ALGEMEEN E GESCHIEDENIS AfBC m* m NIEUWE KRACHTBRONNEN DE VERANTWOORDELIJKHEID DER HOTELIERS Boekhandel Onze verste voorouders DE VLAM romans Mexiko, waar de bevrijding der Indiaansche boerenbevolking de groote kuituurwaarden der Indiaansche beschaving terug op den voorgrond brengt Zal de radioaktiviteit eens de op heden toegepaste krachtbronnen vervangen CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming (TWEEDE LES) Onze Tijd Bibliografisch maandschrift VRAGEN 6 fr. per dee RECHTSKUNDIGE KRONIEK (Slot) 5 4 - Voor Allen - 23 Juli 1939! Voor ikllen's Volksuniversiteit DE overblijfselen van door men- schenhanden vervaardigde voorwerpen, die ons uit de verste tijden werden nagela ten, leveren het bewijs dat voor het tijdperk, dat door geschreven oor konden bekend is, de menschelijke maatschappij reeds haar geschiede nis had. Onze primitieve voorouders hadden hun zeden en gewoonten, sociale verhoudingen, een industrie, en dreven ook handel. Het geschied verhaal daarvan gaat over een zeer lange periode, veel langer dan die welke den tegenwoordigen mensch scheidt van den tijd waarin stam men en later volken leefden, die wij aan de hand van beschrijvingen door ttjdgenooten of door inscripties op monumenten, munten en wapens hebben leeren kennen. Die verre periode noemt men de voor- of prae- historische. Al is deze van zeer lan gen duur geweest, toch zijn onze kennissen hierover min uitgebreid dan over de historische periode. Dat wil niet zeggen dat de eerste niet even belangrijk is. Want zij toont ons hoe in die «donkere tijden» de öermensch in zijn levensonderhoud leerde voorzien. NIJVERHEID EN HANDEL. De beroemd geworden Amerikaan Ben jamin Franklin noemde den mensch eens «de maker van werktuigen Deze hoedanigheid onderscheidt den mensch van het dier, en heeft van de menschelijke maatschappij ge maakt wat zij op dit oogenblik is. Hierdoor wordt niet beweerd dat het uitsluitend het werktuig is dat de maatschappelijke evolutie bepaald heeft; ook de menschelijke geest en gevoelens, en de plaats waar de menschen woonden, hebben in een niet geringe mate daaraan him deel gehid. Hoe ver men ook in het verleden een blik werpt, en hoe onbeschaafd de primitieve menschen ook waren, altijd kan men vaststellen dat zij in staat geweest zijn de onvolmaakt heid van hun lichamelijke krachten door soms zeer eenvoudige werktui gen ter hulp te komen, en deze werktuigen te gebruiken om in hun levensbehoeften te voorzien en de na tuurmachten te bedwingen. In grot ten, die eens als eerste woonplaatsen voor den mensch dienden, vindt men steeds naast overgebleven geraam- tenresten ook fragmenten van werk tuigen. De allereerste werktuigen zijn ruwe steenen en stokken geweest. Later werden die steenen een weinig ge fatsoeneerd, later meer, en nog later gepolijst. De oudste voorwerpen van dien aard hadden den vorm van driehoekige messen en bestonden uit silex of vuursteen. Slechts later maakten de menschen wapens daar mede, en vonden zij het middel uit om die steenen op houten steelen te bevestigen. Zoo wordt de voorhis torische periode ingedeeld in die van den ruwen steen en in die van den gepolijsten steen. Die tijd is, volgens de schatting van zekere geleerden, wel honderdduizend jaar van ons verwijderd. In een latere periode zien wij den mensch het middel uitvinden om die steenen voorwerpen nog beter te be werken en er zelfs andere te maken, waarmede hij al iets meer doen kon. Ook kwam hij tot de gedachte ande re materialen te gaan benuttigen om geriefschappen te vervaardigen, b.v. hoorn en been. De primitieve mensch maakte niet alleen werktuigen voor zijn eigen ge bruik. Hij moet er ook handel in ge dreven hebben. Het bewijs hiervan wordt geleverd door de ontdekking van gefatsoeneerde silexsteenen in streken waar dit materiaal in den grond niet voorhanden is, terwijl in andere plaatsen, waar dat wel thuis hoort, zeeschelpen werden ontdekt, d e tot sieraden gediend hebben, en die uit de kuststreek naar het bin nenland waren overgebracht. De öer mensch kende dus den ruilhandel, en de bewerking van silex is de eerste menschelijke industrie geweest. De volkeren van de latere prae- htstorische periode bewerkten niet alleen silex, hoorn en been; zij wisten ook reeds hoe zij aarden pot ten konden vervaardigen. Deze waren echter van grof maaksel en niet gebakken, maar in de zon ge droogd. Na den steentijd, zooals men de periode noemt waarvan hierboven sprake, begint een nieuw tijdperk, dat gekarakteriseerd wordt door de ontdekking dat men uit zekere stee nen, die men nu ertsen noemt, me talen kon te voorschijn halen, die op voordeelige wijze de silexsteenen voorwerpen konden vervangen. Het eerste metaal dat daarvoor gebezigd' werd was koper, onder den vorm van brons. Daarom noemt men die periode het bronzen tijdperk, dat on geveer 10.000 jaar voor onze tijdre kening ligt. Slechts veel later werd het ijzer ontdekt. Maar hiermede komen we reeds in de historische pe riode. In "het bronzen tijdperk worden de verbruiksvoorwerpen talrijker: bijlen, speeren, messen, steenen kruiken, bekers, halssnoeren, enz. LANDBOUW EN VEETEELT De mensch heeft al vroeg den land bouw, wat men tenminste landbouw kan noemen, beoefend. Overblijfse len, in de nederzettingen van het Het Juli-nummer van Onze Tijd is zoo belangwekkend als zijn voorgangers. Het opent met een hulde uit naam van Vlaanderen aan Lodewijk van Deyssel bij zijn 75sten verjaardag, van de hand van F. Toussaint van Boelaere, met een paar belangwek kende foto's ter illustratie. De ru briek «Op den Uitkijk» brengt vele interessante mededeelingen over let terkunde en kunsten, vooral over boeken. De andere rubrieken: Over zicht van tijdschriften, boekbespre king en lijst van nieuwe uitgaven zijn overvloedig voorzien. Ieder die belang stelt in het kuituurleven in Vlaanderen en Holland heeft zijn gading aan «Onze Tijd». Prijs: 2,50 frank per nummer. steenen tijdperk ontdekt, toonen ons dat onze verre voorouders reeds vlas, verscheidene soorten tarwe en rogge, en misschien zelf druiven en andere gekweekte vruchten kenden. Zelfs wisten zij hoe een soort bier te ma ken uit meelhoudende gewassen, en brood te bakken. Duizenden jaren vroeger leefden de menschen nog van wilde vruchten of van wat de jacht en de vischvangst als voedsel opbrachten, al naar gelang de streek waar zij woonden. Want de levens wijze van mensch en dier hangt af van het klimaat, de natuur van den bodem, de fauna en de flora van de streek waar zij wonen. In zekere ge bieden was ook de veeteelt gekend. Het eerste huisdier en gezel van den mensch was de hond; die hem tijdens de jacht groote diensten bewees. Achtereenvolgens werden paarden en koeien, dan zwijnen, schapen en hoenderen geteeld. SOCIALE VERHOUDINGEN. hierover bestaan verscheidene theo rieën,- die soms zeer uiteenloopend en zelfs tegenstrijdig zijn. Over het algemeen mag men aannemen dat de verste mensohentypen afzonder lijk en zeer verspreid zullen geleefd hebben, in kleine familiegroepen, met een zeer beperkte arbeidsverdee- ling: de man was jager, de vtouw hield zich bezig met de verzorging der kinderen, de veeteelt en den landbouw. In ongelijke tijdperken hebben zich grootere groepen van een zelfden stam gevormd; veel later vereenigden zich verscheidene stam men in volkeren, enz. De primitieve familiale nederzettingen breidden zich uit tot grootere gemeenschap pen, die later steden en burchten werden. Aan het hoofd van de fami lie stond de aartsvader, die ook priester was; bij de grootere gemeen schappen werd het gezag gevoerd door een stamhoofd, die ook priester was of door een priester werd bijge staan. Want van af de vroegste tijden der menschelijke beschaving heeft de godsdienst in het -beheer der volkeren een groote rol gespeeld. In den beginne was het slavendom ongekend. Dit ontstond slechts toen de stammen of volken hun toevlucht tot rooftochten tegen andere ge meenschappen namen, om hun levensbelangen te verzekeren, b.v. in geval van hongersnood. De over winnaars legden niet alleen beslag op voorraden en vee, maar ook op vrouwen, meisjes en jongelingen, die slaven werden. BEGIN DHR KUNST. Reeds zeer vroeg heeft de mensch zin voor versiering gehad. Jaohtvee, werk tuigen, huisdieren en landbouwge wassen vormden hiervoor de motie ven. Ook het vervaardigen van hals snoeren en armbanden mag be schouwd worden als een uiting van den kunstsmaak die sedert onheug lijke tijden een eigenschap van het menschelijk voelen is. Tenslotte heb ben de godsdienstige praktijken, die langen tijd het karakter van toove- narij bewaard hebben, zijn een aansporing voor kunstbeoefening geweest. OPMERKING. Niet overal volgden zioh gelijktijdig de verschil lende ontwikkelingsstadia der men schelijke bedrijvigheid en samen leving op. Wanneer in bepaalde ge bieden het menschelijk vernuft reeds lang verbeterde werktuigen had ge schapen en de beschaving daar reeds een tamelijke ontwikkeling had be reikt, gebruikten elders, in ver af gelegen en eenzame streken, de menschen nog altijd het oeroude ge- riefschap en leefden zij nog op de primitiefste wijze. Zelfs heden ten dage kan men nog dat verschijnsel vaststellen. De ontwikkeling der samenleving hangt van verscheidene faktoren af: bodem, klimaat, aard rijkskundige ligging; op de oevers van een stroom zal de mensch een andere levenswijze hebben dan in de bergen b.v. Zoo zal de stedenmaat- schappij tot stand komen op bepaal de punten die daarvoor gunstig ge legen zijn, terwijl zij elders slechts veel later te voorschijn komt, en dan nog in een anderen vorm soms. Daarom kan men zoo moeilijk een voor alle volken geldende algemeene indeeling der voorgeschiedenis ma ken. Men onthoude sleohts dit, dat vóór den tijd waarin de menschen leefden waarover de geschiedenis spreekt, er reeds een zekere graad van beschaving en een sociale ver houding bestaan hebben. 1. Welk belang heeft de voorhistorle in de maatschappijleer? 2. Waarom geschiedde de ontwikke ling der menschelijke samenleving niet overal gelijkmatig en gelijktijdig? Antwoorden, vergezerd van een post zegel van 0,75 fr. sturen aan G. De Vos, Zwijnaardsche steenweg, 78, Gent. St-Pietersnieuw9traat 64, GENT - Postclieckn. A Engels 43.45.62 DE NIEUWE DE KLEINE PARADE door Henrlëtte VAN EYK OPROER DER KINDEREN door ARNOLD ULITZ JODEN ZONDER GELD door MICHAEL GOLD DE GROOTE SCHULD door VICKY BAUM EN EEN VROUW VERDWIJNT door E. D. BIGGERS DE BEWAARSCHOOL (herdruk) door LEON FRAPIE Elk 288 pag. druks, ln welverzorgde uitvoering met smaakvol gekleurd omslag. IN HET LAND DER CACTUSSEN Weinig menschen weten dat de heden bij ons in Europa zoo ge liefde cactussen bijna alle uit Mexico, het grootste land van midden Ame rika, oorspronkelijk zijn. Zelfs de soorten die bij ons aanlanden uit Columbia, Ecuador en Venezuela, stammen uit Mexiko, dat met zijn warm klimaat deze eigenaardige planten ideale groeiomstandigheden verleent. Het ware teveel gezegd indien men beweerde, dat de cactussen hèt leven van Mexiko bepalen. In alle geval spelen ze een groote rol. Breede uit gestrektheden van het land zijn met reusachtige exemplaren van allerlei soort bedekt, waarvan enkele de grootte bereiken van een kiem huis. Eelnige soorten spelen als water vergaarbakken een groote rol in de hoogvlakten die arm zijn aan regen, en dit voor de reizigers; een andere soort heeft men als levende schut tingen nuttig gemaakt. Bovendien kennen de Mexikanen veel soorten ka tussen, waarvan de vruchten een aangename afwisseling vormen voor de anders eenvoudige voeding. Zonderling zijn in Mexiko de be- Mexico, het land der cactussen. Deze eigenaardige planten hebben er zeer groote afmetingen en zijn zeker niet te vergelijken met de cactussen, die men met veel zorg in ons land kweekt. Véle soorten er onder zijn zeer giftige planten en het sap wordt ook als geneesmiddel gebruikt. EEN TYPISCHE IN Dl AN EN MARKT IN MEXICO Het nieuwe Mexikaansche bewind gaf alle rechten terug aan de Indianen, alsook de landerijen werden verdeeld onder de Indiaansche boeren. De Indianen, die een zeer kunstvol volk zijn, gaan op kultureel gebied terug een groote rol spelen dank zij het volksregime van Mexico. Een der prachtige botanische tuinen in Mexico. volkingskwesties want van de tien- en-half millioen inwoners van de bondsrepubliek zijn er nog steeds vijf millioen-en-half Indianen van zuiver ras, terwijl meer dan de helft van de bevolking bestaat uit Metis- sen, die van gemengd bloed zijn. De overigen deelt men in onder Kreo- len. Aidus bestempelt men de sedert geslachten in het land ingezeten families van Spaanschen bloede, en de vreemdelingen die, met „wee per cent van het bevolkingsaantal, voor een overzeesch land in zeer klein aantal vertegenwoordigd zijn. De landstaal van Mexico is het Spaansch, dat wel is waar met veel aan de azteeksche taal geleende woorden is doorspekt en door onge veer elf millioen menschen wordt gesproken. Twee millioen Indianen spreken nog hun eigen stamtalen en eenige groepen zelfs de dialekten die uit den Maya-tijd dagteekenen. •De halfbloed maakt in Mexico zelfs geen vraagstuk meer uit, al schijnt het vaak zoo bij het bezoe ken van scholen en weezenhuizen. Bij de jeugd namelijk treden de rasonderscheidingen veel scherper naar voren, die zich dan later weer meer en meer vermengen. Zuivere negers zijn er heden bijna niet meer. Zij zijn opgeslorpt geworden door het metissenras. Nu en dan echter treedt nog eens het negerbloed op den voorgrond en bij veel kinderen kan men den Afrikaanschen groot- of overgrootvader zeer duidelijk her kennen. Het percentaantal metissen groeit met het jaar, en steeg in de laatste eeuw van 40 op 60 percent. De regee ring ziet deze ontwikkeling met een goed oog, want de praktijk heeft bewezen, dat uit de vermenging van Spaansche en Indiaansche elemen ten een nieuw ras ontstaat dat zich door een zeer voortreffelijke be kwaamheid op bijna alle gebied onderscheidt en door een blakende vaderlandsliefde uitblinkt. De metissen vormen nu de klasse der ambtenaren en handelaars, der stadswerklieden en handarbeiders. En ze hebben dat moet vooral worden onderlijnd een voornaam aandeel in de intellektueele en ar tistieke ontwikkeling van het Mexi kaansche volk. Deze nieuwe Mexikanen zijn groo te, schoone menschen, die veel na tuurlijke hoogmoed en waardigheid bezitten. De scherpgesneden ge zichten hebben eerder een ernstige uitdrukking zooals ook de Mexikaan in zijn handelingen nooit speelseh en slechts zelden lichtzinnig, maar klam en gematigd is. Daarbij kan men niet betwisten, dat de harts tochten snel en hoog oplaaien, als er iets in de omgeving gebeurt dat den Mexikaan ergert. Het woord c wildeMexikaan heeft echter slechts in werkelijkheid een zeer betrekkelijke verrechtvaardiging. De rijkdom van Mexico ligt in den grond, zoowel in den landbouw als in het ontginnen van de bodem schatten. Mais, suikerriet, tarwe, ba nanen, boonen en sisal maken de eene bedrijvigheid uit. Lood, zink, koper en zilver, de andere. Sedert enkelen tijd tracht de re geering met sukses een eigen nijver heid tot stand te brengen. Katoen, tabak, schoen- en biernijverheden zijn er reeds ontstaan en vanzelf sprekend met goede gevolgen. De Heer Jóliot-Curie bij het toestel waarmede de door de ontploffing van uraniumkernen vijrgekomen energie opgevangen kan worden. Voor de eerste maal in de geschiedenis der wetenschappen werd dit verwezenlijkt. ENKELE maanden geleden kon men in de Fransche pers lezen dat enkele geleerden, met in de eerste plaats M. en Mvr. Juliot- Curie, een merkwaardige uitvinding gedaan hadden. Zij waren er n.i. in geslaagd de zwaarste atoomker nen, zooals die van het metaal ura nium, te doen ontploffen en ze op die manier in hun verschillende be standdeel en te scheiden. Voor den leek zegt een dergelijk bericht niet veel, al kan hij misschien wel gis sen, aangezien het nieuws in de bla den vermeld stond, dat zco'n uit vinding toch iets beteekenen moet. Dit wordt hem des te klaarder als hij verneemt, dat sedert dien tijdj er niet min dan zestig wetenschap pelijke verhandelingn over dit on derwerp verschenen zijn, dat is iede re week vijf. Hierdoor wordt 't be wijs geleverd dat de samenstelling der stof en de ontbinding erven met den dag een uitgebreider studie onderwerp vormen, en dat de op lossing van het mysterie der stof wel van eenig nut kan zijn. Tot nu toe was er daar niets won derlijks aan. Maar met de laatste ontdekking op feet gebied der radio actieve analyse, komt men nu voor een totaal onverwachte gevolgtrek king te staan, waarvan de praktische toepassing in de toekomst van een onoverzichtelijk 'belang kan worden, niet alleen in de beoefening der we tenschap, maar ook, en vooral, in de techniek, en wel door de benut tiging van de in de atomen opgeslo ten energie. Sedert jaren heeft men daarover theoretische beschouwingen, gemaakt, maar nooit was men tot een praktisch resultaat gekomen. Nu is dit wel het geval, wat niet zeggen wil dat men zoo maar onmiddellijk zal kunnen aanvangen met de kon- srtruktie van een radioaktieve trein b.v. die de elektrische zal kunnen vervangen. De theorie van Einstein leert ons dat er tussohen stof en energie geen essentieel verschil bestaat, en dat elke hoeveelheid stof overeenkomt met een bepaalde hoeveelheid ar beidsvermogen, die zeer juist kan worden berekend, zonder dat het ons' mogelijk is er de geringste hoeveel heid van te gebruiken. Welnu, de nieuwe ontdekking toont ons den weg. Zij kon als volgt worden uitgelegd. Het uiteenvallen of liever de ont ploffing der uraniumkernen wordt veroorzaakt door de geweldige aan raking met zeer kleine, zich snel verplaatsende deeltjes, neuronen ge noemd, die er op afgezonden worden. Hierdoor breekt de kern in twee dee- len. En het essentieele feit is nu dat iedere helft onstandvast is, en op haar beurt een neutron aal uit zenden, die weer op zijn beurt op een andere kern zal terechtkomen, een ontploffing verwekken, om dan m totaal vier neutronen vrij te ma ken. Zoo ziet men dat er, uitgaande van één neutron, eerst twee, dan vief, don acht, dan zestien, enz. neutronen zullen vrijkomen. Door het feit dat iedere neutron een groo te energie met zioh draagt, moet mem daaruit de gevolgtrekking maken, dat het mogelijk is uit een aanvan kelijk betrekkelijk geringe energie tenslotte een groote hoeveelheid te bekomen, des te grooter naarmate er aan het verschijnsel een uitge strekter mogelijkheidsveld gegeven wordt om zioh te ontwikkelen. Prak tisch gezien bouwt men een uranium- sfeer, en plaatst daarin een kleine hoeveelheid neutronen. Indien de sfeer groot genoeg is, en b.v. meer dere duizenden kilogram weegt, zal zich een budten;ewcone groote hoe veelheid warmte ontwikkelen, die men voor industriesle doeleinden zal kunnen benuttigen. En indien de sfeer zoo groot gemaakt wordt, dat zij, laat ons zeggen 20.000 kg. weegt, dan zal de warmteontwikkeling zóó groot zijn, dat de sfeer onvermijde lijk zal ontploffen. Door berekenin gen heeft men nu uitgemaakt dat de onder den vorm van warmte vrij gestelde energie op die manier te ge bruiken is, en dat zij veel krachti ger is dan de tot nu toe gekende krachtbronnen. Zoo kan de uit en kele grammen voortgebrachte energie voldoende zijn om den tocht van. een vliegtuig van Parijs naar New- York te verzekeren. Natuurlijk worden de proeven tot nu toe nog slechts in een laborato rium gedaan. Maar de vooruitzich ten zijn zóó. dat wij mogen veron derstellen, dat de tijd niet zóó ver meer verwijderd is dat die nieuwe vorm van arbeidsvermogen in de techniek zal kunnen benuttigd wor den. Is het ook niet zóó gegaan met de elektriciteit Een orkest van een der talrijke nieuwe scholen, die de republikeinsche regeering oprichtte. Een bijzondere inspanning voor het verspreiden van een degelijk volksonderwijs werd gedaan. Wij hebben in ons vorig artikel voornamelijk den nadruk gelegd qp de elementen die ten laste zijn van de hoteliers. Men mag echter niet mis opvatten. Het pr.:bleem der aan sprakelijkheid stelt zich niet in eenige richting. De reiziger mag zich niet bhndeling op zijn gastheer ver laten. Hij is van zijnentwege een m'-nimum van voorzichtigheid ver schuldigd met het gevolg dat hij des gevallend zelf de gevolgen zal heb ben te dragen van zijn onachtzaam heid. Aldus kan het gebeuren dat hij verwaarloost zijn kamer te slui ten of dat hij zfen sleutel op de ka merdeur laat steken in plaats van ze af te geven bij de receptiediensten men moet het de indringers niet te gemakkelijk maken; misschien cók staat zijn appartement open voor een allegaartje van gelegenheids- en andere kennissen zoodat de waarborg van veiligheid die de hotelier nor maal moet kunnen geven, in het niet verzinkt. Het spreekt vanzelf dat in zulke gevallen de foutbalans naar de andere zijde kan heilsn. In dezelfde orde van gedachten kan de reiziger het kind van de rekening zijn do;# de fouten of de verwaarloozingen van zijn eigen personeel. In dergelijke gevallen zijn de uit spraken van de rechtbanken al naar gelang de feiten eerder uitsenloo- pend; in dien zin dat niet noodza kelijk de verantwoordelijkheden langs een enkele zijde gelegd worden maar dat er een gemengde aansprakelijk heid kan zijn waarvan de doseering zal afhangen van den graad der we- derzfedsche fouten. Kan de hotelier zich bij overeen komst van zijn verantwoordelijkheid ontmaken In grondbeginsel wordt dit aangenomen. Maar de reohts- spraak ziet er eenigzins tegen op te gemakkelijk toe te geven aan hote liers die enkel in de kamers een biljet hebben uitgehangen waarop er voorkomt dat zij geen verantwo le lijkheden opnemen voor verdwenen of gestolen voorwerpen. Inderdaad, de reiziger is gewoonlijk slechts in gelegenheid daarvan kennis te ne men wanneer hij reeds zijn huur overeenkomst heeft afgesloten en wanneer hij, de kamer betrekkend, van deze voorwaarde op de hoogte komt die bü de verhuring niet be sproken werd. Dit wordt als te laat komend beschouw^ daar het geen aanvullend deel uitmaakt van het bedongene. Daarbij komt nog dat het wel aannemelijk kan voorkomen dat de hotelier vo.r waarden en ju- weelen zijn knikkers uit de ronde trekt; deze voorwerpen kunnen in derdaad zeer gemakkelijk aan zijne persoonlijke waakzaamheid worden toevertrouwd om in zijn kpffer op gesloten te worden. Maar hetaelfae geldt niet voor verbruiksvoorwerpen die men voortdurend kan n;odig hebben. Aldus ziet men niet goed in dat de foururen van mevrouw per soonlijk aan den hotelier overhan digd winden; ze moeten wel op de kamer blijven, zoodat een te gemak kelijke ontlasting ten voordeele van den patron a priori ongunstig zóu zijn voor den kliënt. Indien het nu echter voorkomt dat er toch een clausule van niet-verantwoordeüjk- heid voor den hotelier aangenomen wordt bij de verhuring, dekt zulks natuurlijk niet alles hij blijft ver antwoordelijk voor de uitdrukkelijke fouten die hij z:u begaan en vanzelf sprekend ook voor het door hem mogelijks begane bedrog. De verantwo; rdelfekheid van den hotelier loopt verder slechts zoolang de kliënt in het hotel blijft; ze wordt o k niet uitgebreid tot deze reizigers die sleohts hun eetmalen in het hotel nomen; het is noodzakelijk dat zij er hun logies hebben. In dit ver band is het niet onbelangrijk er op te wfezen dat in restaurants het be stuur niet aansprakelijk kan gesteld worden vo:r het verdwijnen van kleedingstukken die aan een kap stok worden gehangen. Het is sleohts indien er een regelmatig ingerichte vestiaire voorhanden is waar men de voorwerpen afgeeft, gewoonlijk tegen betaling van een kleine geld som, dat er een contractueele ver plichting bestaat tot waarborging van de afgegeven voorwerpen. Nu het t;erisme werkelijk een in ternationaal karakter aangenomen heeft wordt er meer en meer aan gedrongen op een eenmaking van do wetgeving betrekkelijk de verant-, woordelijkheid van de hoteliers. De enkele gegevens die wij hier hebben behandeld loipen slechts over Bel gische en Fransche wetgeving en rechtsspraak. Het zou onmisken baar een groot voordeel zijn moest men op v or hand, gelijk naar welk land men trekt, weten waaraan men' zich in dat opzicht te houden heeft. De groote verzekeringsmaatschap pijen die de hoteliers dekken tegen de gevolgen van diefstal, dringen ten zeerste aan in deze richting. Dit zou des te gemakkelijker kunnen gedaan worden daar stilaan cp andere ge bieden een zekere eenmaking geko men is in de hotelgewoonten en ge bruiken. En waar er reeds in een groot aantal landen een strekking bestaat om dezelfde richting uit te gaan is een veralgemeening der meest gangbare praktijken de aangewezen weg voor een stelselmatige codifi catie. Men is in dit opzicht niet onbe tuigd gebleven hst «Internationaal Instituut van Rome voor de eenma king van het privaat recht» heeft reeds een ontwerp klaar gemaakt waarin de algemeene lijnen warden teruggevonden van de beginselen die wij hooger hebben uiteengezet. La ten wij hopen dat bij een eerste opklaring van de internationale ver houdingen een gemeenschappelijk akkoord zal kunnen tot stand komen tot vastlegging van de wederzijdsclje rechten en verplichtingen van hote lier en reiziger. Wat intusschen den lezer niet moet beletten onmiddellijk zijn valiezen klaar te maken... ook zander inter nationalen codex...

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4