mi ARBEIDERSTOEZICHT IN DE ONDERNEMINGEN Cs Zaterdag 26 augustus 1967 19e jaargang - Nr, 34 REDAKT1E EN ADMINISTRATIE ST.-P1ETEUSMEI 1VSTRAAT 64 GENT Tel. 15.51.95 (4 lijnen) Postcheckrckenln» 5CI.33 «Het Licht» Voor de abonnementsprijzen zie newestelljke bladzijden Ver. uitgever UEKEYEN K.. Koningstraat. Menen. 4 De aktie van de arbeiders en bedienden tegen de slui ting van ondernemingen is aan de orde van de dag. Ons sociaal, ekonomisch en politiek leven wordt er door beroerd. De laatste maan den en weken stonden de mijnstreek van Zwartberg', het Vlaamse landsgedeelte met de textielnijverheid en ook Wallonië herhaaldelijk in de publieke belangstel ling. Het personeel van de bedreigde ondernemingen bindt terecht de strijd aan tegen de sluiting van het bedrijf waarin het zijn brood verdient; tegen de werkloosheid die zich voor zijn bedrijfstak aftekent; tegen de verdere uitbrei ding van de pendelarbeid. Deze reaktie van de ar beiders en bedienden, die haar uitdrukking vindt in massale protestbetogingen, in stakingsbewegingen en de bezetting van bedrijfs gebouwen, is een noodmid- del om nog te redden wat er te redden valt. Het re sultaat hiervan is dat de personeelsleden enkele fi nanciële tegemoetkomingen en, op papier, herklasse- ringswaarborgen bij defini tieve afdanking kunnen af dwingen. Hiermede echter wordt het probleem niet ten gron de opgelost. Morgen immers kunnen de werknemers van andere ondernemingen voor identieke gevaren geplaatst worden. Het recente verle den toont dit duidelijk aan. door Roger van Steenkisie Dit bewijst toch dat het kwaad diepere gronden heeft en dat er zich algemene maatregelen opdringen. Eerst de ivinst, slechts daarna de mens" Vóór enkele dagen schreef de heer D.V. in «De Nieuwe Gids» dat hij dit verzet van de werknemers tegen de sluiting van de onderne ming waarin zij werkzaam zij ir aanziet als <een uiting van een nieuw sociaal be wustzijn». De heer D.V. is ongetwijfeld akkoord met de huidige (kapitalistische) ondernemingsvorm in ons land. Wij niet! Wij kunnen er eenvoudig niet mede ak koord gaan omdat wij over tuigd zijn dat een onderne mingsvorm waarin het de vies geldt «Eerst de winst, slechts daarna de mens» onvermijdelijk leiden moet tot kapitalistische misbrui ken, waarvan de sluiting van bedrijven met spekula- tieve doeleinden een onder deel is. Daarom dan ook zien wij in het arbeiders- verzet een konkreet stuk klassenstrijd. Daarom dan ook geloven wij slechts in één afdoende oplossing. De ze oplossing is: anti-kapita- listisclie struktuurher vor mingen. Immers, in hei verleden zagen wij dat de meeste direkties enkel men selijke argumenten aan haalden wanneer het er op aankwam miljoenen staats- toelagen te ontvangen. Wanneer in de cenakels van de beheerraden beslo ten werd om spekulatieve redenen bedrijven te slui ten, dan telden er geen hu manitaire overwegingen Dit bewijst nog eens hoe foutief de stelling van som migen is die beweren te geloven in de associatie van de faktor «kapitaal» en van de faktor «arbeid». Lapmiddelen volstaan niet Ingevolge de ekonomische evolutie, waarbij een land als België voor een groot gedeelte op de Europese en zelfs op de wereldkonjunk- tuur is aangewezen, is het mogelijk dat bepaalde be drijven gevaar lopen te moeten verdwijnen. Doch evenzeer is het waar dat andere bedrijven, die in zich de mogelijkheid dragen ren dabel te zijn,om louter spe kulatieve overwegingen mee dogenloos worden gesloten, met alie nadelige gevolgen die hieraan voor de arbei ders en bedienden verbon den zijn. De huidige C.V.P.libera le regering kondigt een (Zie vervolg laatste blz.) Se jongste maanden heeft zich een nieuw ver schijnsel voorgedaan. Arbeiders, die ingevolge gehele of gedeeltelijke sluiting van hun onder neming met werkloosheid werden bedreigd, gingen over tot de bezetting van de fabriek en weigerden deze te verlaten. Dit is het geval geweest bij Anglo-Germain te La Lou- vière, les Laminoirs de l'Escaut te Burcht en in de „Cotonnière Gantoise". Voordien had zich hetzelfde afgespeeld in verschillen de Franse mijnen. Het bezetten van de fabriek is een vorm van verzet, die ons inziens duidt op een nieuwe ontwikkeling van de opvattingen over het bedrijfsleven. Men kan zich inderdaad niet van de indruk ontdoen dat de arbeiders zichzelf als een deel van de onderne ming beschouwen, die zich miskend voelen omdat ze totaal buiten het beleid werden gehouden. Volgens de klassieke opvatting van de „vrije onderne ming' is deze aan niemand uitleg verschuldigd. Een bedrijf kan zijn poorten sluiten als zijn beheerraad daartoe beslist, of het nu om redenen is die verband houden met de rentabiliteit of ingevolge verschuivin gen binnen bepaalde financiële groepen. Aan dit recht mag, volgens de gekende liberale theo rieën niet worden getornd Doch de arbeiders, die zich in hun fabrieken opslui ten, vechten door hun houding deze opvatting aan. Inderdaad, ze betwisten de gegrondheid van de beslis sing die genomen werd door de direktie. In sommige gevallen tonen ze aan dat de firma slecht werd be heerd, onthullen ze bepaalde leemten inzake outo- financiering, hekelen ze de ondoelmatigheid van som mige beleggingen (vb. machines die omzeggens niet worden gebruikt) of wijzen ze op zekere fouten die een goede werking van de onderneming hebben belem merd. Met andere woorden De arbeiders eisen hier het recht op bepaalde toestanden te betwisten en openlijk te bekritiseren In bepaalde kringen, die getrouw de patronale stand punten vertolken, heeft men met een zeker onbeha gen deze gebeurtenissen gevolgd. Wat vooral deze kringen verontrust is het feit dat in de ogen van de publieke opinie deze arbeiders in het gelijk worden ge steld en zowaar op een zekere sympathie mochten rekenen. Dat betekent dat we het ogenblik naderen waarop de „arbeiderskrontrole" onvermijdelijk is geworden. Aan de alleenheerschappij van de private ondernemin gen wordt een einde gesteld. Elkeen weet dat, doch men tast nog in het duister over de wijze waarop het arbeiderstoezicht moet plaats vinden en de rol die de openbare machten daarbij te vervullen hebben. In elk geval kunnen we ons als socialisten verheugen in het feit dat we ook hier weer de eersten zullen zijn geweest om voor meer ekonomische demokratie te plei ten. We kunnen met fierheid verwijzen naar de studieweek die van 4 tot 10 september 1921 te Morlanwelz werd gehouden en waar over het probleem van de medezeg genschap en de arbeiderskontrole werd gehandeld door Hendrik de Man, Louis de Brouckère, Joseph Wouters, Achilles Delattre en een aantal Duitse, Franse en andere buitenlandse sprekers in aanwezigheid van 285 syndikale afgevaardigden. Het probleem is dus niet zo nieuw als men op het eerste gezicht zou denken. Als nu de idee doordringt, als nu Paus Paulus VI in zijn „Populorum progressio" in die richting wijst, dan doet ons dit terugdenken aan de woorden van Hendrik de Man die vermelde studieweek leidde „Alvorens in een dergelijke onderneming te geluk ken moet er iets veranderen in de mentaliteit der mensen, moeten de instellingen worden gewijzigd, de gewoonten, de ideeën, niet alleen in het politieke leven, maar in dit van de arbeid, in het leven van iedere dag. Dat zal het werk niet zijn van de zes weken of zes maanden, zelfs niet van tien jaren..." Het is nooit te laat om gelijk te krijgen. voor allen 1'iTiwjBWiMr' De met werkloosheid bedreigde arbeidsters en arbeiders van de «Cotonnière Gantoise» te Gentbrugge (bij Gent) tijdens de bezetting van de fabriek. (cliché Vooruit) bedri ven hei zich opdringen P.D.B.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1967 | | pagina 1