DE ZUID-OOSTELIJKE
RICHTING
dank
mr
Hel verpotten van kamerplanten
De uittocht van de Engelsche kinderen
SCHAAKRUBRIEK
A B H! I
Ganfoise beschikt over
flinke, jonge elementen
Iets over reddêngszwemmen
en de toepassing van de
kunstmatige ademhaling
m
En toclfi
kon hij gaaia
kegelen
i mW m
mj im
wm. mm
a) De klassieke bevr ij dingsgr epen
DUIVENRUBRIEK
Met die venijnige hoofdpijn? Neen, die hij liet
thuis. Zoo hij eens overspannen is, of hoofd
pijn heeft of niet in zijn schik is, dan neemt hij
een "AKKERTJE". Moderne menschen laten
hun leven niet vergallen door zulke kleine ongemakken,
De gevolgen voor de steden en voor het platteland
WM m
m I«f
SCHAAKSTATISTIEK
WRIGLEYS
miüMB
S. C. BRUGGE, E. AALST EN DE LIERSCHE
PLOEGEN IN VEDETTE
TEN LANDE
DE VRIJDENKER
6 - Voor Allen - 22 Okt. 1939
ARBEIDERSSPORT
Ieder van ons heeft reeds bij herha
ling kunnen vaststellen hoe men bij
gelegenheid over het eventueel redden
ran een drenkeling van gedachte
wisselt, en het in 't bijzonder opval
lend is, dat in dit domein nog alles
te doen is om er eenigszins te kunnen
toekomen het Reddingszwemmen en de
toepassing der kunstmatige adem
haling te propageeren en het rendee-
rend te maken voor en tot een drin
gend noodzakelijk van algemeen nut.
Men dient eveneens vast te stellen
en met de noodige kracht te onder
lijnen dat er van de onderscheidene
gemeentebesturen tot hiertoe eveneens
weinig of niets is gedaan geworden
om bij te dragen tot de verspreiding
van de bestaande mogelijkheden om
zijn evenmensch in verdrinkings
omstandigheden bij te staan.
Het is ontegensprekelijk dat het getal
drenkelingen op verre na niet zoo groot
zou wezen indien het zwemmen méér
beoefend werd, indien het méér doel
treffend verplichtend gemaakt werd,
daar waar de overheid haar gezag kan
doen gelden; zooals b.v. in scholen, in
het leger en verder waar de mogelijk
heden zich voordoen.
Een kleine handleiding daaromtrent
in omloop gebracht zou zeker oneindig
veel bijdragen en stellig een groote
leemte aanvullen.
Tot nu toe waren het slechts de
bestaande zwemkrachten die in dit
domein iets presteerden en waarvan de
onderscheidene arbeidersawemgroepen
een groote aktiviteit hebben getuigd,
voornamelijk aan te stippen het tot
stand brengen van het «Vrije Zwem
mers-Reddingsbrevet*.
Ieder zwemmer kan in de ge
niet te verdrinken, en den drenkeling
moeten bijstaan. Hoe licht kan het ge
beuren dat men in nood verkeert, of
men in de nabijheid is, waar anderen
hulp behoeven.
Vele zwemmers kunnen op een zeer
korte tijdspanne daartoe een onder
richt ontvangen, die tot de beste uit
slagen kan leiden. In dien zin geven
wij hier dan ook een korte beschrijving
van «Vrije Zwemmers-Reddingshandlei-
ding», hopende er te kunnen toe bij
dragen om het reddingszwemmen en
toepassing der kunstmatige adem
haling op een breed terrein te propa
geeren. Onze leus is: «Iedere zwemmer
één reddert.
De klassieke wijzen waarop
de redder zich van den
drenkeling kan losmaken
Wanneer een persoon in het water
springt om een drenkeling te redden,
dan is het stellig met het doel dezes
leven te beschermen. Wordt hij door
deze zelf gegrepen, dan wordt zijn
taak zeker moeilijker en ook gevaar
lijker, hij moet zonder van zijn doel
af te zien eerst en vooral zorgen zelf
niet te verdrinken, en de drenkeling
wurgen of een kwaden slag toe te
brengen is een grove dwaling; dit uit
werksel staat gelijk hem te verdrin
ken. Dergelijk brutaliteiten zijn altijd
geheel overbodig wanneer men bekend
is met de wijzen waarop en waarvan
men zich dient te bedienen om den
drenkeling los te maken.
EERSTE GEVAL
Den drenkeling heeft u bij de polsen aangeklampt
Men nijpt vooreerst de vuisten krachtig toe. en heft de beide
armen gestrekt uit het water op; terwijl men zich door snel en krachtig
watertrappen boven houdt, zicaait men vervolgens met forsche ruk
de armen naar onder en dan buitenwaarts: vooraleer uwe armen weder
de oppervlakte van het water zullen bereikt hebben zal de drenkeling
reeds losgelaten hebben, om redendat al het geweld der toegepaste
beweging op het minste sterke deel zijner handen terechtkomt,
namelijk op de duimen en deze in geval van niet loslaten (wat zich
nooit niet kan voordoen) ontwricht worden.
Zoodra de drenkeling losgelaten heeft, grijpt men hem onmiddellijk
bij de armen en past een der grepen toe, welke ik u later wel zal
trachten te verduidelijken.
Bovenstaande foto geeft u stellig een juist beeld van het eerste
geval: «Losmaking of bevrijding bij aanklamping aan de beide polsen*.
(Vervolgt) P. D. M.
Verantwoordelijke uitgever: R. Vercammen, Gent. Red. en Admln.
Sint Pietersnieuwstraat, Gent.
België blijft neutraal in het huidig
konflikt en zoo zijne onzijdigheid door
geen der strijdende mogendheden ge
schonden wordt, dan mogen wij ho
pen geenszins in het gedrang te
komen. Alhoewel duizenden onzer
mannen werden opgeroepen om onze
grenzen te bewaken en desnoods te
verdedigen, toch herneemt stilaan alles
binnen den lande zijn gewonen gang.
Ook het duivensport kwam terug in
leven en hier en daar zagen wij reeds
enkele najaarswluchten inrichten.
Hoelang de oorlog duren zal kan
niemand voorspellen; alleen mogen wij
ervan overtuigd zijn, dat er ganscn
den tijd der vijandelijkheden geen
buitenlandsche duiven op Franschen
bodem zullen mogen gelost worden.
Daarom, bij geval hier alles rustig
blijft, zullen er in 1940 duivenvluchten
moeten ingericht worden in Zuid-
Oostelijke richting.
Als argumenten tegen deze vlucht-
lijn hooren wij allereerst dat de duiven
op geen genoegzame afstanden kunnen
gebracht worden; van aan de verste
zeekust tot in Luxemburg, zoo onze
duiven in het Groot-Hertogdom mogen
gelost worden, komen we slechts tot
op nagenoeg 275 km., dus nog geen
afstand van Dourdan. welke laatste in
Zuidelijke richting nog maar als eene
vitessedracht gerekend wordt.
Ontegensprekelijk is die afstand voor
ware fondduiven nog maar onbedui
dend, doch hier stellen we de vraag:
«Hoevele liefhebbers spelen er wel de
verre drachten?» Misschien hoogstens
één op honderd, want in nagenoeg alle
plaatselijke maatschappijen gaat men
zelden tot boven 200 km., zoodat deze
in Zuid-Oostelijke richting, wat de af
standen betreft, hier volledige bevredi
ging kunnen vinden.
Anderen klagen dat, gezien den
invloed van ons zeeklimaat, de wind
meestal uit eenigszins Westelijke rich
ting blaast, zoodat de inkomst der
duiven hierdoor bemoeilijkt wordt.
Naar ons meening is die opmerking
totaal ongegrond, want in vluchten met
kopwind zijn het steeds de beste duiven
die zich rangschikken.
Sommigen vreezen nog, dat hun beste
duiven, die goed vlogen uit het Zuiden,
zich op die nieuwe viuchtlijn misschien
zoo goed niet zullen thuis gevoelen en
de uitslagen niet zullen opleveren,
waartoe ze bekwaam zijn. Weeral een
voorbarige vrees. De goede duiven zijn
steeds de beste in alle richtingen en
dat heeft de ondervinding reeds ge
noegzaam bewezen. Puike reizigers, ge
stoken van Zuid-Oost naar Frankrijk
en omgekeerd hebebn nooit nagelaten
zich behoorlijk te onderscheiden; daar
van zyn voorbeelden met de vleet.
Van deze drie neergepende opmer
kingen is er dus maar ééne, de eerste,
die eenigszins aanneeanlijk mag heeteu;
de beide andere berusten alleen op
inbeeldingen.
Daartegen stellen wij nochtans de
groote voordeelen, welke de Zuidooste
lijke richting medebrengt.
Als voornaamste voor het grootste
gedeelte der liefhebbers helbben wij' de
veel mindere vervoerkosten. Het is van
eenieder bekend, dat het invoeren van
reisduiven in Frankrijk hooge taksen
vergt, zoogezegde inkomrechten, die
wij hier binnen België niet te betalen
hebben.
De verzendingen op eigen bodem zijn
daarbij ontslagen van allerhande for
maliteiten, die wel vanwege den ver
zender geen overdreven werk vragen,
maar die toch dienen ingevolgd, wil
men de duiven aan de grenzen niet
zien geweigerd worden.
Ook de inlichtingdienst langs de
vluchtljn zou niet enkel gemakkelijker,
maar veel regelmatiger en goedkooper
geschieden, weeral een niet te onder
schatten voordeel.
"AKKERTJES" kunt Ge Bik
oogenblik noodig hebben.
Heb dus een doosje in huis.
Let op dit
'AKKER"-merk
Een goede raad: Neem een "AKKERTJE", óók bij griep,
kou, influenza, verschot in den rug, lendenpijn, nare
dag, spierpijn, rheumatiek, zenuwpijn, enz. Hel helpt I
Wat nu het verloop der vluchten
uit Zuid-Oostelijke richting betreft,
deze geschieden zoo normaal als uit
Frankrijk.
Om zulks te bewijzen geeft Leon
Petit in het Brusselsch blad «Le Mes-
sager Colomibophile» daarover een ver
slag van een interview, dat hij had
met den voorzitter der duivenmaat-
schappij van Sole op den Samber. Ten
einde hun duiven alleen te doen vlie
gen, nam deze maatschappij van ,n
1937 de Oostelijke richting aan. De
duiven werden steeds gelost bij om het
even welk weder en alhoewel ze ook
nog de groote benden vogels, die uit
't Zuiden vlogen, te doorkruisen had
den, toch verliepen de vluchten steeds
normaal en zelfs beter dan uit Frank
rijk. Ten bewijze daarvan geeft hij de
uitslagen op van de eerste vluchten-
reeks 1939. die zijn als volgt:
Namen: 53 km., Zuid-Westerwind:
1026 m. snelheid,
Ciney: 67 km., hevige Noord-Westen
wind: 826 m, snelheid.
Libramont: 93 km., Noorderwind:
1117 m. snelheid.
Marbehan: 119 km., Zuid-Ooster-
wind: 1327 m. snelheid,
Arlon: 133 km., hevige Noord-Westen
wind: 861 m. snelheid.
Uit die opgegeven snelheden, die
natuurlijk gewijzigd zijn volgens de
windrichting, kunnen wij opmaken, dat
deze zoo normaal zijn ais ui* de Zuide
lijke richting.
Naar de verklaring van den voorzit
ter van voornoemde maatschappij, zijn
de aankomsten Lij normaal weder zeer
regelmatig en met weinig leemten,
niettegenstaande de duiven niet ge-
entraineerd worden door de groote
massa en meest op eigen krachten
dienen te reizen, zonder zich te laten
misleiden door de groote benden, die
uit Frankrijk komen.
Om ook nog te bewijzen, dat goede
duiven zoowel kop doen in beide rich
tingen, wordt hier het geval aange
haald van een liefhebber dier streek,
die twee roode duivers had, twee ge
broeders, die wonderwel op elkaar ge
leken. De eene reisde in 't Oosten en
de andere in 't Zuiden. In de overhaas
ting van den liefhebber werd de Ooste
lijke kamper zekeren dag bij misgreep
ingekorfd voor eene vlucht uit Creil
en... hij vloog den lsten prijs.
Persoonlijk hebben wij eenzelfde ge
val nagegaan in onze omgeving. Een
liefhebber uit de buurt had een lsten
prijs behaald uit Asschaffenburg
(Duitschland). Twee weken nadien
werd dezelfde vogel naar Bordeaux ge
stoken en weerom kwam hij vooraan
in de prijzen.
Beide voorbeelden hebben wij hier
willen aanhalen om te bewijzen, dat
de Zuid-Oostelijke richting geenszins
dient gevreesd te worden en 't verwon
dert ons zelfs, dat vele kleine lande
lijke maatschappijen deze viuchtlijn
niet volgen, zelfs in normale tijden.
Nu vooral, dat zoovele vroegere liefheb
bers het duivensport hebben moeten
vaarwel zeggen om reden van de groote
kosten, welke het spel uit Frankrijk
medebrengt, zouden vele bondsbesturen
goed doen, de zaak eens ernstig te
overwegen. Vanwege de groote liefheb
bers en vooral vanwege de voornaamste
fond- en geldspelers, zal daarin mis
schien wel eenige tegenkanting komen,
doch hier ook ligt misschien wel het
middel, om de geschillen tusschen
natuur- en weduwspelers eenigszins op
te lossen; uit het Oosten zal 't spel
aan de beroepspelers te gering vallen
en diensvolgens zullen ze de prijsvluch-
ten verkiezen uit Zuidelijke richting,
waarbij de groote bazen zich dan onder
malkaar kunnen meten.
Dit laatste geven wij vooral ter over
weging aan die maatschappijen, die
toch nooit geen vluchten inrichten
boven Parijs.
(Verboden nadruk) CARLO
Het overbrengen van ongeveer twee
millioen kinderen uit de Engelsche ste
den naar het platteland zal ongetwij
feld een diepen invloed op het leven
der natie uitoefenen.
De heer Donald Sutherland bestu
deert hier eenige gegevens, waaruit
blijkt dat, afgezien van de veiligheid
van de kinderen, welke de Britsen e
autoriteiten allereerst op het oog had
den, deze verhuizing duurzame gevol
gen zal hebben.
Sedert het begin der vijandelijkhe
den tusschen Epgeland en Duitsch
land, is Londen, evenals de belangrijk
ste steden van Groot-Brittannië, «kin
derloos». De schommels en de draai
molentjes in Kensington Gardens han
gen leeg en men kan door Hyde Park
wandelen zonder gevaar met een voet
bal of een cricket-bal of een vlieger
in aanraking te komen.
De Londenaar is reeds gewend ge
raakt aan dezen toestand, waarin hij
goedkeurend berust.
De plannen van het Home Office
waren uitstekend en tijdig opgemaakt,
om het onheil, indien het kwam, tij
dig te ontvluchten. Groot-Brittannic
werd in drie soorten afdeelingen ver
deeld. Afdeelingen, die ontruimd moes
ten worden, neutrale afdeelingen, waar
alles onveranderd kon blijven en af
deelingen op het platteland, waar de
kleine uitwijkelingen moesten worden
ondergebracht.
Alléén in Groot Londen hebben meer
dan 700.000 moeders en kinderen (al
léén zuigelingen werden door him moe
ders begeleid) zonder haast of verwar
ring, de stad verlaten.
Deze uittocht heeft de drie dagen,
die aan de oorlogsverklaring vooraf
gingen, in beslag genomen.
Het is geen enkelen keer voorgeko
men dat een kind verloren raakte of
niet op de plaats zijner bestemming
aankwam.
Er zijn nog geen statistieken voor
gansch het land beschikbaar, doch
wanneer men den omvang dezer ont
ruiming beschouwt als het eerste groo
te oorlogs-manceuvre, door de burger
bevolking zelf, dan is het resultaat
werkelijk prachtig.
De lokale autoriteiten van de lande
lijke distrikten maakten de lijsten van
beschikbare logies op volgens het be
ginsel, dat van geen enkel huishouden
verlangd zou worden aan méér dan
één persoon per bewoonde kamer gast
vrijheid te bieden.
Het aannemen van deze jongste gas
ten uit de steden afkomstig, was ver
plichtend, maar nergens moest dwang
worden toegepast.
De burgerlijke overheden namen het
op zich de kinderen in hun nieuwe
woonplaatsen over te bregen.
Gelukkig kon er tien dagen vóór het
uitbreken van den oorlog een «alge-
meene repetitie» worden gehouden.
De schoolgaande kinderen werden in
hun scholen verzameld. Elk kind moest
een op voorhand vastgestelde hoeveel
heid voedsel en kleeren meebrengen,
een gasmasker en een eenzelvigheids-
PROBLEEM Nr 274
door Bryan Harley
(«Observer 1923»)
WIT:
Gg7, Da8, Ta5 en h5, Ld8 en
f7, Pc3 en e2, pion b6, c4, d4,
g2 en h3 (13 st.).
ZWART:
Kf5, Tb7. La6, pion b5, e3,
e7, f4 en g5 (8 st.).
Mat in twee zetten.
Hoeveel sleutelzetten vindt gij
op dit probleem
NOTA. Volgens artikel 6
van het reglement beteekent op
gave van een slechte sleutelzet
verlies van alle punten van het
probleem.
Twee punten per sleutelzet
varianten tellen niet mee.
OPLOSSING Nr 272
Sleutelzet: Th 4.
Per doos van 12 stuks Jr. 9.50. Per doos van 6 stuks Jr. 5.- Verkrijgbaar bij alle Apothekers:
143
ZWART
WIT
1.
a2al D-f-
Lxal+ mat
2.
Pb2
Lxb2+ mat
3.
Pc3
Lxc34- mat
4.
Pe5
Lxe5 mal
5.
Pf6
Lxf6+ mat
6.
Pg8
L—g7+ mat
7.
Th8
Lxh84- mat
8.
Ta8
L—a7+ mat
9.
Pb6
Lxb6+ mat
10.
Pc5+
Lxc5-j- mat
11.
Pe3
Lxe3j- mat
12.
Pf2
Lxf2-(- mat
13.
g2—gl=D
Lxgl+ mac
14
pion d5
De2+ mat
15.
Kd5
Dxa2 mat
In dit probleem bezet
de looper om
de beurt gansch
lijnen.
de kruis-diagonale
Toekomende week: rangschikking.
a b odetgh
Wij vragen ons af. als wij de talloozen
zien ronddolen zonder doel of initia
tief, met als eenige afwisseling het
bezoek aan een voetbalplein of een
velodroom, als onze jeugd soms onvat-
baat is voor een geestessport waarbij de
verstandelijke vermogens dienen ge
traind te worden.
Geredelijk wordt naar het Zuiden
gezien, maar de drie andere wind
streken spellen ons op gebied van gees
tessport geweldig de les, bijzonderlijk
het Verre Oosten: Rusland, en even
zoo onze naaste Noorderbuur: Holland.
De Vlaamsche jeugd die gaarne het
schaakspel zou aanleeren wordt een
goede gelegenheid geboden, hier te
Gent, in het Feestpaleis «Vooruit»,
speeluren den Zaterdag van 7 tot .'0
en den Zondag van 10 af; en te Aalst,
Kortrijk en Roeselare in hun weder-
zijdsche lokalen. Wie zich niet bij een
club kan aansluiten mag ons schrijven,
wij zullen ze voorzien van goede en
niet al te duren literatuur.
In zijn beroemd «Leerboek voor het
Schaakspel» schat E. Lasker het aantal
spelers waaraan een meester met suk-
ses een dame kan voorgeven op mil-
lioenen.
Spelers die boven dit peil staan tellen
hoogstens een kwart millioen. Hij
schat het aantal spelers die het met
de voorgift van een toren zou kun
nen halen op honderd vijftig duizend;
die een paard als voorgift mogen ver
langen op vijftig duizend; die pion en
twee zetten mogen eischen op veertig
duizend; die met voorgift van pion en
zet een behoorlijk figuur zouden slaan
op negen duizend, en het aantal spelers
waaraan een meester geen voorgift zou
mogen toestaan op ongeveer duizend.
Om een goed schaker te worden is
nochtans geen buitengewoon groote
studie vereischt. In 200 uren zou
iemand, ook al had hij geen talent,
zich tamelijk hoog kunnen opwerken
als hij zich de noodige literatuur zou
aanschaffen of de lessen volgen van
een degelijk speler.
Die tijd verdeelt hij als volgt:
Spelregels en oefeningen 5 uur
Elementaire eindspelen 5 uur
Eenige openingen 10 uur
Combinaties 20 uur
Positiespel 40 uur
Partijspel en analyse 120 uur
Behalve dat het de spijsvertering bevordert,
is WRIGLEY'S uitstekend voor de tanden
het maakt ze blank, sterk en gezond. Wrigley's
wordt daarom aanbevolen door doktoren en
tandartsen.
Twee heerlijke smaken J Spearmint (kruizemunt) en P K.
(zuivere pepermunt). Beide geven u een frisschen mond
Koopt vandaag nog enkele pakjes eo houdt er steeds een
paar bij de hand. 75 cent. per pakje.
(14
kaart dragen. Elk kind werd daarop
aan een onderwijzer of helper (een
per tien kinderen) toevertrouwd die
voor zijn welzijn gedurende de reis en
zijn veilige aankomst op zijn bestem
ming verantwoordelijk was. Voor de
moeders met zuigelingen werden even
eens plaatsen van samenkomst vast
gesteld. Het gevolg was dat, toen het
oorlogsgevaar dreigender en de beslis
sing tot ontruiming genomen werd,
alles van-een leien dakje liep.
De gastheeren van dit jonge leger
over het geheel Britsche platteland
verspreid, ontvingen 10 shillings per
kind en per week en 8 s. 6 p. voor
elk kind méér.
Het zou te veel gevergd zijn, als
men verwachtte dat dergelijke radikale
afwijking van normale toestanden zon
der wrijving zou plaats hebben. Ont
ruimde moeders waren het bv. niet
eens met de landelijke wijze van ko
ken, doch men bracht dat alles met
tact in orde. Twee oudere dames in
een provinciestadje kregen tot hun
groote verbazing Jack en Peter Brown
(bruin), werkelijk bruine gastjes 2
negerkinderen, die ze nu voor niets
ter wereld meer zouden willen missen.
Eenige Londensche straatbengels, in
een landelijke pastorie ondergebracht,
verbaasden hun Eerwaarden gastheer
door nooit van de paden of wegen af
te wijken. Zij dachten dat grasvelden
er waren om naar te kijken maar niet
om op te spelen.
Vele Engelsche historische residen
ties worden nu bewoond door jongens
en meisjes uit het dok-land, uit het
Oost-einde van Londen of de Gallow-
gate van Glasgow. In een dezer groote
heerenhuizen zijn 156 kinderen van
zes weken tot vijf jaren uit verschil
lende stadsgedeelten van Londen on
dergebracht. Het is m sschien maar
beter niet de gevoelens te onthullen
van een edelman, die enkele van zijn
jonge gasten verraste terwijl zij bezig
waren vogelpik speelden met geschil
derde wambuis van een zijner voor
ouders op een schilderij in de galerij.
Wat deze stadskinderen verliezen
door het verlaten van de goed uitge
ruste schoolgebouwen der groote ste
den, wordt ruimschoots vergoed door
de kennismaking met versche lucht en
landelijke voeding. De noodige maas-
regelen werden genomen om het on
derwijs voort te zetten.
Tegenover het verdriet dezer gedwon
gen scheiding, staats de troost van hun
min of meer volkomen bescherming
tegen de gevaren die de Britsche in-
dustrieele centra bedreigen.
De ontruimi; g is een uitstekende
doorstane proef geweest van Groot-
Britannië's demokratischen geest mo
ge het met niet minder sukses de groo-
tere beproeving doorstaan die het nu
tegemoet gaat.
De jeugd is de toekomst van een
club!
Als we zulks aanhalen denken we
onwillekeurig aan Gantoise en Lyra,
omdat die twee clubs steeds hard ge
ijverd hebben om jonge spelers te
kweeken en op te leiden.
Enkele jaren geleden kocht de Gent-
sche club tal van uitstekende elemen
ten aan om het geheel meer kracht bij
te zetten en met het doel een plaats
in hoogste afdeeling te heroveren. Die
taktiek slaagde volkomen. Middeler
wijl werd niets verwaarloosd om jonge
spelers uit eigen midden te scholen en
zooals we Zondag konden opmerken
tijdens de derby Gantoise—R.C. Gent
plukt eerstgenoemde club langzamer!
hand de vruchten van haar intensief
streven.
Beide ploegen hadden tal van jonge
elementen in lijn gebracht en die wed
strijd heeft ons geleerd, dat Gantoise
met vertrouwen de toekomst mag in
blikken wat bij Racing nu juist het
geval niet is.
Kapper, een strijdlustig en gedeci
deerd kereltje wordt met den dag ste
viger en moet binnen afzienbaren tijd
zich bepaald inwerken op de midden
voorplaats van de eerste ploeg. We
hebben ook de spelkennis opgemerkt
van Etienne Chaves, broeder van den
puik spelenden Freddy, waaxvan hij
min of meer de spelmethode heeft
overgenomen. Ook Spitaels en zelfs
Bovie zijn vol beloften en moeten al
leen nog fysiek versterken. Kortom
een pleiade jeugdige spelers daagt op
en we hebben de overtuiging dat bin
nen een paar jaren Gantoise zal kun
nen optreden met spelers die in eigen
midden gekweekt werden.
Bij R.C. Gent, dat nog steeds geen
enkel puntje kon behalen, hebben we
om zoo te zeggen geen lichtpunten op
gemerkt wat nu allesbehalve een aan
moedigend verschijnsel te noemen is.
We spraken hooger ook over Lyra,
dat mede met Gantoise een groote
krachtsinspanning heeft gedaaan voor
de opleiding van jeugdige voetballers.
Een paar jaren geleden wisten we de
juniors-pioèg van Lyra op schitterende
wijze het kampioenschap van België
veroveren. Het spel van die jeugdige
kerels werd sterk geprezen door alle
voetbalkenners. Langzamerhand werd
de eerste ploeg verjongd en nu do
nieuwelingen ingespeeld zijn, heeft
Lyra een buitengewone sterkte bereikt.
De tastbare bewijzen daarvan worden
geleverd in de Antwerpsche kompeti
tie waar de Lyrateam met maximum
punten, twaalf doelen voor en tweo
tegen, aan de leiding prijkt in gezel
schap van haar stadsgenoot' Liersche.
Laatstgenoemd elftal, dat Belgica Ede-
gem met 011 komt te verpletteren is
nu ook buitengewoon flink op dreef en
Van Craen, een nog heel jeugdig ele
ment, kc-mt meer en meer op den
voorgrond en is op weg om één van
België's beste middenvoors te worden.
Lier mag fier zijn op haar twee verte
genwoordigers.'
Eendracht Aalst heeft m OosV
Vlaanderen de leiding opgeëischt wat
nu juist niet van aard kan zijn om
sterk te verwonderen. De Ajuinen
hadden het nochtans niet gemakkelijk
om Lokeren klein te krijgen omdat do
Lokeraars flink samenspeelden en zich.
mot buitengewone energie verdedig
den.
Sp. St. Niklaas, dat eeider verras
send bij Hamme verloor, wordt dus van
de leiding verdrongen en het ziet er
naar uit, dat het hier tenslotte zal
uitdraaien op een verwoeden tweestrijd
tusschen Eendracht Aalst en Gantoise.
In West-Vlaanderen houdt C.S. Brug
ge voet bij stek en het was nu Stade
Moeskroen. dat het slachtoffer werd
van de gulzige Bruggelingen.
Door het feit, dat Meener. nipt ver
loor bij Club Brugge, prijkt Cercle nu
alleen aan de leiding en zal voorzeker
moeilijk van haar verhoog kunnen ge
haald worden. Alhoewel de Meenenaars
verloren hebben ze bewezen, dat ze
met de besten mogen wedijveren.
In Brabant lossen Union en White
Star elkander van geen vin terwijl in
Henegouwen S. C. Charleroi een kost
baar punt liet bij ü^rgen. Daarmede
hebben we o.C. Charleroi nog alleen
aan de leiding.
In de provincie Luik doe* Bressoux
nog steeds de zaken opperbest en
moest Standard Luik in eigen midden
de punten afstaan aan Tilleur. Laatst
genoemde won met 05, wat wel als
verrassend moet voorkomen.
LOUIS.
I
Wanneer onze kamerplanten hun
aktief leven hernemen dienen de lief
hebbers natuurlijk over te gaan tot
het nemen van enkele maatregelen.
Dit heropleven gaat gewoonlijk ge
paard met een langere belichting en
een veel hoogere temperatuur dan de
ze welke heerscht gedurende de maan
den December, Januari, Februari.
Daarenboven komen insgelijks de veel
talrijker besproeiingen hun steentje
bijbrengen tot een intenser plantenle
ven.
Het is nimmer aanbevelenswaardig
de kamerplanten in volle winter te
verpotten daar de planten dan niet in
ideale voorwaarden leven om nieuwe
wortels te vormen. Best gaat men tot
verpotten over zoohaast de natuurlij
ke groei hernomen heeft (bij het ver
trek, zooals men zegt).
In algemeenen regel vereischen onze
kamerplanten een jaarlijksche verpof-
ting. Trouwens kunnen we met ee-i
weinig opmerkzaamheidsgeest zelf
best nagaan wat ons te doen staat.
Wanneer een plant niet tijdig verpot
werd, zal ze heel wat inboeten aan le
venskracht, de bladeren worden geel,
aan de basis geraakt de plant stilaan
kaal wijl de groei ofwel totaal stopge
zet wordt en zooniet dan toch erg ver
traagt. Langs een andere zijde zal men
opmerken dat zeer talrijke worteltjes
werkelijk de warden van den pot be
zetten en vandaar noodzakelijkheid
zeer vaak te besproeien.
Wat is nu eigenlijk verpotten
Het verpotten bestaat vooral in het
veranderen van den grond eener plant
welke reeds in potten gekweekt werd
om ze in een grootere pot over te
plaatsen of in een pot welke even
groot is dan de vorige. Met het oog
op het verpotten zal men zich vol
maakt ontbonden teelaarde aanschaf
fen, alsmede goede zwarte hofgrond.
De meeste onzer kamerplanten zul
len het best stellen met een mengsel,
in gelijke deelen, van beide genoemde
grondsoorten
Men zal steeds zeer zuivere potten
gebruiken, zoo men nieuwe potten be
zigt zal men ze eerst even in 't wa
ter dompelen alvorens ze te gebruiken
Het verven van potten is steeds af te
raden. Inderdaad verliest de pot heel
wat van zijn porositeit wanneer hij
met een laag verf bedekt is, porositeit
welke ten zeerste gewenscht is vcor
het degelijk verluchten der planten.
De afmetingen der potten zuilen
steeds in evenredigheid zijn met kracht
en ontwikkelingsgraad der planten.
Zeer juiste cijfers aangeven is hier
bezwaarlijk te doen, daar de onder
vinding hier voorzeker de beste raad
geefster is. Volgende regels zullen ech
ter best gevolgd worden:
1. Te groote potten zijn in algemee
nen regel af te raden.
2. Elke plant waarvan de ontwik
keling beneden het gemiddelde geble
ven is, zal men in dezelfde pot bren
gen.
3. Elke zieke plant zal men in een
pot plaatsen welke kleiner is dan de
vorige.
4. Ben gezonde, goed groeiende plant
zal men in een pot plaatsen, waarvan
de doorsnede grooter is dan de vorige.
Om tot verpotten over te gaan zal
men de plant naa.r beneden keeren,
wijl men de aardkluit met de linker
hand zal houden, de pot met de rech
ter. Daarna zal men de 'boorden van
de pot lichtjes kloppen tegen een ta
fel, zoodoende zal de aardkluit heel
gemakkelijk uit de pot komen. Daarna:
wordt de aardkluit lichtjes geschud.
Op het onderste gat plaatst men een
scherf van een pot dat dan dienst
moet doen als draineergang; hiervoor
kan men insgelijks grove assche ge
bruiken. Boven deze afvoergang wordt
dan een laag aarde van enkele centi
meter dikte geplaatst, op deze laag
komt dan de aardkluit zelf.
Nu komt het er op aan de plant
fatsoenlijk te huisvesten in haar nieu
we woonst. Voor het gemak der be
gietingen zal men steeds aan de op
pervlakte een boord van een centime
ter vrij laten. Het bovenste gedeelte
van de oude aardkluit moet bedekt
zijn met een laag aarde van minstens
1 centimeter. Dank zij deze gegevens
zal men heel gemakkelijkde dikte
kunnen vaststellen der laag aarde,
welke men boven de zg. draineergang
plaatst.
Eens de aardkluit geplaatst zal men
wat grond voegen tusschen deze en
de wanden van oe pot. Deze grond zal
men goed vastzetten met de hand ct
met een passend plat instrument.
Als alles goed gedaan is, zal men
tweemaal begieten. Tevens is het aan
te bevelen de planten te begieten vóór
het verpotten. Zoodoende bevatten de
kluiten méér water wat het kontakt
tusschen de kluit en de nieuwe aarde
zal bevorderen. Moest men deze
kleine voorzorgsmaatregel niet nemen
dan zou het water der begietingen
enkel de aarde rondom de kluit door
zijpelen zonder deze laatste nat te
maken.
INDIEN GIJ begeert op de hoogte te
z'jn der vrijdenkersbeweging, lees
wekelijks
PER NUMMER 0.60 fr.
Voor drie maanden 8,fr.
Voor één jaar 32.— fr.
VOOR ANTWERPEN
E. LAURIJSSEN, St. Laureysstraat 56
te Antwerpen. Postcheck nr. 430.529.
(19