DE STRIJD OM WERKGELEGENHEID De politiek van Eyskens-Merlot voor 1969 r CXI Zaterdag. 26 oktober 1968 20e jaargang Nr. 43 Waarom deze prikkelbaarheid Het alleenrecht van het patronaat De jeugdwerkloosheid neemt toe y~r~7^<2M) GROOTJANS VERDEDIGER DER MULTI MILJONAIRS 1/1 voor allen KEUAKT1E EN ADMIMSTKA ME ST.-PIETEKSNIEUWSTKAAT «4 UENT Tel. 25 57 95 (4 lijnen) l'ostcheckrekening 567.33 «Het Licht» Voor de abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden Veraniw uitgever DEKEYEN R„ Konliigstraa» Menen. ONDANKS het feit dat de werkloosheid de jongste maanden is teruggelo pen, zijn de problemen van de werkgelegenheid aan de orde van de dag. Als men het in arbeiders kringen heeft over de keuze tussen de haven van Zeebrug- ge of de oliepijpleiding Rotter- dam-Antwerpen, als men ma nifesteert te Feluy, als men te Genk en Cherlal elkaar een staalfabriek betwist, dan is er telkens weer sprake van ar beidskrachten en werkgelegen heid. Het gevaar voor werkloos heid is in ons land, dat van een betrekkelijke welvaart ge niet, een werkelijke obsessie geworden. Verantwoordelijke politieke en syndikale leiders pakken met statistieken uit om aan te tonen hoe kwetsbaar de toe stand in hun gewest wel is. In sommige gevallen wordt de kwestie uit de bril der Vlaams- Waalse verhoudingen gezien en moet men het weinig hart verheffend spektakel meema ken dat men van de ene kant van de taalgrens tol de andere mekaar het brood uit de mond gaat benijden. Het is niet moeilijk om de psychologische gronden aan te wijzen waarop het onbehagen in arbeiderskringen berust. In de tijd dat de arbeiders klasse in ellende was gedom peld, kon de werkloosheid de individuele arbeider heel erg treffen. Toch bracht zulks en kel mee dat hij en zijn gezin wat dieper in de armoede za ten dan voordien, zodat dit in feite in verhouding tot de overige werkers, die ook armoe j leden, weinig verschil uitmaak te. Thans is dit verschil wel merkbaar de sociale klooi' tussen werkenden en niet-wer- kenden is veel groter gewor den omdat de ene van een be trekkelijke welstand geniet, terwijl de andere ineens zijn inkom/iten tot een strikt mini mum ziet slinken. Voor sommige arbeiders, die goederen op afbetaling hebben gekocht en soms heel hoge mensualiteitcn hebben af te dragen aan de kredietmaat schappijen, betekent werkloos heid werkelijk een sociale de gradatie. De onzekerheid over de dag van morgen dompelt velen in een angstpsychose. Het feit dat ze niet weten of hun fabriek met sluiting wordt bedreigd, of ze morgen niet het slacht offer zullen worden van de rationalisatie of de automatï- satie in hun bedrijf, drijft ve le arbeiders in een defensieve houding. Ze willen kost wat kost hun positie handhaven. Een dergelijke houding kan tot een sociaal-konservatisme leiden, doch dan ook plots om slaan in uitbarstingen van woede wanneer de latente dreiging konlirete vormen aan neemt. Voor de syndikalisten en po litieke leiders, die omzeggens geen vat hebben op het ekono- misch leven, baart deze toe stand zorgen. Het bedrijfsleven en het be slissingsrecht is immers in handen van het patronaat, dat vrij slaat al dan niet re kening te houden met de ad viezen die de overheid gebeur lijk zou geven. Een deel van de diskussies op het politieke plan blijft louter verbaal omdat, in laat ste instantie, het de grote fi nanciële groepen zijn die be slissen waar, wanneer en hoe ze hun investeringen zullen plaatsen. Het is normaal dat tegen dit alleenrecht wordt gereageerd. Men heeft de jongste jaren verschillende gevallen gekend waar de arbeiders, in de met sluiting bedreigde bedrijven, overgingen tot de bezetting en het ziet ernaar uit dat dit in de toekomst nog meer zal voorkomen. De werkloosheid onder de jongeren heeft de laatste ja ren onrustwekkende vormen aangenomen. Een groot deel van de afgestudeerden vindt geen werk in de nijverheid. Minister Major heeft zekere maatregelen aangekondigd om aan deze toestand te verhel pen: onmiddellijke vergoed baarheid, mogelijkheid tot ver vroegde legerdienst, oprich ting van volmakingscentra, enz. De Rijksdienst voor Arbeids voorziening heeft verleden maand 'n studie gepubliceerd over de werkloosheid onder de jongeren, die nog steeds toe neemt, en on het kongres van de Jongsocialisten zal over de ze kwestie eveneens worden gehandeld. Deze bezorgdheid is geens zins overdreven, want de ne faste gevolgen van de jeugd werkloosheid zijn niet te over zien. Inderdaad, de jongeren, die op straat staan, vragen zich af welke zin het heeft jarenlang intens te studeren als de «we tenschap» die ze ingepompt krijgen toch tot niets kan die nen. Ze vragen zich af of de maatschappij, die het «gees telijk potentieel» van haar jonge generatie niet aanwendt, wel de moeite loont te worden verdedigd. De betwisting van het gezag en de studentenakties zijn uitingen van kollektieve onze kerheid. De student van van daag is immers de jonge werk loze van morgen. Daarom leu nen deze akties aan bij de so ciale strijd der verenigde ar beiders. Gans het probleem van de tewerkstelling toont ons de zwakke plekken aan van ons maatschappelijk stelsel. Het is niet voldoende dat men met werken goed zijn brood kan verdienen, men moet ook nog zekerheid hebben werk te vin den! PDB In teite is het zo. dai-de Re gering Eyskens-Merlot met het indienen van de Rijksbegro ting voor het jaar 1969 een aanvang neemt met het voe ren van haar politiek. Inder daad, het indienen van de staatsbegroting is niet alleen het louter indienen van een reeks cijfers die inkomsten en uitgaven van de Staat weer geven, maar is in de eerste plaats een weerspiegeling van de politiek die een regering voeren wil. Om deze begroting voor 1969 te beoordelen komt 't er voor ons socialisten dan ook op aan te onderzoeken of wat de re gering wil, overeenstemt met enerzijds datgene wat vast gelegd werd in het akkoord tussen de C.V.P. en de B.S.P. en anderzijds of de politiek die zal gevoerd worden voor een stuk gaat in de richting van onze socialistische doel einden voor de gestelde pro blemen. Dergelijke beoorde ling zal niet alleen moeten gebeuren bij de bespreking van de Rijksbegroting, maar zal nauwkeurig en in bijzon derheden moeten gedaan wor den, wanneer ieder minister afzonderlijk zijn politiek voor het Parlement zal verdedigen. Zo het bij de begroting 1969 gaat om de onmiddellijke toe komst dan is het toch normaal dat men bij die gelegenheid nagaat, van welke toestand deze regering moet vertrek ken, wat haar als «erfenis» werd nagelaten door de rege ring «Vanden Boeynants-De- clerck». Welnu, deze erfenis laat zich omschrijven in één zin «de regering' Vanden Boeynants- Declerck» heeft voor het voor bije jaar 1963 een tekort van circa 5 miljard frank achter gelaten. Daarmee is nu de «nieuwe stijlvolledig ont maskerd. Het blijkt nu duide lijk dat in de eerste plaats de P.V.V., die zo 'hard van de to ren heeft geblazen over een goed beheer van de Staatsfi nanciën en de goegemeente heeft trachten wijs te maken dat de begroting van 1968 in evenwicht was. zich lelijk heeft vergist Een tekort van 5 miljard frank is toch heel wat. Men moest echter geen helderzien de zijn om zulks te voorspel len, wat de socialisten ook hebben gedaan. Inderdaad, waar bij gebrek aan een der gelijke politiek van tewerk stelling onvermijdelijk het aantal werklozen moest stij gen, wist men bij voorbaat dat de voorziene uitgaven hiervoor te laag waren geschat, Zoals men ook de «Komedie van de P.V.V.-besparingen» van be- ginaf kon voorzien als niet be staande. De maatregelen die door de P.V.V. genomen wer den voor het afschaffen van sommige diensten of het bij elkaar voegen van anderen, waren maneuvers die moesten toelaten zand in de ogen te strooien, maar men wist dat zij ds uitgaven in geen mate zouden beïnvloeden. Nu goed, er is een einde ge komen aan de illusiepolitiek van de P.V.V. en vandaag ligt de rekening voor, zij bedraagt 5 miljard frank. Het programma waarover tussen de C.V.P. en de B.S.P. overeenkomst werd bereikt is belangrijk en uitgebreid. Er zijn de vraagstukken die ver band houden met het moder niseren van de Staat en de betrekkingen tussen de beide volksgemeenschappen, er zijn de maatregelen die moeten genomen voor de economische expansie en die moeten leiden naar volledige tewerkstelling en de daaraan verbonden so ciale vooruitgang. Op een gans ander plan wil men gaan naai de culturele autonomie. Men moet inzake universitaire ont wikkeling komen tot een gan,- se reeks van maatregelen. In tussen moet de woningbouw sterker worden aangemoedigd, de wegenbouw verder uitge breid en is er gans onze uit rusting die verband houdt met de volksgezondheid, klinieken, tehuizen voor ouderlingen, soortterreinen, jeugdhuizen, die verre zijn van wat ae zou moeten zijn Zoals men ziet, een belang rijk en uitgebreid program ma. Welnu, zo men wil dat de Regering een dergelijke poli tiek voért moet men haar ook de middelen ter beschikking stellen van deze politiek. En zo werd in de begroting voor 1969 een totaal bedrag aan uitgaven voorzien van 265 miljard frank. Dat betekent een stijging met ongeveer 24 miljard frank. Daartoe werden de nodige inkomsten gevon den, zodat er evenwicht is tussen de inkomsten en de uitgaven. Men mag nu niet denken dat deze stijging al leen te wijten is aan het pro gramma van deze regering. Van de 24 miljard meer uit gaven zijn er ongeveer twee derde die voortkomen uit de toepassing van vroeger ge stemde en steeds bestaande wetten, uit aangegane inter nationale verbintenissen. Zo zal bijvoorbeeld de program matic voor de openbare dien sten waarover de regering V.D.B.-De Clerck haar akkoord gaf in 1968 en in 1969 onge veer 3 miljard frank kosten. In elk geval verklaart de Re_ gering deze uitgaven aan te kunnen zonder nieuwe belas tingen. Er is wel een uitzon dering namelijk voor de win sten van de vennootschappen en voor diegenen die meer dan 4 miljoen per jaar verdienen. Het zijn maatregelen die reeds vroeger door de P.V.V.-minis ter van Financiën voorzien wa ren, maar niet werden toege past. Er is ook geen sprake van verhoging van radio- of TV-taks. Wij nemen ons voor in een volgend artikel wat nader te ontleden waarvoor die 264 miljard moeten dienen. tfidJAMAlK «tu. Nee, nee, nee, die maatregelen werden niet gestemd om ze toe te passen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1968 | | pagina 1