t i Steeds socialistisch agecrcn ALGEMEENE GESCHIEDENIS Kleinazië^s uitzicht G O J I M WIELRIJDERS! A REVOLUTIETIJD (1750-1815) ALS EEN LORDSDOCHTER EEN DIKTATOR BEWONDERT DE HEER COULONVAUX, VOORZITTER VAN DE LIBERALE PARTIJ VERDEDIGT DE HUISJESMELKERS 1/ De Fransche revolutie Kleine recepten Goede raadgevingen «ww a Het treurig einde van Unity CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming ACHTTIENDE LES DE GRONDWFT VAN 1791 DE REVOLUTIE-OORLOG VRAGEN BOEKBESPREKING door JOHAN DAISNE Een werk van universeele beteekenis... - HET VOERTUIG EN DE ZIEL INTUÏTIE ALS ZESDE ZINTUIG LA PREVOYANCE SOCIALE HET HOEKJE VAN DEN DETEKTIEF Vraagstukken van den middenstand EINDELIJK FAILLISSEMENTEN IN BELGIE i '3 - Voor Allen - 12 Nov. 1939' NOG in het eerste jaar van de revolutie begon zich de schei ding te voltrekken dwars door de gelederen van den derden stand heen: aan de eene zijde de groot-bourgeoisie; aan de andere de arbeiders, boeren en middenstan ders, voor wie weldra bleek dat de groote bourgeoisie de profiteurs tan de omwenteling waren. Ideologisch ging het om de vraag of men de vrij heid, dan wel de gelijkheid en broe derschap tot het hoofdpunt van zijn programma zou maken. Maar ook een ander probleem ver deelde de geesten: de verhouding tot de kerk, wier laagste dienaars, die zooveel te lijden hadden als de el lendigste proletariërs, zich met deze laatsten hadden verbroederd. De hooge dignitarissen bleven grooten- deels nauw verbonden met den adel. Volgens de nieuwe grondwet zou de geestelijkheid van onder op gekozen worden, door den staat worden be taald en een eed van trouw moeten afleggen. Maar slechts een minder heid der hooge geestelijken ging hiertoe over en daarmee werd ook de kerk definitief een kracht van de contra-revolutie De grondwet van 1791 was een compromis tusschen feodaliteit en burgerij: Lodewijk XVI heette voor taan «bij de gratie Gods en door de grondwet van den Staat Koning c'er Franschen». Het koningschap had dus opgehouden een absoluut voor recht te zijn. Het kiesrecht was een hoog cen suskiesrecht door het cijnsstelsel werden de loonarbeiders uitgesloten. Ook waren er bezwaren tegen de grondwet: deze had geleid tot een te groote decentralisatie en te veelvul dige verkiezingen. Men was van het eene uiteinde in het andere geval len. De koning, die vanzelfsprekend gekant was tegen de nieuwe grond wet, trachtte zich aan de onafwend bare ontwikkeling te onttrekken. Hij vluchtte, maar werd gearresteerd en was tenslotte verplicht de grondwet te bekrachtigen. Het was de zege praal 'van de bourgeoisie. De revo- lutionanire massa's echter, die door den honger en de verdrukking in opstand waren gekomen en de kas tanjes uit het vuur hadden gehaald voor de burgerij, werden door de burgerlijke leiders met geweld uit eengeslagen toen zij tegen den ko ning demonstreerden. Zoo is Frankrijk een grondwette lijke monarchie geworden. Volgens de constitutie wordt een nieuwe wet gevende vergadering gekozen. Onder de revolutionnairen komt een begin van twijfel. De eenige werkelijke oplossing zou thans zijn de leiding te nemen en de revolutie Voor verkoudheid en hoest Hier is een goed middeltje om er van af te komen: Vermeng in een kwart liter heet water een eetlepel suiker en 30 gram Cibine dubbel geconcen treerd. (Cibine kunt ge bij Uw apo theker halen.) De dosis is: Voor vol wassenen: 1 eetlepel; voor kinderen van 8 tot 15 Jaar: 1 dessertlepel: voor kinderen van 3 tot 8 Jaar: 1 theelepel, na lederen maaltijd en voor het naar bed gaan. Tegen rheumatiek en spierpijn Men hoeft slechts 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (gecon centreerd) goed met elkaar te vermen gen. Rheumagic-olie kunt ge bij Uw apotheker verkrijgen. Bevochtig de pijnlijke plaatsen zonder te wrijven of te masseeren. Het mengsel dringt diep in de huid door en verdrijft de pijn onmiddellijk. 797 tot haar consequenties te voeren. De vraag wordt gesteld of dat onder de toenmalige maatschappelijke ver houdingen mogelijk was. In ieder geval wees geen enkele der leiders dezen uitweg; ook niet die van de radikale groepen: de gedistingeerde club der Jacobijnen en de meer een voudige Cördeliers. Maar wel was er een andere leus, die in staat was de verslapping te overwinnen en nieuwe geestdrift te doen ontvlammen; een leus, die den weg wees naar nieuwe beleving van gemeenschappelijken nood en stra lende zege, een leus die den weg wees uit de berusting naar de daad. Het was de overigens gematigde en «burgerlijke» partij der Girondijnen, die het eerst het groote woord uit sprak: de Revolutie-oorlog Een ultimatum aan den uitge weken adel in het najaar van 1791 was de inleiding. Van nu af aan werden de emigranten tot de groote bedreiging van de revolutie geprokla- meerd en grijpt de omwinding om zich heen. Toch was er geen wer kelijk gevaar. De groote mogend heden hadden het veel te druk met de verdeeling van Polen en lieten koning Lodewijk XVI volkomen in den steek. Maar in Frankrijk voelde men zich toch meer en meer door een samenzwerend Europa bedreigd: de koningen en gezagsbekleeders in den vreemde vreezen den terugslag van de revolutionnaire idee die zich vanuit Frankrijk over gansch Europa begint te verspreiden. Wel weren zich de Jacobijnen Robespierre noemt den oorlog net grootste kwaad dat in de huidige omstandigheden de vrijheid kan be dreigen. Hij vreest inderdaad den invloed der koningsgezinde officie ren. Maar reeds is niemand den toestand meer meester. De ontketen de machten laten zich niet meer beheerschen. Reeds beginnen de vrij willigers uit alle lagen der bevolking naar de grenzen te stroomen. De koning zelf is voor den oorlog: hij hoopt een nederlaag. Op 20 April 1792 wordt de oorlog aan Oostenrijk verklaard; Pruisen sluit zich er bij aan. Het noodlotsuur der revolutie is geslagen. De Fransche legers strijden onge lukkig; het koninklijk huis heeft de veldtochtplannen aan de Oostenrij kers meegedeeld: de koningin Marie- Antoinette, een Oostenrijksche, zal later beschuldigd worden van land verraad. Het Girondijnen-ministerie wordt ontslagen. Het volk komt in beroering. In Augustus vallen de Pruisische legers onder Brunswijk Frankrijk binnen, iedereen bedreigend die den koning of het koninklijk huis krenkt of in gevaar zrengt. Dit werd be schouwd als het bewijs van de ver standhouding tusschen het hof en den vijand. Thans ontstaat een machtige volksbeweging van arbeiders en mid denstanders. Danton neemt de lei ding. De koning wordt gearresteerd. De inwendige tegenstellingen groeien aan. De Fransche legers trekken ver der en verder terug. In September barst de bom. Op aanstichten van Marat. den vurigen, volksgezinden Jacobijn, loopt de massa te hoop en oefent eigen recht aan meer aan 1000 politieke gevangenen. Van 2 tot 6 September duurt het moorden, dan is de slag geslagen. Een tweede, verschrikkelijker fase van de revolu tie is begonnen: het Schrikbewind. (Van Praag: «Wordende Wereld».) 1. Welke waren de belangrijkste prin cipes der Fransche grondwet van 1791? 2. Welke waren de gevaren waaraan de Revolutie blootstond: a) in het binnenland; b) in het buitenland? Antwoorden, vergezeld van een post zegel van 0,75 fr., sturen aan G. De Vos, Zwijnaardesteenweg 7S, Gent. Gemobiliseerden hoeven geen brief port te betalen. "S De vrouwen van Klein Azië zijn geen schoonhedengehuld in bonte, maar vuile kleederen en halsdoeken staan ze ons langs de wegen aan te kijken Duidelijk herinner ik mij den dag, toen boven de Anatolische gebergten- wildernis een geweldig onweder los barstte, dat ons dwong te midden van de honderdjarige dennen in den berg pas Koya te overnachten. Niet eens uitgeslapen, vervroren, verhongerd en vermoeid door den afmattenden rit, zietten we onze reis doorheen Kleinazië verder naar het Oosten door, om zoo snel mogelijk de Turksch-Syrische grens te bereiken, die voor ons het einde beteekende van het vagevuur, waarin we ons momentaan met onze auto bevonden. De konserven waren reeds lang uit geput, de zoete «por» dien de anato lische boeren den heelen dag door kauwen, smaakte ons geen zier en zoo bleven ons alleen de koeken over die volgens oeroude gewoonte van het land worden gebakken, eieren en thé. Daarmee moesten onze honge rige magen het dagenlang stellen, dagen welke we doorbrachten in deze onherbergzame -wildernissen waar zel den een Europeaan den voet zet. Naar Ankara, de hoofdstad van kleinaziatisch Turkije voert slechts een enkele verkeersader en wel de Anatolische spoorweg die sedert lang niet meer beantwoordt aan de eischen van het modern verkeer. Hij begint tegenover Stamboel, in Haydar Pasja en mondt rechtstreeks uit op de Simplon-Oriëntexpresslijn. In de kleine, bouwvallige stations, die langs het spoorlijnennet in de woestenijen of wild romantische berg streken, waardoor zich de trein slin gerend een weg baant, verstrooid liggen, ontwaart men een opgewekte bedrijvigheid en konstateert men het sn'el doordringen van de Westersche beschaving, waarvoor nog niet zqo lang geleden het hart van Ataturk begeesterd klopte. Komt men in een van die nesten terecht, dan spreekt u meestal iemand in een Europeesche taal aan of is men verrast dat een goed geïn formeerde stationchef u met de groo> ste voorkomendheid de postzegels van zijn land overreikt en uwe brief wisseling persoonlijk met den vol genden sneltrein verzendt. De be schavende invloed van het spoor dringt weliswaar ternauwernood door tot in het binnenland van Anatolië. zoodat het land tot op neden de charme heeft bewaard van zijn ver leden. Maar nu nog overschrijdt men de oeroude, overdekte Seldsjuksche(l) bruggen met de zoogezegde katte- hooiden of ontwaart men steenen gedenkteekenen uit den glorievollen tijd van de koningen, samen met ka pellen en vervallen minaretten. Toen ik op een koelen nacht mijn slaapzak in het klein militair station van Ul-Kischla openspreiae, sprak mij een oude onderofficier in slecht Fransch aan «Ik begrijp niet, zoo dacht hij waarom gij, vreem delingen, hierheen komt. Gij brengt niets mee en kunt van hier niets meenemen. Kleinazië is een land. dat slechts begint op te bloeien Ik ben hier geboren, maar heb aan den over kant, in Stamboel gedient en met veel Europeanen gesproken. Ze ken den allen alleen maar Stamboel (Oonstantinopel) en waren de mee ning toegedaan, dat ze Turkije had den gezien. Niets hebben ze gezien, heelemaal niets, omdat ze het ware gezicht van Turkije Anatolië niet hebben gezien». Ik begreep slechts wat hij daarmee bedoelde, toen ik in hetzelfde station, in een mat, afgerast murenkompleks een aantal geboeide gevangenen ont waarde, van wien enkelen zelfs zwaar gewond waren en die, zonder medi sche hulp, met de stompe gelaten heid van de Aziaten, door de tralies van de duistere gevangeniskoer staarden. Nooit zal ik dezen ontzettenden aanblik vergeten, deze ongeschoren, met bloedsporen bevlekte, uitdruk- kingslooze gezichten en de vuile han den met de rammelende boeien en ketens. Kilometer na kilometer moesten we ons moeizaam een weg doorheen deze streek banen, waar men soms nog nooit een auto had gezien en niet eens het bestaan kende van een postkantoor. En meer en meer gingen mijn Europeesche oogen wijder open en ontdekte ik verbaasd en sceptisch het werkelijk aangezicht van Azië, het meest geheimvolle en het minst Af Goedsmoedig glimlacht ons een oude Turk toe, in het diepste van Klein Azië, als wilde hij zeggen Heel ver zult ge met uw modern vervoermiddel miet geraken begrijpelijke van de vijf werelddeelen. Voor ik kennis maakte met de rook taveernen van Hadjisj, de dief- sche Osmaansche gastheeren, de wilde gebergtehorden van den Taurus met gweer en katapult, de gastvrije maar ongelooflijk vuile no maden uit het zuidelijk deel van de zoutwoestijn Tuz Gol met Perzische schapenkudden, die nog in onder- grondsche spelonken huizen, had ik het nooit voor mogelijk gehouden dat, zoodicht in het bereik van de Europeesche beschaving, een geel aarddeel sluimert waar de reiziger, die afziet van alle komfort en het aandurft onbegane wegen te bewan delen, zooveel verrassends en onbe kends aantreft. (1) Seldsjukken een oude Turksche volksstam Een groep blokhuizen in het wild gespleten Taurusgebergte Weer werden de mijnwerkers zwar getroffen door de mijnramp van t.u Rouverie. We brengen onzen groet en buigen duip voor die slachtoffers van den arbeid. De Vlaamsche socialistische arbeiders voelen zich te inaig verbonden met hun Waalsche makkers, om niet erg mee te voelen telken male de Waalsche mijnwerkersklasse nieuwe bloedige tol betaalt. ENKELE dagen vóór het uitbre ken van den Hitleroorlog, ont vingen we «Gojim», het jongste werk van den zeer vruchtba ren Vlaamschen schrijver Jolian Daisne. Als we hem als «Vlaamschen» schrij ver voorstellen, bedoelen we daar mee zijn geboortestreek, want uit voorgaande werken als «Kernamout», en vooral uit «Gojim», blijkt al heel duidelijk dat zijn werk den stempel draagt van het universeele. Johan Daisne is niet te vergelijken met de talrijke bende Vlaamsche klein-kunstenaars wier korte vleugelslag hen niet verder draagt dan tusschen Leie en Schelde. Zijn motieven zijn breed, humaan en in «Gojim» bezingt hij een ideaal cat over alle grenzen reikt. «Klaverendrie», het reeds gunstig gekende tweemaandelijksch schrift voor Poëzie, stelt het werk voor als: Dit Joodsche droomverhaal van liefde en spionnage: Daisne heeft er reeds in Februari 1939, het Rus- sisch-Duitsch verbond in voorspeld en er de psychologie van gesugge reerd. Zooals alle reklame's, die van de letterkundige werken ontsnappen aan den regel niet, zegt bovenstaand signalement terzelfdertijd te veel en te weinig. We zullen daarop niet verder ingaan en trachten den kern van wat de schrijver ons mee te deelen heeft trachten uit te diepen. Bij ons oordeel over «Gojim» zul len we de kerngedachte van het werk en den vorm waarin het ge goten werd als op zichzelfstaande elementen behandelen, alhoewel de «zin» ervan ons het meeste belang inboezemt. Het gegeven blijft volledig buiten het erotische. De vrouwen die er in voorkomen zijn «mediums», waar langs de kunstenaar den wekroep «Gojim» ontvangt. Hij kwam tot de ontdekking dat hij geen «goï» (ariër) is. Weten schappelijke bloedproeven en zijn be- brachten hem die zekerheid. En toch brachten hem die zekrheid. En toch zal het tooverwoord «Gojim» eens het sein geven voor de wereldrevo lutie, welke alle volkeren, die nu door rassenwaan en imperialisme gescheiden zijn, nader tot elkaar zal brengen. Hij vindt het tooverwoord in een woordenboek, zijn herstellende ver loofde vraagt hem of hij al naar «Gojim» heeft geschreven zonder te weten waar, wanneer en van wien zij dat woord heeft vernomen (te lepathie een geheime zender uit Königsberg zendt het door den aether. Door de ontleding van drie droomen wordt hij bewust van het grootsche gebeuren en van zijn op dracht. Het procédé is volledig nieuw in onze letterkundehet biedt veel mogelijkheden maar ook gevaren. Al leen de grootsten mogen het han- teeren en zich goed in acht nemen opdat de zucht naar het eigenaar digehet niet winne op den geeste lijken inhoud, op dé ziel van het "werk. Dat gevaar is niet denkbeel dig als men even al de «ismen», eigen aan eiken tijd van onevenwich tigheid, beschouwt. Maar met een kunstenaar als Jo han Daisne zijn wij toch op ons ge mak. Zijn werk verschaft ons eens te meer het bewijs van de «meester schap» over de stof. Moge hij vooral onder den druk van een ten top gedreven nervosi teit, die hem «helderziend» maakt, «Gojim» geschapen hebben, meteen stellen we toch vast hoe geniaal hij' weet atmosfeer te scheppen en te onderhouden. Bij de lezing ervan dachten wij aan een merkwaardige voordracht van den Indischen philosoof Dr. Djinarajadasa, waarin deze geleer de in klassiek eenvoudige bewoordin gen de ontwikkeling van de «intuï tie», het zesde zintuig, als een noodzakelijkheid en een mogelijk heid aanprees. Veel in het werk van Johan Daisne herinnert aan de woorden van dezen Indischen wijze. We kunnen dus moeilijk aanne men dat Johan Daisne Gojim schreef uit loutere zucht om iets eigenaardigs tot stand te brengen. Er woelt bij hem een heilig vuur, een innerlijke drang die hem drijven naar de eeuwige waarheden en nem den taak voor morgen duidelijk op geeft. Alleen de geniaal aangeleg- dcn worden als voertuigen gebruikt door de demonent. voor de verwe zenlijking van hun opdrachten. Ziedaar dus wat wij meenden te ontdekken in Gojim moesten de materieele mogelijkheden het toe laten we konden er nog lang over uitwijden. Maar onze recensie mag niet te breedvoerig worden. Bij voorgaande kritiek van Dais- ne's werk Kernamout besloten wij met volgende woorden Johan Daisne's lied is ver van uit gezongen. We denken in hem een van de herauten van den nieuwen tijd te mogen begroeten We kunnen deze woorden onder- streepen en hebben ons in den kun stenaar niet bedrogen. Hij ontpopt zich als «een universeel kunstenaar» die ongetwijfeld straks door een machtig definitief werk onze litera tuur zal verrijken. Nu reeds heeft hij plaats genomen in de rij der beste kunstenaars welke Vlaanderen in alle domeinen aan de menschheid heeft geschonken. Vlamingen eert Johan Daisne's werk leest en herleest vooral zijn «Gojim»laat den roep van den nieuwen tijd, waarvan hij drager is, diep op u inwerken. TUUR DE SWEEMER Gojim», uitg. Klaverendrie, Gent Prijs 10 fr. Te bestellen bij «De Vlam», 64, St. Pietersnieuwstraat, Gent. iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii""""""""""""""""""""""" VERGEET NIET dat elk oogenbllk. aan een gevaarlijken draai, aan een kruisweg, op de baan, u een ongeval kan overkomen voor hetwelk gij verantwoordelijk kunt worden gesteld. DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan het verlies van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die u te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtoffe/ worden van een ongeval LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL mits een jaarlijksche premie van 55 frank, biedt n een verzekering aan die uw burgerlijke veinntwoorde- lljkheid tegenover derden waarborgt en de ongevallen die u persoonlijk kunnen overkomen dekt, ln de volgende voorwaarden BURGERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID Premie~van 25 fr. 50.000 fr. voor lichamelijke schade. 10.000 fr. voor stoffelijke schade. PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van 30 fr. 20.000 fr. bij doodelijk ongeval. 20.000 fr. bij gebrekkelijkheid. 10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werkln. KOOPT DEZE GERUSTSTELLING Beschermt u tegen de gevaren die n bedreigen en onder- schrijft aanstonds een volledige wielrijders verzekering.^ 26 Dc bladen brachten ons deze week nadere onthullingen over den .zelf moord. van Miss Unity Mitford. een der zes dochters van Lord Redesdale, die te München op 3 September den dag waarop de oorlog uit'crak zich een kogel in het hoofd joeg. Het was prins Orloff, tot op dien dag Engelsche speaker voor de radio te Berlijn, die thans bij zijn aankomst te Belgrado het relaas overbracht van het treurig einde dezer jeugdige En gelsche. Ze was een van die rijkemanskin- deren. die hun grillen naar hartelust voldoen en hun passies vrij kunnen botvieren. De dochters van den lord .leven hun leven» wat nog niet altijd betee- kent dat ze gelukkig zijn of anderen gelukkig maken. De eene liep .links. voelde zich aangetrokken tot de arbeiderspartij de andere ging een heel anderen kant uit. Unity-Walkyrie Freeman-Mitford be landde in Duitschland. liet zich ver bluffen door het nazidom en veraf goodde weldra den führer, dien ze overal achterna reisde. Ze werd een zijner persoonlijke vriendinnen en was een en al be wondering voor zijn daden en rede voeringen. Reeds vroeger was er een vrouw ge weest, die ook zoo ontstuimig opsing in den afgod van het Derde Rijk: Grete Raubal, Hitler's eigen nicht. Zij ook werd melancholisch in de schaduw van dien zonderlingen man en het was alsof zijn vriendschap haar neerdrukte en er enkel een ne gatieve kracht van uitging. In 1930 pleegde de jonge vrouw zelfmoord op dezelfde wijze als Unity Mitford het deed. Hitier woonde des tijds in 't. geheim de begrafenisplech tigheid bij te Weenen. De ware oorzaken dezer wanhoops daden zullen voor altijd een geheim blijven, wat echter niet belet, dal daarover tal van veronderstellingen de ronde doen. Van Unity Mitford wordt beweerd, dat ze de tragedie niet wilde beleven van een oorlog tusschen haar vader land en het land van .haar führer.. Het is meer dan waarschijnlijk, dat dit ziekelijk schepsel in haar overge voeligheid overrompeld werd door de wereldschokkende gebeurtenissen van September. Doch is dit wel voldoende om haar voor te stellen als een «slachtoffer. het eerste van de Duitsch-Britsche vijandigheid? Het lag in haar bedoeling, ja, het scheen eigen te zijn aan hare alge- meene gesteldheid, trots alles de roi van martelares te willen spelen. Ër zijn zoo van die ziekelijke naturen, die desnoods door hun extravagante daden de aandacht op zich willen trekken en roem oogsten. Zelfs al kostte het hun leven. Zulke onlogische daden zijn niet altijd net af te scheiden van de «ethi sche. zelfmoorden. Deze laatste hangen slechts af van een individueele interpretatie van het begrip plicht en eer. Waarom zijn er scheepskapiteins die bij een schipbreuk, als iedereen gered is, toch aan boord blijven en samen met hun schip willen verzinken? Mrs Unity Mitford Waarom zijn er bevelhebbers, die, als hun fort geheel omsingeld en ver overd is, verkiezen zich in de lucht te laten vliegen door middel van het laatste restje dynamiet, liever dan zich over te geven? De maatschappij en het vaderland vragen zulke offers niet. Nochtans worden ze gebracht. De slachtoffers worden tot helden verheven en de «kultus van de eer. wordt er mee onderhouden en gediend. Of deze middelen gezond zijn laten we liefst onbesproken. Het domein der «ethiek» is daar voor te uitgestrekt en te glibberig. Heeft Unity Mitford nu wegens soortgelijke motieven gehandeld? Voelde zij zich als een verantwoor delijke op het zinkende schip der Duitsch-Britsche vriendschap? Of waren de desillusies, die het nazisme haar bezorgde, haar te sterk? In elk geval was haar levensoffer nutteloos. Ze heeft haar levensdoel gemist en zelfs haar dood heeft zijn effekt niet bereikt. Men zal haar niet als een marte lares beschouwen. Het is alsof ze geen rechten kan doen gelden op echt- mensc'helijke en bewonderenswaardige beweegredenen, juist wegens haar keuze om sensatie te verwekken. En zelfs als ze Hitier oprecht en innig lief heeft gehad, als ze waarlijk als vreemdelinge zich tot hem heeft aangetrokken gevoeld om zijn theo rieën en methodes, dan nog zal men haar niet dpn rang van martelares toekennen. Unity Mitford was een hyper- emotieve vprwende en zwakke lords- dochter. zal men zeggen. En met een meewarig hoofdschud den zal men de bladzijde omslaan... NICK. De heer Coulonvaux, voorzitter van den liberalen landraad, die reeds zoo veel kemels op zijn aktief heeft, schrijft nu regelmatig in Le Soir (tribune libre). Zijn voorganger Devèze getrouw, neemt hij in dit blad steeds de ver dediging op der grooten. In een zijner laatste artikels trekt hij ten velde tegen de slechte huur ders. Als men dit artikel leest, heeft men werkelijk den indruk dat er in België weinig of geen eerlijke menschen zijn. Vooral de middenstanders, die in deze harde tijden zooveel miserie heb ben als gelijk wie, moeten het van den heer Coulonvaux verduren. Men staat werkelijk verstomd hoe spitsvondig sommige menschen zijn, die een slechte zaak willen verdedi gen. Het antwoord op het artikel bleef niet lang uit. In een «Open Brief, heeft de Asso ciatie van Handelaars en Hoteliers van Brussel den schrijver van het artikel in «Le Soir» duchtig van antwoord gediend. Daarin wordt aan den heer Coulon vaux o.m. de vraag gesteld, of bij hem de uitzondering den regel maakt, aan gezien hij wil doen uitschijnen alsof het meerendeel der handelaars zich ongewettigd beroepen op den huidi- gen toestand om vermindering van huishuur te bekomen. Elkeen erkent dat er hier en daar een mensch is, die niet in de miserie zit en toch om hulp smeekt, doch het is een feit dat het grootste aantal niet klaagt doch des te meer redenen heeft het te doen. Spijtig genoeg zouden vele midden standers echter een «Mea Culpa, mo gen slaan en denken: het is toch een beetje onze eigen schuld, dat artikels als dit van een heer Coulonvaux wor den geschreven, want wij hebben altijd in die heeren gloofd en hen gesteund. Zoo gaat het steeds: vóór de verkie zing eischen en beloven de liberalen de middenstanders den hemel op aarde en dit in naam der vrijheid van het individu: doch na de verkiezing eischen dezelfde liberalen, steeds in naam der vrijheid, het recht op voor de bezitters, de kleinen te wurgen. Bij slot van rekening zijn het steeds de kleinen die de rekening betalen. Doch dit alles behoort nu tot het verleden... De strijd om het bestaan is lastiger geworden dan ooit. In vele gevallen belet de hooge huur den middenstander, het hoofd boven water te houden. Huurkontrakten kun nen niet meer nageleefd worden en vele eigenaars kennen geen mededoo- gen. Daarom vragen de betrokkenen de regeering, dat een wet zou ge stemd worden waarbij het aan de vre derechters zou overgelaten worden te oordeelen of de naleving van een huurkontrakt, zoowel voor de gewone burgers als voor de gemobiliseerden mogelijk is. Indien er opofferingen moeten ge daan worden, dan moeten deze niet steeds door de kleinen gebeuren doch ook de groote bezitters moeten het hunne bijdragen om de algemeene mi serie te lenigen. Daarom oordeelen wij het als recht vaardig, dat in sommige gevallen door de rechter vermindering van huishuur zou worden bevolen. In denzelfden open brief wordt ook gevraagd, dat geen nieuwe handels zaken zouden opgericht worden, daar de huidige handeidrijvenden het al lastig genoeg hebben. Vooral aan de vreemdelingen zou er geen toelating meer mogen gegeven worden. Wij zijn het met deze zienswijze, vooral met het laatste gedeelte, eens. is de beperkingsmaatregel tegen de drankslijterijen ingetrokken en mo gen de herbergen openblijven zooals voorheen. Na twee maanden miserie is einde lijk een einde gesteld aan een toestand waartegen 99 t.h. van de bevolking heeft geprotesteerd. Of de hoteliers en herbergiers nu goede zaken zullen doen, is een andere kwestie. Hopen wij het voor hen en voor ons allen. J. C. Er werden over de week, eindigende 3 November 1939, in België 18 faillis sementen uitgesproken, tegenover 8 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Uitgesproken faillissementen per branche gedurende de week 27/10/39 tot 3/11/39: 13 diversen; 1 radio; 1 drogist; 1 meu belhandelaar; 1 houthandelaar; 1 wis selagent. In totaal werden er van 1/1/39 tot 3/11/39 in België 634 faillissementen uitgesproken, tegenover 520 over het zelfde tijdperk van 1938. Konkordaten: Van 1/1/39 tot 3/11/ 39 werden in België 227 aanvragen in gediend tot het bekomen van een kon- kordaat en 135 aanvragen gehomolo geerd tegenover 188 en 107 over het zelfde tijdperk van 1938. Protesten: Over de week eindigende 3/11/39, werden in België 2001 protes ten geregistreerd tegenover 1714 over hetezlfde tijdperk van 1938. Van 1/1/39 tot 3/11/39 werden ln België 99.022 protesten geregistreerd tegenover 84.303 over hetzelfde tijd perk van het vorige jaar.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 3