DE BEDREIGDE
DEMOKRATIE
lüowdm
die êekifuw
m
VAKANTIESTEMMING
IN HET POLITIEK LEVEN
o
t
19e Jaargang Nr. 33
Zaterdag 19 augustus 1967
De Gaulle boven de kritiek verheven
De president alleen beslist
Zou dit in België mogelijk zijn
Ik lieg u nooit wat voor, maar ik zeg u niet altijd alles! (V.D.B.)
Onze lezers hebben met
ons kunnen vaststellen dat
de verlofperiode ook een
stilstand betekent in het
politiek leven.
Naar buiten uit Is dit
eenmaal zo.
Het Parlement zetelt niet,
de politieke journalisten
zijn meestal met verlof, de
regeringsleden nemen een
paar weken vrijaf. Zij die
te Brussel blijven bedienen
zich kalm aan van de wet
van 31 maart op de speciale
machten, een vierde reeks
volmachtbesluiten is ver
schenen zonder dat aan de
draagwijdte van die beslui
ten een grondige bespreking
kan worden gewijd. Veel
hogere ambtenaren zijn met
verlof en de anderen hou
den zich met de begroting
1968 bezig.
Kortom de regering rijdt
met wat zij vroeger noem
den «ne pion libre». Even
wel naar binnen in bekeken
staan de zaken er niet zo
rooskleurig voor.
De vakantiestemming kan
niet verbergen dat wij se
dert ongeveer 8 maanden
een aanhoudende stagnatie
kennen in onze industrie.
Ongetwijfeld zijn er zeke
re konjunkturele invloeden
waar te nemen zoals ook In
de andere landen van de
gemeenschap. Zonder be
twisting echter kunnen ook
strukturele invloeden als
oorzaak van de stagnatie
worden aangehaald.
De snelle en gevoelige
verhoging van het aantal
werklozen, waartussen ver
leden week meer dan zes
tienduizend (16.000) vreem
delingen werden geteld, de
sluiting van bepaalde fa
brieken, de vermindering
van arbeidsplaatsen door
samensmelting en rationa
lisatie van verschillende be
drijven, zijn faktoren die
plichtsbewuste arbeidersge
zinnen aanzetten min of
meer de niet noodzakelijke
uitgaven te remmen.
Deze toestand verschilt
natuurlijk van streek tot
streek en naargelang de
struktuur van de geweste
lijke nijverheid. Het gevaar
blijft niettemin groot dat
de vrees voor een groeiende
werkloosheid veel families
die nu reeds belast zijn met
de aankoop op krediet van
auto's, ijskasten, wasmachi
nes, brommers, om van de
zware woonlasten niet te
spreken, deze aankopen wel
wat zullen remmen.
Voor de nijverheid bestaat
het gevaar van de verho
ging van de stocks, de ver
mindering van de uitvoer
ingevolge de konjuncturele.
inzinking. De prijsstijging
is een ander element van
verstoring van evenwicht
tussen voortbrengst en ver
bruik.
Het is hier dat de rol van
een bezorgde maar vooruit
strevende regering toonaan
gevend wordt.
De schuchtere pogingen
van de ministers van Eko-
nomische Zaken en Streek-
planning, hebben geen re-
ele stootkracht. De voor
zichtige maatregelen om de
ekonomische heropleving
aan te moedigen kunnen
geen nieuw bloed aan onze
verzwakkende nijverheid be
zorgen.
Het geheel van de rege
ringsmaatregelen moet wor
den herzien.
De rechtvaardiging van
de vraag tot het bekomen
van speciale machten was
bijzonder gesteund op het
relanceren in 1967 van on
ze ekonomie.
Waar blijven de gr_ite
nieuwe investeringen in de
private nijverheid (één is
er zo juist aangekondigd in
een Waals staalbedrijf), en
waar blijven de nieuwe pu
blieke investeringen? Naast
de werken aan de autowe
gen, behoeven wij nog heel
wat andere investeringen
op gebied b.v. van gezond
heid, huisvesting en onder
wijs!
Waar blijven de voorzie
ne detaxaties?
Niets van alles, maar wel
verhoging van de lasten,
van de tarieven van energie
en vervoer, van sociale af
houding, enz.
Meent de regering dat ons
land elke verhoging van ge
zinsvergoeding nodig heeft?
Een vooruitstrevende so
ciale politiek steunt op een
gezond en dynamisch be
heer.
Dit is een waarheid die
iedereen toegeven moet.
Alleen onze regering meer
begaan, uit kiesbelang, met
kleine, plaatselijke, politie
ke vraagstukken, ziet niet
de noodzakelijkheid in van
een grootscheepse welvaart-
politiek die investeringen
en duurzame arbeid mee
brengt. De tijd zal komen
dat arbeiders en midden
standers zich dat zullen
herinneren.
UI
voorallen
REDAKTIE EN ADMINISTRATIE ST-PIETERSNIEUWSTRAAT 64
GENT Tel. 35.57.9S (4 lijnen) Postcheckrekenlng 567.33 (Het
Licht» Voor de abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden.
Ver. uitgever DEKEYEN R.. Koningstraat, Menen.
Het incident von Quebec heeft weer eens aangetoond
in welke mate Frankrijk, dat zoveel tot onze demokra-
tie heeft bijgedragen, in de greep ligt van de persoon
lijke willekeur van zijn president.
Alle gezaghebbende Franse bladen, zoals «Le Monde»,
«L'Aurore», «Le Figaro» en «L'Express», hebben de
onduldbare inmenging van de Gaulle in de binnen
landse aangelegenheden van Canada gehekeld, doch
in de Kabinetsraad kon geen enkel Frans minister
voldoende moed bijeenscharrelen om de houding Yan
de president af te keuren.
Erger, deze heren hebben een staaltje van de ergste
platbroekerij ten beste gegeven toen ze zijn uitleg
over het «Vive le Quebec libre» ten volle beaamden.
Gans de publieke opinie mag de Gaulie afkeuren, maar
niemand in de onmiddellijk omgeving van het koppige
staatshoofd waagt het gebruik te maken van het
elementairste recht, dat aan de basis ligt van elke
demokratie, dit van de openhartige en zinvolle kritiek.
Een ander staaltje van het despotisch optreden van de
Franse president is de wijze waarop hij beslist heeft
een begin te maken met de deelname van de arbeiders
in de winst van de ondernemingen.
Generaal de Gaulle heeft het in zijn hoofd gehaald de
klassenstrijd af te schaffen door een verzoening tussen
arbeid en kapitaal te bewerkstelligen.
Het amendement Vallon, dat een deelname voorzag
van de arbeiders in de autofinanciering van de be
drijven, bood, volgens de Gaulle, daartoe een geschikte
gelegenheid.
Een kommissie van deskundigen, onder het voorzitter
schap van de heer Mathey, werd opgericht om deze
kwestie te onderzoeken, doch kwam tot weinig posi
tieve resultaten.
Intussen hadden de Franse patroons het voorstel ver
worpen, aanvoerend dat hierdoor het gezag en de
struktuur der vrije onderneming werden aangetast.
Intussen hadden ook alle Franse vakbonden het voor
stel van de hand gewezen de ene omdat ze zich enkel
aan een rechtstreekse loonpolitiek interesseerde, de
andere omdat ze geen integratie van de arbeiders in
de kapitalistische bedrijven wenste.
Ook van verschillende Franse minister was geweten
dat ze voor het opzet niets voelden. Dit is o.m. het
geval voor de eerste-minister Pompidou en dienst voor
ganger Michel Debré.
Welnu, tegen het advies in van de deskundigen van de
kommissie-Mathey, tegen de zin van de Franse minis
ters, tegen het «neen» van patroons en vakbonden,
heeft de generaal-president zijn «ja» geplaatst.
En zijn «ja» veegt gans de oppositie weg. Zo wordt
aan het Franse volk een regime opgelegd waarvan om
zeggens niemand weten wil
We kunnen ons moeilijk indenken dat indien in ons
land het Verbond der Belgische Nijverheid, de drie
vakbonden en een deel van de ministerraad niet zou
den willen weten van de een of andere sociale verwe
zenlijking, de heer Vanden Boeynants zou komen zeg
gen dat al hun oppositie geen zin heeft want dat hij,
en hij alleen, er anders over besloten had... We heb
ben stellig de indruk dat er wat zou gebeuren
Maar bij onze zuiderburen is dat thans mogelijk, wat
wel bewijst dat de demokratie er zeer ernstig is be
dreigd.
We hebben naar deze toestanden willen verwijzen ten
behoeve van diegenen die in ons land soms met ontzag
naar de Gaulles politiek opkijken en die zouden menen
dat bij ons in demokratisch opzicht alles verkeerd loopt.
P.D.B.