DE
VOORUITGANG
Jaarlijks trekken 30 a 40.000 Vlamingen naar
Frankrijk om ginderhonderden km. van
verwijderdeen stuk brood voor vrouw en
kinderen te verdienen
DEMAGOGISCH GEKLETS
r« mm
1
mrnrnm
ZONDAG 30 JULI 1939
0,50 fr. - Nr. 14 - 6 Jaar socialistisch weekblad voor vlaamsch belgie
of de afstand tusschen
woorden en daden
mmmmm
Na VOOR ALLEN
gelezen te hebben, geef
het blad aan een niet-
lezer. Dat is de beste
propaganda
Uitgave
Met den verrekijker
li
f/
WIE ZIJN DE
FRANSCHMANS?
WAAR KAN MEN ZE
AANTREFFEN?
EEN «FRANSCHMAN» AAN
HET WOORD
I
:^ii mm
m'f
IP rj5fc 4
mr m
YCOfê ALL
i EDAKTIE EN ADMINISTRATIE
St-Pietersnieuwstr. 64 Gent
Telefouo 157.40 (4 ltf iu*n
it
ABONNEMENTSPRIJZEN
i Jaar 23,00 li.
6 maanden 12,00 fr.
3 maanden 6.30 fr.
•Nisleheck liet LJcht Gent; 56733
De Vooruitgang
(met hoofdlet
ter a.u.b.) is be
paald een mooie
zaak, maar of
zij de mensch-
heid steeds veel
vermaak brengt
is een andere
kwestie.
Men zou er soms aan twijfelen.
Ik heb het hier niet over de
jongste uitvindingen op het ge
bied der stikgassen en der balis-
tiek alhoewel deze reeds ruim
schoots zouden volstaan om mijn
twijfel te wettigen maar over
een andere zegening van ons
modern leven.
Een bericht uit New York lee-t
ons dat het straatlaivaai aldaar
zoo geweldig is geworden, dat het
aantal zenuwlijders er op onrust
wekkende wijze toeneemt. Zon
der van de zelfmoordenaars ie
spreken.
En ge weet nochtans hoe de
Amerikanen in geen klein gerucht
verschieten
Maar het mooiste komt nog
achteraan.
Wanneer de inwoner van de
grootste stad der wereld den slaap
niet kan vatten, dan moet hii
maar de Western Union Tele
graph Company opbellen en
tien minuten later krijgt hij aan
zijn bed een portie thee, twee
bolletjes watte om in zijn ooren
te stoppen, een scherm voor de
oogen... en dit alles voor de foete-
bagatel van 150 fr., of «ivevree.
Waaruit ge kunt besluiten dat
in onze gezegende samenleving
het slaven ook al een genot is
voor rijke menschen.
Wie in de dichtbevolkte buur
ten woont meet dus niet alleen
de zon en de gezonde lucht kon
pen, hij mag nu ook nog afdraai
en om in de armen van Morpheus
te mogen rusten.
Gij lacht wellicht om zu'ke gek
ke dingen
Ik niet. Ik vind dat ernstig, be
droevend, vreeselijk.
En ik twijfel aan een bescha
ving, waarin het bestaan ian een
Western Union Telegraph Com
pany mogelijk is.
De Vooruitgang (met een
hoofdletter a u.b.) is waarlijk
een verschrikkelijk iets, wanneer
men er zich niet van bedienen
kan...
PIER MOEIAL.
ROND EEN BEZOEK BIJ DE
FRANSCHMANS
Er is in de socialistische pers
reeds veel geschreven over de sei
zoenarbeiders.
Wij wenschen echter heden te
schrijven over een speciale katego-
rie seizoenarbeiders, namelijk de
Franschmans, Dat zijn de Vlaam-
sche zwoegers die ieder jaar, hon
derden km. ver in een vreemd land,
hard gaan werken om een stuk
brood voor vrouw en kinderen te
verdienen.
De «Algemeene Centrale van
Bouw, Ameublement en Gemengde
Vakken» heeft het noodig geacht
een delegatie onder leiding van
makker Van Caneghem en bestaan
de uit de vrienden Jan Bomon van
Aalst, Marcel Van Peteghem van
Oostende en ondergeteekende, naar
Frankrijk te sturen, om ginder ter
plaatse met de vrienden te gaan
spreken, hun toestand te onderzoe
ken, hun levens- en werkvoorwaar-
den na te gaan, met de Fransche
boeren te gaan diskussieeren, kort
om te trachten verbeteringen te
brengen aan het lot dezer men
schen.
Voor een paar jaren heb ik nog
al vaak werken" gelezen van Stijn
Streuvels. Ik heb zelfs een tijdje
met hem «opgeloopen», niettegen
staande ik niet volledig begreep
wat hij schreef. Ik kende trouwens
toen nog zeer onvoldoende onze
Vlaamsche buitenmenschen en
vond dus ook dat Streuvels gewel
dig overdreef en fantazeerde. Ge
durende mijn reis naar Frankrijk
heb ik dikwijls gedacht aan de per-
sonnages van zijn werken. Vooral
in een tweetal boeken «De Oogst»
en «Werkmenschen» heeft hij het
beestenleven onzer Vlaamsche ar
beiders fel geschilderd en wij heb
ben moeten konstateeren dat mis
schien twintig jaar na het verschij
nen van zijn werken, sommige toe
standen nog dezelfde zijn zooals bij
zs toen afschilderde.
De Franschmansdat zijn de
tienduizenden Vlamingen die jaar
lijks naar Frankrijk gaan, om gin
der op de onmetelijke landerijen,
het zware werk te verrichten.
Zij zijn tot op heden nog de koe-
lie's van onze arbeidersbeweging.
Zij, die nochtans de meeste be
scherming noodig hebben, genieten
er het minst van. Wat verrichten
ze ginder dan zooal, zal men vra
gen? Alle werk op de groote lande
rijen. In de maand Mei begint het
om de bee ten te gaan kappen. Ge
durende 15 a 16 uren staan ze daar,
in gebogen houding, te kappen op
de uitgestrekte beetenvelden. In
Juni vertrekken er om het hooien
te doen. In Juli gaan ze het vlas
gaan slijten. In Augustus doen ze
den graanoogst. In Oktober gaan ze
dan de beeten gaan trekken, ande
ren vinden werk in de Fransche
suikerfabrieken.
Dit jaar zijn wij naar Frankrijk
gegaan om speciaal de toestanden
te onderzoeken van de menschen
die de beeten kappen. Wij zullen u
dus niet spreken over het harde la
beur van de vlasslijters, de mannen
die den oogst doen, enz. (dat is
wellicht voor toekomende jaar)
maar wèl speciaal over de werk-
voorwaarden en levensvoorwaar
den van de beetenkappers.
Over geheel Frankrijk zijn zij ver
spreid. Bij de Fransche boeren
staan onze Vlamingen hoog aange
schreven als werkbeesten. De Fran
sche regeering doet zelfs in de laat
ste jaren ernstige pogingen om de
Fransche werkloozen de plaats te
doen innemen van. de Vlamingen,
doch tevergeefs, en dit wel om ver
schillende redenen. De Fransche
boeren geven de voorkeur aan de
Vlamingen omdat ze harder en lan
ger werken, omdat ze tevreden zijn
met min goede slaapgelegenheden,
minder goed eten, maar vooral ook
minder loonen.
Wij zijn natuurlijk niet in de ge
legenheid geweest gansch Frank
rijk te doorreizen. Het kwam er op
aan op een minimum van tijd een
maximum van kameraden te ont
moeten van verschillende steden.
Wij hebben ze ontmoet rond de
streek van Arras, Péronne, Amiens,
Parijs en Reims. Overal hebben wij
met deze vrienden gesproken, hen
ondervraagd over hun loon- en
werkvoorwaarden. Laten wij even
zoo een seizoenarbeider aan het
woord die ons in een paar zinnen
meer zal vertellen, dan' een ellen
lang vertelsel.
Het was in de streek van Péron
ne, rond 9 uur 's morgens dat wij
een dezer groote beetenvelden be
traden om met onze landgenooten
even te praten, Van zoodra ze ons
in het oog hadden, keken ze ver
wonderd op. Zij zijn niet gewoon
bezoek te ontvangen. Hun ver
wondering steeg echter ten top
toen ze zagen dat het Vlamingen
waren, vergezeld van hun sekreta-
ris, die hun een bezoek kwam bren
gen. Ze waren in al hun eenvoud
gelukkig hier een bekende te ont
moeten met wien ze een paar woor
den konden wisselen.
Maar hoe is het mogelijk u
hier, zoo ver, te ontmoeten?
Ja Theofiel, wij doen de ron
de van Frankrijk om eens grondig
de loons- en werkvoorwaarden van
de seizoenarbeiders te onderzoeken.
En hoe is het thuis, gaat al
les nog goed, en hoe staat het met
het oorlogsgevar? Want wij weten
hier niets. Gansche dagen staan
wij op het veld, daarna wat eten en
slapen en weer werken en wat er
gebeurt in de wereld, daar weten
we niets van.
Thuis gaat het goed en de in
ternationale toestand is ook
eenigszins wat verbeterd, maar ver
telt U ons eens het een en ander
over het werk hier. Hoeveel uren
per dag werkt u hier? En wat ver
dient gij hier zooal?
Te 3 uur 's morgens staan wij
gewoonlijk op, bereiden ons eten
en komen naar her, veld om te wer
ken tot 7 u. a 7.30 uur 's avonds.
Ja maar, onderbreken wij, ge
neemt nu en dan toch eens een
rustpoos?
De mannen moeten lachen.
Zie vervolg blz, 3
BIJ DE FOTO'S OVER DE FRANSCHMANS de Voor Allen «-fotograaf kiekte deze Franschmans bij hun vertrek en bij de terugkomst in
den huiselijken haard. Onze vakbondsekretarissen van de Algemeene Centrale, die het onderzoek instelden, brachten ons de andere
opnamen. Men ziet de Franschmans aan den zwaren arbeid; de weinig goede gebouwen waarin de slaapgelegenheden zijn; het eten in een
minimum van tijd tijdens den arbeid; het gesprek met de vakbondleiders. Het deed onze Franschmans goed onze mannen te ontmoeten,
want ze beseften dat de aktie van de socialistische Algemeene Centrale, reeds sedert lang ingezet, nu in scherpte ging toenemen, om de
arbeidsvoorwaarden en toestanden der Franschmans te doen verbeteren. Voor Allen steunt uit alle kracht de aktie van de socialisti
sche Algemeene Centrale. Franschmans steunt «Voor Allen» door er lezer van te worden en zet uwe kameraden aan lid te worden van
dc socialistische Algemeene Centrale. Zoo zorgt ge voor uw eigen lev enstoestanden in de beste voorwaarden en met den grootsten waarborg
op het zeker veroveren van betere toestanden.
OOR enkele dagen had te Luik de jaarlijksche uit-
^yÊÊwi/ii/ reiking plaats van nijverheidseereteekens. Het is de
j yÊMm' traditioneele hulde die het land officieel brengt aan
I YmM menschen die reeds een merkwaardige arbeidscarriè-
j Y re achter den rug hebben. De dekoratie die zij bij
deze gelegenheid ontvangen is een soort moreele
vergoeding of voldoening voor de materieele krachten die zij
gedurende tientallen jaren hebben geofferd.
Deze maal was het Mr. Delfosse die, in zijn hoedanigheid
van minister van arbeid en sociale voorzorg, de plechtigheid
voorzat en de gelegenheidsrede uitsprak. Hij heeft zeer mooi
gesproken zelfs.
«De regeering beseft, zoo zegde hij o.m., dat uw krachts
inspanning meer en beter verdient dan woorden van dankbaar
heid. Zij wil u ook zeggen dat de verbetering van het lot van de
arbeiders, naast de vrijwaring van onze onafhankelijkheid, de
voornaamste doelpunten van haar aktie uitmaken.
Deze bestendige bekommering manifesteert zich door de
sociale wetgeving, die, ondanks de moeilijkheden van het
oogenblik moet gehandhaafd en geleidelijk verbeterd worden».
Als men dit hoort moet men zeker gaan betwijfelen of Mr,
Delfosse wel deel uitmaakt van de regeering Pierlot.
Uitbouw van de sociale wetgeving, behartiging van de
arbeidersbelangen? Maar denkt Mr. Delfosse dan dat de sluiting
van de kolenmijnen Levant du Flénu en de onverantwoordelijke
afzijdigheid van de regeering ten overstaan van onze zoo sterk
geteisterde textielnijverheid en andere bedrijfstakken, waaraan
het levensbestaan van tienduizenden menschen gekoppeld is,
denkt de h. minister dan dat alles in het land onopgemerkt is
voorbijgegaan
Meent hij dan dat de «man van de straat» niet de gepaste
gevolgtrekkingen heeft gemaakt uit de inkrimping van de be
grooting van openbare werken, die in het verleden breede
scharen werkloozen terug aan den arbeid heeft geholpen?
Veronderstelt hij dan dat de deflatie-neigingen van de huidige
regeering nog langer te loochenen zijn
Hij zou toch moeten weten dat het land en de arbeidersklasse
in het bijzonder er thans volkomen van'overtuigd is dat men van
het huidig bewind niets te verwachten is wat de heropbeuring
van de ekonomie en het zakenleven betreft. Mr. Pierlot vroeg
volmachten om krachtdadig te kunnen ingrijpen met herstel-
initiatiev'en. Niets in daarvan terecht gekomen. Hij wachtte eerst
tot het parlement naar hius was gezonden. Thans wordt er niets
gedaan omdat het vakantie is.
Men heeft trouwens maar de verklaringen van den h. Sap,
minister van ekonomische zaken na te gaan, om elke illusie
omtrent een degelijke herstelaktie te verliezen.
«De regeering kan geen mirakelen doen en bestudeert den
toestand, zoo zegde hij onlangs nog zonder blozen. Terwijl zijn
lijfblad «De Standaard» in verband met de tragische sluiting
van Flénu schreef
Van loovsafslag willen de socialisten niet hooren. van verlenging
van den arbeidsduur of zelfs van een eenvoudigg, of tijdelijke aanpas
sing evenmin; zie Flénu. Van verlichting der lasten die op heel de
gemeenschap drukken, willen zij ook niet hoorende belastingen zijn
naar hun oordeel nog niet hoog genoeg en de kostelijke staatsdiensten
nog niet hal) uitgebreid. Wat schiet er dan over
Het is duidelijk dat er voor Mr. Sap maar één oplossing
overblijft de deflatie.
Onnoodig in alle details te herinneren aan de ramp die
dergelijke politiek in 1935 over het land heeft gebracht en
waarvan de massa arbeiders in de eerste plaats het slachtoffer
zijn geworden.
Mr. Delfosse zou dan ook beter te Luik wat meer bescheiden
heid aan den dag hebben gelegd. Wij zouden zelfs geneigd zijn
met zijn fameuze Iijm-rede eens hartelijk te lachen ware het
niet dat de tragedie van de Belgische ontreddering ons allen
lust er toe ontneemt.
D.
P'ii&rimsS»" - 3 fkk 'g
v.-:ï;
:r;:
m: -'SiWaa
Wê- Asn