Vrije meningsuiting
in gevaar
bij een
Zaterdag 9 december 1967
19e jaaigang - Nr 49
Geen ekonomisch
federalisme
i
voor
allen
REDAKT1E EN ADMINISTRATIE ST.-PIETERSMEUWSTUAAT 6!
GENT Tel. 25.57.95 (4 lijnen) Postclicekrckcnlng 507.33 «Het
Licht» Voor (le abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden.
Ver. uitgever DEKEYEN R., Koningstraat, Menen.
£R werd van verschillende
zijden kommentaar geleverd
op het kongres van de
Waalse socialisten te Ver-
viers.
Er valt inderdaad heel wat aan
tt merken op de houding van on
ze Waalse partijgenoten, die bui
ten het waalse feit zich niet
schijnen te bekommeren om wat
elders in het land gebeurt.
Men zou er nochtans verkeerd
aan doen de positieve waarden
van dit kongres niet vooraf te
belichten.
Verviers heeft de eenheid in de
socialistische rangen in Wallonië
verstevigd
Syndikalisten en politieke man
datarissen gaan éénsgezind
akkoord over een plan dat de ge
zondmaking van de Waalse eko-
nomie beoogt.
Dat is een positief resultaat.
Verder dient men te onderstrepen
dal zoals de Vlaamse socialisten,
onze Waalse partijgenoten naar
een meer regionaal gerichte po
litiek streven, zij het dan op een
andere basis dan wij deze zien.
Het komt er nu op aan een ge
meenschappelijke deler te vinden.
Op hun kongres te Klemskerke
ging de aandacht van de Vlaamse
socialisten naar een nationale op
lossing. Ze zagen het heil in een
afbakening van vijf ekonomische
gewesten: twee voor Wallonië,
twee in het Vlaamse land en de
19 gemeenten van Brussel-hoofd
stad.
Te Verviers daarentegen had
men enkel oog voor Wallonië en
hield men geen rekening met de
overige landsgedeelten. Dit kan
als een uiting van egocentrisme
worden uitgelegd, maar men kan
ook zeggen dat zulks het goed
recht van de Walen is, vermits
een nationaal kongres van de
BSP alleen bij machte is om een
vaste lijn te bepalen.
Over de vorm waarin onze
Waalse vrienden hun verzuchtin
gen hebben gepresenteerd valt
echter een woordje te zeggen.
liet socialistisch blad «Lc Peu-
plc» schreef weliswaar dat het
Waals kongres de Vlaamse en
Brusselse socialisten de geprivile
gieerde gesprekspartners be
schouwt, maar niettemin moet
men aannemen dat onze Waalse
partijgenoten bij monde van
Slerlot een waar ultimatum aan
ons adres hebben gestuurd.
Wij zouden inderdaad eens wil
len weten waaruit ons voorrecht
bestaat als bij voorbaat wordt
gezegd dat op het Waals kongres
een minimuprogramma werd uit
gewerkt waaraan niet te tornen
valt en dat bindend is voor alle
Waalse militanten en mandata
rissen?
Wij hebben dikwijls op onze
nationale kongressen moeten be
leven dat men de kranten open
vouwde als een Vlaams spreker
hét woord voerde en dat de
voorzitter hamer en gezag moest
aanwenden om de persoonlijke
gesprekken wat in te dijken. Dat
men ons niet altijd goed begrijpt
tot daartoe, doch dat men ons
tracht volledig over het hoofd te
zien en het daarbij afschildert als
zouden wij nog geprivilegieerd
zijn, dat gaat werkelijk de perken
te buiten.
Wij staan tegenover de vaste
Wil van de Waalse socialisten om
voor gans Wallonië organen op te
richten die de ekonomische her
opbloei van Wallonië kunnen ver
zekeren. Men gewaagt van een
federalisme dat zijn naam niet
noemen durft.
Er wordt nochtans nergens in
de resoluties een ekonomisch fe
deralisme geëist.
Trouwens verschillende sprekers
en wel de meest realistische, heb
ben beklemtoond dat Wallonië
moet kunnen rekenen op de na
tionale solidariteit.
Maar wordt precies hierdoor
niet de indruk gewekt dat men in
Wallonië wil beschikken over ap
paraten die bestendig de Staat
onder druk zullen zetten en elke
regering willen kelderen die geen
voorrang geeft aan de Waalse
eisen?
Het is werkelijk blijk Teven
van weinig realisme om te denken
dat maar één enkele Vlaming
zulks zou kunnen aanvaarden.
Wij willen wel België redden
door het zoeken naar een pas
sende herstrukturering van onze
instellingen, maar het moet onze
vrienden duidelijk zijn: niet te
allen prijze en zeker niet door het
toegeven aan chantage of te aan
vaarden dat de achtergebleven
gebieden in het Vlaamse lands
gedeelte zouden worden verwaar
loosd.
De Vlaamse socialisten hebben
steeds verklaard geen federalisme
voor te staan omdat we menen
dat dit geen oplossing brengt
voor onze ekonomische problemen
en zeker niet voor deze van de
Walen.
Maar onze Waalse partijge
noten moeten nu eenmaal weten
dat de Vlaamse socialisten niet
bevreesd zijn van het federalisme.
Zij moeten weten dat wij zuivere
toestanden verkiezen boven een
België dat zou leven bij de gena
de van de Vlaamse toegevend
heid.
Vervolgens is er een tweede
punt dat onze partijgenoten niet
mogen vergeten. Wij kennen de
problemen in Wallonië en zijn
bereid op een eerlijke basis mede
te zoeken naar de middelen die
een oplossing kunnen brengen,
maar dan is het ook nodig dat de
Walen ONZE problemen begrij
pen.
De Vlaming in de hoofdstad
wordt bestendig achteruit gesteld
en aan dit probleem moet drin
gend een nationale oplossing ge
geven worden.
Zijn de Walen bereid op dit
terrein aan onze gerechtvaardig
de verzuchtingen tegemoet te ko
men?
Op het Kongres hebben ze zich
angstvallig onthouden hierom
trent stelling te nemen ondanks
het feit dat Guy Cudell uit naam
van de Franstalige BSP'ers uit
de hoofdstad (waar was deze be
slissing genomen?) heeft gepoogd
de Waalse mandatarissen voor
zijn onwaardig wetsvoorstel te
winnen.
Niettegenstaande deze onthou
ding heeft partijgenoot Merlot na
het kongres een verklaring afge
legd die ons niet kan bevredigen
en die we ook niet kunnen aan
vaarden.
Als men uitbreiding wil geven
aan de 19 gemeenten van de
Brusselse agglomeratie dan moet
men niet rekenen op de Vlaamse
socialisten om zelfs maar dit voor
stel in overweging te nemen. Daar
geldt ons conditio sine qua non.
Ten slotte nog één overwe
ging: de voorzitter van het kon
gres verklaarde dat ze de «extre
misten van het mogelijke» waren.
Politiek is inderdaad de kunst der
mogelijkheden kennen, doch men
moet daarbij de zorg dragen de
eigen mogelijkheden niet te over
schatten.
Onze Waalse vrienden hebben
bij het voeren van hun politiek
teveel het «klerikale en reaktio-
naire» Vlaanderen tegenover het
«socialistische Wallonië» uitge
speeld. Dat is gezichtsbedrog en
dat stemt niet meer overeen met
de politieke werkelijkheid.
Het ene, noch het andere is
waar. Bovendien ligt de politiek
van de mogelijkheden niet in de
afzondering waarin onze vrienden
zich dreigen te plaatsen.
Wij geloven nog altijd - on
danks het kongres van Verviers -
dat een vergelijk tussen Vlamin
gen en Walen mogelijk is, mits
een dosis goede wil voorhanden
is, om tesamen naar een realis
tisch vergelijk te zoeken.
P.D.B.
llll ÜÉS ÖlS 7
In het muandagnummer van Vooruitverscheen een artikel
van Oscar Desivaef onder de titel Wordt de persvrijheid een
klassevoorrecht?waarvan wij hieronder een uittreksel publi
ceren en waarin gewezen wordt op het groot gevaar van de
monopolisering van de pers door de financieel machtigen,
bladen, die het kwart van de
Hollandse krantenlezers bestrij
ken - de groep van «De Tele
graaf» en die van «De Nieuwe
Rotterdamse Courant» (NCR) -
tot een «rechtse machtskoncen-
t ratte» waren overgegaan.
Deze samenwerking tussen de
liberale Nederlandse Dagblad
Unie en het rechtse Telegraaf-
konzern is een gebeurtenis van
het grootste gewicht, die wordt
meegedeeld op hetzelfde moment
dat ook nieuwe koncentraties in
de kapitalistische bedrijfswereld
bij onze Benelux-genoten tot
stand komen.
Men kan zich afvragen of deze
koncentraties verband houden,
direkt of indirekt, met de samen
stelling van de «kranten - N.V.
Unitel», zoals het «Telegraaf -
NRC» - kozern werd geheten.
Dit laatste «bestrijkt het kwart
van de krantenlezers» in Holland,
schreven wij. Inderdaad, het kan
rekenen op een oplage van een
klein miljoen eksemplaren - pre
cies 926.000 - «Het Nieuws van de
Dag», «Het Algemeen Dagblad»,
«Het Algemeen Handelsblad» en
«Het Vaderland» inbegrepen.
In de jongste weken, hebben
zich in de Hollandse perswereld
verschillend gebeurtenissen voor
gedaan, die de aandacht van on
ze openbare mening en vooral van
de arbeiderswereld, verdienen. De
eerste van deze gebeurtenissen
was het jongste kongres van de
Partij van de Arbeid, waar werd
besloten dat «Het Vrije Volk»
voortaan niet meer zal worden
beschouwd als de officiële spreek
buis van deze partij.
Ons Hollands zusterblad blijft
nochtans een «demokratisch-so-
cialistisch dagblad», zoals blijkt
uit zijn ondertitel die daarom
trent aan duidelijkheid niets te
wensen overlaat. Onze lezers we
ten trouwens reeds wat de bete
kenis van het besluit van het
Hollands socialistisch kongres is.
Laten wij daarbij herinneren
aan het feit dat «De Arbeiders
pers», uitgeefster van «Het Vrije
Volk», een naamloze vennoot
schap (NW) is, dus geen koöpe-
ratie zoals de uitgeverijen van
onze Belgische socialistische dag
bladen. Haar voornaamste aan
deelhouders zijn de vakverenigin
gen en «De Algemene Verzeke
ringscentrale», die als de verze
keringsmaatschappij van de ar
beidersbeweging dient beschouwd.
De hoofdredakteur van «H.V.V.»
- thans dr. Th. W. van Veen -
zal voortaan door de beheerders
van «De Arbeiderspers - N.V.»,
worden aangesteld, en niet meer,
zoals totnogtoe, door het partij-
kongres. Van Veen wenst, dank
zij bedoelde hervormingen, bij te
dragen tot de verspreiding van de
krant onder een ruimer deel van
het Nederlands lezerspubliek. «De
krant moet zich thans zelf ver
kopen», luidde een ondertitel in
het verslag van het Hollands par-
tljkongres.
Het spreekt vanzelf dat het
verloop van het nieuwe eksperi-
ment van «HVV» ook voor ons
het volgen waard zal zijn.
Do mochtskoncentratie
van rechts
Tweede gebeurtenis in de Hol
landse perswereld: enkele dagen
na het socialistisch kongres, ver
schenen de Hollandse kranten
met het sensationeel bericht dat
twee machtige groepen van dag-
De koncentratie
wordt voortgeret
Uit de berichtgeving van «Het
Vrije Volk» vernemen wij, dat in
de loop van de jongste tien jaar,
650 Hollandse industriële bedrij
ven aktief betrokken werden bij
fusies of koncentraties onder een
of andere vormOok in de zoge
naamd neo-kapitalistische maat
schappij wordt de koncentratie
van de bedrijven dus voortgezet.
Karl Marx blijkt dan toch niet
te hebben gefaald bij het voor
zien van een ekonomisch ver
schijnsel, dat wij thans beleven
en dat nog steeds uitbreiding
neemt. Trouwens, het aantal kon
centraties en fusies in het be
drijfsleven is vooral in de jongste
tijd toegenomen bij onze noor
delijke taalgenoten.
Dr. M. Weinglas, hoofd van de
ekonomische afdeling van het
Unileverbedrijf, deelde mee dat
het einde van deze ontwikkeling
nog niet in zicht Is. Hij heeft
daaromtrent duidelijke verklarin
gen afgelegd tijdens de jongste
«efficiëncydagen» van het «Ne
derlandse Instituut voor Effi
ciency», een woord dat wij kun
nen vertalen door «kapitalistische
doelmatigheid», althans in het
huidig bedrijfsleven.
Ook in de Europese
Gemeenschap
De h. Weinglas stak zijn op
vatting daaromtrent niet onder
stoelen of banken. Uit zijn ver
klaringen, als uit deze van menig
kapitalistisch bedrijfsleider, valt
af te leiden dat de kapitalistische
bedrijven druk voortgaan met
zich in te werken in de organen
die uit en naast de ontwikkeling
van de Europese Ekonomische
Gemeenschap (EEG) groeien.
Hij zei onder meer dat inter
nationale fusies het afdoende
antwoord moeten zijn op de «uit
daging» van de grote EEG-markt
en, anderdeels, op de in bepaal
de sektoren toenemende Ameri
kaanse konkurrentie, «waarover
men zich binnen de EEG vaak te
veel beklaagt, zonder tijdig tot
afdoende aktie over te gaan».
Het valt te wensen dat derge
lijke taal, langs vakverenigings
zijde, niet in dovemansoren zal
vallen.
Dood van een vrijheid
Onze Franse kollega Jacques
Kayser, /ie enkele jaren geleden
overleed, schreef in 1955 een boek
dat ophef maakte in het wereldje
van de journalisten. «Mort d'une
liberté» (Dood van een Vrijheid);
was de titel van dat werkje.
Jacques Kayser is een voorloper
gebleken. Hij had voorspeld, dat
de monopolisering van de pers
door de financieel machtigen de
minder begoede volksgroepen in
de onmogelijkheid zou stellen van
de persvrijheid gebruik te maken,
vooral nu in de kapitalistische
wereld fortuinen worden verslon
den door het moderne dagblad
bedrijf, dat stukken van mensen
vergt.
Wat er ook van zij, de demo-
kratie valt of staat met de pers
vrijheid, met de mogelijkheid om
de ideeën en meningen van een
ieder langs de weg van de druk
pers te verspreiden.
Dit levensprobleem voor de de-
mokratie zou ernstig onder ogen
dienen genomen, niet slechta
door de arbeidersbewegingen,
maar ook door de journalisten,
die er in de eerste plaats bij be
trokken zijn en voor taak heb
ben de verschillende volksgroepen
in- en voor te lichten.