wolken
r*
Üjarden aan de nijverheid
zonder tegenprestaties voor
de gemeenschap
mmmm
Zaterdag 25 februari 1967
29e jaargang Nr. 8
Straatsburg, het begin van het einde
De eeuwige prioriteiten
WORDT HET VERDIKT 356 WELDRA, MET DE HULP VAN DE
VERTEGENWOORDIGERS DER CHRISTEN ARBEIDERS.
UITGEVAARDIGD OP DE RUG VAN DE KLEINE MAN
Nog wat geduld, ik wacht nog enkel op volmachten.
SN
(Zie vervolg blz. 12)
W
Z <a
i alien
ICUDAkTIfc ËN ADMINISTRATIE S'l .-«'lËTËliSNIEL'WSTUAAT 64
liENT - I'cl 25.57.1)5 (4 UJnen) l'ostcDeckrekenlng 561.33 «Het
Licht» Voor (le abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden
ter uitgeeer A DË KELl.IiM.IK St.-I'letersnleuwstraat 64 Uent
Nieuwe
fit A ET is nog niet genoeg dat ons land met een regering van onbe-
SLW kwamen zit opgeschept, die over geen enkel politiek krediet
meer beschikken, er steken nog andere donderkoppen op die
het land opnieuw in onbehagen zullen storten. Het zal geen
maanden meer duren of we zitten opnieuw in de miserie van
de taalvraagstukken en de Vlaams-Waalse verhoudingen.
Er is eerst het feit dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
zich bevoegd heeft verklaard om de klacht van een aantal franstaligen
in Vlaanderen tegen de Belgische Staat te behandelen.
In gans de franstalige pers is een nauwelijks verholen zegekreet opge
gaan Nu is er maar één oplossing mogelijk, wordt in hun midden
betoogd de herziening van de taalwetten.
Een Brussels weekblad dat als vlaamshatend bekendheid verwierf
kon niet nalaten zijn voorpagina in het teken te stellen van deze
francophone overwinningeen Vlaamse leeuw die in de eerste
round bijna naar de planken wordt geklopt.
Hetzelfde feit wekt ontgoocheling van Vlaamse zijde, maar ock achter
docht tegenover de Franse Voorzitter van het Hof, wiens eigen land
zelfs de konventie niet heeft onderschreven.
In gans dit geschil is nog geen uitspraak geveld. Het is dus nog te
vroeg om te juichen of te wenen.
AUeen zouden de taaifanatici moeten beseffen dat het vandaag in
België niet meer gaat rechten voor franstaligen in Vlaanderen op te
eisen, terwijl men de Vlamingen in Wallonië dezelfde rechten zou
weigeren.
België is alleen nog mogelijk op grond van rcprociteit, van een abso
lute gelijkgerechtiging, maar deze idee schijnt nog niet te zijn door
gedrongen in verschillende middens.
In deze middens leeft men nog in de geest van La Belgique a papa
en weigert men koppig te zien dat een nieuwe achteruitstelling op
taalgebied van de Vlamingen wel eens het einde zou kunnen beteke
nen van La Belgique tout court
Een andere onweerswolk is de kwestie van de prioriteiten.
Enkele jaren geleden werd veel over federalismegesproken. Die
genen die het politiek leven in ons land aandachtig volgen, hebben
kunnen vaststellen dat deze direkte eis stilaan op de achtergrond is
geraakt, behalve dan voor enkele extremisten, die er hun mandaat aan
danken en die hem een bestendig karakter willen geven.
De eis tot federalismeheeft de plaats geruimd voor een nieuwe
zienswijze, die minder radikaal, doch niet minder gevaarlijk is deze
van het bestendig eisen van prioriteiten.
Het vijfjarenplan van Openbare Werken van Minister De Saeger is
daarvan een sprekend voorbeeld.
In de huidige konjunkturele omstandigheden, waarin de Staat als
regelaar van de ekonomie kan optreden, zou een groots opgezette aan
pak van openbare werken ons bedrijfsleven kunnen stimuleren. Het
plan van de heer De Saeger doet dat niet. Het is een mini-plan van
een regering, die thans niets durft ondernemen maar veel belooft voor
later...
Morgen scheert men immers gratis
Hoe miniem ook het plan is, toch heeft de h. De Saeger skrupuleus
gezorgd de fondsen derwijze te verdelen dat de Walen geen reden tot
klagen hebben.
Doch, de Waals-Ekonomische Raad, en de voorzitter van de P.V.V.-
kommissie voor Openbare Werken, de heer Corbeau, kwamen direkt
met tegenvoorstellen uitpakken waarbij een aantal werken in het
Vlaamse landsgedeelte zouden worden uitgesteld ten voordele van
werken in Wallonië.
De heer De Saeger werd ervan beschuldigd Vlaanderen te bevoordelen,
doch in een interview aan La Libre Belgique verklaarde de Minis
ter
«Ik bevoordeel Vlaanderen niet, integendeel... Het is in Vlaanderen
dat men het meest middelmatige en slechte wegen vindt. Het is in
Vlaanderen dat de wegen het meest verzadigd worden door het verkeer,
het is in Vlaanderen dat de meerderheid van de bevolking wooiit, wat
niet belet dat zowel voor de autosnelwegen als voor de gewone wegen
de kredieten gelijkwaardig zijn voor de beide taaistreken van het land.»
Sedert 1955 heeft het wegenfonds 12 miljard besteed aan het wegennet
in Vlaanderen, tegenover 19 miljard in Wallonië., en dit ondanks de
toestand die Minister De Saeger hierboven komt te beschrijven.
Dit is een voorbeeld uit de velen, want niet alleen dient voorrang gege
ven aan la route de Walloniëdoch ook als er ontwikkelingskernen
worden aangeduid is prioriteit geboden voor de Waalse gewesten, en
voor het draineren van buitenlandse investeringen is er opnieuw voor
rang voor Wallonië geboden.
Overal komt men opnieuw, tot vervelens toe, omwille van de natio
nale eenheid, omwille van de solidariteit, aandraven met de eis van
voorrangterwij] men aan de andere kant geen kans laat voorbij
gaan om de Vlaming een kaakslag toe te dienen.
Het is ontmoedigend...
Het wordt tijd dat men in ons land op een wetenschappelijke basis
tewerk gaat voor de uitbouw van onze infrastruktuur. Wegen dienen
aangelegd, volgens hun ekonomisch nut. Investeringen dienen te gebeu
ren, in verhouding tot de aanwezig zijnde arbeidskrachten. Het wel
vaartspeil van onze bevolking dient bestudeerd in alle gewesten, zon
der onderscheid van taal. Waar leemten worden vastgesteld moet de
overheid ingrijpen. Als ooit de kommissie Meyers werkelijk goed werk
zou kunnen verrichten, dan is het op dit gebied. Ze zou wetenschap
pelijk kunnen aantonen hoeveel klachten ongegrond zijn, hoeveel aan
spraken overdreven.
De staatstussenkomsten zouden kunnen gebeuren in funktie van de
werkelijke behoeften, en niet op grond van sentimentele overwegingen
van eeuwig geminoriseerden.
België heeft bijna 140 jaar kunnen bestaan mits instandhouding van
zekere voorrechten, die historisch aldus waren gegroeid.
Deze toestand is bezig zich te normaliseren.
Er is geen weg terug. Verkapte pogingen daartoe hebben geen schijn
van kans.
P.D.B.
Het Belgisch kapitalisme kent
de Staat alleen om de ver
liezen op de rug van de ge
meenschap te leggen.
Voor het overige moet en mag
de Staat zich niet met het be
drijfsleven bemoeien.
Het neemt wel aan dat. als
hetzelfde bedrijfsleven op twee
benen staat, één daarvan de
Staat zelf is. De Staat mag
en moet helpen, dat acht men
normaal, maar hij mag zich
op generlei manier met de za
ken mengen. Hij moet er zich
toe vergenoegen te geven. En
zelfs niet te vragen wat men
met zijn geld aanvangther
inner u d± tiid zaliger, toen
men met de toelagen aan de
kolenmijnen op schandelijke
manier omsprong.
In. het «wetsontwerp 356».
worden opnieuw toelagen ten
voordele van de nijverheid
voorzien.
Het ontwerp voorziet de mo
gelijkheid om vrijstelling van
belastingen te verlenen op in
komsten van aandelen, die
werden onderschreven of vol
gestort bij de oprichting of de
kapitaalsverhoging van een
vennootschap. Er wordt voor
zien dat het fiskaal stelsel zou
worden aangepast om fusies
en splitsing van vennoot
schappen en inbreng van be
drijfstakken te vergemakke
lijken .(lees de kosten te ver
minderen) Het stelsel van de
aftrekbaarheid van de belas
tingen één van de begin
selen van de fiskale wetgeving
van 1963 kan gewijzigd
worden. Terugbetaling van be
lasting kan. bij uitvoer van
goederen, nog meer opgedre
ven worden.
De Staat zal dus nog inten
siever met het geld van Jan-
en-alleman de nijverheid in
allerhande omstandigheden
helpen.
Vooraf dient echter de vraag
gestelddeed de nijverhiid
(zelf een voldoende inspan
ning Rekent zij niet te veel
op de hulp, dat wil zeggen, op
het geld van de Staat Wer
den niet te veel miljarden in
het buitenland belegd, die be
ter in eigen land een nood
zakelijke plaatsing hadden
moeten vinden
Ais de Staat nogmaals gaat
helpen, zal hij dat dan doen
zonder enige kompensatie
Zonder, bijvoorbeeld maatre
gelen te nemen opdat alle be
schikbare investeringsmoge
lijkheden in eigen land zou
den aangewend worden Zon
der er zich van te verzekeren
dat de verstrekte hulp zal te
rugbetaald worden zodra de
geholpen ondernemingen dat
kunnen doen Met andere
woorden.: de vraag is of de
Staat honderden miljoenen,
ja miljarden aan de nijver
heid zal blijven schenken,
zonder de zekerheid te heb
ben dat dezelfde nijverheid
en de financiële groepen die
er belang in hebben en er