t
i
Steeds socialistisch agecrcn
ALGEMEENE
GESCHIEDENIS
Kleinazië^s uitzicht
G O J I M
WIELRIJDERS!
A
REVOLUTIETIJD (1750-1815)
ALS EEN LORDSDOCHTER EEN
DIKTATOR BEWONDERT
DE HEER COULONVAUX,
VOORZITTER VAN DE
LIBERALE PARTIJ VERDEDIGT
DE HUISJESMELKERS
1/
De Fransche revolutie
Kleine recepten
Goede raadgevingen
«ww
a
Het treurig einde van Unity
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
Voor socialistische kadervorming
ACHTTIENDE LES
DE GRONDWFT VAN 1791
DE REVOLUTIE-OORLOG
VRAGEN
BOEKBESPREKING
door JOHAN DAISNE
Een werk van universeele beteekenis...
-
HET VOERTUIG
EN DE ZIEL
INTUÏTIE
ALS ZESDE ZINTUIG
LA PREVOYANCE SOCIALE
HET HOEKJE VAN DEN DETEKTIEF
Vraagstukken van den middenstand
EINDELIJK
FAILLISSEMENTEN
IN BELGIE
i
'3 - Voor Allen - 12 Nov. 1939'
NOG in het eerste jaar van de
revolutie begon zich de schei
ding te voltrekken dwars door
de gelederen van den derden
stand heen: aan de eene zijde de
groot-bourgeoisie; aan de andere de
arbeiders, boeren en middenstan
ders, voor wie weldra bleek dat de
groote bourgeoisie de profiteurs tan
de omwenteling waren. Ideologisch
ging het om de vraag of men de vrij
heid, dan wel de gelijkheid en broe
derschap tot het hoofdpunt van zijn
programma zou maken.
Maar ook een ander probleem ver
deelde de geesten: de verhouding tot
de kerk, wier laagste dienaars, die
zooveel te lijden hadden als de el
lendigste proletariërs, zich met deze
laatsten hadden verbroederd. De
hooge dignitarissen bleven grooten-
deels nauw verbonden met den adel.
Volgens de nieuwe grondwet zou de
geestelijkheid van onder op gekozen
worden, door den staat worden be
taald en een eed van trouw moeten
afleggen. Maar slechts een minder
heid der hooge geestelijken ging
hiertoe over en daarmee werd ook de
kerk definitief een kracht van de
contra-revolutie
De grondwet van 1791 was een
compromis tusschen feodaliteit en
burgerij: Lodewijk XVI heette voor
taan «bij de gratie Gods en door de
grondwet van den Staat Koning c'er
Franschen». Het koningschap had
dus opgehouden een absoluut voor
recht te zijn.
Het kiesrecht was een hoog cen
suskiesrecht door het cijnsstelsel
werden de loonarbeiders uitgesloten.
Ook waren er bezwaren tegen de
grondwet: deze had geleid tot een te
groote decentralisatie en te veelvul
dige verkiezingen. Men was van het
eene uiteinde in het andere geval
len.
De koning, die vanzelfsprekend
gekant was tegen de nieuwe grond
wet, trachtte zich aan de onafwend
bare ontwikkeling te onttrekken. Hij
vluchtte, maar werd gearresteerd en
was tenslotte verplicht de grondwet
te bekrachtigen. Het was de zege
praal 'van de bourgeoisie. De revo-
lutionanire massa's echter, die door
den honger en de verdrukking in
opstand waren gekomen en de kas
tanjes uit het vuur hadden gehaald
voor de burgerij, werden door de
burgerlijke leiders met geweld uit
eengeslagen toen zij tegen den ko
ning demonstreerden.
Zoo is Frankrijk een grondwette
lijke monarchie geworden. Volgens
de constitutie wordt een nieuwe wet
gevende vergadering gekozen.
Onder de revolutionnairen komt
een begin van twijfel. De eenige
werkelijke oplossing zou thans zijn
de leiding te nemen en de revolutie
Voor verkoudheid en hoest
Hier is een goed middeltje om er van
af te komen: Vermeng in een kwart
liter heet water een eetlepel suiker en
30 gram Cibine dubbel geconcen
treerd. (Cibine kunt ge bij Uw apo
theker halen.) De dosis is: Voor vol
wassenen: 1 eetlepel; voor kinderen
van 8 tot 15 Jaar: 1 dessertlepel: voor
kinderen van 3 tot 8 Jaar: 1 theelepel,
na lederen maaltijd en voor het naar
bed gaan.
Tegen rheumatiek en
spierpijn
Men hoeft slechts 85 gram terpentijn
en 15 gram Rheumagic-olie (gecon
centreerd) goed met elkaar te vermen
gen. Rheumagic-olie kunt ge bij Uw
apotheker verkrijgen. Bevochtig de
pijnlijke plaatsen zonder te wrijven of
te masseeren. Het mengsel dringt diep
in de huid door en verdrijft de pijn
onmiddellijk.
797
tot haar consequenties te voeren.
De vraag wordt gesteld of dat onder
de toenmalige maatschappelijke ver
houdingen mogelijk was. In ieder
geval wees geen enkele der leiders
dezen uitweg; ook niet die van de
radikale groepen: de gedistingeerde
club der Jacobijnen en de meer een
voudige Cördeliers.
Maar wel was er een andere leus,
die in staat was de verslapping te
overwinnen en nieuwe geestdrift te
doen ontvlammen; een leus, die den
weg wees naar nieuwe beleving van
gemeenschappelijken nood en stra
lende zege, een leus die den weg
wees uit de berusting naar de daad.
Het was de overigens gematigde en
«burgerlijke» partij der Girondijnen,
die het eerst het groote woord uit
sprak: de Revolutie-oorlog
Een ultimatum aan den uitge
weken adel in het najaar van 1791
was de inleiding. Van nu af aan
werden de emigranten tot de groote
bedreiging van de revolutie geprokla-
meerd en grijpt de omwinding om
zich heen. Toch was er geen wer
kelijk gevaar. De groote mogend
heden hadden het veel te druk met
de verdeeling van Polen en lieten
koning Lodewijk XVI volkomen in
den steek. Maar in Frankrijk voelde
men zich toch meer en meer door
een samenzwerend Europa bedreigd:
de koningen en gezagsbekleeders in
den vreemde vreezen den terugslag
van de revolutionnaire idee die zich
vanuit Frankrijk over gansch Europa
begint te verspreiden.
Wel weren zich de Jacobijnen
Robespierre noemt den oorlog net
grootste kwaad dat in de huidige
omstandigheden de vrijheid kan be
dreigen. Hij vreest inderdaad den
invloed der koningsgezinde officie
ren. Maar reeds is niemand den
toestand meer meester. De ontketen
de machten laten zich niet meer
beheerschen. Reeds beginnen de vrij
willigers uit alle lagen der bevolking
naar de grenzen te stroomen. De
koning zelf is voor den oorlog: hij
hoopt een nederlaag. Op 20 April
1792 wordt de oorlog aan Oostenrijk
verklaard; Pruisen sluit zich er bij
aan. Het noodlotsuur der revolutie
is geslagen.
De Fransche legers strijden onge
lukkig; het koninklijk huis heeft de
veldtochtplannen aan de Oostenrij
kers meegedeeld: de koningin Marie-
Antoinette, een Oostenrijksche, zal
later beschuldigd worden van land
verraad. Het Girondijnen-ministerie
wordt ontslagen. Het volk komt in
beroering.
In Augustus vallen de Pruisische
legers onder Brunswijk Frankrijk
binnen, iedereen bedreigend die den
koning of het koninklijk huis krenkt
of in gevaar zrengt. Dit werd be
schouwd als het bewijs van de ver
standhouding tusschen het hof en
den vijand.
Thans ontstaat een machtige
volksbeweging van arbeiders en mid
denstanders. Danton neemt de lei
ding. De koning wordt gearresteerd.
De inwendige tegenstellingen groeien
aan. De Fransche legers trekken ver
der en verder terug. In September
barst de bom. Op aanstichten van
Marat. den vurigen, volksgezinden
Jacobijn, loopt de massa te hoop en
oefent eigen recht aan meer aan
1000 politieke gevangenen. Van 2 tot
6 September duurt het moorden,
dan is de slag geslagen. Een tweede,
verschrikkelijker fase van de revolu
tie is begonnen: het Schrikbewind.
(Van Praag: «Wordende Wereld».)
1. Welke waren de belangrijkste prin
cipes der Fransche grondwet van
1791?
2. Welke waren de gevaren waaraan
de Revolutie blootstond: a) in het
binnenland; b) in het buitenland?
Antwoorden, vergezeld van een post
zegel van 0,75 fr., sturen aan G. De
Vos, Zwijnaardesteenweg 7S, Gent.
Gemobiliseerden hoeven geen brief
port te betalen.
"S
De vrouwen van Klein Azië zijn
geen schoonhedengehuld in
bonte, maar vuile kleederen en
halsdoeken staan ze ons langs de
wegen aan te kijken
Duidelijk herinner ik mij den dag,
toen boven de Anatolische gebergten-
wildernis een geweldig onweder los
barstte, dat ons dwong te midden van
de honderdjarige dennen in den berg
pas Koya te overnachten. Niet eens
uitgeslapen, vervroren, verhongerd
en vermoeid door den afmattenden
rit, zietten we onze reis doorheen
Kleinazië verder naar het Oosten
door, om zoo snel mogelijk de
Turksch-Syrische grens te bereiken,
die voor ons het einde beteekende
van het vagevuur, waarin we ons
momentaan met onze auto bevonden.
De konserven waren reeds lang uit
geput, de zoete «por» dien de anato
lische boeren den heelen dag door
kauwen, smaakte ons geen zier en zoo
bleven ons alleen de koeken over die
volgens oeroude gewoonte van het
land worden gebakken, eieren en
thé. Daarmee moesten onze honge
rige magen het dagenlang stellen,
dagen welke we doorbrachten in deze
onherbergzame -wildernissen waar zel
den een Europeaan den voet zet.
Naar Ankara, de hoofdstad van
kleinaziatisch Turkije voert slechts
een enkele verkeersader en wel de
Anatolische spoorweg die sedert lang
niet meer beantwoordt aan de eischen
van het modern verkeer. Hij begint
tegenover Stamboel, in Haydar Pasja
en mondt rechtstreeks uit op de
Simplon-Oriëntexpresslijn.
In de kleine, bouwvallige stations,
die langs het spoorlijnennet in de
woestenijen of wild romantische berg
streken, waardoor zich de trein slin
gerend een weg baant, verstrooid
liggen, ontwaart men een opgewekte
bedrijvigheid en konstateert men het
sn'el doordringen van de Westersche
beschaving, waarvoor nog niet zqo
lang geleden het hart van Ataturk
begeesterd klopte.
Komt men in een van die nesten
terecht, dan spreekt u meestal
iemand in een Europeesche taal aan
of is men verrast dat een goed geïn
formeerde stationchef u met de groo>
ste voorkomendheid de postzegels van
zijn land overreikt en uwe brief
wisseling persoonlijk met den vol
genden sneltrein verzendt. De be
schavende invloed van het spoor
dringt weliswaar ternauwernood door
tot in het binnenland van Anatolië.
zoodat het land tot op neden de
charme heeft bewaard van zijn ver
leden.
Maar nu nog overschrijdt men de
oeroude, overdekte Seldsjuksche(l)
bruggen met de zoogezegde katte-
hooiden of ontwaart men steenen
gedenkteekenen uit den glorievollen
tijd van de koningen, samen met ka
pellen en vervallen minaretten.
Toen ik op een koelen nacht mijn
slaapzak in het klein militair station
van Ul-Kischla openspreiae, sprak
mij een oude onderofficier in slecht
Fransch aan «Ik begrijp niet,
zoo dacht hij waarom gij, vreem
delingen, hierheen komt. Gij brengt
niets mee en kunt van hier niets
meenemen. Kleinazië is een land. dat
slechts begint op te bloeien Ik ben
hier geboren, maar heb aan den over
kant, in Stamboel gedient en met
veel Europeanen gesproken. Ze ken
den allen alleen maar Stamboel
(Oonstantinopel) en waren de mee
ning toegedaan, dat ze Turkije had
den gezien. Niets hebben ze gezien,
heelemaal niets, omdat ze het ware
gezicht van Turkije Anatolië
niet hebben gezien».
Ik begreep slechts wat hij daarmee
bedoelde, toen ik in hetzelfde station,
in een mat, afgerast murenkompleks
een aantal geboeide gevangenen ont
waarde, van wien enkelen zelfs zwaar
gewond waren en die, zonder medi
sche hulp, met de stompe gelaten
heid van de Aziaten, door de tralies
van de duistere gevangeniskoer
staarden.
Nooit zal ik dezen ontzettenden
aanblik vergeten, deze ongeschoren,
met bloedsporen bevlekte, uitdruk-
kingslooze gezichten en de vuile han
den met de rammelende boeien en
ketens.
Kilometer na kilometer moesten
we ons moeizaam een weg doorheen
deze streek banen, waar men soms
nog nooit een auto had gezien en
niet eens het bestaan kende van een
postkantoor. En meer en meer gingen
mijn Europeesche oogen wijder open
en ontdekte ik verbaasd en sceptisch
het werkelijk aangezicht van Azië,
het meest geheimvolle en het minst
Af
Goedsmoedig glimlacht ons een
oude Turk toe, in het diepste van
Klein Azië, als wilde hij zeggen
Heel ver zult ge met uw modern
vervoermiddel miet geraken
begrijpelijke van de vijf werelddeelen.
Voor ik kennis maakte met de
rook taveernen van Hadjisj, de dief-
sche Osmaansche gastheeren, de
wilde gebergtehorden van den
Taurus met gweer en katapult, de
gastvrije maar ongelooflijk vuile no
maden uit het zuidelijk deel van de
zoutwoestijn Tuz Gol met Perzische
schapenkudden, die nog in onder-
grondsche spelonken huizen, had ik
het nooit voor mogelijk gehouden
dat, zoodicht in het bereik van de
Europeesche beschaving, een geel
aarddeel sluimert waar de reiziger,
die afziet van alle komfort en het
aandurft onbegane wegen te bewan
delen, zooveel verrassends en onbe
kends aantreft.
(1) Seldsjukken een oude Turksche
volksstam
Een groep blokhuizen in het wild gespleten Taurusgebergte
Weer werden de mijnwerkers zwar getroffen door de mijnramp van t.u
Rouverie. We brengen onzen groet en buigen duip voor die slachtoffers van
den arbeid. De Vlaamsche socialistische arbeiders voelen zich te inaig
verbonden met hun Waalsche makkers, om niet erg mee te voelen telken
male de Waalsche mijnwerkersklasse nieuwe bloedige tol betaalt.
ENKELE dagen vóór het uitbre
ken van den Hitleroorlog, ont
vingen we «Gojim», het jongste
werk van den zeer vruchtba
ren Vlaamschen schrijver Jolian
Daisne.
Als we hem als «Vlaamschen» schrij
ver voorstellen, bedoelen we daar
mee zijn geboortestreek, want uit
voorgaande werken als «Kernamout»,
en vooral uit «Gojim», blijkt al
heel duidelijk dat zijn werk den
stempel draagt van het universeele.
Johan Daisne is niet te vergelijken
met de talrijke bende Vlaamsche
klein-kunstenaars wier korte
vleugelslag hen niet verder draagt
dan tusschen Leie en Schelde. Zijn
motieven zijn breed, humaan en in
«Gojim» bezingt hij een ideaal cat
over alle grenzen reikt.
«Klaverendrie», het reeds gunstig
gekende tweemaandelijksch schrift
voor Poëzie, stelt het werk voor als:
Dit Joodsche droomverhaal van
liefde en spionnage: Daisne heeft er
reeds in Februari 1939, het Rus-
sisch-Duitsch verbond in voorspeld
en er de psychologie van gesugge
reerd.
Zooals alle reklame's, die van de
letterkundige werken ontsnappen
aan den regel niet, zegt bovenstaand
signalement terzelfdertijd te veel en
te weinig. We zullen daarop niet
verder ingaan en trachten den kern
van wat de schrijver ons mee te
deelen heeft trachten uit te diepen.
Bij ons oordeel over «Gojim» zul
len we de kerngedachte van het
werk en den vorm waarin het ge
goten werd als op zichzelfstaande
elementen behandelen, alhoewel de
«zin» ervan ons het meeste belang
inboezemt.
Het gegeven blijft volledig buiten
het erotische. De vrouwen die er in
voorkomen zijn «mediums», waar
langs de kunstenaar den wekroep
«Gojim» ontvangt.
Hij kwam tot de ontdekking dat
hij geen «goï» (ariër) is. Weten
schappelijke bloedproeven en zijn be-
brachten hem die zekerheid. En toch
brachten hem die zekrheid. En toch
zal het tooverwoord «Gojim» eens
het sein geven voor de wereldrevo
lutie, welke alle volkeren, die nu
door rassenwaan en imperialisme
gescheiden zijn, nader tot elkaar
zal brengen.
Hij vindt het tooverwoord in een
woordenboek, zijn herstellende ver
loofde vraagt hem of hij al naar
«Gojim» heeft geschreven zonder te
weten waar, wanneer en van wien
zij dat woord heeft vernomen (te
lepathie een geheime zender uit
Königsberg zendt het door den
aether. Door de ontleding van drie
droomen wordt hij bewust van het
grootsche gebeuren en van zijn op
dracht.
Het procédé is volledig nieuw in
onze letterkundehet biedt veel
mogelijkheden maar ook gevaren. Al
leen de grootsten mogen het han-
teeren en zich goed in acht nemen
opdat de zucht naar het eigenaar
digehet niet winne op den geeste
lijken inhoud, op dé ziel van het
"werk. Dat gevaar is niet denkbeel
dig als men even al de «ismen»,
eigen aan eiken tijd van onevenwich
tigheid, beschouwt.
Maar met een kunstenaar als Jo
han Daisne zijn wij toch op ons ge
mak. Zijn werk verschaft ons eens
te meer het bewijs van de «meester
schap» over de stof.
Moge hij vooral onder den druk
van een ten top gedreven nervosi
teit, die hem «helderziend» maakt,
«Gojim» geschapen hebben, meteen
stellen we toch vast hoe geniaal hij'
weet atmosfeer te scheppen en te
onderhouden.
Bij de lezing ervan dachten wij
aan een merkwaardige voordracht
van den Indischen philosoof Dr.
Djinarajadasa, waarin deze geleer
de in klassiek eenvoudige bewoordin
gen de ontwikkeling van de «intuï
tie», het zesde zintuig, als een
noodzakelijkheid en een mogelijk
heid aanprees. Veel in het werk van
Johan Daisne herinnert aan de
woorden van dezen Indischen wijze.
We kunnen dus moeilijk aanne
men dat Johan Daisne Gojim
schreef uit loutere zucht om iets
eigenaardigs tot stand te brengen.
Er woelt bij hem een heilig vuur,
een innerlijke drang die hem drijven
naar de eeuwige waarheden en nem
den taak voor morgen duidelijk op
geeft. Alleen de geniaal aangeleg-
dcn worden als voertuigen gebruikt
door de demonent. voor de verwe
zenlijking van hun opdrachten.
Ziedaar dus wat wij meenden te
ontdekken in Gojim moesten
de materieele mogelijkheden het toe
laten we konden er nog lang over
uitwijden. Maar onze recensie mag
niet te breedvoerig worden.
Bij voorgaande kritiek van Dais-
ne's werk Kernamout besloten
wij met volgende woorden
Johan Daisne's lied is ver van uit
gezongen. We denken in hem een
van de herauten van den nieuwen
tijd te mogen begroeten
We kunnen deze woorden onder-
streepen en hebben ons in den kun
stenaar niet bedrogen. Hij ontpopt
zich als «een universeel kunstenaar»
die ongetwijfeld straks door een
machtig definitief werk onze litera
tuur zal verrijken. Nu reeds heeft hij
plaats genomen in de rij der beste
kunstenaars welke Vlaanderen in
alle domeinen aan de menschheid
heeft geschonken.
Vlamingen eert Johan Daisne's
werk leest en herleest vooral zijn
«Gojim»laat den roep van den
nieuwen tijd, waarvan hij drager is,
diep op u inwerken.
TUUR DE SWEEMER
Gojim», uitg. Klaverendrie, Gent
Prijs 10 fr. Te bestellen bij «De
Vlam», 64, St. Pietersnieuwstraat,
Gent.
iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii"""""""""""""""""""""""
VERGEET NIET dat elk oogenbllk. aan een gevaarlijken
draai, aan een kruisweg, op de baan, u een ongeval
kan overkomen voor hetwelk gij verantwoordelijk kunt
worden gesteld.
DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan het verlies
van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die u
te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtoffe/
worden van een ongeval
LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL
mits een jaarlijksche premie van 55 frank, biedt n
een verzekering aan die uw burgerlijke veinntwoorde-
lljkheid tegenover derden waarborgt en de ongevallen
die u persoonlijk kunnen overkomen dekt, ln de
volgende voorwaarden
BURGERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Premie~van 25 fr.
50.000 fr. voor lichamelijke schade.
10.000 fr. voor stoffelijke schade.
PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van 30 fr.
20.000 fr. bij doodelijk ongeval.
20.000 fr. bij gebrekkelijkheid.
10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werkln.
KOOPT DEZE GERUSTSTELLING
Beschermt u tegen de gevaren die n bedreigen en onder-
schrijft aanstonds een volledige wielrijders verzekering.^
26
Dc bladen brachten ons deze week
nadere onthullingen over den .zelf
moord. van Miss Unity Mitford. een
der zes dochters van Lord Redesdale,
die te München op 3 September
den dag waarop de oorlog uit'crak
zich een kogel in het hoofd joeg.
Het was prins Orloff, tot op dien
dag Engelsche speaker voor de radio
te Berlijn, die thans bij zijn aankomst
te Belgrado het relaas overbracht van
het treurig einde dezer jeugdige En
gelsche.
Ze was een van die rijkemanskin-
deren. die hun grillen naar hartelust
voldoen en hun passies vrij kunnen
botvieren.
De dochters van den lord .leven
hun leven» wat nog niet altijd betee-
kent dat ze gelukkig zijn of anderen
gelukkig maken. De eene liep .links.
voelde zich aangetrokken tot de
arbeiderspartij de andere ging een
heel anderen kant uit.
Unity-Walkyrie Freeman-Mitford be
landde in Duitschland. liet zich ver
bluffen door het nazidom en veraf
goodde weldra den führer, dien ze
overal achterna reisde.
Ze werd een zijner persoonlijke
vriendinnen en was een en al be
wondering voor zijn daden en rede
voeringen.
Reeds vroeger was er een vrouw ge
weest, die ook zoo ontstuimig opsing
in den afgod van het Derde Rijk:
Grete Raubal, Hitler's eigen nicht.
Zij ook werd melancholisch in de
schaduw van dien zonderlingen man
en het was alsof zijn vriendschap
haar neerdrukte en er enkel een ne
gatieve kracht van uitging.
In 1930 pleegde de jonge vrouw
zelfmoord op dezelfde wijze als Unity
Mitford het deed. Hitier woonde des
tijds in 't. geheim de begrafenisplech
tigheid bij te Weenen.
De ware oorzaken dezer wanhoops
daden zullen voor altijd een geheim
blijven, wat echter niet belet, dal
daarover tal van veronderstellingen
de ronde doen.
Van Unity Mitford wordt beweerd,
dat ze de tragedie niet wilde beleven
van een oorlog tusschen haar vader
land en het land van .haar führer..
Het is meer dan waarschijnlijk, dat
dit ziekelijk schepsel in haar overge
voeligheid overrompeld werd door de
wereldschokkende gebeurtenissen van
September. Doch is dit wel voldoende
om haar voor te stellen als een
«slachtoffer. het eerste van de
Duitsch-Britsche vijandigheid?
Het lag in haar bedoeling, ja, het
scheen eigen te zijn aan hare alge-
meene gesteldheid, trots alles de roi
van martelares te willen spelen. Ër
zijn zoo van die ziekelijke naturen,
die desnoods door hun extravagante
daden de aandacht op zich willen
trekken en roem oogsten. Zelfs al
kostte het hun leven.
Zulke onlogische daden zijn niet
altijd net af te scheiden van de «ethi
sche. zelfmoorden.
Deze laatste hangen slechts af van
een individueele interpretatie van het
begrip plicht en eer.
Waarom zijn er scheepskapiteins die
bij een schipbreuk, als iedereen gered
is, toch aan boord blijven en samen
met hun schip willen verzinken?
Mrs Unity Mitford
Waarom zijn er bevelhebbers, die,
als hun fort geheel omsingeld en ver
overd is, verkiezen zich in de lucht te
laten vliegen door middel van het
laatste restje dynamiet, liever dan
zich over te geven?
De maatschappij en het vaderland
vragen zulke offers niet. Nochtans
worden ze gebracht. De slachtoffers
worden tot helden verheven en de
«kultus van de eer. wordt er mee
onderhouden en gediend.
Of deze middelen gezond zijn laten
we liefst onbesproken.
Het domein der «ethiek» is daar
voor te uitgestrekt en te glibberig.
Heeft Unity Mitford nu wegens
soortgelijke motieven gehandeld?
Voelde zij zich als een verantwoor
delijke op het zinkende schip der
Duitsch-Britsche vriendschap?
Of waren de desillusies, die het
nazisme haar bezorgde, haar te sterk?
In elk geval was haar levensoffer
nutteloos.
Ze heeft haar levensdoel gemist en
zelfs haar dood heeft zijn effekt niet
bereikt.
Men zal haar niet als een marte
lares beschouwen. Het is alsof ze geen
rechten kan doen gelden op echt-
mensc'helijke en bewonderenswaardige
beweegredenen, juist wegens haar
keuze om sensatie te verwekken.
En zelfs als ze Hitier oprecht en
innig lief heeft gehad, als ze waarlijk
als vreemdelinge zich tot hem heeft
aangetrokken gevoeld om zijn theo
rieën en methodes, dan nog zal men
haar niet dpn rang van martelares
toekennen.
Unity Mitford was een hyper-
emotieve vprwende en zwakke lords-
dochter. zal men zeggen.
En met een meewarig hoofdschud
den zal men de bladzijde omslaan...
NICK.
De heer Coulonvaux, voorzitter van
den liberalen landraad, die reeds zoo
veel kemels op zijn aktief heeft,
schrijft nu regelmatig in Le Soir
(tribune libre).
Zijn voorganger Devèze getrouw,
neemt hij in dit blad steeds de ver
dediging op der grooten.
In een zijner laatste artikels trekt
hij ten velde tegen de slechte huur
ders.
Als men dit artikel leest, heeft men
werkelijk den indruk dat er in België
weinig of geen eerlijke menschen zijn.
Vooral de middenstanders, die in
deze harde tijden zooveel miserie heb
ben als gelijk wie, moeten het van den
heer Coulonvaux verduren.
Men staat werkelijk verstomd hoe
spitsvondig sommige menschen zijn,
die een slechte zaak willen verdedi
gen.
Het antwoord op het artikel bleef
niet lang uit.
In een «Open Brief, heeft de Asso
ciatie van Handelaars en Hoteliers van
Brussel den schrijver van het artikel
in «Le Soir» duchtig van antwoord
gediend.
Daarin wordt aan den heer Coulon
vaux o.m. de vraag gesteld, of bij hem
de uitzondering den regel maakt, aan
gezien hij wil doen uitschijnen alsof
het meerendeel der handelaars zich
ongewettigd beroepen op den huidi-
gen toestand om vermindering van
huishuur te bekomen. Elkeen erkent
dat er hier en daar een mensch is,
die niet in de miserie zit en toch om
hulp smeekt, doch het is een feit dat
het grootste aantal niet klaagt doch
des te meer redenen heeft het te doen.
Spijtig genoeg zouden vele midden
standers echter een «Mea Culpa, mo
gen slaan en denken: het is toch een
beetje onze eigen schuld, dat artikels
als dit van een heer Coulonvaux wor
den geschreven, want wij hebben altijd
in die heeren gloofd en hen gesteund.
Zoo gaat het steeds: vóór de verkie
zing eischen en beloven de liberalen
de middenstanders den hemel op
aarde en dit in naam der vrijheid van
het individu: doch na de verkiezing
eischen dezelfde liberalen, steeds in
naam der vrijheid, het recht op voor
de bezitters, de kleinen te wurgen. Bij
slot van rekening zijn het steeds de
kleinen die de rekening betalen.
Doch dit alles behoort nu tot het
verleden... De strijd om het bestaan
is lastiger geworden dan ooit.
In vele gevallen belet de hooge huur
den middenstander, het hoofd boven
water te houden. Huurkontrakten kun
nen niet meer nageleefd worden en
vele eigenaars kennen geen mededoo-
gen. Daarom vragen de betrokkenen
de regeering, dat een wet zou ge
stemd worden waarbij het aan de vre
derechters zou overgelaten worden te
oordeelen of de naleving van een
huurkontrakt, zoowel voor de gewone
burgers als voor de gemobiliseerden
mogelijk is.
Indien er opofferingen moeten ge
daan worden, dan moeten deze niet
steeds door de kleinen gebeuren doch
ook de groote bezitters moeten het
hunne bijdragen om de algemeene mi
serie te lenigen.
Daarom oordeelen wij het als recht
vaardig, dat in sommige gevallen door
de rechter vermindering van huishuur
zou worden bevolen.
In denzelfden open brief wordt ook
gevraagd, dat geen nieuwe handels
zaken zouden opgericht worden, daar
de huidige handeidrijvenden het al
lastig genoeg hebben.
Vooral aan de vreemdelingen zou er
geen toelating meer mogen gegeven
worden.
Wij zijn het met deze zienswijze,
vooral met het laatste gedeelte, eens.
is de beperkingsmaatregel tegen
de drankslijterijen ingetrokken en mo
gen de herbergen openblijven zooals
voorheen.
Na twee maanden miserie is einde
lijk een einde gesteld aan een toestand
waartegen 99 t.h. van de bevolking
heeft geprotesteerd.
Of de hoteliers en herbergiers nu
goede zaken zullen doen, is een andere
kwestie. Hopen wij het voor hen en
voor ons allen.
J. C.
Er werden over de week, eindigende
3 November 1939, in België 18 faillis
sementen uitgesproken, tegenover 8
over hetzelfde tijdperk van het vorige
jaar.
Uitgesproken faillissementen per
branche gedurende de week 27/10/39
tot 3/11/39:
13 diversen; 1 radio; 1 drogist; 1 meu
belhandelaar; 1 houthandelaar; 1 wis
selagent.
In totaal werden er van 1/1/39 tot
3/11/39 in België 634 faillissementen
uitgesproken, tegenover 520 over het
zelfde tijdperk van 1938.
Konkordaten: Van 1/1/39 tot 3/11/
39 werden in België 227 aanvragen in
gediend tot het bekomen van een kon-
kordaat en 135 aanvragen gehomolo
geerd tegenover 188 en 107 over het
zelfde tijdperk van 1938.
Protesten: Over de week eindigende
3/11/39, werden in België 2001 protes
ten geregistreerd tegenover 1714 over
hetezlfde tijdperk van 1938.
Van 1/1/39 tot 3/11/39 werden ln
België 99.022 protesten geregistreerd
tegenover 84.303 over hetzelfde tijd
perk van het vorige jaar.