenperso
nen?
JAN: Die zullen voor een deel
verdwijnen. Dat is zoo. Die kun
nen in dienst komen der groote
koöperatieve inrichtingendie
zullen werk vinden in andere be
drijven, want de verhoogde koop
kracht der arbeidersmassa's zal
nieuwen afzet, maar ook nieuwe
voortbrengst scheppen.
OMER: Maar dat is toch een
voudig. Daar hebben we toch
allen baat bij. Waarom past men
dat niet toe?
JAN: Die vraag stellen, Omer,
is er een begin van oplossing aan
geven.
OMER: Hoezoo?
JAN: Omdat wij, arbeiders,
met de boeren samen moeten
gaan om alle kapitalistische ivan-
orde, waarin wij leven, te doen
verdwijnen.
Daar zit de knoop van de kwes
tie. Dat onze boerkens den strijd
der socialistische arbeiders be
grijpen, zooals wij de belangen
onzer boerkens willen verdedi
gen, en dan kunnen we groot-
sche verwezenlijkingen te gemoet
gaan.
Kom, schenk maar in, goede
melk zal ons nog sterker maken
om voor onze socialistische op
lossingen te ijveren.
wmagmm
V r I: 1
Het bombardement door de Japanners op de Chineesche stad Tchoeking, de
hoofdzetel van de Chineesche regeering. De as Rome-Berlijn-Tokio zocht
afleiding in 't Verre Oosten, om in Europa in 't duister een slag te kunnen
thuishalen. Alle vredeskrachten dienen samengetrokken om 't oorlogsgevaar
te verijdelen
ft
In Leiding van 25 Juni, het
uitstekend maandschrift der B.W.P.,
wijdt Hendrik de Man, voorzitter der
B. W. P., een artikel aan het begrip
Klassenstrijd Daarin motiveert
hij zijn stelling die hierop neerkomt:
De klassenstrijd loochenen is de
zon loochenen.
Niet willen erkennen dat onze we
reld er anders uitziet dan 50 jaar ge
leden. is de oogen sluiten vo„r de
werkelijkheid.
Wat zegt ons die werkelijkheid
De middenstand, waarvan vroeger
gezegd en geshreven werd, dat hij
gedoemd was te verdwijnen of toch
tenminste gepletterd te worden tus-
schen twee steeds machtiger worden
de klassen; de eene machtig door de
middelen waarover zij beschikt on
danks haar numerieke minderheid; oe
andere machtig door haar aantal en
haar organisaties. Tusschen die twee
die eens vechten zou cm de superiori
teit, zou de middenstand over en weer
gedobberd worden als... dobbelsteegen
waarvan men het lot dat hem te wach
ten stond of de rol die hij in die
titanenstrijd spelen zou. moeilijk kon
voorspellen
Sedert den oorlog vooral is men tot
andere gevolgtrekkingen gekomen.
Naast de cude middenstand, die
niet verdwijnt doch zich aanpast of
nieuwe bestaansmiddelen heeft ge
vonden dank zij de talrijke uitvindin
gen en de popularisatie van vroeger
rijkelui »-dingen (denk aan de radio
die duizenden handelaars, elektrie-
kens, reizigers, enz., werk en brooi
bezorgen; "denk aan den autohandel
die aan duizenden garagisten, hande
laars in vervangingstukken, verkoo-
pers van olie, naphfca, enz., laat le
ven en die vr eger (wat de auto
handel betreft, natuurlijk) zelfs in
groote steden op de vingeren kon ge
teld worden, van radio was toen
zelfs geen spraak.
België heeft nog altijd het rekord
(men moet er niet fier op zijn
van het bierdrinken
Daaruit het besluit trekken dat het
aantal herbergen groater is dan vóór
den o:rlog ware waarschijnlijk ver
keerd. want indien wij het goed voor
hebben, is het aantal plagen der
dorpen zooaLs Conscience onze eafé-
tjes noemde, verminderd, doch het
aantal herbergen die werkelijke han
delszaken zijn; die dus het hoofdza
kelijke bedrijf van den uitbater vor
men, zal wel gestegen zijn.
Kortom, de oude middenstand
houdt zich, ondanks alle tegenslagen,
belastingen, devaluaties, beurskata-
strofen en zoo meer, redelijk goed.
Daarnaast is een nieuwe mid
denstand ontstaan; beoefenaars vsn
vrije ber repen; staatsambtenaren,
ministerieele beambten (denk eens
aan de 45 ministeries van vóór den
oorlog, nu 1415; aan het paar dui
zend beambten gebezigd door de'
postcheeks, de telefonen, telegrafen;
Nat. Dienst voor Werkloosheid en
Arbeidsbemiddeling (N. D. A. W.);
de radio-omreepen, het N. I. R., enz.,
enz.).
In de nijverheid stelt men daaren
boven vast dat het aantal hand
arbeiders in verhouding tot het to
taal gebezigd personeel, verlaagt, ter
wijl het aantal t hoofdarbeiders of.
gespecialiseerden verhoogt.
Welnu, wanneer men bij deze ka-
tegorieën menschen, die zich niet
graag als arbeiders laten aanspreken
of betitelen, den boerenstand voegt,
dan komt men tot de vaststelling, dat
het niet lang meer duren zal of liet
«proletariaat» proletariaat in zijn be-
teekenis door de ouderen en de
ouders er aan gehecht, za.l niet meer
de meerderheid "der bevolking van het
land uitvormen.
Wanneer men bij die middenstan
den, den «rijken stand», de teindui-
zenden menschen telt die nooit voor
de socialistische partij zullen gewon
nen worden (of hier en daar een uit
zondering); wij bedoelen de geeste
lijken (mannen en vrouwen), de hoo-
gere officieren en ho:ge magistraten,
dan mag men gerust beweren, dat in
dien men de verwezenlijking van het
socialisme wenscht langs wreedzameii
weg en met wettelijke middelen en
dat wenschen 99 van ons dit
nooit mogelijk zal zijn met de wer
kende klasse alleen, zelfs indien
wat bijna ondenkbaar is de over-
groote meerderheid van de arbeidende
klasse socialist zijn z:u.
Uit noodzaak dus zou het ons reeds
aangeraden zijn de sympathie te ver
werven van de middenstanders en de
boeren.
Doch, socialisme is geen partijzaak;
socialisme is iets meer, grootecher.
Socialisme streeft naar een betere
maatschappij waar klassenvoorrech-
ten zouden afgeschaft worden, het
strijdt bijgevolg om het onrecht dat
spruit uit de huidige voorrechten, ge
noten do r een minderheid ten nadee-
le van alle andere standen voorgoed
uit te roeien.
Het socialisme is bijgevolg een al
gemeen humanistisch streven dat al
len die lijden of gebukt gaan onder
gepleegd onrecht of overmacht be
schermen, verheffen, vrijmaken wil,
welke ook de positie is. bekleed in de
huidige samenleving.
Dank zij zijn humanistisch streven;
de daden gesteld door zijn leiders,
dwingt het socialisme niet alleen den
eerbied af van tienduizenden die ons
vroeger vijandig waren, of onver
schillig tegenover ons stonden, doch
maakt het voor onze groote beweging
veroveringen die veruit buiten partij
formatie treden.
In ons land is het vooral sedert, de
-Planaktie» dat de B. W. P. haar
beschermende vleugels wijder heeft
geopend en velen die vroeger tegen
ons waren, tot ons deden komen.
Wij gingen tot de middenstanders
en de boeren en zeiden tot hen wij
varen op hetzelfde vlot
Het hangt van on.s af wie het vlot
besturen zal. Brengt het Plan aan de
Macht.
Tot slot van dit artikel gaven wij
graag d? strikvraag weder door H. de
Man gesteld in Leiding van Juni,
doch het zou ons artikel te lang ma
ken.
Wij geven het toekomende week en
vragen van nu af aan ervoor de volste
aandacht, niet enkel van de midden
standers, maa-r van onze militanten.
J. C.
FAILLISSEMENTEN IN BELGIE
Er werden over de week eindigende
23-6-'39. in België 25 faillissementen
uitgesproken, tegenover 12 over het
zelfde tijdperk van het vorige jaar.
Uitgesproken faillissementen per
branche gedurende de week 16-6-'39
tot 23-G-'39
18 diversen. 3 aannemers. 2
vlesschhouwers. 1 caféhouder.
1 schenbandelaar.
In totaal werden er van l-l-'39 tot
23-6-'39. in België 397 faillissementen
uitgesproken, tegenover 329 over het
zelfde tijdperk van 1938.
CONCORDATEN Van 1-1'-39 tot
23-6-'39, werden in België 132 aan
vragen ingediend tot het bekomen
van een concordaat, en 80 aanvragen
gehomologeerd tegen ver resp. 106 en
63 over hetzetode tijdperk van 1938.
-
PROTESTEN Over de week eindi
gende 23-6-'39, werden in België 3014
protesten geregistreerd tegenover 1996
over hetzelfde tijdperk van 1938.
Van l-l-'39 tot 23-6-'39, werden in
België 57.435 protesten geregistreerd
tegenover 46.963 over hetzelfde tijd
perk van het vorige jaar.
Tak Oost-Vlaanderen
VROUWELIJKE TECHNICI IN U. S. S. R.
In de zwaar-industrie in de Sovjet-Unie werken thans 13.000 vrouwelijke
specialisten, d.w.z. 19.1 t.h. van het totaal aantal specialisten in de zwaar-
industrie Van deze 13000 zijn er 8600 ingenieurs. 36.7 t.h. van het totaal
aantal der vrouwelijke technici zijn scheikundige, 21,2 t.h. geoloog20 t.h.
specialiste voor gekleurde metalen en 18,9 t.h. architekt
Wanneer men in de gelegenheid is
het vrijzinnig officieel onderwijzend
personeel van den kath. buiten aan
het woord te hooren over den lijdens
weg der gemeentescholen, staat men
waarlijk in bewondering voor zijn
moed. dien het aan den dag legt in
den strijd tegen de klerikale sabo
teurs, terwijl het tevens s.ms weinig
of geen steun vindt bij hen, die noch
tans een handje zouden kunnen toe
steken. 't Is vooral als men dit school
leven leert kennen, dat men den
werkelijken schoolvrede leert
kennen en overtuigd wordt, dat de
openbare besturen de vernietiging van
hui eigen enderwijs aan 't voltrekken
zijn, terwijl ze daarnaast de gezond
heid knakken van hen, die zich met
hart en ziel aan hun scholen geven.
Ondankbaar vaderland!
Op andere plaatsen ijveren vrijzin
nige vrienden voor verbetering en dit
met een hardnekkigheid waarover
wij fier zijn. Te Lebtoske b.v., strijde
men reeds vier jaar om een gemeen
telijke meisjesschool te bekomen en
nu de plans reeds drie maanden zijn
goedgekeurd en de toelage toegekend,
is er nog geen sprake van uitv.ering.
Daarnaast is er dringend verandering
noodig in de jongensschool, want de
leerlingen leven in ware krotten en
er is geen tuinbouwonderwijs, noch
lokaal voor lichaams .efeningen
Niettegenstaande zulke tegenwer
king zullen de kath. toch voort den
mond vol hebben over de vrijheid van
den huisvader, de liefde voor ziel en
lichaam. Neen, met die heeren is
niets te doen. De overdreven g:edheid
en de slakken-mentaliteit van
hoogerhsnd spelen in hun kaarten.
Daarin moet verandering komen.
Wanneer zal er eens op de vingers
getikt worden van hen die een hoo-
ge borst opzetten, omdat ze een
openbare plaats bekleeden, d:ch mee-
nen dat hun alles toegelaten is Wan
neer zal die venijnige schoolstrijd op
houden Wanneer zal men de wet
ten en reglementen op het onderwijs
naar letter en geest toepassen Wan
neer komen de wetteksten die geen
sabotage meer toelaten Er dient
dringend uitgezien te worden naar de
middelen cm het openbaar onderwijs
de plaats te geven waarop het recht
heeft.
In afwachting dienen alle feiten
aan de kaak te worden gisteld. We
hebben een fout begaan door de mis
daden der katholieken niet overal uit
te bazuinen. We zwegen te la,ng over
den plaatselijken lijdensweg onzer
scholen, terwijl daarentegen de hee
ren der overzijde allerlei kleinigheden
uit den vinger zogen of opbliezen en
de openbare meening voor hun recht
matige eischen trachten te win
nen. De handelwijze en het doel der
klerikalen dienen duidelijk te worden
aangetoond. Op die wijze zal de mas
sa begrijpen, wie het bij het rechte
eind heeft en het goed meent met het
kind en met de eendracht onder de
burgers. De off. scho 1 is de nationale
school, daarom moeten de openbare
besturen haar beschermen, uitbreiden
en hooger opvoeren. Op dit oogen-
blik k:men zij aan hun plichten te
kort en bevoordeelen ze die scholen,
wier zedenleer ook geen plichten er
kent tegenover de hoogere overheid,
als 't in hun kraam te pas komt.
(M;n zou zeggen dat ze langs beide
zijden in goed gezelschap verkeeren).'
D.ch de vrijzinnigen betalen de ge
broken potten.
De vlieger gaat vno niet op
De openbare besturen moeten de
scholen doen bloeien, die menschen
willen vormen, bewust van hun
plichten als staatsburgers. Vooruit,
heeren der hrogere overheid, pa-st de
principes der zedelijke en staatsbur
gerlijke opvoeding toe. Als het goede
voorbeeld van hooger komt, volgt de
rest vanzelf.
DE NEEF.