SOCIALE STELSELS
EEN LESJE ALGEMEENE
GESCHIEDENIS UIT HET
VERRE OOSTEN
W-
n
A$C
V
Boekhandel
DE VLAM
VAN MATEN EN
VENNOOTSCHAPPEN
\y
romans
Sociaal katholicisme en christene
arbeidersbeweging
1
6 fr. per deel
m
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
Voor socialistische kadervorming
(ZES EN TWINTIGSTE LES)
I. EEN VOORLOOPER
LAMENNAIS
II. DE PAUSELIJKE
SOCIALE
LEERSTELLING
BIBLIOGRAFIE
VRAGEN
NIEUWE
KURSUS
Sociale en
Ekonomische
Geschiedenis
wmm
lil
HET RAPPORT VAN 1793
RECHTSKUNDIGE KRONIEK
Koloniale Loterii
De 7e snede 1939
Het super-groot lot
van één millioen
DE VOLGENDE TREKKING
4 - Voor Allen - 2 Juli 1939
Voor alien's Volksuniverszleii
IN de negentiende eeuw werd het
sociale vraagstuk zoo scherp ge
steld, dat de ka.holieken zich ver
plicht zagen zich ook daarmede
te gaan bezig houden. De vooruit
gang der socialistische ideeën was
een rechtstreeksche bedreiging ge
worden voor den invloed van de kerk
en weldra werd het voor dezer die
naars duidelijk dat het gevaar niet
alleen door een veroordeeling der
nieuwe gedachte zou kunnen worden
afgewend.
Sedert lang reeds was de geeste
lijkheid in de arbeiderskringen on
populair geworden, omdat men zich
hier duidelijk rekenschap gegeven
had van het feit dat zij de bondge
noot der bezittende klasse en der
reaktionnaire partijen was. Zoo ont
stond een soort liberale katholieke
.beweging, die tot doel had het gods
dienstig geloof te verzoenen met de
dtmokratische gedachte. De ver-
maardste vertegenwoordiger dezer
strekking was Lamennais (1782-1854),
priester en schrijver, die reeds vroeg
bekend werd door zijn boek Essai
sur l'indifférence en matière de
religion 11817-1823) (Proef over de
onverschilligheid in zake godsdienst),
een werk in vier deelen, dat de ver
heerlijking is van het katholicisme.
Na het verschijnen van dit boek
kwam Lamennais tot meer vrije ge
dachten, en werd hij een vurig ver
dediger van het liberale katholicis
me.
Toen hij, na de revolutie van Juli
1830, als een voorstander der nieuwe
orde van zaken optrad, en met La-
cordaire en Montalembe-t het dag
blad L'Avenir (De Toekomst) sticht
te, haalde hij zich de kerkelijke cen
suur op den hals. In 1832 en 1834
werd de richting van L'Avenir door
twee encyklieken van den Paus ver
oordeeld.
Terwijl zijn twee medewerkers zich
onderwierpen, wilde Lammenais niet
buigen en werd in den ban geslagen.
In 1834 zond hij zijn geruchtmakend
boek Paroles d'un croyant (Woorden
van een Geloovige) in het licht, welk
boek binnen weinige jaren meer dan
honderdmaal gedrukt en in alle
Europeesche talen overgezet werd.
Op een Encykliek van 1834, waarin
Gregorius XVI dat geschrift veroor
deelde, antwoordde Lamennais met
zijn Affaires de Rome (1836), waarin
hij de heftigst^ beschuldigingen uitte
tegen de Roomsche Curie.
Na dien tijd bevorderde hij de
demokratische beweging, tegelijk met
zedelijkheid en deugd, in zijn boe
ken als Le Livre du Peuple (1837),
Esquisse d'une Philosophic (1841-46),
Discussions critiques (1841), Le Pas
sé et I'avenir du Peuple, Le Pays et
le Gouvernement; dit laatste bezorg
de hem een proces van staatswege,
en hij werd tot gevangenisstraf ver
oordeeld. Na de Pebruari-omwente-
ling van 1848 werd hij uiterst-links
lid der Nationale Vergadering, waar
hij echter slechts een bescheiden rol
speelde. Na de Restauratie stelde hij
zich trouwens niet meer voor.
Lamennais is een demokraat, en
geen socialist. Zijn kritiek op het
regime is veeleer van zedelijken, dan
wel van ekonomischen aard. Hij ver
wijt an de toenmalige maatschap
pij gebaseerd te zijn op een onge
lijkheid die tegenstrijdig is met ae
principes van het Christianisme
om de ontplooiing van het geestelijk
leven te beletten; een te lange en te
zware arbeid, een miserabel levens
peil, dat is het lot der werkende
klasse. Hoe zou, in deze omstandig
heden, het volk godsdienstig kunnen
leven? Lamennais ziet de oorzaken
en de gevolgen van het maatschap
pelijk kwaad, doch hij ziet niet in
dat de remedie ligt in een mogelijke
socialisatie der rijkdommen.
Integendeel, volgens hem is het
door den toegang van allen tot het
privaat bq^it dat men de eenheid
en de harmonie in de maatschappij
kan verwezenlijken.
Welke zijn nu Lamennais' aktie-
middelen? Hij verafschuwt elk ge
weld. Toch erkent hü het recht tot
opstand tegen de onbillijke privi
leges en de onrechtvaardige over-
heersching; «indien het volk die over-
heersching breekt, dan verstoort het
de orde niet, doch herstelt ze; het
voltrekt het werk van God en dezes
altijd rechtvaardigen wil.. Hij is een
vurig voorstander van de arbeiders-
vereeniging, waarin hij een verwezen
lijking ziet van de christelijke soli
dariteit. Maar vooral van de politieke
rechten en het openbaar kosteloos
onderwijs voor het volk verwacht hij
een diepgaande sociale opbeuring.
Daarenboven eisdht hij het algemeen
stemrecht.
Zooals men ziet, zijn bij Lamen
nais elke klass3beschouwing en de
ontleding van het kapitalistisch
stelsel vreemd gebleven.
De veroordeeling van Lamennais
en de vervoLging van andere vrijden
kende katholieken in Frankrijk en
overal elders, zijn niet bij machte
geweest den opgang der «sociale
denkbeelden, in de geloovige krin
gen te stuiten. Rond de jaren 70
ontstonden integendeel overal groe
pen van katholieke arbeiders, die
bezield waren met een opstandig ge
voelen tegen de heerschende maat
schappelijke wantoestanden. Het kon
dan ook niet anders of Paus Leo
XII zag zich in 1891 verplicht de ver
maarde encykliek Re rum Novarum
(over den nieuwen s.aat van zaken)
te verkondigen, wilde hij zijn kudde
niet zien uiteenvallen.
Dit was nu het begin van een
snelle uitbreiding der christelijk-
sociale gedachte, waarvan de Belgi
sche aanhangers tot voor een twintig
tal jaren zich nog anti-socialisten
noemden, wat voldoende aantoont
wat het eigenlijke doel van de pau
selijke sociale aanbeveling was.
Van jongeren datum (1931) is de
Encykliek van Pius XI Quadragesimo
Anno («veertigste jaar. na Rerum
Novarum)die de leer van Leo XIII
bevestigde en in verband bracht met
de gewijzigde omstandigheden na den
wereldoorlog.
Ook Pius XI stelt de misbruiken
van het modern ekonomisch stelsel
aan de kaak, maar hij kan daarom
het socialisme nog niet goedkeuren,
wijl hict ook in zijn gematigden vorm
niet overeenstemt met het katholiek
geloof. Elk materialisme ais basis
van het geluk verwerpend (wat hij
ten minste voor materialisme houdt)
ziet hij het heil van het menschdom
in het beleven van het Evangelie en
vermaant da bisschoppen, dat zij
de hun toevertrouwde geloovigen dat
doen Inzien en ten volle an vaarden.
De verwerping van het materia
lisme door Pius XI heeft niet belet
dat de geestelijke Wilhelm Hohoff,
die steeds een hevige bekamper dei-
socialisten geweest is, vóór een vijf
tiental jaren herhaaldelijk schreef,
dat aan het marxistisch ekonomisch
stelsel niets onkristelijks was. Ook
Mgr. Schauhhofer en vele andere
geestelijken dachten en denken nog
in denzelfden zin.
De Encyklieken der Pausen en het
Socialisme plaatsen zich bijna op
eenzelfde standpunt bij de beoordee
ling van het maatschappelijk vraag
stuk in onzen tijd de klassentegen
stelling.
Zoo lezen wij in Quadragesimo
Anno Tegen het einde der negen
tiende eeuw hadden de nieuwe eko-
nomische inrichting en de stijgende
industrialisatie in de meeste landen
zoodanig ingegrepen ,dat de maat
schappij meer en meer in twee klas
sen verdeeld bleek. De eene klasse,
hoewel klein in getal, genoot vrijwel
alle voordeden, welke de nieuwe
uitvindingen zoo overvloedig boden;
de andere echter, die de ontzaglijke
massa van werklieden omvatte, ging
onder een rampzalige armoede ge
drukt en trachtte tevergeefs zicli te
bevrijden uit de nooden waarin zij
zich bevond Toch is die ontzag
lijke massa proletariërs aan den
eenen kunt, met aan de andere zijde
het matelooze vermogen van enkele
schatrijken, het allerduidelijkste be
wijs, dat de goederen ,in onzen zoo-
genaamden industrieelen tijd zoo
ruimschoots voortgebracht, verre
van behoorlijk zijn verderid, en dat
zij aan de verschillende klassen van
menschen niet volgens billijkheid
ten goede komen Dat te een
hoofdstelling van het Plan van
den Arbeid
Leo XIII en Pius XI hebben dus
het .bestaan van de twee groote
maatschappelijks klassen erkend.
Én zij erkenden ook nog dat de twee
klassen de dragers zijn van het
maatschappelijke krachtenspel
zooals zich H. Vos uitdrukt. De
Pausen verwerpen echter den strijd
van de eene klasse tegen de andere,
en prediken de klassenverzoening
tïTwille van het Evangelie. Kerk en
Staat, werkgevers en werknemers
moeten samenwerken om aan Ieder
een een menschwaardïg bestaan te
verzekeren, om woeker en verdruk
king te doen ophouden en de maat
schappij wederom gezond te maken.
L;o XIII beschouwt den klassen
strijd als een ziekelijk, abnormaal
verschijnsel; het is uit den booze,
want het strekt niet met het wcord
van Christus hebt elkander lief
Aan dit verschijnsel, beweert hij,
zal een einde gemaakt worden door
het uitvaardigen van maatregelen
door den Staat (sociale wetgeving)
om de belangen en de bevrediging
der behoeften van de arbeiders te
waarborgen; vooral echter door de
naleving der kristelijke moraal, meer
in 't bijzonder door het beoefenen
der kristelijke deugden van recht
vaardigheid en broederliefde.
Dat is dus de eenige oplossing
waarvan de leerstelling der Kristen
Demokratie durft gewagen. De ge
beurtenissen in den strijd van het
proletariaat voor het behoud zijner
verworven rechten en voor lotsver
betering hebben bewezen dat de
door de Pausen voorgeschreven mid
delen ondoelmatig zijn. De Kristen
Demokratie staat inderdaad op so
ciaal, politiek en ekonoimiseh ter
rein onmachtig tegen de kapitalisti
sche overheersching en uitbuiting.
De machtigen gehoorzamen aan de
kristelijke moraal zoolang hun mia-
terieele eigenbelangen niet in gevaar
worden gebracht.
M. Verhalf Katholicisme en Socia
lisme (Wilde Roos, 1930).
H. Vos Het Plan van den Arbeid
en de Pauselijke Encykliek Quadra
gesimo Anno (1934).
1) Waarom is een verzoening tus-
schen de Kerk en de arbeidersklasse
onmogelijk
2) Heeft bet standpunt van den
klassenstrijd iets te zien met het ge
loof Waarom
Antwoorden, vergezeld van een
postzegel van 0,75 fr. .sturen aan G.
De Vos, Zwijnaardsche steenweg, 78,
Gent.
Aanstaande week vangt V. A.
de publikatie aan van een nieu
we reeks van 24 lessen, over
De reeks SOCIALE STEL
SELS en de nieuwe kursus vor
men de stof van den tweeden
graad van onzen korresponden-
tie-kursus Met onze drie reeksen
van verleden jaar, zullen de
huidige lessen de basis vormen
voor socialistische kaderscho
ling Zij mosten worden be
schouwd als een minimumpro
gramma, dat vanzelfsprekend
verder uitwerken en volmaking
vereischt, indien onze militaw-
ten zich aan een breedere en
diepere scholing willen wijden.
VELE van onze lezers zullen zich,
denkende aan Tientsin, de
vraag hebben gesteld wat is
eigenlijk een koncessie. Het
woord konqessie heeft een leelijke
naam gekregen. Letterlijk beteekent
het toegeven. Het woord Karakteri
seert de politiek, die Chamber ain,
als eerste-minister van de Britsche
regeering, een tijdlang heeft gevolgd.
Met deze beteekenis heeft het woord
koncessie in Oostersche zin echter
niets te maken.
De haven van Sjanghai werd voor
de Britsche handel en Britsche on
derdanen het eerst opengesteld in het
jaar 1843 door kapitein Ba'.four, den
eersten Britschen konsul. Kooplieden
van alle nationaliteiten nebben van
dit feit terstond profijt getrokken. De
ommuurde stad Sjanghai bevatte
toen bijna de geheele Chineesche
bevolking. De eerste buitenlandsche
kooplieden waren dus wel gedwon
gen. wilden zij zich in Sjanghai
vestigen, binnen deze muren een huis
te huren. De bevolking en ook de
Chineesche autoriteiten verheugden
zich over deze vestiging van vreemde
lingen, omdat zü er een konkurrentie-
mogelijkheid tegen het zuidelijker
gelegen Kanton in zagen. Zij legden
dus de vreemdelingen niets in de
weg en waren in elk opzicht inschik
kelijk en behulpzaam.
Maar de stad was eigenlijk geen
stad in de ware zin van het woord.
De straten waren nog minder dan
sloppen en zelfs de Chineesche hui
zen van welvarenden waren niet
eerste klas.
In de zomermaanden dreef een
kombinatie van vuil en stank, lawaai
en besmettelijke ziekten de buiten
landers naar verblijven buiten de
stad. De plaatse'ijke Chineesche
autoriteiten hielpen den Britschen
konsul bij het zoeken naar een ge
zondere streek, die gevonden werd
bij de Soochow-kreek, waar terstond
behoorlijke verblijven en kantoor
gebouwen werden opgericht. Andere
vreemdelingen, niet-Britfen, verlang
den soortgelijke voorrechten, waar
van de Chineezen handig gebruik
maakten om de landprijzen op te
drijven en afgifte van het land te
weigeren, ook al waren de pachtsom
men betaald.
Tenslotte sloot de Britsche konsul
mef den plaatselijken Taotai (laat
ons zeggen gouverneur) een over
eenkomst, waarbij aan vreemdelin
gen werd toegestaan een elastische
nederzetting te vormen tegen beta
ling van 1500 geldstukken per mou
(een zesde acre). Geleidelijk heeft
deze nederzetting (koncessien, ge-
biedsafstand) zich uitgebreid.
In 1849 verkregen ook de Fransche
kooplieden een soortgelijke koncessie
en korte tüd later volgden ook de
Amerikanen, geholpen door Ameri-
kaansche missionarissen, dit voor
beeld. Het eerste begin van de kon
cessie was er. Ondanks vreemdelin
genhaat namen de koncessies in aan
zien toe, vooral in tijden van burger
oorlog, toen vele duizenden Chinee
zen in de koncessies de bescherming
zochten en kregen, die de Chineesche
autoriteiten hun niet konden geven.
De Chineezen lieten de vreemde
lingen in hun koncessies dus begaan.
Zoolang de pacht op tijd betaa'd
werd, lieten zij de koncessies met
rust. Geen enkele Chinees mocht ech
ter in dienstbetrekking staan tot de
vreemdelingen, omdat zooiets voor
een Chinees onwaardig was. Aan de
buitenlanders in de koncessie wer
den daarom allerlei verplichtingen
opgelegd, o.m. het bouwen en onder
houden van bruggen, hec schoon
houden van de straten en de ver
lichting bij nacht, het planten van
boomen, het aanleggen van dijken
en het onderhoud van bewaking.
Hiervoor waren gelden noodig en
derhalve werd besloten, dat eenmaal
per jaar een vergadering van land-
pachters in de koncessie zou bijeen
komen om de belasting vast te stel
len en dat uit die vergadering drie
buitenlanders zouden worden be
noemd voor de kontrole op de uit
gaven. Dat was het begin van de
tegenwoordige gemeenteraad van
Sjanghai niet zijn hedendaagsche
rechten en verplichtingen.
Het internationale karakter van
de koncessie, nu een van de waar
borgen voor de veiligheid, stond in
die beginperiode nog niet zoo vast.
De beslissing bracht een konflikt tus-
schen den toenmaligen Britschen ge
zant Alcock en een vertegenwoor
diger van een Amerikaansche firma,
Wolcott van Russell en Co. De Ame
rikaan eischte het recht op de
Amerikaansche vlag uit te steken,
hetgeen de konsul weigerde De koop
lieden waren in meerderheid op de
hand van den Amerikaan, die toe
stemming kreeg zijn eigen vlag te
toonen. De niet-Engelschen kregen
daarop medezeggenschap in het
openbaar bestuur en werden mede-
verantwoorde" ijk voor de handhaving
en bescherming van de zich snel uit
breidende koncessie.
Ook de bevoegdheden buiten de
koncessie werden langzamerhand
vastgesteld. Sjanghai werd in het
jaar 1853 door de Taipang-rebellen
veroverd. Bescherming voor de
buitenlanders door de Chineesche
autoriteiten, zooals omschreven in de
verdragen, was er toen niet, want de
autoriteiten waren verdwenen. De
buitenlanders waren daarom genood
zaakt, zelf voor hun verdediging te
zorgen en verboden den toegang tot
de koncessie aan alle troepen, die
iets met den burgeroorlog hadden te
maken. De betrekkelijk kleine kon
cessie werd een toevluchtsoord voor
een half millioen Chineesche vluch-
te'ingen, die voor de kooplieden wel
lastig waren, maar die men er toch
ook niet uit kon zetten. Tien jaar
lang heeft de koncessie deze Vluchte
lingen moeten onderhouden en voe
den, want van hun lot trok de keizer
lijke regeering zich niets aan. Daarop
werd toen besloten ,dat de koncessie
het recht zou hebben van de welge
stelde Chineezen belasting te heffen
en dat de weigerachtigen voor een
konsulaire rechtbank zouden worden
gebracht. De gemeenteraad kreeg
tevens de kontrole over het gebruik
van alkohol en over Chineesche ver
makelijkheidsinrichtingen
Het internationale karakter kwam
eerst definitief tot stand toen de
rechten van de politie zich ook tot
de andere kon cessies uitbreidden.
De Britsche politie kon de misdadi-
I fM tWiKjr t e. -
:;W
Op het aanplakbiljet staat Eigen
dommen en leven van onderdanen
van bevriende staten worden in ge
vaar gebracht door de bruutheid van
het Japanscli imperialisme.
zitten, is Japan in het veroverde
Chineesche gebied geen baas. Bezet
ting der koncessies zou Japan ter
stond in oorlog brengen met Enge
land, Frankrijk en Amerika. Daarom
is een andere weg ingeslagen de
blokkade, waarmee Japan de andere
mogendheden tot langzame overgaaf
hoopt te dwingen. Sedert erikele we
ken is de Britsche koncessie in
Tientsin door prikkeldraad versperd
geweest. Wat zich daar heeft af
gespeeld, heeft men uitvoerig in de
bladen kunnen lezen.
Ook al zou dit konflikt in Tientsin
op vreedzame wijze worden bijgelegd,
het is moeiliik in te zien. hoe op
den duur de Britten en de Japanners
tot overeenstemming kunnen komen.
Konsekwent, immers, zetten de Ja
panners hun politiek in het Verre
Oosten door de verdrijving van alle
buitenlanders uit China. China niet
voor de Chineezen, maar China voor
Japan! Dat is het doel van Tokio en
het laat zich daar niet van afbren
gen. Tenzij door geweld. Maar geweld
zal met geweld worden oeantwoord.
Misschien nog niet vandaag. Maar
eens. wie weet hoe spoedig, komt de
afrekening.
(Uit <Wij» Hollandsch,
soc. weekblad).
In de eerste dagen van den oorlog tusschen Japan en China zijn tienduizen
den Chineezen de Europeesche koncessies ingevlucht.
In de internationale koncessie van Sjanghai.
gers onder de Chineezen gemakkelijk
de baas. De ergsten verhuisden daar
op naar de Amerikaansche konces
sie, waar s echts zes politie-agenten
ter beschikking stonden. In 1862 nam
toen de Britsche politie de taak van
de zes Amerikanen over en waar
borgde de veiligheid bij oe Ameri
kanen. Het jaar daarop werden beide
koncessies onder één bestuur ver-
eenigd. Dat was het geboortejaar van
de internationale koncessie in Sjan
ghai. Aanvankelijk hadden de Brit
sche en Amerikaansche konsuls het
oppertoezicht, doch later werd aan
aan alle konsuls van de acht
tien verdragsluitende mogendheden
rechtsgelijkheid verleend.
Naar dit voorbeeld van Sjanghai zijn
de andere buitenlandsche koncessies
in China ingericht. Hei zijn alle
autonome, buitenlandsche gemeen
schappen, die het belastingwezen en
de politie in eigen hand hebben, zon
der eenige inmenging van Chineesche
zijde. In het begin van ce twintig
ste eeuw heeft de nieuwe rationalis
tische regeering van Tsjang Kai
Tsjek enkele koncessies van de bui
tenlanders overgenomen. De over
gaaf geschiedde vrijwillig, na een
reeks van diplomatieke onderhande
lingen. Er zijn in China thans nog
negen koncessies, waarvan vier in
Tientsin en één in Sjanghai. Van
deze negen zijn er vier Fransch,
twee Britsch, twee Japansch, en één
Italiaansch.
In de loop der jaren is meer dan
de helft van China's buitenlandsche
handel in deze koncessie gekoncen-
treerd. Zoolang de buitenlanders er
St-Pletersnieuwstraat 64,
GENT Postcheckn. A
Engels 43.45.62
DE NIEUWE
DE KLEINE PARADE
door Henriëtte VAN ETK
OPROER DER KINDEREN
door ARNOLD ULITZ
JODEN ZONDER GELD
door MICHAEL GOLD
DE GROOTE SCHULD
door VICKY BAUM
EN EEN VROUW VERDWIJNT
door E. D. BIGGERS
DE BEWAARSCHOOL
(herdruk) door LEON FRAPIE
Elk 288 pag. druks, in welverzorgde
uitvoering met smaakvol gekleurd
omslag
(Vervolg)
TOEN de Fransche Akademie
voor Wetenschappen in 1791
aan de Nationale Vergadering
projekt over de maten en ge
wichten voorlegde, had zij zich be
perkt tot de voornaamste eenheid,
tot dewelke alle andere maateen
heden moesten worden rerleid, en
zij had aangekondigd dat daarna een
tweede memorie zou worden uitgege
ven over het algemeen pan, ge
baseerd op die nieuwe eenheid.
De Akademie voldeed aan deze ver
bintenis in 1793, en Borda, Lagrange
en Monge werden aangeduid om dit
nieuwe rapport op te stellen. Na lan
ge besprekingen werden ne verschil
lende deelen van het stelsci, dat wij
nu bezigen, vastgelegd. Het princiep
daarvan is dat er, uitgaande van
een juist bepaalde eenheid, die de
Meter is, een innig verband vast
gelegd wordt tusschen oe lente-
maten en de inhoudsmaten, tusschen
deze laatste en de munten Terzelf-
dertijd gaf de Akademie een bena
ming aan iedere maat en aan dezer
onderdeelen. Daarbij was het voor
naamste werk geweest, de tiendeelige
indeeling uit te breiden tot al die
maten, zooals in 1790 voorgesteld
werd. Die 'indeeling is net belang
rijkste princiep van het metriek
stelsel, zoogenoemd omdat het af
geleid is van den Meter.
De tiendeelige schaal die door de
Akademie werd aangenomen en
enkele jaren later algemeen werd
toegepast, maakte een einde aan de
talrijke moeilijkheden die men tot
dan toe ondervonden had door het
gebruik van een heele reeks onder
ling verschil'ende stelsels van maten
en gewichten. Wij zijn nu zoo gewoon
geworden aan het bezigen van een
meter en een kilogram, en van dezer
meervouden en onderdeelen, dat wij
ons heel moeilijk kunnen voorstellen
hoe onze voorzaten uit hun oneindig
ingewikkelde stelsels konden wijs
geraken, en onze scholieren mogen
gelukkig zijn dat zij door de Fran
sche Revolutie van den ouden war
boel verlost werden.
Het was niet alleen voor de ge
bruikelijke maten, gewichten en
munten dat de Akademie het tien-
deelig stelsel invoerde, maar ook in
die welke door de sterrekunde wor
den gebruikt; en er dient hier te
worden opgemerkt dat voor de eerste
maal het decimaal en metriek stel
sel door de Fransche astronomen
Méchain en Delambre gebruikt werd
om den aardboog te meten, die be
grepen is tusschen Duinkerken en
Barcelona; zoo werd het vierde deel
van den cirkel der meetinstrumenten
in 100 graden, de graad in 100 mi
nuten en de minuut in 190 sekonden
ingedeeld.
Nu was de Akademie "an oordeel
dat in de zeevaartkunde, d'e in zoo'n
nauw verband staat met de sterre
kunde, het decimaal en metriek stel
sel ook moest worden toegepast.
Maar net als het voorgaande voor
stel, is ook dit laatste nooit tot uit
voering gekomen, evenmm als dat
gene dat betrekking had met de in
deeling van het uur, dat ae eenheid
van tijd is, in 100 minuten in p aats
van 60, en in 10.000 sekonden in
plaats van *3600. De toepassing van
het decimaal stelsel in de astronomie
kwam er op neer den cirkel te ver-
deelen in 400 in plaats van 360. zoo
als het nu nog altijd is.
In verband hiermede suppen we
aan dat enkelen tijd geleden in
Duitschland een voorstel werd ge
daan om daar de tiendeelige indee
ling van den cirkel in te voeren. Op
dit oogenblik is dit nog niet gebeurd;
het zou ons echter niet verwonderen
moest Hit'er daarin zijn toestemming
geven (alles in het IHe Reich hangt
van hem af), waaruit Kijken zou
dat. volgens de Nazi-hervormers al
thans, de z.g. Nationaal-Socialis-
tische Revolutie van 1933 in kultu-
reelen zin niet moet onderdoen voor
de Fransche omwenteling van 1789.
Nu, iedereen kent de grenzelooze
nazi-pretentie; in onderhavig geval
is het duidelijk dat de Duitschers
zich eens te meer tooien willen met
een andermans veeren. Waant het
rapport van 1793 der Fransche Aka
demie is daar om te bew.jzen dat de
nazi's niets nieuws uitgevonden heb
ben.
Het slot van dit rapport is merk
waardig, omdat het in zich een idee
van internationalisme bevat. Het
luidt name'ijk als volgt
Wij hebben het recht te gelooven
en te hopen dat de door ons voor
gestelde hervormingen in de verschil
lende Europeesche naties in over
weging zullen worden genomen, en
dat die naties het werk van de Fran
sche Akademie zullen weten te waar-
deeren».
Dat is ook zoo gegaan Men kan
hetzelfde niet zeggen van de door
Hitier ingevoerde hervormingen en
manieren om de kultureeie waarden
van den Mensch te bevorderen
Dat 1 ratste heeft de Groote Fransche
Revolutie wel gedaan.
SEDERT jaren worden regelmatig
ontwerpen in het licht gezon
den die strekken tot de hervor
ming van het juridisch statuut
der handelsmaatschappijen.
Na iedere verkiezing, wanneer de bij
het Parlement aanhangige wetsont
werpen automatisch vervallen, wordt
met evenveel volhardingszin nieuwe
voorstellen ingediend die helaas
zooals zuster Anna niets zien komen.
Thans heeft de Minister van Rechts
wezen het zich zelf aangetrokken en
een ontwerp ingediend dat misschien
een gelukkiger toekomst tegemoet
gaat dan zijn talrijke tweelingbroer
tjes.
De wetgeving op de handelsven
nootschappen is in ons land nog een
nalevende vrucht van het ekonomisch
liberalisme. Optimisten door dik en
dim hebben met de bij hen gebruike
lijk naieviteit, zoo het geen cynisme
was, de gedachte verkondigd dat het
stelsel onzer industrieele en handels
maatschappijen een model was van
demokratie de kleinste man kon
met zijn gespaarde centen kapitalist
worden en te waardeeren belangen
hebben in de belangrijkste bedrijven
dit zou nu eens de gulden tijd wor
den. Hoevelen helaas hebben aan
deze waanvoorstellingen hun zuurge
wonnen penningen niet opgeofferd
en zijn aandeelhouder geworden van
maatschappijen waarvan zij de wer
kelijke waarde niet konden bevroe
den; hoe vreemder de naam klonk
van de opgerichte instelling hoe
meer ze zich aangetrokken gevoel
den door het mysterie. Van toezicht
en medezeggenschap kwam al niet
veel in huis gewoonlijk is de alge-
meene vergadering een onderonsje
van beheerders en kommissarissen
die zich veelal vooraf bezegenen en
eerst naderhand aan de kapitaalaan
brengers denken.
Tusschen de in het vooruitzicht
gestelde maatregels is een voorname
rand acht gewijd aan de kontroleer-
ders, aan de kommissarissen. Te dik
wijls waren deze in het verleden de
dubbelgangers van de beheerders,
zoo ze niet hun vrienden of familie
leden waren. Voortaan zou minstens
een der kommissarissen een vakman
zijn die men zou kunnen uitkiezen
op een lijst van aangenomen toezich-
ters die daarvan een specialiteit ma
ken. Hij zou persoonlijk geen rol
mogen spelen in de maatschappij
zelf, noch in haar filialen, noch n
eenig ander organisme waarvan
de maatschappij zou afhankelijk zijn.
Er zouden venier algemeene verbods
bepalingen bestaan blijkens dewelke
dit soort kommissarissen noch fami
lie noch verwant mogen zijn van den
bestuurder of de beheerders over
wier feitelijke verrichtingen zij ver
slag zouden uit te brengen hebben.
Er werdt dus gestreefd naar een mi
nimum van waarborgen opdat de
kontrool voortaan san een werkelijk
heid zou beantwoorden en niet een
voudig een dekmantel zou zijn waar
achter de beheerraad vrij spel heeft.
In het ontwerp zou insgelijks voor
zien worden dat de toestand der
maatschappij het voorwerp zou uit
maken van drieman ndel jjksche sta
ten zoodat de overzichtelijkheid op
regelmatige, tijdstippen verzekerd
wordt.
Aan het stelsel der willekeur in de
vergelding der beheerders worden
insgelijks grenzen gezet de hen toe
komende vergoeding moet globaal
vastgesteld worden door de statuten
of door de algemeene vergadering;
indien ze in «tantièmes» bestaat mo
gen deze alleen berekend en vooraf-
genomen worden op de netto-win
sten.
Er wordt aan het vraagstuk van
den «bilan» een begrijpelijk belang
gehecht, dit is inderdaad letterlijk
het duister punt in het bedrijfsleven,
van vele maatschappijen; een bilan
lezen is uit zichzelf al geen allemar.s-
werk; maar wanneer op den koop
toe door allerhande zinsbedrog en
«camoufleering», de bilan onleesbaar
gemaakt wordt, kan geen duive! er
aan uit om er zich van te verge
wissen of de maatschappij al of niet
winst maakt. Voortaan zou bepaald
worden hoe de bilan moet worden
opgemaakt en welke posten er ver
plichtend dienen vermeld te werden,
en in welken vorm dit moet ge
schieden.
Een belangrijk punt bestaat hier
in dat de individueele aandeelhou-
dens over een grootere macht zouden
beschikken ten aanzien van de ver
antwoordelijkheid der beheerders.
Zelfs indien de algemeene vergade
ring ontlasting gegeven heeft kunnen
de beheerders aansprakelijk gesteld
worden indien ze gehandeld hebben
in tegenstrijd met de belangen der
maatschappij. Een minderheid van
aandeelhouders zal de rechten van
de maatschappij kunnen doen gel
den tegen de beheerders. Indien het
gaat om een overtreding van de wet
of de statuten zal de drager van een
enkelen titel de vordering mogen in
spannen. Maar indien er kwestie is
van een fout in het beheer zou een
twintigste der aandeelen noodig zijn
om de zaak aanhangig te maken. In
ieder geval zijn de waarborgen der
minderheden veel ruimer opgevat
dan dit vroeger het geval was. Het
spreekt natuurlijk van zelf dat deze
tussohenkomsten geschieden op ver
antwoordelijkheid van de klagers
zelf die in geval van mislukking zich
de kosten en zelfs schadevergoeding
op den hals kunnen halen. Het mag
inderdaad niet waar zijn dat de be
heerders stelselmatig zouden lam
gelegd worden voor de minste fout;
in zaken kan men niet alles mathe
matisch berekenen en kunnen fouten
begaan worden ook door de besten.
Van het oogenblik af dat gehandeld
werd in overeenstemming met het
doel van de maatschappij, in het be
lang van de aangeslotenen gaan de
beheerders vrij uit.
Deze samenvatting van het nieuwe
ontwerp is allesbehalve volleaig;
maar de enkele punten die werden
weergegeven, wijzen op een onmis-
kenbaren vooruitgang.
stelt in uw bereik
VIJFTIG LOTEN VAN 20.000 FR,
VIJF EN TWINTIG LOTEN
VAN 25.000 FRANK
VIJF EN TWINTIG LOTEN
VAN 100.000 FRANK
en 61.200 loten van 100 tot 10.000 Fr.
zal geschieden einde der maand
opnieuw in het Groot Paleis der
Watertentoonstelling, te Luik
(14
.V