DE ZUID-OOSTELIJKE RICHTING dank mr Hel verpotten van kamerplanten De uittocht van de Engelsche kinderen SCHAAKRUBRIEK A B H! I Ganfoise beschikt over flinke, jonge elementen Iets over reddêngszwemmen en de toepassing van de kunstmatige ademhaling m En toclfi kon hij gaaia kegelen i mW m mj im wm. mm a) De klassieke bevr ij dingsgr epen DUIVENRUBRIEK Met die venijnige hoofdpijn? Neen, die hij liet thuis. Zoo hij eens overspannen is, of hoofd pijn heeft of niet in zijn schik is, dan neemt hij een "AKKERTJE". Moderne menschen laten hun leven niet vergallen door zulke kleine ongemakken, De gevolgen voor de steden en voor het platteland WM m m I«f SCHAAKSTATISTIEK WRIGLEYS miüMB S. C. BRUGGE, E. AALST EN DE LIERSCHE PLOEGEN IN VEDETTE TEN LANDE DE VRIJDENKER 6 - Voor Allen - 22 Okt. 1939 ARBEIDERSSPORT Ieder van ons heeft reeds bij herha ling kunnen vaststellen hoe men bij gelegenheid over het eventueel redden ran een drenkeling van gedachte wisselt, en het in 't bijzonder opval lend is, dat in dit domein nog alles te doen is om er eenigszins te kunnen toekomen het Reddingszwemmen en de toepassing der kunstmatige adem haling te propageeren en het rendee- rend te maken voor en tot een drin gend noodzakelijk van algemeen nut. Men dient eveneens vast te stellen en met de noodige kracht te onder lijnen dat er van de onderscheidene gemeentebesturen tot hiertoe eveneens weinig of niets is gedaan geworden om bij te dragen tot de verspreiding van de bestaande mogelijkheden om zijn evenmensch in verdrinkings omstandigheden bij te staan. Het is ontegensprekelijk dat het getal drenkelingen op verre na niet zoo groot zou wezen indien het zwemmen méér beoefend werd, indien het méér doel treffend verplichtend gemaakt werd, daar waar de overheid haar gezag kan doen gelden; zooals b.v. in scholen, in het leger en verder waar de mogelijk heden zich voordoen. Een kleine handleiding daaromtrent in omloop gebracht zou zeker oneindig veel bijdragen en stellig een groote leemte aanvullen. Tot nu toe waren het slechts de bestaande zwemkrachten die in dit domein iets presteerden en waarvan de onderscheidene arbeidersawemgroepen een groote aktiviteit hebben getuigd, voornamelijk aan te stippen het tot stand brengen van het «Vrije Zwem mers-Reddingsbrevet*. Ieder zwemmer kan in de ge niet te verdrinken, en den drenkeling moeten bijstaan. Hoe licht kan het ge beuren dat men in nood verkeert, of men in de nabijheid is, waar anderen hulp behoeven. Vele zwemmers kunnen op een zeer korte tijdspanne daartoe een onder richt ontvangen, die tot de beste uit slagen kan leiden. In dien zin geven wij hier dan ook een korte beschrijving van «Vrije Zwemmers-Reddingshandlei- ding», hopende er te kunnen toe bij dragen om het reddingszwemmen en toepassing der kunstmatige adem haling op een breed terrein te propa geeren. Onze leus is: «Iedere zwemmer één reddert. De klassieke wijzen waarop de redder zich van den drenkeling kan losmaken Wanneer een persoon in het water springt om een drenkeling te redden, dan is het stellig met het doel dezes leven te beschermen. Wordt hij door deze zelf gegrepen, dan wordt zijn taak zeker moeilijker en ook gevaar lijker, hij moet zonder van zijn doel af te zien eerst en vooral zorgen zelf niet te verdrinken, en de drenkeling wurgen of een kwaden slag toe te brengen is een grove dwaling; dit uit werksel staat gelijk hem te verdrin ken. Dergelijk brutaliteiten zijn altijd geheel overbodig wanneer men bekend is met de wijzen waarop en waarvan men zich dient te bedienen om den drenkeling los te maken. EERSTE GEVAL Den drenkeling heeft u bij de polsen aangeklampt Men nijpt vooreerst de vuisten krachtig toe. en heft de beide armen gestrekt uit het water op; terwijl men zich door snel en krachtig watertrappen boven houdt, zicaait men vervolgens met forsche ruk de armen naar onder en dan buitenwaarts: vooraleer uwe armen weder de oppervlakte van het water zullen bereikt hebben zal de drenkeling reeds losgelaten hebben, om redendat al het geweld der toegepaste beweging op het minste sterke deel zijner handen terechtkomt, namelijk op de duimen en deze in geval van niet loslaten (wat zich nooit niet kan voordoen) ontwricht worden. Zoodra de drenkeling losgelaten heeft, grijpt men hem onmiddellijk bij de armen en past een der grepen toe, welke ik u later wel zal trachten te verduidelijken. Bovenstaande foto geeft u stellig een juist beeld van het eerste geval: «Losmaking of bevrijding bij aanklamping aan de beide polsen*. (Vervolgt) P. D. M. Verantwoordelijke uitgever: R. Vercammen, Gent. Red. en Admln. Sint Pietersnieuwstraat, Gent. België blijft neutraal in het huidig konflikt en zoo zijne onzijdigheid door geen der strijdende mogendheden ge schonden wordt, dan mogen wij ho pen geenszins in het gedrang te komen. Alhoewel duizenden onzer mannen werden opgeroepen om onze grenzen te bewaken en desnoods te verdedigen, toch herneemt stilaan alles binnen den lande zijn gewonen gang. Ook het duivensport kwam terug in leven en hier en daar zagen wij reeds enkele najaarswluchten inrichten. Hoelang de oorlog duren zal kan niemand voorspellen; alleen mogen wij ervan overtuigd zijn, dat er ganscn den tijd der vijandelijkheden geen buitenlandsche duiven op Franschen bodem zullen mogen gelost worden. Daarom, bij geval hier alles rustig blijft, zullen er in 1940 duivenvluchten moeten ingericht worden in Zuid- Oostelijke richting. Als argumenten tegen deze vlucht- lijn hooren wij allereerst dat de duiven op geen genoegzame afstanden kunnen gebracht worden; van aan de verste zeekust tot in Luxemburg, zoo onze duiven in het Groot-Hertogdom mogen gelost worden, komen we slechts tot op nagenoeg 275 km., dus nog geen afstand van Dourdan. welke laatste in Zuidelijke richting nog maar als eene vitessedracht gerekend wordt. Ontegensprekelijk is die afstand voor ware fondduiven nog maar onbedui dend, doch hier stellen we de vraag: «Hoevele liefhebbers spelen er wel de verre drachten?» Misschien hoogstens één op honderd, want in nagenoeg alle plaatselijke maatschappijen gaat men zelden tot boven 200 km., zoodat deze in Zuid-Oostelijke richting, wat de af standen betreft, hier volledige bevredi ging kunnen vinden. Anderen klagen dat, gezien den invloed van ons zeeklimaat, de wind meestal uit eenigszins Westelijke rich ting blaast, zoodat de inkomst der duiven hierdoor bemoeilijkt wordt. Naar ons meening is die opmerking totaal ongegrond, want in vluchten met kopwind zijn het steeds de beste duiven die zich rangschikken. Sommigen vreezen nog, dat hun beste duiven, die goed vlogen uit het Zuiden, zich op die nieuwe viuchtlijn misschien zoo goed niet zullen thuis gevoelen en de uitslagen niet zullen opleveren, waartoe ze bekwaam zijn. Weeral een voorbarige vrees. De goede duiven zijn steeds de beste in alle richtingen en dat heeft de ondervinding reeds ge noegzaam bewezen. Puike reizigers, ge stoken van Zuid-Oost naar Frankrijk en omgekeerd hebebn nooit nagelaten zich behoorlijk te onderscheiden; daar van zyn voorbeelden met de vleet. Van deze drie neergepende opmer kingen is er dus maar ééne, de eerste, die eenigszins aanneeanlijk mag heeteu; de beide andere berusten alleen op inbeeldingen. Daartegen stellen wij nochtans de groote voordeelen, welke de Zuidooste lijke richting medebrengt. Als voornaamste voor het grootste gedeelte der liefhebbers helbben wij' de veel mindere vervoerkosten. Het is van eenieder bekend, dat het invoeren van reisduiven in Frankrijk hooge taksen vergt, zoogezegde inkomrechten, die wij hier binnen België niet te betalen hebben. De verzendingen op eigen bodem zijn daarbij ontslagen van allerhande for maliteiten, die wel vanwege den ver zender geen overdreven werk vragen, maar die toch dienen ingevolgd, wil men de duiven aan de grenzen niet zien geweigerd worden. Ook de inlichtingdienst langs de vluchtljn zou niet enkel gemakkelijker, maar veel regelmatiger en goedkooper geschieden, weeral een niet te onder schatten voordeel. "AKKERTJES" kunt Ge Bik oogenblik noodig hebben. Heb dus een doosje in huis. Let op dit 'AKKER"-merk Een goede raad: Neem een "AKKERTJE", óók bij griep, kou, influenza, verschot in den rug, lendenpijn, nare dag, spierpijn, rheumatiek, zenuwpijn, enz. Hel helpt I Wat nu het verloop der vluchten uit Zuid-Oostelijke richting betreft, deze geschieden zoo normaal als uit Frankrijk. Om zulks te bewijzen geeft Leon Petit in het Brusselsch blad «Le Mes- sager Colomibophile» daarover een ver slag van een interview, dat hij had met den voorzitter der duivenmaat- schappij van Sole op den Samber. Ten einde hun duiven alleen te doen vlie gen, nam deze maatschappij van ,n 1937 de Oostelijke richting aan. De duiven werden steeds gelost bij om het even welk weder en alhoewel ze ook nog de groote benden vogels, die uit 't Zuiden vlogen, te doorkruisen had den, toch verliepen de vluchten steeds normaal en zelfs beter dan uit Frank rijk. Ten bewijze daarvan geeft hij de uitslagen op van de eerste vluchten- reeks 1939. die zijn als volgt: Namen: 53 km., Zuid-Westerwind: 1026 m. snelheid, Ciney: 67 km., hevige Noord-Westen wind: 826 m, snelheid. Libramont: 93 km., Noorderwind: 1117 m. snelheid. Marbehan: 119 km., Zuid-Ooster- wind: 1327 m. snelheid, Arlon: 133 km., hevige Noord-Westen wind: 861 m. snelheid. Uit die opgegeven snelheden, die natuurlijk gewijzigd zijn volgens de windrichting, kunnen wij opmaken, dat deze zoo normaal zijn ais ui* de Zuide lijke richting. Naar de verklaring van den voorzit ter van voornoemde maatschappij, zijn de aankomsten Lij normaal weder zeer regelmatig en met weinig leemten, niettegenstaande de duiven niet ge- entraineerd worden door de groote massa en meest op eigen krachten dienen te reizen, zonder zich te laten misleiden door de groote benden, die uit Frankrijk komen. Om ook nog te bewijzen, dat goede duiven zoowel kop doen in beide rich tingen, wordt hier het geval aange haald van een liefhebber dier streek, die twee roode duivers had, twee ge broeders, die wonderwel op elkaar ge leken. De eene reisde in 't Oosten en de andere in 't Zuiden. In de overhaas ting van den liefhebber werd de Ooste lijke kamper zekeren dag bij misgreep ingekorfd voor eene vlucht uit Creil en... hij vloog den lsten prijs. Persoonlijk hebben wij eenzelfde ge val nagegaan in onze omgeving. Een liefhebber uit de buurt had een lsten prijs behaald uit Asschaffenburg (Duitschland). Twee weken nadien werd dezelfde vogel naar Bordeaux ge stoken en weerom kwam hij vooraan in de prijzen. Beide voorbeelden hebben wij hier willen aanhalen om te bewijzen, dat de Zuid-Oostelijke richting geenszins dient gevreesd te worden en 't verwon dert ons zelfs, dat vele kleine lande lijke maatschappijen deze viuchtlijn niet volgen, zelfs in normale tijden. Nu vooral, dat zoovele vroegere liefheb bers het duivensport hebben moeten vaarwel zeggen om reden van de groote kosten, welke het spel uit Frankrijk medebrengt, zouden vele bondsbesturen goed doen, de zaak eens ernstig te overwegen. Vanwege de groote liefheb bers en vooral vanwege de voornaamste fond- en geldspelers, zal daarin mis schien wel eenige tegenkanting komen, doch hier ook ligt misschien wel het middel, om de geschillen tusschen natuur- en weduwspelers eenigszins op te lossen; uit het Oosten zal 't spel aan de beroepspelers te gering vallen en diensvolgens zullen ze de prijsvluch- ten verkiezen uit Zuidelijke richting, waarbij de groote bazen zich dan onder malkaar kunnen meten. Dit laatste geven wij vooral ter over weging aan die maatschappijen, die toch nooit geen vluchten inrichten boven Parijs. (Verboden nadruk) CARLO Het overbrengen van ongeveer twee millioen kinderen uit de Engelsche ste den naar het platteland zal ongetwij feld een diepen invloed op het leven der natie uitoefenen. De heer Donald Sutherland bestu deert hier eenige gegevens, waaruit blijkt dat, afgezien van de veiligheid van de kinderen, welke de Britsen e autoriteiten allereerst op het oog had den, deze verhuizing duurzame gevol gen zal hebben. Sedert het begin der vijandelijkhe den tusschen Epgeland en Duitsch land, is Londen, evenals de belangrijk ste steden van Groot-Brittannië, «kin derloos». De schommels en de draai molentjes in Kensington Gardens han gen leeg en men kan door Hyde Park wandelen zonder gevaar met een voet bal of een cricket-bal of een vlieger in aanraking te komen. De Londenaar is reeds gewend ge raakt aan dezen toestand, waarin hij goedkeurend berust. De plannen van het Home Office waren uitstekend en tijdig opgemaakt, om het onheil, indien het kwam, tij dig te ontvluchten. Groot-Brittannic werd in drie soorten afdeelingen ver deeld. Afdeelingen, die ontruimd moes ten worden, neutrale afdeelingen, waar alles onveranderd kon blijven en af deelingen op het platteland, waar de kleine uitwijkelingen moesten worden ondergebracht. Alléén in Groot Londen hebben meer dan 700.000 moeders en kinderen (al léén zuigelingen werden door him moe ders begeleid) zonder haast of verwar ring, de stad verlaten. Deze uittocht heeft de drie dagen, die aan de oorlogsverklaring vooraf gingen, in beslag genomen. Het is geen enkelen keer voorgeko men dat een kind verloren raakte of niet op de plaats zijner bestemming aankwam. Er zijn nog geen statistieken voor gansch het land beschikbaar, doch wanneer men den omvang dezer ont ruiming beschouwt als het eerste groo te oorlogs-manceuvre, door de burger bevolking zelf, dan is het resultaat werkelijk prachtig. De lokale autoriteiten van de lande lijke distrikten maakten de lijsten van beschikbare logies op volgens het be ginsel, dat van geen enkel huishouden verlangd zou worden aan méér dan één persoon per bewoonde kamer gast vrijheid te bieden. Het aannemen van deze jongste gas ten uit de steden afkomstig, was ver plichtend, maar nergens moest dwang worden toegepast. De burgerlijke overheden namen het op zich de kinderen in hun nieuwe woonplaatsen over te bregen. Gelukkig kon er tien dagen vóór het uitbreken van den oorlog een «alge- meene repetitie» worden gehouden. De schoolgaande kinderen werden in hun scholen verzameld. Elk kind moest een op voorhand vastgestelde hoeveel heid voedsel en kleeren meebrengen, een gasmasker en een eenzelvigheids- PROBLEEM Nr 274 door Bryan Harley («Observer 1923») WIT: Gg7, Da8, Ta5 en h5, Ld8 en f7, Pc3 en e2, pion b6, c4, d4, g2 en h3 (13 st.). ZWART: Kf5, Tb7. La6, pion b5, e3, e7, f4 en g5 (8 st.). Mat in twee zetten. Hoeveel sleutelzetten vindt gij op dit probleem NOTA. Volgens artikel 6 van het reglement beteekent op gave van een slechte sleutelzet verlies van alle punten van het probleem. Twee punten per sleutelzet varianten tellen niet mee. OPLOSSING Nr 272 Sleutelzet: Th 4. Per doos van 12 stuks Jr. 9.50. Per doos van 6 stuks Jr. 5.- Verkrijgbaar bij alle Apothekers: 143 ZWART WIT 1. a2al D-f- Lxal+ mat 2. Pb2 Lxb2+ mat 3. Pc3 Lxc34- mat 4. Pe5 Lxe5 mal 5. Pf6 Lxf6+ mat 6. Pg8 L—g7+ mat 7. Th8 Lxh84- mat 8. Ta8 L—a7+ mat 9. Pb6 Lxb6+ mat 10. Pc5+ Lxc5-j- mat 11. Pe3 Lxe3j- mat 12. Pf2 Lxf2-(- mat 13. g2—gl=D Lxgl+ mac 14 pion d5 De2+ mat 15. Kd5 Dxa2 mat In dit probleem bezet de looper om de beurt gansch lijnen. de kruis-diagonale Toekomende week: rangschikking. a b odetgh Wij vragen ons af. als wij de talloozen zien ronddolen zonder doel of initia tief, met als eenige afwisseling het bezoek aan een voetbalplein of een velodroom, als onze jeugd soms onvat- baat is voor een geestessport waarbij de verstandelijke vermogens dienen ge traind te worden. Geredelijk wordt naar het Zuiden gezien, maar de drie andere wind streken spellen ons op gebied van gees tessport geweldig de les, bijzonderlijk het Verre Oosten: Rusland, en even zoo onze naaste Noorderbuur: Holland. De Vlaamsche jeugd die gaarne het schaakspel zou aanleeren wordt een goede gelegenheid geboden, hier te Gent, in het Feestpaleis «Vooruit», speeluren den Zaterdag van 7 tot .'0 en den Zondag van 10 af; en te Aalst, Kortrijk en Roeselare in hun weder- zijdsche lokalen. Wie zich niet bij een club kan aansluiten mag ons schrijven, wij zullen ze voorzien van goede en niet al te duren literatuur. In zijn beroemd «Leerboek voor het Schaakspel» schat E. Lasker het aantal spelers waaraan een meester met suk- ses een dame kan voorgeven op mil- lioenen. Spelers die boven dit peil staan tellen hoogstens een kwart millioen. Hij schat het aantal spelers die het met de voorgift van een toren zou kun nen halen op honderd vijftig duizend; die een paard als voorgift mogen ver langen op vijftig duizend; die pion en twee zetten mogen eischen op veertig duizend; die met voorgift van pion en zet een behoorlijk figuur zouden slaan op negen duizend, en het aantal spelers waaraan een meester geen voorgift zou mogen toestaan op ongeveer duizend. Om een goed schaker te worden is nochtans geen buitengewoon groote studie vereischt. In 200 uren zou iemand, ook al had hij geen talent, zich tamelijk hoog kunnen opwerken als hij zich de noodige literatuur zou aanschaffen of de lessen volgen van een degelijk speler. Die tijd verdeelt hij als volgt: Spelregels en oefeningen 5 uur Elementaire eindspelen 5 uur Eenige openingen 10 uur Combinaties 20 uur Positiespel 40 uur Partijspel en analyse 120 uur Behalve dat het de spijsvertering bevordert, is WRIGLEY'S uitstekend voor de tanden het maakt ze blank, sterk en gezond. Wrigley's wordt daarom aanbevolen door doktoren en tandartsen. Twee heerlijke smaken J Spearmint (kruizemunt) en P K. (zuivere pepermunt). Beide geven u een frisschen mond Koopt vandaag nog enkele pakjes eo houdt er steeds een paar bij de hand. 75 cent. per pakje. (14 kaart dragen. Elk kind werd daarop aan een onderwijzer of helper (een per tien kinderen) toevertrouwd die voor zijn welzijn gedurende de reis en zijn veilige aankomst op zijn bestem ming verantwoordelijk was. Voor de moeders met zuigelingen werden even eens plaatsen van samenkomst vast gesteld. Het gevolg was dat, toen het oorlogsgevaar dreigender en de beslis sing tot ontruiming genomen werd, alles van-een leien dakje liep. De gastheeren van dit jonge leger over het geheel Britsche platteland verspreid, ontvingen 10 shillings per kind en per week en 8 s. 6 p. voor elk kind méér. Het zou te veel gevergd zijn, als men verwachtte dat dergelijke radikale afwijking van normale toestanden zon der wrijving zou plaats hebben. Ont ruimde moeders waren het bv. niet eens met de landelijke wijze van ko ken, doch men bracht dat alles met tact in orde. Twee oudere dames in een provinciestadje kregen tot hun groote verbazing Jack en Peter Brown (bruin), werkelijk bruine gastjes 2 negerkinderen, die ze nu voor niets ter wereld meer zouden willen missen. Eenige Londensche straatbengels, in een landelijke pastorie ondergebracht, verbaasden hun Eerwaarden gastheer door nooit van de paden of wegen af te wijken. Zij dachten dat grasvelden er waren om naar te kijken maar niet om op te spelen. Vele Engelsche historische residen ties worden nu bewoond door jongens en meisjes uit het dok-land, uit het Oost-einde van Londen of de Gallow- gate van Glasgow. In een dezer groote heerenhuizen zijn 156 kinderen van zes weken tot vijf jaren uit verschil lende stadsgedeelten van Londen on dergebracht. Het is m sschien maar beter niet de gevoelens te onthullen van een edelman, die enkele van zijn jonge gasten verraste terwijl zij bezig waren vogelpik speelden met geschil derde wambuis van een zijner voor ouders op een schilderij in de galerij. Wat deze stadskinderen verliezen door het verlaten van de goed uitge ruste schoolgebouwen der groote ste den, wordt ruimschoots vergoed door de kennismaking met versche lucht en landelijke voeding. De noodige maas- regelen werden genomen om het on derwijs voort te zetten. Tegenover het verdriet dezer gedwon gen scheiding, staats de troost van hun min of meer volkomen bescherming tegen de gevaren die de Britsche in- dustrieele centra bedreigen. De ontruimi; g is een uitstekende doorstane proef geweest van Groot- Britannië's demokratischen geest mo ge het met niet minder sukses de groo- tere beproeving doorstaan die het nu tegemoet gaat. De jeugd is de toekomst van een club! Als we zulks aanhalen denken we onwillekeurig aan Gantoise en Lyra, omdat die twee clubs steeds hard ge ijverd hebben om jonge spelers te kweeken en op te leiden. Enkele jaren geleden kocht de Gent- sche club tal van uitstekende elemen ten aan om het geheel meer kracht bij te zetten en met het doel een plaats in hoogste afdeeling te heroveren. Die taktiek slaagde volkomen. Middeler wijl werd niets verwaarloosd om jonge spelers uit eigen midden te scholen en zooals we Zondag konden opmerken tijdens de derby Gantoise—R.C. Gent plukt eerstgenoemde club langzamer! hand de vruchten van haar intensief streven. Beide ploegen hadden tal van jonge elementen in lijn gebracht en die wed strijd heeft ons geleerd, dat Gantoise met vertrouwen de toekomst mag in blikken wat bij Racing nu juist het geval niet is. Kapper, een strijdlustig en gedeci deerd kereltje wordt met den dag ste viger en moet binnen afzienbaren tijd zich bepaald inwerken op de midden voorplaats van de eerste ploeg. We hebben ook de spelkennis opgemerkt van Etienne Chaves, broeder van den puik spelenden Freddy, waaxvan hij min of meer de spelmethode heeft overgenomen. Ook Spitaels en zelfs Bovie zijn vol beloften en moeten al leen nog fysiek versterken. Kortom een pleiade jeugdige spelers daagt op en we hebben de overtuiging dat bin nen een paar jaren Gantoise zal kun nen optreden met spelers die in eigen midden gekweekt werden. Bij R.C. Gent, dat nog steeds geen enkel puntje kon behalen, hebben we om zoo te zeggen geen lichtpunten op gemerkt wat nu allesbehalve een aan moedigend verschijnsel te noemen is. We spraken hooger ook over Lyra, dat mede met Gantoise een groote krachtsinspanning heeft gedaaan voor de opleiding van jeugdige voetballers. Een paar jaren geleden wisten we de juniors-pioèg van Lyra op schitterende wijze het kampioenschap van België veroveren. Het spel van die jeugdige kerels werd sterk geprezen door alle voetbalkenners. Langzamerhand werd de eerste ploeg verjongd en nu do nieuwelingen ingespeeld zijn, heeft Lyra een buitengewone sterkte bereikt. De tastbare bewijzen daarvan worden geleverd in de Antwerpsche kompeti tie waar de Lyrateam met maximum punten, twaalf doelen voor en tweo tegen, aan de leiding prijkt in gezel schap van haar stadsgenoot' Liersche. Laatstgenoemd elftal, dat Belgica Ede- gem met 011 komt te verpletteren is nu ook buitengewoon flink op dreef en Van Craen, een nog heel jeugdig ele ment, kc-mt meer en meer op den voorgrond en is op weg om één van België's beste middenvoors te worden. Lier mag fier zijn op haar twee verte genwoordigers.' Eendracht Aalst heeft m OosV Vlaanderen de leiding opgeëischt wat nu juist niet van aard kan zijn om sterk te verwonderen. De Ajuinen hadden het nochtans niet gemakkelijk om Lokeren klein te krijgen omdat do Lokeraars flink samenspeelden en zich. mot buitengewone energie verdedig den. Sp. St. Niklaas, dat eeider verras send bij Hamme verloor, wordt dus van de leiding verdrongen en het ziet er naar uit, dat het hier tenslotte zal uitdraaien op een verwoeden tweestrijd tusschen Eendracht Aalst en Gantoise. In West-Vlaanderen houdt C.S. Brug ge voet bij stek en het was nu Stade Moeskroen. dat het slachtoffer werd van de gulzige Bruggelingen. Door het feit, dat Meener. nipt ver loor bij Club Brugge, prijkt Cercle nu alleen aan de leiding en zal voorzeker moeilijk van haar verhoog kunnen ge haald worden. Alhoewel de Meenenaars verloren hebben ze bewezen, dat ze met de besten mogen wedijveren. In Brabant lossen Union en White Star elkander van geen vin terwijl in Henegouwen S. C. Charleroi een kost baar punt liet bij ü^rgen. Daarmede hebben we o.C. Charleroi nog alleen aan de leiding. In de provincie Luik doe* Bressoux nog steeds de zaken opperbest en moest Standard Luik in eigen midden de punten afstaan aan Tilleur. Laatst genoemde won met 05, wat wel als verrassend moet voorkomen. LOUIS. I Wanneer onze kamerplanten hun aktief leven hernemen dienen de lief hebbers natuurlijk over te gaan tot het nemen van enkele maatregelen. Dit heropleven gaat gewoonlijk ge paard met een langere belichting en een veel hoogere temperatuur dan de ze welke heerscht gedurende de maan den December, Januari, Februari. Daarenboven komen insgelijks de veel talrijker besproeiingen hun steentje bijbrengen tot een intenser plantenle ven. Het is nimmer aanbevelenswaardig de kamerplanten in volle winter te verpotten daar de planten dan niet in ideale voorwaarden leven om nieuwe wortels te vormen. Best gaat men tot verpotten over zoohaast de natuurlij ke groei hernomen heeft (bij het ver trek, zooals men zegt). In algemeenen regel vereischen onze kamerplanten een jaarlijksche verpof- ting. Trouwens kunnen we met ee-i weinig opmerkzaamheidsgeest zelf best nagaan wat ons te doen staat. Wanneer een plant niet tijdig verpot werd, zal ze heel wat inboeten aan le venskracht, de bladeren worden geel, aan de basis geraakt de plant stilaan kaal wijl de groei ofwel totaal stopge zet wordt en zooniet dan toch erg ver traagt. Langs een andere zijde zal men opmerken dat zeer talrijke worteltjes werkelijk de warden van den pot be zetten en vandaar noodzakelijkheid zeer vaak te besproeien. Wat is nu eigenlijk verpotten Het verpotten bestaat vooral in het veranderen van den grond eener plant welke reeds in potten gekweekt werd om ze in een grootere pot over te plaatsen of in een pot welke even groot is dan de vorige. Met het oog op het verpotten zal men zich vol maakt ontbonden teelaarde aanschaf fen, alsmede goede zwarte hofgrond. De meeste onzer kamerplanten zul len het best stellen met een mengsel, in gelijke deelen, van beide genoemde grondsoorten Men zal steeds zeer zuivere potten gebruiken, zoo men nieuwe potten be zigt zal men ze eerst even in 't wa ter dompelen alvorens ze te gebruiken Het verven van potten is steeds af te raden. Inderdaad verliest de pot heel wat van zijn porositeit wanneer hij met een laag verf bedekt is, porositeit welke ten zeerste gewenscht is vcor het degelijk verluchten der planten. De afmetingen der potten zuilen steeds in evenredigheid zijn met kracht en ontwikkelingsgraad der planten. Zeer juiste cijfers aangeven is hier bezwaarlijk te doen, daar de onder vinding hier voorzeker de beste raad geefster is. Volgende regels zullen ech ter best gevolgd worden: 1. Te groote potten zijn in algemee nen regel af te raden. 2. Elke plant waarvan de ontwik keling beneden het gemiddelde geble ven is, zal men in dezelfde pot bren gen. 3. Elke zieke plant zal men in een pot plaatsen welke kleiner is dan de vorige. 4. Ben gezonde, goed groeiende plant zal men in een pot plaatsen, waarvan de doorsnede grooter is dan de vorige. Om tot verpotten over te gaan zal men de plant naa.r beneden keeren, wijl men de aardkluit met de linker hand zal houden, de pot met de rech ter. Daarna zal men de 'boorden van de pot lichtjes kloppen tegen een ta fel, zoodoende zal de aardkluit heel gemakkelijk uit de pot komen. Daarna: wordt de aardkluit lichtjes geschud. Op het onderste gat plaatst men een scherf van een pot dat dan dienst moet doen als draineergang; hiervoor kan men insgelijks grove assche ge bruiken. Boven deze afvoergang wordt dan een laag aarde van enkele centi meter dikte geplaatst, op deze laag komt dan de aardkluit zelf. Nu komt het er op aan de plant fatsoenlijk te huisvesten in haar nieu we woonst. Voor het gemak der be gietingen zal men steeds aan de op pervlakte een boord van een centime ter vrij laten. Het bovenste gedeelte van de oude aardkluit moet bedekt zijn met een laag aarde van minstens 1 centimeter. Dank zij deze gegevens zal men heel gemakkelijkde dikte kunnen vaststellen der laag aarde, welke men boven de zg. draineergang plaatst. Eens de aardkluit geplaatst zal men wat grond voegen tusschen deze en de wanden van oe pot. Deze grond zal men goed vastzetten met de hand ct met een passend plat instrument. Als alles goed gedaan is, zal men tweemaal begieten. Tevens is het aan te bevelen de planten te begieten vóór het verpotten. Zoodoende bevatten de kluiten méér water wat het kontakt tusschen de kluit en de nieuwe aarde zal bevorderen. Moest men deze kleine voorzorgsmaatregel niet nemen dan zou het water der begietingen enkel de aarde rondom de kluit door zijpelen zonder deze laatste nat te maken. INDIEN GIJ begeert op de hoogte te z'jn der vrijdenkersbeweging, lees wekelijks PER NUMMER 0.60 fr. Voor drie maanden 8,fr. Voor één jaar 32.— fr. VOOR ANTWERPEN E. LAURIJSSEN, St. Laureysstraat 56 te Antwerpen. Postcheck nr. 430.529. (19

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 6