SOCIALE STELSELS EEN LESJE ALGEMEENE GESCHIEDENIS UIT HET VERRE OOSTEN W- n A$C V Boekhandel DE VLAM VAN MATEN EN VENNOOTSCHAPPEN \y romans Sociaal katholicisme en christene arbeidersbeweging 1 6 fr. per deel m CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming (ZES EN TWINTIGSTE LES) I. EEN VOORLOOPER LAMENNAIS II. DE PAUSELIJKE SOCIALE LEERSTELLING BIBLIOGRAFIE VRAGEN NIEUWE KURSUS Sociale en Ekonomische Geschiedenis wmm lil HET RAPPORT VAN 1793 RECHTSKUNDIGE KRONIEK Koloniale Loterii De 7e snede 1939 Het super-groot lot van één millioen DE VOLGENDE TREKKING 4 - Voor Allen - 2 Juli 1939 Voor alien's Volksuniverszleii IN de negentiende eeuw werd het sociale vraagstuk zoo scherp ge steld, dat de ka.holieken zich ver plicht zagen zich ook daarmede te gaan bezig houden. De vooruit gang der socialistische ideeën was een rechtstreeksche bedreiging ge worden voor den invloed van de kerk en weldra werd het voor dezer die naars duidelijk dat het gevaar niet alleen door een veroordeeling der nieuwe gedachte zou kunnen worden afgewend. Sedert lang reeds was de geeste lijkheid in de arbeiderskringen on populair geworden, omdat men zich hier duidelijk rekenschap gegeven had van het feit dat zij de bondge noot der bezittende klasse en der reaktionnaire partijen was. Zoo ont stond een soort liberale katholieke .beweging, die tot doel had het gods dienstig geloof te verzoenen met de dtmokratische gedachte. De ver- maardste vertegenwoordiger dezer strekking was Lamennais (1782-1854), priester en schrijver, die reeds vroeg bekend werd door zijn boek Essai sur l'indifférence en matière de religion 11817-1823) (Proef over de onverschilligheid in zake godsdienst), een werk in vier deelen, dat de ver heerlijking is van het katholicisme. Na het verschijnen van dit boek kwam Lamennais tot meer vrije ge dachten, en werd hij een vurig ver dediger van het liberale katholicis me. Toen hij, na de revolutie van Juli 1830, als een voorstander der nieuwe orde van zaken optrad, en met La- cordaire en Montalembe-t het dag blad L'Avenir (De Toekomst) sticht te, haalde hij zich de kerkelijke cen suur op den hals. In 1832 en 1834 werd de richting van L'Avenir door twee encyklieken van den Paus ver oordeeld. Terwijl zijn twee medewerkers zich onderwierpen, wilde Lammenais niet buigen en werd in den ban geslagen. In 1834 zond hij zijn geruchtmakend boek Paroles d'un croyant (Woorden van een Geloovige) in het licht, welk boek binnen weinige jaren meer dan honderdmaal gedrukt en in alle Europeesche talen overgezet werd. Op een Encykliek van 1834, waarin Gregorius XVI dat geschrift veroor deelde, antwoordde Lamennais met zijn Affaires de Rome (1836), waarin hij de heftigst^ beschuldigingen uitte tegen de Roomsche Curie. Na dien tijd bevorderde hij de demokratische beweging, tegelijk met zedelijkheid en deugd, in zijn boe ken als Le Livre du Peuple (1837), Esquisse d'une Philosophic (1841-46), Discussions critiques (1841), Le Pas sé et I'avenir du Peuple, Le Pays et le Gouvernement; dit laatste bezorg de hem een proces van staatswege, en hij werd tot gevangenisstraf ver oordeeld. Na de Pebruari-omwente- ling van 1848 werd hij uiterst-links lid der Nationale Vergadering, waar hij echter slechts een bescheiden rol speelde. Na de Restauratie stelde hij zich trouwens niet meer voor. Lamennais is een demokraat, en geen socialist. Zijn kritiek op het regime is veeleer van zedelijken, dan wel van ekonomischen aard. Hij ver wijt an de toenmalige maatschap pij gebaseerd te zijn op een onge lijkheid die tegenstrijdig is met ae principes van het Christianisme om de ontplooiing van het geestelijk leven te beletten; een te lange en te zware arbeid, een miserabel levens peil, dat is het lot der werkende klasse. Hoe zou, in deze omstandig heden, het volk godsdienstig kunnen leven? Lamennais ziet de oorzaken en de gevolgen van het maatschap pelijk kwaad, doch hij ziet niet in dat de remedie ligt in een mogelijke socialisatie der rijkdommen. Integendeel, volgens hem is het door den toegang van allen tot het privaat bq^it dat men de eenheid en de harmonie in de maatschappij kan verwezenlijken. Welke zijn nu Lamennais' aktie- middelen? Hij verafschuwt elk ge weld. Toch erkent hü het recht tot opstand tegen de onbillijke privi leges en de onrechtvaardige over- heersching; «indien het volk die over- heersching breekt, dan verstoort het de orde niet, doch herstelt ze; het voltrekt het werk van God en dezes altijd rechtvaardigen wil.. Hij is een vurig voorstander van de arbeiders- vereeniging, waarin hij een verwezen lijking ziet van de christelijke soli dariteit. Maar vooral van de politieke rechten en het openbaar kosteloos onderwijs voor het volk verwacht hij een diepgaande sociale opbeuring. Daarenboven eisdht hij het algemeen stemrecht. Zooals men ziet, zijn bij Lamen nais elke klass3beschouwing en de ontleding van het kapitalistisch stelsel vreemd gebleven. De veroordeeling van Lamennais en de vervoLging van andere vrijden kende katholieken in Frankrijk en overal elders, zijn niet bij machte geweest den opgang der «sociale denkbeelden, in de geloovige krin gen te stuiten. Rond de jaren 70 ontstonden integendeel overal groe pen van katholieke arbeiders, die bezield waren met een opstandig ge voelen tegen de heerschende maat schappelijke wantoestanden. Het kon dan ook niet anders of Paus Leo XII zag zich in 1891 verplicht de ver maarde encykliek Re rum Novarum (over den nieuwen s.aat van zaken) te verkondigen, wilde hij zijn kudde niet zien uiteenvallen. Dit was nu het begin van een snelle uitbreiding der christelijk- sociale gedachte, waarvan de Belgi sche aanhangers tot voor een twintig tal jaren zich nog anti-socialisten noemden, wat voldoende aantoont wat het eigenlijke doel van de pau selijke sociale aanbeveling was. Van jongeren datum (1931) is de Encykliek van Pius XI Quadragesimo Anno («veertigste jaar. na Rerum Novarum)die de leer van Leo XIII bevestigde en in verband bracht met de gewijzigde omstandigheden na den wereldoorlog. Ook Pius XI stelt de misbruiken van het modern ekonomisch stelsel aan de kaak, maar hij kan daarom het socialisme nog niet goedkeuren, wijl hict ook in zijn gematigden vorm niet overeenstemt met het katholiek geloof. Elk materialisme ais basis van het geluk verwerpend (wat hij ten minste voor materialisme houdt) ziet hij het heil van het menschdom in het beleven van het Evangelie en vermaant da bisschoppen, dat zij de hun toevertrouwde geloovigen dat doen Inzien en ten volle an vaarden. De verwerping van het materia lisme door Pius XI heeft niet belet dat de geestelijke Wilhelm Hohoff, die steeds een hevige bekamper dei- socialisten geweest is, vóór een vijf tiental jaren herhaaldelijk schreef, dat aan het marxistisch ekonomisch stelsel niets onkristelijks was. Ook Mgr. Schauhhofer en vele andere geestelijken dachten en denken nog in denzelfden zin. De Encyklieken der Pausen en het Socialisme plaatsen zich bijna op eenzelfde standpunt bij de beoordee ling van het maatschappelijk vraag stuk in onzen tijd de klassentegen stelling. Zoo lezen wij in Quadragesimo Anno Tegen het einde der negen tiende eeuw hadden de nieuwe eko- nomische inrichting en de stijgende industrialisatie in de meeste landen zoodanig ingegrepen ,dat de maat schappij meer en meer in twee klas sen verdeeld bleek. De eene klasse, hoewel klein in getal, genoot vrijwel alle voordeden, welke de nieuwe uitvindingen zoo overvloedig boden; de andere echter, die de ontzaglijke massa van werklieden omvatte, ging onder een rampzalige armoede ge drukt en trachtte tevergeefs zicli te bevrijden uit de nooden waarin zij zich bevond Toch is die ontzag lijke massa proletariërs aan den eenen kunt, met aan de andere zijde het matelooze vermogen van enkele schatrijken, het allerduidelijkste be wijs, dat de goederen ,in onzen zoo- genaamden industrieelen tijd zoo ruimschoots voortgebracht, verre van behoorlijk zijn verderid, en dat zij aan de verschillende klassen van menschen niet volgens billijkheid ten goede komen Dat te een hoofdstelling van het Plan van den Arbeid Leo XIII en Pius XI hebben dus het .bestaan van de twee groote maatschappelijks klassen erkend. Én zij erkenden ook nog dat de twee klassen de dragers zijn van het maatschappelijke krachtenspel zooals zich H. Vos uitdrukt. De Pausen verwerpen echter den strijd van de eene klasse tegen de andere, en prediken de klassenverzoening tïTwille van het Evangelie. Kerk en Staat, werkgevers en werknemers moeten samenwerken om aan Ieder een een menschwaardïg bestaan te verzekeren, om woeker en verdruk king te doen ophouden en de maat schappij wederom gezond te maken. L;o XIII beschouwt den klassen strijd als een ziekelijk, abnormaal verschijnsel; het is uit den booze, want het strekt niet met het wcord van Christus hebt elkander lief Aan dit verschijnsel, beweert hij, zal een einde gemaakt worden door het uitvaardigen van maatregelen door den Staat (sociale wetgeving) om de belangen en de bevrediging der behoeften van de arbeiders te waarborgen; vooral echter door de naleving der kristelijke moraal, meer in 't bijzonder door het beoefenen der kristelijke deugden van recht vaardigheid en broederliefde. Dat is dus de eenige oplossing waarvan de leerstelling der Kristen Demokratie durft gewagen. De ge beurtenissen in den strijd van het proletariaat voor het behoud zijner verworven rechten en voor lotsver betering hebben bewezen dat de door de Pausen voorgeschreven mid delen ondoelmatig zijn. De Kristen Demokratie staat inderdaad op so ciaal, politiek en ekonoimiseh ter rein onmachtig tegen de kapitalisti sche overheersching en uitbuiting. De machtigen gehoorzamen aan de kristelijke moraal zoolang hun mia- terieele eigenbelangen niet in gevaar worden gebracht. M. Verhalf Katholicisme en Socia lisme (Wilde Roos, 1930). H. Vos Het Plan van den Arbeid en de Pauselijke Encykliek Quadra gesimo Anno (1934). 1) Waarom is een verzoening tus- schen de Kerk en de arbeidersklasse onmogelijk 2) Heeft bet standpunt van den klassenstrijd iets te zien met het ge loof Waarom Antwoorden, vergezeld van een postzegel van 0,75 fr. .sturen aan G. De Vos, Zwijnaardsche steenweg, 78, Gent. Aanstaande week vangt V. A. de publikatie aan van een nieu we reeks van 24 lessen, over De reeks SOCIALE STEL SELS en de nieuwe kursus vor men de stof van den tweeden graad van onzen korresponden- tie-kursus Met onze drie reeksen van verleden jaar, zullen de huidige lessen de basis vormen voor socialistische kaderscho ling Zij mosten worden be schouwd als een minimumpro gramma, dat vanzelfsprekend verder uitwerken en volmaking vereischt, indien onze militaw- ten zich aan een breedere en diepere scholing willen wijden. VELE van onze lezers zullen zich, denkende aan Tientsin, de vraag hebben gesteld wat is eigenlijk een koncessie. Het woord konqessie heeft een leelijke naam gekregen. Letterlijk beteekent het toegeven. Het woord Karakteri seert de politiek, die Chamber ain, als eerste-minister van de Britsche regeering, een tijdlang heeft gevolgd. Met deze beteekenis heeft het woord koncessie in Oostersche zin echter niets te maken. De haven van Sjanghai werd voor de Britsche handel en Britsche on derdanen het eerst opengesteld in het jaar 1843 door kapitein Ba'.four, den eersten Britschen konsul. Kooplieden van alle nationaliteiten nebben van dit feit terstond profijt getrokken. De ommuurde stad Sjanghai bevatte toen bijna de geheele Chineesche bevolking. De eerste buitenlandsche kooplieden waren dus wel gedwon gen. wilden zij zich in Sjanghai vestigen, binnen deze muren een huis te huren. De bevolking en ook de Chineesche autoriteiten verheugden zich over deze vestiging van vreemde lingen, omdat zü er een konkurrentie- mogelijkheid tegen het zuidelijker gelegen Kanton in zagen. Zij legden dus de vreemdelingen niets in de weg en waren in elk opzicht inschik kelijk en behulpzaam. Maar de stad was eigenlijk geen stad in de ware zin van het woord. De straten waren nog minder dan sloppen en zelfs de Chineesche hui zen van welvarenden waren niet eerste klas. In de zomermaanden dreef een kombinatie van vuil en stank, lawaai en besmettelijke ziekten de buiten landers naar verblijven buiten de stad. De plaatse'ijke Chineesche autoriteiten hielpen den Britschen konsul bij het zoeken naar een ge zondere streek, die gevonden werd bij de Soochow-kreek, waar terstond behoorlijke verblijven en kantoor gebouwen werden opgericht. Andere vreemdelingen, niet-Britfen, verlang den soortgelijke voorrechten, waar van de Chineezen handig gebruik maakten om de landprijzen op te drijven en afgifte van het land te weigeren, ook al waren de pachtsom men betaald. Tenslotte sloot de Britsche konsul mef den plaatselijken Taotai (laat ons zeggen gouverneur) een over eenkomst, waarbij aan vreemdelin gen werd toegestaan een elastische nederzetting te vormen tegen beta ling van 1500 geldstukken per mou (een zesde acre). Geleidelijk heeft deze nederzetting (koncessien, ge- biedsafstand) zich uitgebreid. In 1849 verkregen ook de Fransche kooplieden een soortgelijke koncessie en korte tüd later volgden ook de Amerikanen, geholpen door Ameri- kaansche missionarissen, dit voor beeld. Het eerste begin van de kon cessie was er. Ondanks vreemdelin genhaat namen de koncessies in aan zien toe, vooral in tijden van burger oorlog, toen vele duizenden Chinee zen in de koncessies de bescherming zochten en kregen, die de Chineesche autoriteiten hun niet konden geven. De Chineezen lieten de vreemde lingen in hun koncessies dus begaan. Zoolang de pacht op tijd betaa'd werd, lieten zij de koncessies met rust. Geen enkele Chinees mocht ech ter in dienstbetrekking staan tot de vreemdelingen, omdat zooiets voor een Chinees onwaardig was. Aan de buitenlanders in de koncessie wer den daarom allerlei verplichtingen opgelegd, o.m. het bouwen en onder houden van bruggen, hec schoon houden van de straten en de ver lichting bij nacht, het planten van boomen, het aanleggen van dijken en het onderhoud van bewaking. Hiervoor waren gelden noodig en derhalve werd besloten, dat eenmaal per jaar een vergadering van land- pachters in de koncessie zou bijeen komen om de belasting vast te stel len en dat uit die vergadering drie buitenlanders zouden worden be noemd voor de kontrole op de uit gaven. Dat was het begin van de tegenwoordige gemeenteraad van Sjanghai niet zijn hedendaagsche rechten en verplichtingen. Het internationale karakter van de koncessie, nu een van de waar borgen voor de veiligheid, stond in die beginperiode nog niet zoo vast. De beslissing bracht een konflikt tus- schen den toenmaligen Britschen ge zant Alcock en een vertegenwoor diger van een Amerikaansche firma, Wolcott van Russell en Co. De Ame rikaan eischte het recht op de Amerikaansche vlag uit te steken, hetgeen de konsul weigerde De koop lieden waren in meerderheid op de hand van den Amerikaan, die toe stemming kreeg zijn eigen vlag te toonen. De niet-Engelschen kregen daarop medezeggenschap in het openbaar bestuur en werden mede- verantwoorde" ijk voor de handhaving en bescherming van de zich snel uit breidende koncessie. Ook de bevoegdheden buiten de koncessie werden langzamerhand vastgesteld. Sjanghai werd in het jaar 1853 door de Taipang-rebellen veroverd. Bescherming voor de buitenlanders door de Chineesche autoriteiten, zooals omschreven in de verdragen, was er toen niet, want de autoriteiten waren verdwenen. De buitenlanders waren daarom genood zaakt, zelf voor hun verdediging te zorgen en verboden den toegang tot de koncessie aan alle troepen, die iets met den burgeroorlog hadden te maken. De betrekkelijk kleine kon cessie werd een toevluchtsoord voor een half millioen Chineesche vluch- te'ingen, die voor de kooplieden wel lastig waren, maar die men er toch ook niet uit kon zetten. Tien jaar lang heeft de koncessie deze Vluchte lingen moeten onderhouden en voe den, want van hun lot trok de keizer lijke regeering zich niets aan. Daarop werd toen besloten ,dat de koncessie het recht zou hebben van de welge stelde Chineezen belasting te heffen en dat de weigerachtigen voor een konsulaire rechtbank zouden worden gebracht. De gemeenteraad kreeg tevens de kontrole over het gebruik van alkohol en over Chineesche ver makelijkheidsinrichtingen Het internationale karakter kwam eerst definitief tot stand toen de rechten van de politie zich ook tot de andere kon cessies uitbreidden. De Britsche politie kon de misdadi- I fM tWiKjr t e. - :;W Op het aanplakbiljet staat Eigen dommen en leven van onderdanen van bevriende staten worden in ge vaar gebracht door de bruutheid van het Japanscli imperialisme. zitten, is Japan in het veroverde Chineesche gebied geen baas. Bezet ting der koncessies zou Japan ter stond in oorlog brengen met Enge land, Frankrijk en Amerika. Daarom is een andere weg ingeslagen de blokkade, waarmee Japan de andere mogendheden tot langzame overgaaf hoopt te dwingen. Sedert erikele we ken is de Britsche koncessie in Tientsin door prikkeldraad versperd geweest. Wat zich daar heeft af gespeeld, heeft men uitvoerig in de bladen kunnen lezen. Ook al zou dit konflikt in Tientsin op vreedzame wijze worden bijgelegd, het is moeiliik in te zien. hoe op den duur de Britten en de Japanners tot overeenstemming kunnen komen. Konsekwent, immers, zetten de Ja panners hun politiek in het Verre Oosten door de verdrijving van alle buitenlanders uit China. China niet voor de Chineezen, maar China voor Japan! Dat is het doel van Tokio en het laat zich daar niet van afbren gen. Tenzij door geweld. Maar geweld zal met geweld worden oeantwoord. Misschien nog niet vandaag. Maar eens. wie weet hoe spoedig, komt de afrekening. (Uit <Wij» Hollandsch, soc. weekblad). In de eerste dagen van den oorlog tusschen Japan en China zijn tienduizen den Chineezen de Europeesche koncessies ingevlucht. In de internationale koncessie van Sjanghai. gers onder de Chineezen gemakkelijk de baas. De ergsten verhuisden daar op naar de Amerikaansche konces sie, waar s echts zes politie-agenten ter beschikking stonden. In 1862 nam toen de Britsche politie de taak van de zes Amerikanen over en waar borgde de veiligheid bij oe Ameri kanen. Het jaar daarop werden beide koncessies onder één bestuur ver- eenigd. Dat was het geboortejaar van de internationale koncessie in Sjan ghai. Aanvankelijk hadden de Brit sche en Amerikaansche konsuls het oppertoezicht, doch later werd aan aan alle konsuls van de acht tien verdragsluitende mogendheden rechtsgelijkheid verleend. Naar dit voorbeeld van Sjanghai zijn de andere buitenlandsche koncessies in China ingericht. Hei zijn alle autonome, buitenlandsche gemeen schappen, die het belastingwezen en de politie in eigen hand hebben, zon der eenige inmenging van Chineesche zijde. In het begin van ce twintig ste eeuw heeft de nieuwe rationalis tische regeering van Tsjang Kai Tsjek enkele koncessies van de bui tenlanders overgenomen. De over gaaf geschiedde vrijwillig, na een reeks van diplomatieke onderhande lingen. Er zijn in China thans nog negen koncessies, waarvan vier in Tientsin en één in Sjanghai. Van deze negen zijn er vier Fransch, twee Britsch, twee Japansch, en één Italiaansch. In de loop der jaren is meer dan de helft van China's buitenlandsche handel in deze koncessie gekoncen- treerd. Zoolang de buitenlanders er St-Pletersnieuwstraat 64, GENT Postcheckn. A Engels 43.45.62 DE NIEUWE DE KLEINE PARADE door Henriëtte VAN ETK OPROER DER KINDEREN door ARNOLD ULITZ JODEN ZONDER GELD door MICHAEL GOLD DE GROOTE SCHULD door VICKY BAUM EN EEN VROUW VERDWIJNT door E. D. BIGGERS DE BEWAARSCHOOL (herdruk) door LEON FRAPIE Elk 288 pag. druks, in welverzorgde uitvoering met smaakvol gekleurd omslag (Vervolg) TOEN de Fransche Akademie voor Wetenschappen in 1791 aan de Nationale Vergadering projekt over de maten en ge wichten voorlegde, had zij zich be perkt tot de voornaamste eenheid, tot dewelke alle andere maateen heden moesten worden rerleid, en zij had aangekondigd dat daarna een tweede memorie zou worden uitgege ven over het algemeen pan, ge baseerd op die nieuwe eenheid. De Akademie voldeed aan deze ver bintenis in 1793, en Borda, Lagrange en Monge werden aangeduid om dit nieuwe rapport op te stellen. Na lan ge besprekingen werden ne verschil lende deelen van het stelsci, dat wij nu bezigen, vastgelegd. Het princiep daarvan is dat er, uitgaande van een juist bepaalde eenheid, die de Meter is, een innig verband vast gelegd wordt tusschen oe lente- maten en de inhoudsmaten, tusschen deze laatste en de munten Terzelf- dertijd gaf de Akademie een bena ming aan iedere maat en aan dezer onderdeelen. Daarbij was het voor naamste werk geweest, de tiendeelige indeeling uit te breiden tot al die maten, zooals in 1790 voorgesteld werd. Die 'indeeling is net belang rijkste princiep van het metriek stelsel, zoogenoemd omdat het af geleid is van den Meter. De tiendeelige schaal die door de Akademie werd aangenomen en enkele jaren later algemeen werd toegepast, maakte een einde aan de talrijke moeilijkheden die men tot dan toe ondervonden had door het gebruik van een heele reeks onder ling verschil'ende stelsels van maten en gewichten. Wij zijn nu zoo gewoon geworden aan het bezigen van een meter en een kilogram, en van dezer meervouden en onderdeelen, dat wij ons heel moeilijk kunnen voorstellen hoe onze voorzaten uit hun oneindig ingewikkelde stelsels konden wijs geraken, en onze scholieren mogen gelukkig zijn dat zij door de Fran sche Revolutie van den ouden war boel verlost werden. Het was niet alleen voor de ge bruikelijke maten, gewichten en munten dat de Akademie het tien- deelig stelsel invoerde, maar ook in die welke door de sterrekunde wor den gebruikt; en er dient hier te worden opgemerkt dat voor de eerste maal het decimaal en metriek stel sel door de Fransche astronomen Méchain en Delambre gebruikt werd om den aardboog te meten, die be grepen is tusschen Duinkerken en Barcelona; zoo werd het vierde deel van den cirkel der meetinstrumenten in 100 graden, de graad in 100 mi nuten en de minuut in 190 sekonden ingedeeld. Nu was de Akademie "an oordeel dat in de zeevaartkunde, d'e in zoo'n nauw verband staat met de sterre kunde, het decimaal en metriek stel sel ook moest worden toegepast. Maar net als het voorgaande voor stel, is ook dit laatste nooit tot uit voering gekomen, evenmm als dat gene dat betrekking had met de in deeling van het uur, dat ae eenheid van tijd is, in 100 minuten in p aats van 60, en in 10.000 sekonden in plaats van *3600. De toepassing van het decimaal stelsel in de astronomie kwam er op neer den cirkel te ver- deelen in 400 in plaats van 360. zoo als het nu nog altijd is. In verband hiermede suppen we aan dat enkelen tijd geleden in Duitschland een voorstel werd ge daan om daar de tiendeelige indee ling van den cirkel in te voeren. Op dit oogenblik is dit nog niet gebeurd; het zou ons echter niet verwonderen moest Hit'er daarin zijn toestemming geven (alles in het IHe Reich hangt van hem af), waaruit Kijken zou dat. volgens de Nazi-hervormers al thans, de z.g. Nationaal-Socialis- tische Revolutie van 1933 in kultu- reelen zin niet moet onderdoen voor de Fransche omwenteling van 1789. Nu, iedereen kent de grenzelooze nazi-pretentie; in onderhavig geval is het duidelijk dat de Duitschers zich eens te meer tooien willen met een andermans veeren. Waant het rapport van 1793 der Fransche Aka demie is daar om te bew.jzen dat de nazi's niets nieuws uitgevonden heb ben. Het slot van dit rapport is merk waardig, omdat het in zich een idee van internationalisme bevat. Het luidt name'ijk als volgt Wij hebben het recht te gelooven en te hopen dat de door ons voor gestelde hervormingen in de verschil lende Europeesche naties in over weging zullen worden genomen, en dat die naties het werk van de Fran sche Akademie zullen weten te waar- deeren». Dat is ook zoo gegaan Men kan hetzelfde niet zeggen van de door Hitier ingevoerde hervormingen en manieren om de kultureeie waarden van den Mensch te bevorderen Dat 1 ratste heeft de Groote Fransche Revolutie wel gedaan. SEDERT jaren worden regelmatig ontwerpen in het licht gezon den die strekken tot de hervor ming van het juridisch statuut der handelsmaatschappijen. Na iedere verkiezing, wanneer de bij het Parlement aanhangige wetsont werpen automatisch vervallen, wordt met evenveel volhardingszin nieuwe voorstellen ingediend die helaas zooals zuster Anna niets zien komen. Thans heeft de Minister van Rechts wezen het zich zelf aangetrokken en een ontwerp ingediend dat misschien een gelukkiger toekomst tegemoet gaat dan zijn talrijke tweelingbroer tjes. De wetgeving op de handelsven nootschappen is in ons land nog een nalevende vrucht van het ekonomisch liberalisme. Optimisten door dik en dim hebben met de bij hen gebruike lijk naieviteit, zoo het geen cynisme was, de gedachte verkondigd dat het stelsel onzer industrieele en handels maatschappijen een model was van demokratie de kleinste man kon met zijn gespaarde centen kapitalist worden en te waardeeren belangen hebben in de belangrijkste bedrijven dit zou nu eens de gulden tijd wor den. Hoevelen helaas hebben aan deze waanvoorstellingen hun zuurge wonnen penningen niet opgeofferd en zijn aandeelhouder geworden van maatschappijen waarvan zij de wer kelijke waarde niet konden bevroe den; hoe vreemder de naam klonk van de opgerichte instelling hoe meer ze zich aangetrokken gevoel den door het mysterie. Van toezicht en medezeggenschap kwam al niet veel in huis gewoonlijk is de alge- meene vergadering een onderonsje van beheerders en kommissarissen die zich veelal vooraf bezegenen en eerst naderhand aan de kapitaalaan brengers denken. Tusschen de in het vooruitzicht gestelde maatregels is een voorname rand acht gewijd aan de kontroleer- ders, aan de kommissarissen. Te dik wijls waren deze in het verleden de dubbelgangers van de beheerders, zoo ze niet hun vrienden of familie leden waren. Voortaan zou minstens een der kommissarissen een vakman zijn die men zou kunnen uitkiezen op een lijst van aangenomen toezich- ters die daarvan een specialiteit ma ken. Hij zou persoonlijk geen rol mogen spelen in de maatschappij zelf, noch in haar filialen, noch n eenig ander organisme waarvan de maatschappij zou afhankelijk zijn. Er zouden venier algemeene verbods bepalingen bestaan blijkens dewelke dit soort kommissarissen noch fami lie noch verwant mogen zijn van den bestuurder of de beheerders over wier feitelijke verrichtingen zij ver slag zouden uit te brengen hebben. Er werdt dus gestreefd naar een mi nimum van waarborgen opdat de kontrool voortaan san een werkelijk heid zou beantwoorden en niet een voudig een dekmantel zou zijn waar achter de beheerraad vrij spel heeft. In het ontwerp zou insgelijks voor zien worden dat de toestand der maatschappij het voorwerp zou uit maken van drieman ndel jjksche sta ten zoodat de overzichtelijkheid op regelmatige, tijdstippen verzekerd wordt. Aan het stelsel der willekeur in de vergelding der beheerders worden insgelijks grenzen gezet de hen toe komende vergoeding moet globaal vastgesteld worden door de statuten of door de algemeene vergadering; indien ze in «tantièmes» bestaat mo gen deze alleen berekend en vooraf- genomen worden op de netto-win sten. Er wordt aan het vraagstuk van den «bilan» een begrijpelijk belang gehecht, dit is inderdaad letterlijk het duister punt in het bedrijfsleven, van vele maatschappijen; een bilan lezen is uit zichzelf al geen allemar.s- werk; maar wanneer op den koop toe door allerhande zinsbedrog en «camoufleering», de bilan onleesbaar gemaakt wordt, kan geen duive! er aan uit om er zich van te verge wissen of de maatschappij al of niet winst maakt. Voortaan zou bepaald worden hoe de bilan moet worden opgemaakt en welke posten er ver plichtend dienen vermeld te werden, en in welken vorm dit moet ge schieden. Een belangrijk punt bestaat hier in dat de individueele aandeelhou- dens over een grootere macht zouden beschikken ten aanzien van de ver antwoordelijkheid der beheerders. Zelfs indien de algemeene vergade ring ontlasting gegeven heeft kunnen de beheerders aansprakelijk gesteld worden indien ze gehandeld hebben in tegenstrijd met de belangen der maatschappij. Een minderheid van aandeelhouders zal de rechten van de maatschappij kunnen doen gel den tegen de beheerders. Indien het gaat om een overtreding van de wet of de statuten zal de drager van een enkelen titel de vordering mogen in spannen. Maar indien er kwestie is van een fout in het beheer zou een twintigste der aandeelen noodig zijn om de zaak aanhangig te maken. In ieder geval zijn de waarborgen der minderheden veel ruimer opgevat dan dit vroeger het geval was. Het spreekt natuurlijk van zelf dat deze tussohenkomsten geschieden op ver antwoordelijkheid van de klagers zelf die in geval van mislukking zich de kosten en zelfs schadevergoeding op den hals kunnen halen. Het mag inderdaad niet waar zijn dat de be heerders stelselmatig zouden lam gelegd worden voor de minste fout; in zaken kan men niet alles mathe matisch berekenen en kunnen fouten begaan worden ook door de besten. Van het oogenblik af dat gehandeld werd in overeenstemming met het doel van de maatschappij, in het be lang van de aangeslotenen gaan de beheerders vrij uit. Deze samenvatting van het nieuwe ontwerp is allesbehalve volleaig; maar de enkele punten die werden weergegeven, wijzen op een onmis- kenbaren vooruitgang. stelt in uw bereik VIJFTIG LOTEN VAN 20.000 FR, VIJF EN TWINTIG LOTEN VAN 25.000 FRANK VIJF EN TWINTIG LOTEN VAN 100.000 FRANK en 61.200 loten van 100 tot 10.000 Fr. zal geschieden einde der maand opnieuw in het Groot Paleis der Watertentoonstelling, te Luik (14 .V

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4